464155
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/164
Pagina verder
YAMAHA ELECTRONICS CORPORATION, USA
6660 ORANGETHORPE AVE., BUENA PARK, CALIF. 90620, U.S.A.
YAMAHA CANADA MUSIC LTD.
135 MILNER AVE., SCARBOROUGH, ONTARIO M1S 3R1, CANADA
YAMAHA ELECTRONIK EUROPA G.m.b.H.
SIEMENSSTR. 22-34, 25462 RELLINGEN BEI HAMBURG, GERMANY
YAMAHA ELECTRONIQUE FRANCE S.A.
RUE AMBROISE CROIZAT BP70 CROISSY-BEAUBOURG 77312 MARNE-LA-VALLEE CEDEX02, FRANCE
YAMAHA ELECTRONICS (UK) LTD.
YAMAHA HOUSE, 200 RICKMANSWORTH ROAD WATFORD, HERTS WD18 7GQ, ENGLAND
YAMAHA SCANDINAVIA A.B.
J A WETTERGRENS GATA 1, BOX 30053, 400 43 VÄSTRA FRÖLUNDA, SWEDEN
YAMAHA MUSIC AUSTRALIA PTY, LTD.
17-33 MARKET ST., SOUTH MELBOURNE, 3205 VIC., AUSTRALIA
©
2006 All rights reserved.
RX-V2700
Printed in Malaysia WJ55230
RX-V2700
AV Receiver
Ampli-tuner audio-vidéo
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
G
RX-V2700_G_cv.fm Page 1 Friday, August 25, 2006 1:21 AM
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
.....................110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
1 Nl
Nederlands
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkverbindingen.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Opmerking betreffende distributie van broncode
Dit product maakt gebruik van softwarecode die onderworpen is
aan de GNU General Public License (GPL) of GNU Lesser
General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of
wijzigen van deze softwarecode geschiedt onder GPL of LGPL
licentievoorwaarden. De broncode is beschikbaar via de volgende
website:
http://www.global.yamaha.com/download/
De broncode is ook beschikbaar op opslagmedia (zoals
CD-ROM) tegen kostprijs.
Contactinformatie: AV products division, YAMAHA
CORPORATION, 10-1 Nakazawa-cho,
Hamamatsu 430-8650, Japan
In principe wordt de broncode 3 jaar lang na de datum van
aankoop aangeboden.
KENNISGEVINGEN HANDELSMERKEN
iPod
2 Nl
KENMERKEN .......................................................4
VAN START ..........................................................5
Meegeleverde accessoires ......................................... 5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........6
Voorpaneel ................................................................ 6
Afstandsbediening .................................................... 8
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening ........................... 10
Voorbereiden van de afstandsbediening ................. 11
Display voorpaneel ................................................. 12
Achterpaneel ........................................................... 14
AANSLUITINGEN ..............................................15
Luidsprekers opstellen ............................................ 15
Aansluiten van luidsprekers .................................... 16
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking)
aansluitingen ....................................................... 19
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 20
Informatie over HDMI ............................................ 21
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 22
Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 23
Aansluiten van andere componenten ...................... 24
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder ............................................................... 28
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel
dock .................................................................... 29
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op
het voorpaneel .................................................... 29
Aansluiten op het netwerk ...................................... 30
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 31
Aansluiten van het netsnoer .................................... 32
Instellen van de luidspreker-impedantie ................. 33
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 34
AUTO SETUP ......................................................35
Gebruiken van het Auto Setup ................................ 35
WEERGAVE ........................................................40
Basisprocedure ........................................................ 40
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT) ............................................. 42
Selecteren van de MULTI CH INPUT componen
t ....... 43
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 43
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 43
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door
middel van de GUI menuschermen .................... 44
Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij
audiomateriaal .................................................... 45
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 45
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ...................46
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 46
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 47
Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 51
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES ...........52
Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 52
Toonregeling ........................................................... 52
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 53
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave ................................................... 53
Selecteren van de Compressed Music
Enhancer functie ................................................. 54
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 55
FM/AM AFSTEMMEN ...................................... 56
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ......... 56
Automatisch afstemmen ......................................... 57
Handmatig afstemmen ............................................ 58
Automatisch voorprogrammeren ............................ 59
Handmatig voorprogrammeren ............................... 60
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 61
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 62
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K.
EN EUROPA) .................................................. 63
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 63
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................ 64
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) .................... 65
GEBRUIKEN MET EEN iPod ........................... 66
iPod bediening ........................................................ 66
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB
FUNCTIES ....................................................... 68
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s ...... 68
Gebruiken van een PC server of YAMAHA
MCX-2000 ......................................................... 70
Gebruiken van de Internetradio .............................. 71
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een
USB aansluiting .................................................. 72
Gebruiken van sneltoetsen ...................................... 72
OPNEMEN ........................................................... 74
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
.... 75
Selecteren van decoders .......................................... 75
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE
(GUI) SCHERM .............................................. 78
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) .............. 79
Input Select ............................................................. 85
Manual Setup (Sound) ............................................ 88
Manual Setup (Video) ............................................ 92
Manual Setup (Basic) ............................................. 95
Manual Setup (NET/USB) .................................... 100
Manual Setup (Option) ......................................... 102
System Memory .................................................... 106
Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) ............... 107
Language .............................................................. 108
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
INHOUD
3 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING ............................. 109
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten .................................................... 109
Instellen van afstandsbedieningscodes ................. 111
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen ......................................... 113
Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen ........................................................ 114
Macro programmeerfuncties ................................. 115
Instellingen wissen ................................................ 118
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN
(MULTI-ZONE) ............................................ 121
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
...... 121
Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 122
GEAVANCEERDE SETUP ............................. 125
Gebruik van het ADVANCED SETUP ................ 125
Instellen van een afstandsbediening ID ................ 128
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ................... 130
RESETTEN VAN HET SYSTEEM ................. 140
WOORDENLIJST ............................................ 141
INFORMATIE OVER
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ............. 144
PARAMETRISCHE EQUALIZER
INFORMATIE ............................................... 145
TECHNISCHE GEGEVENS ........................... 146
(aan het eind van deze handleiding)
GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S .......................i
GPL/LGPL.............................................................. v
LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES....ix
AANVULLENDE INFORMATIE
APPENDIX (AANHANGSEL)
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
Dit toestel beschikt over de mogelijkheid de
schermmenu’s in verschillende talen weer te geven. In
deze handleiding worden voor de schermmenu’s
voorbeelden in het Engels afgebeeld.
KENMERKEN
4 Nl
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 )
Voor: 140 W + 140 W
Midden: 140 W
Surround: 140 W + 140 W
Surround Achter: 140 W + 140 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het
V.K. en Europa)
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video S-video component
video HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i
(NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p of 1080i
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
Netwerkfuncties
NETWORK poort voor aansluiting op een PC en een
YAMAHA MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via
een LAN
DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
USB functies
USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Overige kenmerken
YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u
dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/
videosysteem
Taalkeuze voor de taal waarin de menu’s worden weergegeven
(Engels, Japans, Frans, Duits, Spaans of Russisch)
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i
(NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, Leer- en Macrofuncties en
verlichting voor de toetsen en het uitleesvenster
ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
In-beeld display (OSD) functie voor Zone 2
Slaaptimer
KENMERKEN
VAN START
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
VAN START
Meegeleverde accessoires
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
B
AND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
Afstandsbediening
Batterijen (6)
(AAA, LR03)
AM ringantenne
Optimalisatie-microfoonSleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Netsnoer
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada, China,
Azië, Korea en Algemene modellen)
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa, het V.K. en
Australië)
TUNER
CD
CD-R
DTV
NET/USB
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6 Nl
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 34).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 34).
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 40).
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42).
5 TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 52).
6 REC OUT/ZONE2
Selecteert de signaalbron die u naar de audio/
videorecorder wilt dirigeren en het Zone 2 uitgangssignaal
onafhankelijk van de signaalbron waar u naar luistert of
kijkt in de eerste zone (zie bladzijde 74).
7 STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
32 BCA09
GHIFED
876541
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
8 MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten (zie bladzijde 122).
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten (zie bladzijde 122).
Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROLS
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 (zie
bladzijde 122).
y
Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de
indicator voor de op dit moment geselecteerde zone
ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
9 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 12).
0 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54).
A Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie
bladzijde 11).
B NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 55).
C PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 52).
D PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 46).
Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen
regelen samen met TONE CONTROL (zie
bladzijde 52).
E OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor gebruik met de “Auto Setup” functie
(zie bladzijde 35).
F PHONES aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 43).
G VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera
aansluiten (zie bladzijde 29).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
H USB poort
Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten
(zie bladzijde 72).
I VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Opmerking
Opmerking
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te
openen.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 Nl
Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56
TV bediening ................................... zie bladzijde 109
Bedienen van andere componenten
...... zie bladzijde 110
Bedienen van optionele componenten
... zie bladzijde 111
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit
venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 11).
2 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
y
De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk
toestel er op dat moment bediend wordt.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen.
5 LIGHT
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uitleesvenster te verlichten.
6 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 53).
