10
Aanwijzingen voor de installateur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Modell
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
aansluitwaarde (W)
gwwicht (kg)
aantal compressoren
ZRD 23 JA
vriesruimte: 44
koelruimte: 190
vriesruimte: 44
koelruimte: 186
545
1404
604
0,95
347
B
3
19
80
51
1
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de orig-
inele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzin-
gen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op transports-
chade. Neem in geval van transportschade contact op
met de leverancier en sluit het apparaat niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een
zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats
staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie
onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het type-
plaatje.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temper-
atuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de com-
pressor langer werken, de automatische ontdooiing werkt
niet meer, de temperatuur in de koelruimte stijgt en er
wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsrin-
gen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat
waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsrin-
gen worden verwijderd.