44
BEDIENING
Bedieningspaneel
1 Programmkaart
Zo kiest u eenvoudig de meest geschikte
droogtijd voor uw was.
2 Controlelampje
Het lampje gaat branden wanneer de machine in
bedrijf is en gaat uit aan het einde van het
programma.
3 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 120 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 80 minuten. De verlaagde
temperatuur gebruikt u voor synthetica en fijne
was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien.
Heeft u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
– centrifugeertoerental
– gewenste droogtegraad
– soort wasgoed
– vulgewicht
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine de laatste
8 minuten met koude lucht werkt. Daarmee
worden zowel wasgoed als machine afgekoeld.
De programmastand kan voor het luchten
van kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.