7 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u bepaalde items of de cursor verplaatsen of
de instellingen op de menuschermen of op het display op
het voorpaneel veranderen.
8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 46).
9 SUR. DECODE
Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals materiaal
met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 75).
0 MEMORY 1/2
Roept “MEMORY 1” of “MEMORY 2” of “System
Memory” (zie bladzijde 106) weer op.
A Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 69).
PC/MCX
Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als
sub-signaalbron voor NET/USB.
Afstandsbediening
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
B
AN
D
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
B
C
A
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
U
t
S
R
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9 Nl
INLEIDING
Nederlands
NET RADIO
Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor
NET/USB.
USB
Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare
USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB.
Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren
voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt
zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende sub-
signaalbron voor NET/USB te selecteren.
Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
indrukt, zal het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de
corresponderende sub-signaalbron voor NET/USB automatisch
worden weergegeven.
B MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie
bladzijde 115).
C MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 115).
D STANDBY
Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 34).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
E POWER
Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie
bladzijde 34).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
F AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42).
G SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 45).
H SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
I Schakelaar voor de bedieningsfunctie
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 110).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO
(zie bladzijde 109).
Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 111.
Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO (zie
bladzijde 111), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code.
J VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
K MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 43).
L PURE DIRECT
Hiermee zet u de “Pure Direct” weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 52).
M SET MENU
Opent het GUI menuscherm (zie bladzijde 44).
N STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer
“STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals
ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51).
O EXTD SUR.
Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 75).
P SELECT
Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de
bladzijden 75 en 76).
Q ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54).
R NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 55).
S RENAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 114).
T CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de
macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen
wissen (zie bladzijde 118).
U LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies
van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 113).
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10 Nl
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven.
Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere
functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio ................................................. zie bladzijde 56
1 Ingangskeuzetoetsen
Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
2 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 112).
3 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
4 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
5 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
6 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
TUNER
CD
CD-R
DTV
NET/USB
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
2
7
6
5
4
3
1
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
11 Nl
INLEIDING
Nederlands
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone
3 afstandsbediening
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Wij raden u aan alkali batterijen te gebruiken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
– stoffige plekken
Voorbereiden van de afstandsbediening
1
3
2
1
3
2
Opmerkingen
Opmerkingen
30 30
Ongeveer 6 m
Sensor voor de afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
12 Nl
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1, HDMI IN 2
of HDMI IN 3 aansluitingen (zie bladzijde 21).
2 RECOUT indicator
Licht op wanneer dit toestel in de functie staat voor het
opnemen van een signaalbron (zie bladzijde 74).
3 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 29).
4 Oplaad-indicator
Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de
aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit
(standby) staat (zie bladzijde 66).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
7 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 43).
8 Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
9 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
0 Ingangskanaal en luidspreker indicators
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Aanwezigheids- en surround achter-
luidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor
“Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie
bladzijde 97) in het “Speaker Set” wanneer “Test Tone”
in het “Basic” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 96).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “Auto
Setup” (zie bladzijde 35), of met de hand via de instellingen voor
“Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie
bladzijde 97) in het “Speaker Set”.
Display voorpaneel
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
MUTE
VOLUME
dB
LFE
LL C R
SL SB SR
RECOUT
HiFi DSP
DIGITAL
EX
PL x
MP3
WMA
DSD
PCM
VIRTUAL
YPAO
ENHANCER
MATRIX
DISCRETE
CINEMA
SILENT
24
96
96/24
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
NIGHT
NET/USB
DOCK
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
DSD
PCM
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
NIGHT
HiFi DSP
DIGITAL
EX
PL x
VIRTUAL
YPAO
ENHANCER
MATRIX
DISCRETE
CINEMA
SILENT
24
96
MP3
WMA
J
I
H
G
F
C
B
A
O
N
M
L
K
0
98
765431
2
E
D
O........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Indicators ingangskanalen
Surround achter-luidspreker indicators
L CR
SL SB SR
LFE
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
13 Nl
INLEIDING
Nederlands
A DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47).
HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47).
B VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 51).
C YPAO indicator
Licht op wanneer u de “Auto Setup” doet en wanneer de
via de “Auto Setup” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 35).
D ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 54).
E Signaalformattering indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer dit toestel
DSD (Direct Stream Digital), PCM (Pulse Code
Modulation), WMA (Windows Media Audio), WAV
(RIFF Wave Form Audio) of MP3 (MPEG-1 Audio Layer-
3) audiosignalen reproduceert.
F Dolby decoder indicators
Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
G Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie
bladzijde 43).
I SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 51).
J DTS decoder indicators
Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
K Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een
zender (zie bladzijde 56).
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM
stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt
(zie bladzijde 56).
AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 56).
MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan
worden (zie bladzijde 59).
L ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie
bladzijde 122).
M NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie
bladzijde 55).
N SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie
bladzijde 45).
O Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
DSP
aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
14 Nl
1 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
20 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 ANTENNA aansluitingen
Zie bladzijde 31 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 18).
6 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor
Azië en Algemene modellen)
Zie bladzijde 32 voor details.
7 AC IN/OUTLET(S)
Zie bladzijde 32 voor meer informatie over deze aansluitingen.
8 HDMI aansluitingen
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
9 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 121 voor details.
A DOCK aansluiting
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
B NETWORK poort
Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor
verbinding met uw netwerk.
Zie bladzijde 30 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
E RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
F Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 16 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
G MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen.
H PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze aansluitingen.
I ZONE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 121 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
Achterpaneel
AC IN
AC OUTLETS
HOLDER
WRENCH
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
PRESENCE
SURROUND BACK/
SP1
FRONT
SURROUND
SINGLE
ANTENNA
FM
GND
AM
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
COMPONENT VIDEO
REMOTE
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
HDMI
AUDIO
DOCK
DIGITAL INPUT
MULTI CH INPUT
PRE OUT
CONTROL OUT
RS-232C
DIGITAL OUTPUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
CD
DV
D
DVR/
VCR2
COAXIAL
1
2
CD
DVD
DTV
CBL/
SAT
MD/
TAP E
CD-R
OPTICAL
987
65
4
321
SB(8CH)
DTV
TAP E
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
DVD
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
OUT
OUT
IN
IN
DVD
DTV
CBL/SAT
MONITOR OUT
Y
Y
P
R
PR
P
B
P
B
IN
OUT
1
2
IN
OUT
IN1
CBL/
SAT
IN2
IN3
OUT
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A B
C
R
R
R
R
L
L
L
R
L
R
L
L
SP2
NETWORK
DTV
DVD
MULTI CH INPUT
PRE OUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
SB(8CH)
7654321
IGH
FCDEB
A08 9
AANSLUITINGEN
15 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of
andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te
gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u
echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker
midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij
het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar
plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit
elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers.
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP
(zie bladzijde 144). Deze effecten bestaan onder meer uit
geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 tot
1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht en
ongeveer 1,8 m boven de vloer.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt
niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in
sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-
fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie
effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De
opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer
lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt
hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing
via de wanden te verminderen.
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
SW
FR
PR
PL
FL
SBR
SBL
SL
SR
C
60˚
30˚
PL
PR
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
FR
PRPL
C
FL
1,8 m
30 cm of meer
1,8 m
0,5 tot 1 m 0,5 tot 1 m
16 Nl
AANSLUITINGEN
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 34).
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6MIN” zetten voor u dit
toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden
van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 126).
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte)
aansluitingen.
De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of op “None” bij “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97) worden naar de
luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “Bass Out” (zie bladzijde 98).
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via de “PR/SB
Priority” parameter in de “Speaker Set” (zie bladzijde 98) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 121).
Aansluiten van luidsprekers
Opmerkingen
LET OP
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
PRESENCE
SURROUND BACK/
SP1
FRONT
SURROUND
SINGLE
PRE OUT
SUB
WOOFER
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
R
R
R
R
L
L
L
L
SP2
Voor-luidsprekers
Surround-luidsprekers
Aanwezigheidsluidsprekers
Subwoofer
Rechts LinksLinks
Midden-luidspreker
Surround achter-luidsprekers
Rechts
Links
Links
Rechts
Rechts
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 121)
17 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
FRONT aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers
aansluiten.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers
aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround achter-
luidsprekers aansluiten.
Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze
te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting
(SINGLE).
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
2 Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4 Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
Opmerking
10 mm
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
18 Nl
AANSLUITINGEN
5 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het
achterpaneel van dit toestel wanneer u de
sleutel niet gebruikt.
Verbinden met de SP2 luidspreker-
aansluitingen
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(zie bladzijde 121).
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
Aansluiten van een bananenstekker
(uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
1 Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
2 Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidspreker-
aansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het
gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een
bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
19 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de
luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op
verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten
om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de
luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen;
één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere
voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze
kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan
bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele
versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers.
Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK
aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 127).
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar
te scheiden.
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
FRONT
+ +
R
L
Dit toestel
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Voor-luidsprekers
Rechts Links
Opmerking
BI-AMP
SURROUND BACK/
FRONT
SINGLE
+
+
+
R
L
+
Dit toestel
Voor-luidsprekers
Links
Rechts
20 Nl
AANSLUITINGEN
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-
aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is voorzien van een functie voor het converteren
(omzetten) van videosignalen. Zie de bladzijden 22 en 93 voor
details.
