19
Een was doen
Giet vóór het in gebruik nemen 2 liter water in het
vakje van de wasmiddellade om de spaarklep te
activeren. Voer dan een wasgang zonder wasgoed
uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn
ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden
verwijderd. Programma: bonte was 95°C, met een
halve maatbeker wasmiddel.
1. Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het
slot.
2. Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij niet verder kan.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Als u een programma met functie VOORWAS kiest,
ook voorwasmiddel in vak doseren.
3. Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4. Gewenst programma kiezen
Draai de programmakiezer op het gewenste
programma. De duur van het programma en het voor
het gekozen programma maximale
centrifugetoerental worden op het display
aangegeven. Schakel de machine uit door de
programmakiezer op stand O te draaien. Het lampje
van toets gaat knipperen.
5. Centrifugetoerental instellen
Toets indrukken tot het gewenste toerental of
functie “0” (niet centrifugeren) ingesteld is; het
betreffende controlelampje gaat branden.
6. Eventueel extra functies kiezen
Druk op de betreffende toets voor de gekozen optie.
Het bijbehorende lampje gaat branden en op het
display wordt de beschrijving van de gekozen optie
aangegeven.