31
Veiligheid tijdens het gebruik
• Verwijder stickers en folies van het glaskeramiek.
• Wanneer u onoplettend bent tijdens het werken met het apparaat, bestaat
er risico op verbranding.
• De snoeren van elektrische apparaten mogen niet tegen het hete appa-
raatoppervlak resp. hete pannen aankomen.
• Oververhit vet en olie is licht ontvlambaar. Laat het apparaat niet zonder
toezicht achter wanneer u kookt met vet of olie (bijv. patat bakken).
• De kookzones moeten na ieder gebruik worden uitgeschakeld.
• Gebruikers met geïmplanteerde pacemakers dienen met het bovenli-
chaam een afstand van ten minste 30 cm van de ingeschakelde inductie-
kookzones aan te houden.
• Gevaar voor verbranding! Materialen van metaal, zoals bijv. messen, vor-
ken, lepels en pannendeksels niet op de kookzone leggen, omdat deze
heet kunnen worden.
Veiligheid bij het schoonmaken
• Voor het schoonmaken moet het apparaat zijn uitgeschakeld en afge-
koeld.
• Uit veiligheidsoverwegingen is het niet toegestaan het apparaat met een
stoom- of een hogedrukreiniger schoon te maken.
Voorkoming van beschadiging van het apparaat
• Het glaskeramiek kan worden beschadigd door vallende voorwerpen.
• Door stoten met pannen kan de rand van het glaskeramiek beschadigd
raken.
• Pannen van gietijzer of gietaluminium of pannen met een beschadigde bo-
dem kunnen bij het verschuiven het glaskeramiek bekrassen.
• Voorwerpen die kunnen smelten en gerechten die kunnen overkoken, kun-
nen inbranden op het glaskeramiek en moeten direct worden verwijderd.
• De kookzones mogen niet worden gebruikt als er geen pan of een lege
pan op staat.
• Het droogkoken van pannen moet worden voorkomen. Hierdoor kan het
kookgerei of glaskeramiek worden beschadigd.
• De luchtopening van 5 mm tussen de werkplaat en het daaronder liggen-
de meubelfront mag niet niet worden afgedekt.