Informatie over aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y R PB P
PB
Y
P
R
S
V
COAXIAL
DIGITAL
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
S-videostekker Component
videostekkers
Audio-aansluitingen en stekkers Video-aansluitingen en stekkers
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
Opmerking
21 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2, HDMI IN 3 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en
produceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit
toestel met de HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van de
geselecteerde signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 108).
HDMI compatibiliteit met dit toestel
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-
speler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit
toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting.
Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet,
S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet
“Conversion” op “On” via de “Video” om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 93).
Informatie over HDMI
Opmerking
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2-kanaals,
32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals,
32-192 kHz,
16/20/24 bits
DVD-Audio enz.
DSD 2/5.1-kanaals,
2,8224 MHz, 1 bit
SACD, enz.
Bitstroom Dolby Digital,
DTS
DVD-Video enz.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia
Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd
door HDMI Licensing, LLC.
HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital
Content Protection System Revisie 1.1)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
Opmerkingen
HDMI
HDMI stekker
22 Nl
AANSLUITINGEN
Stroomschema audiosignalen
2-kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen
die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3
aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting wanneer “Support Audio” is ingesteld op
“Other” (zie bladzijde 106).
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via
de DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
Stroomschema videosignalen
Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet
van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p.
Zet “Component I/P” op “On” via de “Video” om deze functie
in te schakelen (zie bladzijde 93).
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN
2 of HDMI IN 3 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de
analoge video uitgangsaansluitingen.
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 93) en
HDMI opwaardering/omzetting (zie bladzijde 93) zijn alleen mogelijk
wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93).
Gebruik de “HDMI Up-Scaling” parameter onder “Video” om
analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar progressief
en om de resolutie daarvan te veranderen (zie bladzijde 93).
Het signaal voor het GUI menuscherm wordt niet
gereproduceerd via de VCR 1 OUT en DVR/VCR 2 OUT
aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
Stroomschema audio- en videosignalen
Opmerkingen
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
HDMI
AUDIO
UitgangIngang
Analoog uitgangssignaal
Digitaal uitgangssignaal
Opmerkingen
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
HDMI
Door
Uitgang
HDMI geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting en verhoging
van de resolutie (zie bladzijde 93)
Component geïnterlinieerd /progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 93)
Ingang
Video conversie (zie bladzijde 93)
23 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “Support Audio” parameter
in het “Option” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 106).
Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
Stel “Conversion” onder “Video” in op “On” (zie bladzijde 93) om de verkorte meldingen te laten weergeven.
Stel “Wall Paper” onder “Video” in op “Yes” of “Gray” (zie bladzijde 95) om de parameters te laten weergeven.
Het GUI menuscherm zal worden weergegeven met de gekozen of de grijze achtergrond afhankelijk van het ontvangen videosignaal
en de instellingen bij “Wall Paper” (zie bladzijde 95).
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Opmerkingen
LET OP
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
MONITOR OUT
Y
PR
P
B
OUT
PRPB
V
S
Y
TV
(of projector)
Video ingang
Component video ingang
S-video ingang
HDMI ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
24 Nl
AANSLUITINGEN
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Wanneer “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 93) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt
heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 23). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of
“Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87).
Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p resolutie
worden ontvangen.
De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p resolutie worden
ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Aansluiten van een DVD-speler
Aansluiten van andere componenten
Opmerkingen
LET OP
VIDEO
COMPONENT VIDEO
HDMI
DIGITAL INPUT
DVD
COAXIAL
DVD
OPTICAL
5
2
DVD
DVD
Y
P
R
P
B
IN1
A
R
L
DVD
LR
C
O
V
S
PR PB Y
DVD-speler
HDMI uitgang
Coaxiale uitgang
Component uitgang
S-video uitgang Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
25 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
*1
Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN,
VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2
aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Opmerking
VIDEO
DIGITAL INPUT
DIGITAL OUTPUT
DVR/
VCR2
COAXIAL
CD-R
OPTICAL
93
DVR/VCR 2
VCR 1
OUT
OUT
IN
IN
R
L
DVR/VCR 2
O
UT
IN
R
L
R
L
V
V
S
S
C
*1
DVD-recorder, PVR of videorecorder
Coaxiale uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio ingang
Video ingang
S-video ingang
Audio uitgang
VIDEO
C
OMPONE
NT VIDEO
HDMI
DIGITAL INPUT
DTV
CBL/
SAT
OPTICAL
7
6
DTV
CBL/SAT
DTV
CBL/SAT
Y
P
R
P
B
CBL/
SAT
IN2
IN3
R
L
DTV
LR
O
O
VV
S
PR PB Y
L R
S
PR PB Y
HDTV decoder
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger
HDMI uitgang
Component uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
S-video uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Optische uitgang
Component uitgang
Optische
uitgang
HDMI uitgang
26 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of
“Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87).
Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Opmerkingen
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
AUDIO
DIGITAL INPUT
DIGITAL OUTPUT
CD
COAXIAL
CD
MD/
TA PE
CD-R
OPTICAL
98
4
1
TA PE
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
R
L
R
L
LR LRLRLR
L
R
L
R
C
O
O
O
CD-recorder
Draaitafel
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
Audio ingang
Optische ingang
Audio uitgang
Optische
uitgang
Audio
ingang
Audio
uitgang
Optische ingang
Aarde
Audio
uitgang
Coaxiale
uitgang
Audio
uitgang
27 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen.
Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52).
Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf (zie bladzijde 53).
Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de “Speaker Set” (zie bladzijde 96) en “Bass
Out” (zie bladzijde 98) instellingen.
1 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
2 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
Zet “Surround Back” op “Large x2”, “Large x1”, “Small x2” of
“Small x1” en zet “Presence” op “None” (zie bladzijde 97) om de
signalen voor het surround-achterkanaal te laten reproduceren via
de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen.
Zet “Presence” op “Yes” en “Surround Back” op “None”
(zie bladzijde 97) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal
te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
Opmerkingen
PRE OUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
5
4321
R
L
28 Nl
AANSLUITINGEN
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “Input Channels” instelt op “8ch” via “MULTI CH” (zie bladzijde 88), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 43), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “Front
Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88).
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Opmerkingen
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
R
L
LR
LR
Subwoofer
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Middenkanaal
uitgang
Surroundkanaal uitgang
Voorkanaal
uitgang
Opmerking
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
TAPE
MD/
(REC)
(PLAY)
UT
R
L
*1
R
L
LR
LRLR
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voorkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Surround-achter
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
29 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel
dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden
aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los
verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer
alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
Aansluiten van een YAMAHA iPod
universeel dock
LET OP
DOCK
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Opmerking
LET OP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
R
L
OPTICAL
AUDIO
S VIDEO
VIDEO
O
V
S
L
R
Spelcomputer of
videocamera
Optische uitgang
Video uitgang
S-video uitgang
Audio uitgang
30 Nl
AANSLUITINGEN
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger
geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de NETWORK poort van dit toestel te steken
en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten
op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en
YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn.
Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren (zie
bladzijde 100).
Aansluiten op het netwerk
Opmerking
NETWORK
LAN
WAN
Router
PC
Modem
YAMAHA MCX-2000
Internet
YAMAHA MCX-C15
YAMAHA MCX-A10
(met los verkrijgbare
luidsprekers)
Netwerkkabel
31 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke
ontvangst.
U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 127).
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3 Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 56).
Aansluiten van de FM en AM antennes
Opmerkingen
ANTENNA
FM
GND
AM
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de
antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
AM ringantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat
u bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
32 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische
schokken veroorzaken of zelfs brand.
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek
daarna pas de stekker in het stopcontact.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
...............110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
...................................................... 1 Netstroomaansluiting
Model voor Korea...................................................... Geen
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op
bladzijde 146.
Aansluiten van het netsnoer
LET OP
AC IN
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
LET OP
230-
240V
VOLTAGE
SELECTOR
Aanduiding voltage
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
33 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6MIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers
kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers.
1 Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 34 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SPEAKER IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “6MIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
2,432,5
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
8
MIN
IMP.SPEAKER
Opmerking
EFFECT
STRAIGHT
6
MIN
IMP.SPEAKER
MASTER
34 Nl
AANSLUITINGEN
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel
aan te zetten.
Wanneer u dit toestel aan zet door op MASTER ON/OFF
te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te
schakelen.
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te
zetten wanneer u het toestel niet gebruikt.
Aan zetten van de hoofdzone wanneer
het toestel uit (standby) staat
Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op
het voorpaneel (of op POWER op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte
weer in te schakelen.
Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte uit
(standby) te zetten.
