40
1 Toetsen “geheugen” (memory)
en bijbehorende controlelampjes
Met behulp van deze toetsen kunt u een
voortijds ingesteld wasprogramma in het
geheugen opslaan of oproepen.
In het geheugen opslaan: het gewenste
programma instellen met behulp van de
verschillende toetsen (zie paragraaf “volgorde
van handelen”) en vervolgens de machine
starten door op de START/PAUZE-toets te
drukken. Nu kunt u het programma opslaan door
een van de “memory” toetsen ingedrukt te houden
totdat het overeenkomende controlelampje
aangaat.
Als u een “memory” toets indrukt die geen enkel
programma in het geheugen heeft, knippert het
controlelampje 2 seconden.
Een opgeslagen programma kan gewijzigd
worden met behulp van de functie-toetsen
voordat u op de START/PAUZE-toets drukt.
Oproepen: de gewenste “memory”-toets
indrukken; de controlelampjes van het
opgeslagen programma gaan branden. Op de
START/PAUZE-toets drukken om de machine te
starten.
Belangrijk! Uw nieuwe machine kan al een
programma in het geheugen opgeslagen
hebben. Dit betekent dat het apparaat voor
de verzending nauwkeurig in de fabriek
gekontroleerd is.
Opgelet: De wasprogramma’s die met behulp
van de “memory” toetsen opgeslagen zijn, kunt
u het beste ergens opschrijven.
Een reeds opgeslagen programma kan
geannuleerd worden doordat een nieuw
programma opgeslagen wordt.
2 Toets EIN/AUS-LÖSCHEN
(AAN/UIT - ANNULEREN)
Deze toets heeft twee functies:
- het in- en uitschakelen van de machine;
- het annuleren van een draaiend programma.
Op deze toets drukken om de machine onder
spanning te zetten (inschakelen) en er
nogmaals op drukken om het apparaat uit te
schakelen of een draaiend programma te
annuleren.
3 Toets “WÄSCHEART” (soort
textiel)
Op deze toets drukken om de gewenste
wasbeurt te kiezen: Kochwäsche (witte was),
Pflegeleicht (synthetica) enz. Het
overeenkomende controlelampje gaat branden
en op het display (9) knippert de wastijd,
berekend over een max. belading van 5 kg
katoen, 2 kg synthetica en fijne was of 1 kg
wolwas.
De machine kiest automatisch de maximale
waarden voor temperatuur en centrifugeren voor
het gekozen wasgoedtype: de betreffende
controlelampjes gaan branden.
Deze waarden kunnen gewijzigd worden met
behulp van de toetsen TEMPERATUR
(temperatuur) en SCHLEUDERN
(centrifugeren).
Deze toets kan niet gebruikt worden wanneer u
kiest voor het MINIPROGRAMM (snelwas) of
voor een van de speciale programma’s
(SONDERPROGRAMME).
4 Toets “TEMPERATUR”
(temperatuur)
Op deze toets drukken indien u een andere
temperatuur wenst dan de machine aangeeft
voor het gekozen wasgoed (zie
programmatabel): het overeenkomstige
controlelampje gaat branden.
De stand KALT (koud) betekent dat de
wascyclus met koud water uitgevoerd wordt.
5 Toets “SCHLEUDERN”
(centrifugeren)
U stelt hiermee de centrifugeersnelheid in,
houdt hierbij rekening met:
n voor katoen (Koch-/Buntwäsche, witte en
bonte was) is de max. snelheid 1600 of 1200
toeren/min (al naar gelang van het model);
n voor synthetica en wol (Pflegeleicht u. Wolle)
is de max. snelheid 900 toeren/min;
n voor fijne was (Feinwäsche) is de max.
snelheid 700 toeren/min.