38
Bediening
Deze koel/vrieskast is uitgerust met 1
temperatuurregelaar voor zowel de koelruimte als de
vriesruimte. De vriesruimte is automatisch -18°C of
lager. De temperatuurregelaar bevindt zich op de
rechterbinnenwand van de koelruimte. De
temperatuurregelaar is voorzien van een STOP-stand
en markeringen in cijfers van 1 tot en met 6.
Stand 0 = STOP
Stand 1 = minimum koude in de koelruimte
Stand 6 = maximum koude in de koelruimte
De cijfers hebben geen betekenis in de zin van graden
celsius; ze dienen slechts om te onthouden hoe de
temperatuurregelaar stond ingesteld als u opnieuw
inschakelt, bijvoorbeeld na het schoonmaken of
vakantie. Draai de regelaar aanvankelijk op de
middenstand.
Doorgaans voldoet deze stand. Na enkele dagen
gebruik bepaalt u zelf of u de koelruimte kouder
(hoger cijfer) of minder koud (lager cijfer) wilt. Wilt u
de temperatuur in de koel- of vriesruimte weten, meet
u dat dan op de enig juiste manier. Plaats een
alcoholthermometer (geen kwik), met een voor dit doel
geschikt afleesbereik, in een plastic bekertje gevuld
met twee centimeter water.
Plaats het bekertje in de betreffende ruimte, zodanig
dat het niet om kan vallen. Laat het daar een etmaal
staan en lees daarna af, zonder de thermometer uit
het water (of het ijs) te halen. Alleen op deze wijze
meet u de produkt-temperatuur; het meten van lucht-
temperatuur heeft geen enkele zin. Goedkope
thermometers wijken vaak aanzienlijk af. Wilt u weten
hoeveel, plaats hem dan in een bekertje fijngehakt ijs:
hij moet dan nul graden celsius aanwijzen.
De indeling van de koeler
De rekken zijn naar verschillende hoogten
verplaatsbaar. Trek ze daartoe een stukje naar voren
en kantel ze omlaag.
Klimaatschakelaar
Bij een lage omgevingstemperatuur, beneden +14°C,
is het risiko aanwezig dat de kompressor te weinig of
in het geheel niet loopt, omdat de koelruimte er niet
om vraagt. Daardoor loopt de temperatuur in de
vriesruimte op, hetgeen ongewenst is.
Om dat te voorkomen is de kast uitgerust met een
klimaatschakelaar, welke zich naast de
temperaturregelaar bevindt, zie figuur.
Beneden een omgevingstemperatuur van +14∞C
drukt u de schakelaar in (het lampje licht op). In dat
geval wordt de goede werking gegarandeerd vanaf
een omgevingstemperatuur van +10°C.
A - Temperatuurregelaar
B - Klimaatschakelaar