Aan en uit zetten van dit toestel
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
MAIN ZONE ON/OFF
MASTER ON/OFF
STANDBY
POWER
Opmerkingen
MASTER
Voorpaneel
MASTER
Voorpaneel
MAIN ZONE
ON/OFF
POWER
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
MAIN ZONE
ON/OFF
STANDBY
Voorpaneel Afstandsbediening
of
AUTO SETUP
35 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Wanneer u de meegeleverde optimalisatie-microfoon heeft
verbonden met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel en op een geschikte locatie in uw luisterruimte
heeft geplaatst, kunt u de “Auto Setup” beginnen via het
GUI menuscherm.
Sluit een beeldscherm aan om de “Auto Setup” te kunnen doen
(zie bladzijde 23).
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “Auto Setup”
procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “Auto Setup” procedure.
Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de
resultaten tegenvallen.
y
Als er iets mis gaat tijdens de “Auto Setup” procedure en er een
foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het GUI scherm
of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de “Auto
Setup” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” op de bladzijden 138 en 139 voor een complete
lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u in zo’n
geval moet doen.
De begininstelling voor elk van de parameters staat vet
aangegeven.
Als u het volume en de crossover-frequentie van uw subwoofer
kunt instellen, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en
zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
1 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
2 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon met een schroef met een
diameter van 6 mm vastmaken aan een statief (enz.).
AUTO SETUP
Gebruiken van het Auto Setup
Opmerkingen
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
5-12
4,13
4
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDI O
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
Omnidirectionele
microfoon
Optimalisatie-microfoon
36 Nl
AUTO SETUP
3 Controleer de volgende punten voor u met de
Auto Setup begint.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
De meegeleverde optimalisatiemicrofoon moet zijn aangesloten
op dit toestel en op de juiste manier zijn opgesteld.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
De kamer moet voldoende stil zijn.
Het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel moet aan staan.
4 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het GUI menuscherm te openen.
Het GUI scherm zal nu verschijnen op het
aangesloten beeldscherm.
5 Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op
h om “Auto Setup” te selecteren.
“Setup Menu” is het op dit moment geselecteerde menu-onderdeel.
6 Druk op h om de “Setup Menu” te openen.
7 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
“Wiring”, “Distance”, “Size”, “Equalizing” of
“Level” en druk vervolgens op h om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
8 Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
parameter te selecteren en vervolgens op
ENTER om uw keuze te bevestigen.
\
MENU
SRCH MODE
SET MENU
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
TV
SOURCE
AMP
Op dit
moment
geselecteerde
menu-
onderdeel
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Information
Start
Setup Menu
Auto Setup
System Memory
Signal Info.
Manual Setup
Input Select
Setup Menu
Start
Wiring
Distance
Size
Information
Wiring
Distance
Skip
Check
Size
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
37 Nl
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
9 Herhaal de stappen 7 en 8 tot u alle gewenste
instellingen verricht heeft.
Dit toestel voert de volgende controles uit:
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance (Luidspreker afstand)
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot
de luisterplek en stelt de timing voor elk van de
kanalen af.
Size (Luidsprekerafmetingen)
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage frequentie-
crossover voor elk van de kanalen in.
Keuzes: Check, Skip
Selecteer “Check” om het onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Selecteer “Skip” om het onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
Equalizing (Parametrische equalizerniveau)
Regelt de frequentie en het parametrische
equalizerniveau voor elk van de kanalen om
interferentie tussen de kanalen te verminderen en een
samenhangend geluidsveld te creëren. Dit is vooral
van belang wanneer u luidsprekers van verschillende
afmetingen of verschillende merken gebruikt voor
sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere
akoestische kenmerken vertoond. Daarnaast zal de
frequentierespons van elk van de kanalen worden
afgestemd op de geluidsweergave van uw voor-
luidsprekers.
Keuzes: Check:Natural, Check:Flat, Check:Front,
Skip
Selecteer “Check:Natural” om de
frequentierespons van alle luidsprekers te
middelen, met minder nadruk op de hogere
frequenties. Aanbevolen wanneer de “Check:Flat”
instelling een beetje schel klinkt.
Selecteer “Check:Flat” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit zijn.
Selecteer “Check:Front” om de frequentierespons
van elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voor-
luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor-
luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
Selecteer “Skip” om het geselecteerde onderdeel
over te slaan zonder instellingen te wijzigen.
Level (Volumeniveau)
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
Keuzes: Check, Skip
Selecteer “Check” om dit onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Selecteer “Skip” om dit onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
10 Wanneer u alle gewenste instellingen
verricht heeft, kunt u op l drukken om terug
te keren naar het vorige menuniveau, waarna
u door op n te drukken “Start” kunt
selecteren.
Skip
Check
Wiring
Distance
Size
Skip
Check
Distance
Size
Equalizing
Wiring
Skip
Check
Size
Equalizing
Level
Distance
Wiring
Skip
Check: Natural
Check: Flat
Check: Front
Equalizing
Level
Size
Distance
Skip
Check
Level
Equalizing
Size
Start: ENTERStart
Setup Menu
Information
38 Nl
AUTO SETUP
11 Druk op ENTER om de instelprocedure te
laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup).
Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse
luidsprekers tijdens de automatische setup. Tijdens de
instelprocedure zal de melding “Measuring...” (Aan het
meten...) op het GUI scherm verschijnen. Wij raden u aan de
kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup
uitvoert. Hoeveel tijd er nodig is voor de automatische setup
hangt mede af van de kamer zelf en de aangesloten luidsprekers
(reken op een tijd tussen 30 seconden en 3 minuten).
y
Om de Auto Setup procedure te stoppen en dit toestel in de
pauzestand te zetten, kunt u op één van de cursortoetsen
drukken (
k / n / l / h) of op ENTER. Druk tijdens
pauze op k om de procedure opnieuw uit te voeren, of op
l om de Auto Setup procedure te annuleren.
Als er een foutmelding verschijnt en dit toestel stopt met
de setup procedure, raadpleeg dan de “Auto Setup”
paragraaf onder “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op
bladzijde 138, en probeer de Auto Setup procedure
opnieuw nadat u het probleem verholpen heeft.
12
Wanneer alle items met succes zijn ingesteld, zal
het volgende verschijnen op het GUI scherm.
Druk op n en selecteer “Setup” om de gemeten
waarden definitief te maken.
Druk op k en selecteer “Retry” om de Auto Setup
procedure opnieuw te proberen.
Druk op
h
en selecteer “Detail” om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen
we u naar de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk
“OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 138.
Druk op
l
en selecteer “Exit” om de Auto Setup
procedure af te sluiten. Als u “Exit” selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer
“Yes” om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer “No” om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u deze
parameters instellen via “Basic” (zie bladzijde 95).
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten
luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de
inrichting van uw luisterruimte, moet u de “Auto Setup”
opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te
optimaliseren.
De afstanden bij de “Distance” resultaten kunnen groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer.
Bij de “Equalizing” resultaten kunnen er verschillende
waarden worden gebruikt voor dezelfde band om een nog
gedetailleerde instelling te bereiken.
13 Druk op SET MENU om het GUI menuscherm
te sluiten.
Nadat u de “Auto Setup” procedure heeft afgemaakt moet
u de optimalisatie-microfoon weer losmaken.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen
warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop
dit toestel.
Beoordelen van de resultaten van de
automatische setup procedure
Met deze functie kunt u de resultaten van de automatische
setup beoordelen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het GUI menuscherm te openen.
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Measurement Over
Successfully
Result
Level
Equalizing
Retry
Setup
Exit Detail
Opmerkingen
Opmerkingen
MENU
SRCH MODE
SET MENU
MENU
SRCH MODE
SET MENU
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
TV
SOURCE
AMP
39 Nl
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
2 Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op
h om “Auto Setup” te selecteren.
3 Druk op k en selecteer “Information”.
4 Druk op h en vervolgens herhaaldelijk op n
om de items te selecteren die u wilt
controleren.
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Toont de polariteit van elk van de aangesloten
luidsprekers.
“NRM” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie normaal is.
“REV” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie omgekeerd is.
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Distance (Luidspreker afstand)
Toont de luidsprekerafstand tot de luisterplek. Druk
op l / h om het toestel de waarde voor elk van de
afzonderlijke luidsprekerafstanden te laten tonen.
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Size (Luidsprekerafmetingen)
Toont de afmetingen van elk van de aangesloten
luidsprekers. De cross-over frequentie voor de lage
tonen (“Cross”) wordt onderaan het menu
aangegeven.
“LRG” verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker geschikt is voor de weergave van lage
tonen.
•“SML verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker niet geschikt is voor de weergave van
lage tonen.
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Equalizing (Luidspreker equalizer)
Toont het resultaat van de regeling van de
frequentierespons van elk van de aangesloten
luidsprekers.
Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen
luidspreker is aangesloten op het corresponderende
luidsprekerkanaal.
Level (Luidsprekerniveau)
Toont het uitgangsniveau van de aangesloten
luidsprekers.
Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen
luidspreker is aangesloten op het corresponderende
luidsprekerkanaal.
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Setup Menu
Start
Wiring
Distance
Size
Information
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Distance
Size
Front
Center
Sur.
S.Back
PRNS
SubWfr
Reload:ENTER
Left
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
Right
Wiring
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
WEERGAVE
40 Nl
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-
speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint
“Decoder Mode” in het “Input Select” instellen op “DTS” (zie bladzijde 87).
