Schoonmaken
Geen schurende schoonmaakmiddelen
gebruiken.
Nooit metalen voorwerpen gebruiken om
het apparaat schoon te maken; dit zou het
apparaat kunnen beschadigen.
Naar behoefte kunt u de buitenkant van de kast
lappen met lauwwarm water en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel, daarna afnemen met
schoon water.
Het verdient aanbeveling de buitenkant af en toe in
de witte (auto-) was te zetten.
Opdat de koelkast zo goed mogelijk werkt, ŽŽn keer
per jaar het rooster van het voetstuk verwijderen en
de ventilatiekanalen schoonmaken met een borstel
of stofzuiger met borstel.
Stof belemmert de warmte-afgifte en verhoogt
zodoende het energieverbruik.
Tijdelijk buiten gebruik stellen
¥ Trek de stekker uit het stopcontact, verwijder dan
alle resterende levensmiddelen en maak de
binnenkant goed schoon (zie ÒVoor
ingebruiknameÓ).
¥ Laat de deur op een kier staan.
Vervangen van de lamp
Voor het vervangen van de lamp het apparaat
uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken.
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze
bereikbaar:
1. Schroef het afschermkapje los.
2. Verwijder het losse deel door er lichte druk op uit
te oefenen (zie afbeelding).
3. Vervang het lampje dan door een lampje met
hetzelfde vermogen. Het vermogen is op het
afschermkapje aangegeven.
Storingen
Indien de koelkast niet functioneert, controleer dan onderstaande punten, voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling:
Storing Oplossing
Temperatuur in het apparaat is te hoog
Apparaat koelt te sterk.
Het koelaggregaat werkt continu
Water op de bodem van de koelruimte of op de
legvlakken.
Geluiden
Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk ÒInstellen van de temperatuurÓ.
Plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Omgevingstemperatuur te hoog.
Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk ÒInstellen van de temperatuurÓ.
Draai de thermostaatknop naar een lager cijfer.
Omgevingstemperatuur te hoog.
In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
Dooiwaterafvoer is verstopt. Gebruik voor het doorprikken het staafje dat zich in het
gaatje bevindt.
Geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten.
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, hoort u een gebubbel of
gegorgel.
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem. Elke keer als de compressor in- of
uitgeschakeld wordt, hoort u een klik.
26