9
• Alarmcode
In geval van storingen in de werking zal het
display een alarmcode (bijv.
EE2211
) weergeven.
Zie voor meer informatie het betreffende
hoofdstuk op blz. 53.
8 Toets “start/pauze”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Het betreffende lampje knippert niet meer.
Als u gekozen heeft voor STARTUITSTEL, begint de
machine het terugtellen.
Indien de deur van het toestel of het deurtje in de
sokkel tijdens de afwerking van het programma
geopend wordt, moet deze toets na het sluiten
van de deur weer ingedrukt worden om het
programma voort te zetten.
De start-toets moet ook ingedrukt worden als
een stroomonderbreking geweest is en nadat u,
tijdens het programma, de waterhouder na het
oplichten van het lampje “waterhouder” geleegd
en weer aangebracht heeft. In beide gevallen
knippert het lampje van de START/PAUZE-toets.
9 Programmaindicatie
De lampjes geven volgende functies aan:
Controlelampje “drogen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de
droogfase is.
Controlelampje “afkoelen”
Dit lampje geeft aan dat de machine in de afkoelfase
is. Deze fase duurt 10 minuten.
Controlelampje “einde”
Dit lampje licht op aan het einde van de afkoelfase
en blijft gedurende de antikreukfase en aan het
einde van het programma ingeschakeld.
Controlelampje “pluizenfilters”
Dit lampje geeft aan dat de zeven gereinigd moeten
worden.
Signaallampje “waterhouder”
Het lampje gaat aan het einde van het programma
branden om u eraan te herinneren dat de
waterhouder moet worden geleegd. Als het tijdens
een droogprogramma aan gaat, dan betekent dit
dat de waterhouder vol is. Er klinkt in dat geval een
geluidssignaal, de machine is gestopt en het lampje
van de start-/pauzetoets knippert.
Controlelampje “condensor”
Dit lampje geeft aan dat de luchtcondensor
gereinigd moet worden. Het gaat om de 80
droogbeurten branden.