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
U kunt dit toestel bedienen door middel van de grafische
gebruikersinterface (Graphical User Interface; GUI)
menuschermen. Zie bladzijde 44 voor details.
U kunt de verkorte weergave van meldingen op het
beeldscherm aan of uit zetten. Zie bladzijde 94 voor
details.
2 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en als verkorte melding getoond.
WEERGAVE
LET OP
Basisprocedure
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
452
2
4
2
5
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
INPUT
TV
SOURCE
AMP
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
INPUT: DVD
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
Beschikbare signaalbronnen
41 Nl
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 56 voor details omtrent het
afstemmen.
4 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
y
Zie bladzijde 53 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
5 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel
(of druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en als verkorte melding op het
scherm. Zie bladzijde 47 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music
Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer
de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is
ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 42).
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
Inhoudsgids
VOLUME
+
VOLUME
of
AfstandsbedieningVoorpaneel
PROGRAM
4
3
2
5
1
STEREO
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Sci-Fi
MOVIE
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogrammacategorie
Opmerking
Wanneer u...
Zie
bladzijde
Wilt luisteren naar pure hi-fi stereoweergave 52
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen
52
Naar verbeterde weergave van gecomprimeerd
bronmateriaal wilt luisteren
54
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
bewerken
79
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren
55
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken 43
Wilt luisteren naar multikanaals materiaal met 2-
kanaals stereoweergave
53
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven
75
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten
45
42 Nl
WEERGAVE
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio
Select” in het “Option” (zie bladzijde 105).
U kunt de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
bepalen via de “Audio Select” instelling onder “Input Select”
(zie bladzijde 87).
1 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT op het
voorpaneel (of op AUDIO SEL op de
afstandsbediening) en selecteer de gewenste
instelling voor de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1)HDMI
(2)Digitale signalen
(3)Analoge signalen
HDMI Er zullen alleen HDMI signalen
worden geselecteerd. Als er geen
HDMI signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1)Digitale signalen die binnenkomen
via de COAXIAL aansluiting.
(2)Digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal
er geen geluid worden weergegeven.
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI)
zijn toegewezen. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input
Select” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te
wijzen (zie bladzijde 87).
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
INPUT
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
CD
MULTI CH IN
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
A.SEL: AUTO
AUDIO SEL
Huidige instelling
selectiefunctie audio
ingangsaansluiting
Beschikbare signaalbronnen
of
SELECT
AUDIO
Opmerking
43 Nl
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 28).
Verdraai de knop voor de keuze van de
signaalbron op het voorpaneel en selecteer
MULTI CH INPUT (of gebruik MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
y
Gebruik het “MULTI CH” menu in het “Input Select” om de
parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie
bladzijde 88).
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer
functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component
die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46) en de
ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 42).
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie
bladzijde 51).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
L/R voorkanalen worden weergegeven.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“Muting Type” parameter in het “Sound” (zie bladzijde 91).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Opmerking
INPUT
MULTI CH IN
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
Gebruiken van een hoofdtelefoon
Opmerkingen
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
MUTE
44 Nl
WEERGAVE
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. U kunt de begininstellingen voor het toestel ook bepalen met
behulp van het GUI menuscherm (zie bladzijde 78).
Onderdelen op het GUI menuscherm
y
Zet de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP wanneer u dit toestel via de GUI menuschermen wilt bedienen.
Zie bladzijde 78 voor details omtrent de inhoud van het menu-gedeelte.
Dit toestel onthoudt het laatst geselecteerde GUI menuscherm.
Basisbediening op het GUI menuscherm
1 ENTER
Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te
openen en naar het volgende menuniveau te gaan.
2 Cursor l
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
3 SET MENU
Druk hierop om het GUI menuscherm te openen of te
sluiten.
4 Cursor k / n
Druk hierop om een item in het huidige menuniveau te
selecteren.
5 Cursor h
Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te
openen en naar het volgende menuniveau te gaan.
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI
menuschermen
Sound
Video
NET/USB
Basic
Option
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
DVD
Manual Setup -40.0dB
Pro Logic Sci-Fi
Op dit moment
geselecteerde decoder
Op dit moment
geselecteerde
geluidsveldprogramma
Menu-gedeelte
Op dit moment
geselecteerde
signaalbron
Op dit moment
geselecteerde
menu-onderdeel
Huidige menu
Volumeniveau
(zie bladzijde 41)
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
3
4
5
1
2
Zet op AMP
45 Nl
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
y
Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de
gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 88).
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 32).
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 56 voor details omtrent het afstemmen.
3 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt
op het display op het voorpaneel.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel)
de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten.
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
Gebruiken van de slaaptimer
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
Audiobronnen
Videobronnen
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
SLEEP
SLEEP 120min. SLEEP 90min.
SLEEP 60min.SLEEP 30min.SLEEP OFF
SLEEP
SLEEP 120min.
Knippert
SLEEP
STRAIGHT
Analog
Licht op
SLEEP
SLEEP OFF
Verdwijnt
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
46 Nl
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
Wanneer u de “Decoder Mode” parameter in het “Input Select” instelt op “Auto”, zal dit toestel de juiste digitale decoder instellen aan
de hand van het ingangssignaal.
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen.
De YAMAHA HiFi DSP geluidsveldprogrammas zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
U kunt geluidsveldprogramma’s selecteren en instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 42).
Wanneer u DSD materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel de DSD signalen omzetten naar PCM signalen en
vervolgens het geselecteerde programma toepassen.
Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen
zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen.
Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
y
U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie
bladzijde 79 voor details.
Bediening via het voorpaneel
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
Afstandsbediening
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
PROGRAM keuzeknop
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
AMP
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
47 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASISBEDIENING
Nederlands
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 52), de “STRAIGHT” functie (zie
bladzijde 51), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 75).
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
CLASSICAL Hall in Munich
Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig
weerkaatsing via de wanden en het geluid spreidt zich op een verfijnde wijze uit.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
CLASSICAL Hall in Vienna
Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe
reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
Dialogue Lift
SB Room SizeSur. Room Size
SB. Init. DelaySur. Init. Delay
Room Size
Sci-Fi
MOVIE
Init. Delay
DSP Level
4
MOVIE
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er
een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele
geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80)
Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van het
programma
Gecreëerde
geluidsvelden
(zie bladzijde 13)
CINEMA DSP
of
HiFi DSP
Categorie van het
programma
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
CLASSICAL
Hall in Amsterdam
Dit is een grote doosvormige concertzaal met 2200 zitplaatsen in Amsterdam. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen
erachter.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
CLASSICAL
Church in Freiburg
Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk in Zuid-Duitsland. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege
weerkaatsingen zachter zijn dan in andere geluidsveldprogramma’s.
DSP Level
Init. Delay
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
48 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Voor divers materiaal
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
CLASSICAL Chamber
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
DSP Level
Init. Delay
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Village Vanguard
Een traditionele jazzclub in New York, op 7th Avenue. Deze ruimte heeft een laag plafond en het “podium” bevindt zich in een hoek van de
ruimte. Dit programma creëert een intiem “met de neus er bovenop” gevoel.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Warehouse Loft
Dit programma simuleert een door beton omgeven ruimte. Er wordt een energetisch geluidsveld gecreëerd met relatief duidelijke
weerkaatsingen van de wanden.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Cellar Club
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een
krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
LIVE/CLUB The Roxy Theatre
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock
club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB The Bottom Line
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en
rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
Opmerking
ENTERTAINMENT Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit
de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het
stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
1
CLASSICAL
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
49 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASISBEDIENING
Nederlands
Voor visuele muziekbronnen
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve “Mono Movie”). Zie
bladzijde 76 voor details.
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
ENTERTAINMENT Action Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt
van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan
zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor
“Action Game” om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel
mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Opmerking
ENTERTAINMENT Music Video
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe
livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de
ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Recital/Opera
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem.
“Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid
voor de artiesten op het podium. Het surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik gemaakt van concertzaal-effecten om
de inherente schoonheid van de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Opmerking
3
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
2
LIVE/CLUB
3
ENTERTAIN
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
MOVIE Standard
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
DSP Level
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
Sur. Liveness
SB. Init. Delay
SB. Room Size
SB. Liveness
Dialogue Lift
4
MOVIE
50 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Stereoweergave
MOVIE Spectacle
Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en
gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of
DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Sci-Fi
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films,
zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in
een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde
technieken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld
bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies.
De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven,
maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na
vele uren kijken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Mono Movie
Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen
om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Level
Rev. Delay
Dialogue Lift
STEREO 2ch STEREO
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 53 voor details.
Direct
4
MOVIE
5
STEREO
STEREO 7ch STEREO
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het
bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
5
STEREO
HiFi DSP
51 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers (Virtual
CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surround-
luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “Surround” op
None” (zie bladzijde 97) instelt, zal
Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld
wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 47).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “Surround” op “None” (zie
bladzijde 97):
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 43).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
wanneer Pure Direct (zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie
bladzijde 53) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de
“STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 51).
