ONDERHOUD
33
NEDERLANDS
De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte,
reinigen met een vochtige doek en een neutraal huis-
houdschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmid-
delen drogen doorgaans streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en der-
gelijke oplosmiddelen.
De wasmiddelhouder
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop
van tijd aan.
Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de
stromende kraan.
U kunt daartoe de houder geheel uit
de machine nemen door op de pal, links achterin, te
drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter
kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijde-
ren.
Ook in de behuizing van
de wasmiddelhouder kan
zich op den duur wasmid-
del verzamelen. Maak de
binnenkant met een oude
tandenborstel schoon.
Plaats de houder terug in
z'n behuizing en laat de
machine, zonder was-
goed, een spoelgang doen.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan tempe-
raturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatrege-
len worden getroffen.
- Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoer-
slang los.
- Stel een willekeurig wasprogramma in en zet de
machine enkele seconden lang aan.
- Leg het uiteinde van de afvoerslang in een kom en
laat de machine enkele seconden lang afpompen.
- Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wil gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger
dan 0°C is.
Het toevoerfiltertje
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling
om het toevoerfiltertje te controleren op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens
draait u de slangwartel van de kraan af.
Reinig het filtertje met een borsteltje. Draai de wartel
weer stevig op de kraan.
Zelfreinigende afvoerpomp
Deze wasautomaat is van een zelfreinigende afvoer-
pomp voorzien. De machine is zodoende niet van een
afvoerfilter voorzien. De pomp behoeft geen onder-
houd.