10
NL
Energie besparen
Zet het apparaat niet op een plaats waar het bloot-
gesteld wordt aan de zon of aan een hittebron.
Zorg voor voldoende ventilatie van de condensator
en de compressor. Hou de luchtcirculatie rond het
apparaat vrij.
Bewaar de levensmiddelen altijd in goed sluitende
bewaardozen of verpakt in huishoud- of aluminium-
folie zodoende onnodige rijp- of ijsvorming te
voorkomen.
Open de deuren niet onnodig en laat ze niet langer
open staan dan absoluut noodzakelijk is.
Laat warme levensmiddelen eerst afkoelen tot op
kamertemperatuur vooraleer ze in de vriezer te
plaatsen.
Zorg ervoor dat de condensator steeds schoon is.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kun-
nen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden.
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten
afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaat-
selijke regelingen op deskundige wijze verwerkt wor-
den. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkhe-
den in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit,
vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet
beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt
voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Tijdens het gebruik van het apparaat slaat het vocht
van het apparaat vaak als rijp of als ijs neer.
Deze dikke rijp- of ijslaag heeft een isolerend effect,
daardoor wordt het vermogen verzwakt, zodat zowel
de temperatuur binnen het apparaat als het
energiegebruik stijgen.
In het geval van dit type wordt het koelapparaat
automatisch, zonder ingreep ontdooid. De temperatu-
urregelaar onderbreekt de functie van de motorcom-
pressor af en toe - de afkoeling pauzeert - en de tem-
peratuur van de koelende oppervlakte stijgt naar meer
dan 0 °C, de ontdooiing begint dus. Indien de temper-
atuur van de koelende oppervlakte naar meer dan +3
- +4°C stijgt, start de temperatuurregelaar het sys-
teem opnieuw.
Het ontdooide water gooit aan de achterwand, door
de buisslangen naar de verdamper op de koelcom-
pressor en verdampt daar door de warmte van de
compressor.