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 47). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct
(zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie
staat (zie bladzijde 51).
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren via het GUI
menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel (of de
afstandsbediening) en selecteer “STRAIGHT”.
Uitschakelen van de “STRAIGHT”
weergavefunctie
Druk op STRAIGHT op de afstandsbediening
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
Opmerking
Opmerkingen
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Formaat Beschrijving
Dolby Digital
Standaard verwerking voor Dolby
Digital bronmateriaal.
DTS
Standaard verwerking voor DTS
bronmateriaal. Wanneer de
signaalbron een DTS-ES Discrete
of DTS-ES Matrix ingangssignaal
levert, zal de bijbehorende
indicator verschijnen op het
display op het voorpaneel.
DSD
Weergave van DSD (Direct
Stream Digital) materiaal.
PCM
Weergave van PCM (pulscode
modulatie) materiaal.
MPCM
Weergave van multikanaals PCM
(pulscode modulatie) materiaal.
Analog
Voor weergave van analoog
bronmateriaal.
EFFECT
STRAIGHT
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
of
EFFECT
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
of
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
52 Nl
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk nog eens op PURE DIRECT op het
voorpaneel (of op de afstandsbediening) om de
Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het
display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Wanneer u multikanaals PCM materiaal weergeeft (minder dan
192 kHz), zal dit toestel de multikanaals signalen terugbrengen
in overeenstemming met de “Speaker Set” instellingen in het
“Basic” (zie bladzijde 96).
Wanneer de component die is verbonden met de HDMI IN
aansluitingen wordt geselecteerd als signaalbron en de
selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op
“AUTO” of “HDMI”, dan zal dit toestel de videoschakelingen
niet uitschakelen in de Pure Direct stand.
Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie
bladzijde 42) en vervolgens Dolby Digital, DTS of multikanaals
PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de
corresponderende decoder inschakelen.
De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
omschakelen van het geluidsveldprogramma
openen van het GUI menuscherm
bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal, de
L/R aanwezigheidskanalen en het subwooferkanaal.
1 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel om de weergave van de hoge
tonen (TREBLE) of de weergave van de lage
tonen (BASS) te regelen.
2 Verdraai PROGRAM om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
Passeren van de schakelingen voor de
toonregeling
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
BYPASS en annuleer de toonregeling.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de
subwoofer.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is
geselecteerd als signaalbron.
y
Gebruik de “Tone Control” parameter in het “Sound” menu om
de balans te regelen tussen de weergave van de hoge en die van de
lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon met behulp van
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 90 voor details.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Opmerkingen
PURE DIRECT
PURE DIRECT
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
Toonregeling
Opmerkingen
CONTROL
TONE
PROGRAM
CONTROL
TONE
53 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar
muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal
dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “Auto Setup” (zie bladzijde 35) en “Speaker
Level” (zie bladzijde 100) methodes.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op LEVEL
op de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt,
kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
k
/
n
.
In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SB” worden getoond
indien “Surround Back” is ingesteld op “Small x1” of
“Large x1” (zie bladzijde 97).
2
Druk op
l
/
h
op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen.
Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te
selecteren.
y
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
“Bass Out” is ingesteld op “SWFR” of “Both” (zie
bladzijde 98).
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren en instellen via
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Instellen luidsprekerniveaus
Opmerking
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
TITLE
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
5
STEREO
2ch Stereo
TV
SOURCE
AMP
54 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Wanneer u DSD of PCM materiaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft, zal dit toestel
deze terugbrengen tot 48 kHz of minder en de Compressed
Music Enhancer functie inschakelen.
De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
y
U kunt de Compressed Music Enhancer functie ook selecteren en
instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Druk herhaaldelijk op ENHANCER op het
voorpaneel (of zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP en druk op
ENHANCER op de afstandsbediening) om de
gewenste Compressed Music Enhancer functie
te selecteren.
De volgende verkorte mededeling verschijnt op het
beeldscherm en de ENHANCER indicator zal oplichten
op het display op het voorpaneel.
Keuzes: 2ch Enhancer, 7ch Enhancer, Off
Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in
2-kanaals stereo.
Selecteer “7ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in
7-kanaals stereo.
Selecteer “Off” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het
oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
Opmerkingen
ENT
ENHANCER
MUSICENHANCER
2chEnhancer
ENHANCER
TV
SOURCE
AMP
ENHANCER
Licht op
of
Opmerking
55 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1
Druk herhaaldelijk op NIGHT op het voorpaneel
(of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk op NIGHT op de
afstandsbediening) om te kiezen tussen
“NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
2
Druk op
l
/
h
op de afstandsbediening om
het effectniveau te regelen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt
aangegeven op het display op het voorpaneel.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
wanneer de Pure Direct functie (zie bladzijde 52) is
ingeschakeld.
wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting zit.
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
Selecteren van de nacht-luisterfunctie
+
10
NIGHT
TV
SOURCE
AMP
NIGHT
of
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Effect.Lvl:MID
Afstandsbediening
Opmerkingen
FM/AM AFSTEMMEN
56 Nl
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Functies voorpaneel
1 INPUT keuzeknop
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron.
2 A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
(zie bladzijde 59).
3 PRESET/TUNING l / h
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt
op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 59).
Selecteert de frequentie waarop u wilt afstemmen
wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt op het
display (zie bladzijde 58).
4 PRESET/TUNING, EDIT
Hiermee schakelt u PRESET/TUNING
l
/
h
heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 60).
5 FM/AM
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 57).
6 MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen
(zie bladzijde 59).
7 TUNING MODE
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 57).
Afstandsbedieningsfuncties
1 TUNER
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. Dit toestel
zal afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
2 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 57). Dit toestel zal afstemmen
op de laatst geselecteerde AM of FM zender.
3 PRESET/CH k / n
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8)
kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 60).
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren (zie bladzijde 61).
5 A/B/C/D/E l / h, A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
(zie bladzijde 59).
FM/AM AFSTEMMEN
Opmerking
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen
INPUT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDI O
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
75432 6
1
TUNER
CD
CD-R
DTV
NET/USB
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
5
3
1
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
5
3
2
4
1
Zet op
SOURCE
57 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Automatisch afstemmen
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING/CH
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
4 3231
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM AM
of
MODE
TUNING
AUTO
A FM 97.70MHz
Licht opGeen dubbele punt (:)
EDIT
TUNING
PRESET/
TUNED
A FM 97.70MHz
PRESET/TUNING
Licht op
58 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
Handmatig afstemmen
Opmerking
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
4 3231
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM AM
of
MODE
TUNING
A FM 97.70MHz
Geen dubbele punt (:)
EDIT
TU
NING
PRESET/
PRESET/TUNING
59 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Houd MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op PRESET/
TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste
zender zal worden opgeslagen.
U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en
opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op
PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt
van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op
PRESET/TUNING l nadat u MEMORY tenminste 3
seconden ingedrukt heeft gehouden.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 60.
Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren
(Alleen op modellen voor het V.K. en Europa).
Automatisch voorprogrammeren
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
321
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM
Opmerkingen
AUTO
MEMORY
A1:FM 97.70MHz
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
Knippert
60 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie de bladzijden 57 en 58 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
2 Druk op MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om een
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E)
terwijl de MEMORY indicator knippert.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
5 Druk op MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Handmatig voorprogrammeren
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
4 2,53
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MEMORY
Knippert
A/B/C/D/E
MEMORY
A :FM 97.70MHz
Voorkeuzegroep
Knippert
Dubbele punt (:)
Opmerkingen
PRESET/TUNING
MEMORY
A1:FM 97.70MHz
Voorkeuzenummer
Knippert
A1:FM 97.70MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
61 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens
op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
1 Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of zet
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE en druk op A/B/C/D/E l / h op de
afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
Selecteren van voorkeuzezenders
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
21
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
1,2
1
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
TV
SOURCE
AMP
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
PRESET/TUNING
A1:FM 97.70MHz
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
of
Voorpaneel Afstandsbediening
62 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 61.
2 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 61.
4 Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
Omwisselen van voorkeuzezenders
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
3 2,43
EDIT
TU
NING
PRESET/
MEMORY
E1:FM 97.70MHz
KnippertKnippert
MEMORY
A5:FM 97.70MHz
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
Knippert
Knippert
EDIT E1-A5
EDIT
TUNING
PRESET/
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
63 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Raadpleeg “FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen” op
bladzijde 56 voor informatie over de functies en
bedieningsorganen voor het Radio Data Systeem.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 59).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Opmerking
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
FREQ/TEXT
FREQ/TEXT
NET RADIO
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
64 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 59).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op TUNER op de afstandsbediening,
selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron.
2 Druk herhaaldelijk op BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
3 Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
4 Druk op PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
+
+
+
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
2
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
1
2
4
1
3,5
TUNER
TV
SOURCE
AMP
TITLE
BAND
LEVEL
FM
MODE PTY SEEK
NEWS
Knippert
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Licht op
POP M
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
65 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
BASISBEDIENING
Nederlands
5 Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
3 Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te
zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de
“TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
Opmerkingen
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
PTY SEEK
START
Opmerkingen
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
EON
EON
EON
USB
NEWS
Licht op
GEBRUIKEN MET EEN IPOD
66 Nl
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 29), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 54).
