24
4. Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen
van grove pluis en rafels. Raakt het filter
verstopt, dan zal onherroepelijk
programmastoring optreden.
Controleer regelmatig of het filter schoon is.
Open het klepje.
Plaats een schaaltje onder het filter en schroef
het filter linksom los.
Trek het filter uit het filterhuis.
Reinig het filter onder de stromende kraan.
5. Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine
te lozen:
■
haal de steker uit het stopcontact
■
draai de waterkraan dicht
■
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop
afgekoeld is
■
plaats een bakje onder het filter om het water
op te vangen
■
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
6. Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
■ Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
■ Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang
in een bak.
■ Stel het programma “POMPEN” in en laat de
machine tot aan het einde draaien.
■ Draai de programmakeuzeknop op
ANNULEREN.
■ Schakel de machine uit.
■ Draai de wartel van de toevoerslang weer
stevig op de kraan en breng ook de
afvoerslang weer op zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee
wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die
de machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw
wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur
hoger dan 0°C is.