31
Onderhoud
Binnenkant van de machine
Maak de deurafdichting, de afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige
doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma
afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Reiniging van de afvoerzeven
(Na iedere afwasbeurt)
De zeven (B) en (C) controleren en onder de stromende
kraan reinigen. Eventuele voedselresten met een borsteltje
verwijderen.
Dit zeven-setje tilt u daartoe aan het trechtertje omhoog (het
zit licht vastgeklikt).
Dan drukt u de twee vleugeltjes (D) naar elkaar toe om zo
het grove filter uit het fijne filter te trekken.
Na het reinigen klikt u het setje weer in de
machinebodem terug.
Reiniging van de bodemzeef
(iedere week)
Maak, indien noodzakelijk, de grote zeef (B) aan beide
kanten onder stromend water met een borsteltje schoon.
De bodemzeef (A) onder stromend water afborstelen. Deze
zeef verwijdert u door eerst de onderste sproeiarm te
verwijderen; daartoe de vleugeltjes (E) indrukken.
Dan draait u de bevestiging (F) linksom en tilt u de zeef uit
de bodem.
Na het reinigen in omgekeerde volgorde weer terugplaatsen.
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op
hun plaats zitten.
Het is belangrijk de zeven te reinigen om een
goede werking van de machine te garanderen.