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 110.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 137.
Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare
YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een
aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “Standby Charge” parameter in het “iPod” (zie bladzijde 95).
Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 12) getoond
worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal
de indicator van het display verdwijnen.
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het GUI menuscherm van dit toestel (menufunctie) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie).
Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het GUI
menusysteem van dit toestel.
y
U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het GUI menusysteem van dit toestel. De naam
van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie
bladzijde 103). U kunt via het GUI menusysteem ook door
de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien
instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeuren.
U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven op het display
op het voorpaneel of via het GUI menusysteem van dit toestel.
Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping).
De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het
GUI menuscherm. Druk op ENTER op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “Settings” instellingen.
U kunt niet via het GUI menusysteem bladeren door eventueel
op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats
daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de
gewenste foto of videoclip te selecteren.
U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor de iPod zal
worden weergegeven op het beeldscherm door middel van de “On
Screen” parameter onder “Manual Setup” (zie bladzijde 94).
GEBRUIKEN MET EEN iPod
Opmerkingen
iPod bediening
Opmerkingen
67 Nl
GEBRUIKEN MET EEN iPod
BASISBEDIENING
Nederlands
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk vervolgens op DISPLAY
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm
verschijnen.
2 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op ENTER om
het geselecteerde muziekstuk weer te laten
geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
Playlists > Songs
Artists > Albums > Songs
Albums > Songs
Songs
Genres > Artists > Albums > Songs
Composers > Albums > Songs
Settings > Shuffle, Repeat
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off staat, zal
verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
De functies van het weergave-
informatiedisplay
1 Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
2 Naam van het album
3 Naam van het muziekstuk
4 Verstreken tijd
5 h (weergave) of e (pauze)
6 Pictogrammen voor willekeurige en herhaalde
weergave
7 Naam van de artiest
8 Voortgangsbalk
9 Resterende tijd
DISPLAY
TV
SOURCE
AMP
Top
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Opmerking
Opmerking
0:51 -7:44
Play Information
Road to India
Made-to-order
Frankie Zipper
1/9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
68 Nl
Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM
formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, YAMAHA MCX-2000, USB geheugenapparatuur of
draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio.
De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg
indien nodig ook technische referentiewerken.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
y
Voor een complete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor de netwerk en USB functies verwijzen we u naar de “PC/MCX-2000/
Internetradio/USB” kolom in “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 110.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 135.
Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien.
*
Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond.
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Opmerkingen
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s
Opmerking
NET/USB
PC/MusicCAST
(MCX-2000)
Artists
Albums
Songs
Genres
Popular Stations
New Stations
USB
Recall Play
Server* Playlists
Internet Radio
Bestanden/Mappen
Help
Locations
Podcasts
Bookmarks
Genres
Selecteert een muziekstuk via een op de server opgeslagen speellijst.
Raadpleeg de documentatie van de server voor details omtrent de
formattering van de speellijst, hoe u een speellijst kunt aanmaken enz.
Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt.
Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000.
Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een
bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een muziekstuk op album.
Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een
bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks” (zie
bladzijde 71).
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie.
Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde
Internetservice.
Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen.
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre.
Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen
zijn.
Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders.
Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre.
Direct selecteren van een muziekstuk.
69 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het
navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s.
Zie de bladzijden 70 en 71 voor details over elke sub-
signaalbron.
“Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even
geduld moeten oefenen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening en
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
De cursor links van de NET/USB indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het
eerder weergegeven materiaal voor de
corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal
automatisch worden weergegeven.
2 Druk op DISPLAY op de afstandsbediening
om terg te keren naar het bovenste NET/USB
menu.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm
verschijnen.
Als er een ander scherm op het beeldscherm
verschijnt, dient u net zo vaak op MENU op de
afstandsbediening te drukken tot het NET/USB
hoofdmenu verschijnt.
3 Druk op k / n om de gewenste sub-
signaalbron te selecteren en druk vervolgens
op h of ENTER.
y
U kunt de gewenste sub-signaalbron ook selecteren door op
de corresponderende toets op de afstandsbediening te
drukken (zie bladzijde 8).
4 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het gewenste
muziekstuk of de gewenste
Internetradiozender te selecteren.
Druk op k / n om het gewenste menu te selecteren.
Druk op h om het gewenste menu te openen.
Druk op l om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
y
•“h” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
U kunt op ENTER of MENU drukken om het
geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar
het vorige menuniveau.
5 Druk op ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven of om te
luisteren naar de geselecteerde zender.
y
Zie bladzijde 67 voor details omtrent de functies van het
weergave-informatiedisplay.
Afhankelijk van de geselecteerde sub-signaalbron is het
mogelijk dat bepaalde items niet voorkomen in het
weergave-informatiedisplay.
Opmerking
TV
SOURCE
AMP
NET/USB
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
Licht op
DISPLAY
Top
PC/MusicCAST
Internet Radio
USB
REC
NET RADIO
FREQ/TEXT EON
USB
PC/MCX
70 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruik deze functie om te luisteren naar
muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of
YAMAHA MCX-2000. De MCX-2000 is een
muziekserver die het concept volgt van YAMAHAs
exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor
weergave via een persoonlijk netwerk.
1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC, of registreer dit toestel op uw YAMAHA
MCX-2000.
Raadpleeg “Installeren van Windows Media
Connect 2.0 op uw PC” op bladzijde 70 en
“Registreren van dit toestel op de YAMAHA
MCX-2000” op bladzijde 71.
Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te
voeren.
2 Zet uw PC of MCX-2000 aan.
De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
3 Selecteer de gewenste server or MusicCAST
om de weergave te laten beginnen.
De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in
bepaalde locaties.
U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1
MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde
subnet als dit toestel.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op
uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
(Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn
niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden
niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive
PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op
MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de
MCX-2000.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden
aangegeven.
U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s
de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu op het
beeldscherm.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB”
(zie bladzijde 101).
U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het
display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en
vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14
tekens via de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.”
(zie bladzijde 103).
Installeren van Windows Media Connect
2.0 op uw PC
Met Windows Media Connect 2.0 kunt u de op uw PC
opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor
details de documentatie van Windows Media Connect 2.0.
1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC.
U kunt het installatieprogramma voor Windows
Media Connect 2.0 downloaden van de Microsoft
website.
2 Zet uw PC aan en deel een map op de PC met
anderen.
De ‘gedeelde’ map wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC
(antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot
uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
instellingen in de betreffende beveiligingssoftware.
Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC
inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult
kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in
op de lokale machine in plaats van het domein.
Gebruiken van een PC server of
YAMAHA MCX-2000
Opmerkingen
Opmerkingen
71 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
Registreren van dit toestel op de
YAMAHA MCX-2000
U moet dit toestel registreren op uw YAMAHA
MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw
YAMAHA MCX-2000. Raadpleeg voor details de
handleiding van uw YAMAHA MCX-2000.
1 Zet dit toestel uit.
2 Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto
Config” stand.
3 Zet dit toestel aan.
De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst
op het submenu van PC/MCX.
De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het in-
beeld display van uw YAMAHA MCX-2000 (als
CL-XXXXX), en hiermee is de automatische
configuratieprocedure ten einde.
Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als
de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor
details over het MAC adres, zie bladzijde 102.
Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u
de “Manual Config” stand van uw YAMAHA MCX-2000 te
gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de
“N-RESET” instelling in het geavanceerde instellingenmenu
van dit toestel op “RESET” te zetten (zie bladzijde 127).
De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet
beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van
“View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”.
Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de
weergave op dit toestel stoppen.
Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te
luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service
voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit
toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders.
Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door
middel van ‘bladwijzers’.
Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven.
Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen
worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET
RADIO menu.
Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel
aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 30).
Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal
geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een
breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL
modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent
contact op met uw internet service-provider.
y
U kunt met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk
van het menu op het beeldscherm.
Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn
een aantal Podcast programma’s beschikbaar op het Internet.
Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen
dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is
afgelopen.
Het is mogelijk dat een bepaalde beveligingsvoorziening (zoals
een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders
blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
beveligingsinstellingen.
Opslaan van uw favoriete
Internetradiozenders met behulp van
bladwijzers
Gebruik deze functie om snel uw favoriete
Internetradiozender op te kunnen zoeken.
Houd TITLE op de afstandsbediening ingedrukt
terwijl u luistert naar de gewenste
Internetradiozender.
De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan
de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 68).
y
Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u
deze zender te selecteren op het eerste niveau van de
“Bookmarks” lijst en dan op de afstandsbediening TITLE
ingedrukt te houden.
Opmerkingen
Gebruiken van de Internetradio
Opmerkingen
72 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV
(alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn
aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel.
Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massa-
opslagapparaten die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32.
Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het GUI
menusysteem. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities.
Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet
weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler
aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor het apparaat herkend wordt.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven.
U kunt met
b
/
a
vooruit/terug springen en met
h
/
s
de weergave
starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen
via de “Play Style” parameters in het “NET/USB” (zie bladzijde 101).
U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het display
op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en vervolgens
alleen moet worden aangeduid met de eerste 14 tekens via de
“Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 103).
Aansluiten van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler aan op de USB poort op het
voorpaneel van dit toestel.
Met deze functie kunt u direct toegang krijgen tot de
gewenste muziekbron (WAV, MP3 en WMA bestanden
opgeslagen op een aangesloten PC, MCX-2000 of USB
geheugenapparatuur en Internetradiozenders). U kunt voor
elke signaalbron 8 items voorprogrammeren.
Toewijzen van items aan de cijfertoetsen
(1-8)
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening,
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
2 Selecteer de gewenste muziekbron die u wilt
toewijzen aan de cijfertoets (1-8) en laat de
bron weergeven.
Zie bladzijde 69 voor details.
3 Druk op MEMORY.
Dit toestel gaat in de stand voor het programmeren
van het geheugen. De MEMORY indicator knippert
en de volgende melding zal verschijnen op het
beeldscherm en op het display op het voorpaneel.
y
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 5 seconden
uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
Gebruiken van USB
geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
Opmerkingen
ENHANCER
NIGHT
S
USB
USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler
Gebruiken van sneltoetsen
TV
SOURCE
AMP
NET/USB
RETURN
MEMORY
MEMORY
-:PC/MCX
KnippertVoorkeuzenummer
73 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
4 Druk op de gewenste cijfertoets (1-8).
Het bij de cijfertoets behorende nummer verschijnt nu
op het beeldscherm of op het display op het
voorpaneel.
5 Druk op ENTER of MEMORY om uw keuze te
bevestigen.
Selecteer een item met de cijfertoetsen
(1-8)
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening,
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
2 Selecteer de gewenste sub-signaalbron.
3 Druk op de cijfertoets (1-8) waaronder het
gewenste item is opgeslagen om dit item te
selecteren voor weergave.
Het geselecteerde voorkeuzenummer verschijnt op
het display op het voorpaneel en dit toestel zal
beginnen met de weergave van het onder de
geselecteerde cijfertoets opgeslagen item.
Empty Memory!” verschijnt op het display op het
voorpaneel en als verkorte melding op het beeldscherm
wanneer u op een cijfertoets (1-8) drukt waaronder geen
item is opgeslagen.
In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het
correcte item zoals opgeslagen onder een cijfertoets (1-8)
op te roepen:
het aangesloten USB apparaat is niet correct.
de PC of MCX-2000 waarop het geselecteerde item is
opgeslagen staat uit of is niet aangesloten op het netwerk.
de geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet
beschikbaar of bestaat niet meer.
de directory (map) van het geselecteerde item is gewijzigd.
y
Dit toestel bewaart de relatieve positie van de
voorgeprogrammeerde items in een directory of speellijst en
kan het correcte item niet oproepen met de cijfertoetsen (1-
8) als u muziekbestanden toevoegt aan of wist uit dezelfde
directory of speellijst als voorgeprogrammeerde items. In
dergelijke gevallen dient u het gewenste item opnieuw onder
de cijfertoetsen (1-8) te programmeren.
We raden u de volgende methodes aan:
PC server/MCX-2000
Maak acht speellijsten aan met de gewenste items en
programmeer het bovenste item van elk van deze speellijsten
voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer u de onder
de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items wijzigt,
dient u de in de speellijst geregistreerde items te vervangen
door de gewenste items zonder de speellijst zelf te wissen.
USB apparaten
Maak acht directories (mappen) aan met de gewenste items in
een directory naast de directory met alle muziekbestanden en
programmeer dan het bovenste item van elk van deze
directories voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer
u de onder de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items
wijzigt, dient u de items in de directory te vervangen door de
gewenste items zonder de directory zelf te wissen.
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
MEMORY
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
1:PC/MCX
4
3
2
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
KnippertGeselecteerde
voorkeuzenummer
RETURN
MEMORY
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
of
TV
SOURCE
AMP
NET/USB
REC
NET RADIO
FREQ/TEXT EON
USB
PC/MCX
Opmerkingen
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
1:PC/MCX
4
3
2
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
Geselecteerde voorkeuzenummer
OPNEMEN
74 Nl
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 100) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 47) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Druk net zo vaak op REC OUT/ZONE 2 tot de
RECOUT indicator oplicht op het display op
het voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
Selecteer “SOURCE” om op te nemen van de op dit
moment geselecteerde signaalbron.
4 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
5 Start de opname op de opnemende
component.
OPNEMEN
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
LET OP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
23
REC OUT/
ZONE2
RECOUT
PROGRAM
Voorpaneel
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
75 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SUR.
DECODE op de afstandsbediening om de
surround decoderfunctie te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
U kunt de gewenste decoder selecteren en de bijbehorende
parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie
bladzijde 79 voor details.
Decoder beschrijvingen
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Selecteren van decoders
6
SUR. DECODE
TV
SOURCE
AMP
7
SELECT
SUR. DECODE PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
SUR. DECODE
PLIIx Movie
PL II Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
SUR. DECODE
PLIIx Music
PL II Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
Panorama Dimension Center Width
Center WidthDimension
PLIIMusic
PLIIxMusic
SUR. DECODE
Panorama
6
SUR.DECODE
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder
kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80)
Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van de decoder
(Decoder Type)
Categorie van het
programma
6
SUR.DECODE
6
SUR.DECODE
6
SUR.DECODE
76 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het
“SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma
selecteren.
Selecteren van de met geluidsveldprogramma’s te gebruiken decoders
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve
met “Mono Movie”). Zie bladzijde 49 voor details over
MOVIE geluidsveldprogramma’s.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
MOVIE op de afstandsbediening tot u het
gewenste MOVIE geluidsveldprogramma
heeft geselecteerd.
2 Druk herhaaldelijk op SELECT om de
decoder te selecteren die u wilt gebruiken
met het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
U kunt ook decoders selecteren om te gebruiken met
geluidsveldprogramma’s via het GUI menuscherm. Zet
“Decoder Type” onder “Stereo/Surround” op de gewenste
instelling (zie bladzijde 79).
Beschikbare decoders (Decoder Type)
SUR. DECODE
PLIIx Game
PL II Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
6
SUR.DECODE
SUR. DECODE Neo: 6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
6
SUR.DECODE
SUR. DECODE Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Center Image
6
SUR.DECODE
4
MOVIE
TV
SOURCE
AMP
Decoder Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking
voor elk bronmateriaal
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby
Pro Logic II) verwerking voor
filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden
gebruikt wanneer “Surround
Back” op “None” is ingesteld
(zie bladzijde 97).
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor
filmmateriaal
77 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Selecteren van decoders voor
multikanaals materiaal
Als u surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt
u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby
Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR.
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1/7.1-kanaals
weergave.
2 Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder
te selecteren terwijl de naam van de decoder
getoond wordt.
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/
7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/
7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te
creëren.
“PLIIx Movie” is alleen beschikbaar wanneer “Surround Back”
(
zie bladzijde 97) is ingesteld op “Small x2” of “Large x2”.
Sommige discs met 6.1/7.1-kanaals materiaal hebben geen
aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan
detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1/7.1-kanaals
materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx
Music”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen.
In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
wanneer “Surround” (zie bladzijde 97) of “Surround Back”
(
zie bladzijde 97) op “None” staat.
wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) of Pure Direct (zie
bladzijde 52) functie is ingeschakeld.
Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “Auto”.
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
8
EXTD SUR.
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Decoder Functies
PLIIxMovie
q D+PLIIx Movie
DTS+PLIIx Movie
MPCM+PLIIx Movie
DSD+PLIIx Movie
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 7.1
kanalen met de Pro Logic IIx
filmdecoder.
PLIIxMusic
q D+PLIIx Music
DTS+PLIIx Music
MPCM+PLIIx Music
DSD+PLIIx Music
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Pro Logic
IIx muziekdecoder.
DTS ES
DTS 96/24 ES
Voor weergave van DTS
signalen via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
DOLBY D EX
DTS+DOLBY EX
MPCM+DOLBY EX
DSD+DOLBY EX
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Dolby
Digital EX decoder.
Opmerkingen
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
78 Nl
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt.
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren en de programma-instellingen te wijzigen (zie
bladzijde 79).
Input Select (Ingangskeuze menu)
Gebruik deze functie om de signaalbron te selecteren en de parameters voor elke signaalbron aan te passen.
Manual Setup (Handmatige setup menu)
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 88).
Sound (Geluidsmenu)
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren (zie bladzijde 88).
Video (Video menu)
Gebruik deze functie om met de hand de video-instellingen te wijzigen (zie bladzijde 92).
Basic (Basismenu)
Via deze functie kunt u met de hand de basisluidsprekerinstellingen wijzigen (zie bladzijde 95).
NET/USB (Netwerk en USB menu)
Via dit menu kunt u met de hand de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 100).
Option (Optiemenu)
Via deze functie kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 102).
Auto Setup (Automatische setup menu)
Via dit menu kunt u de Auto Setup laten uitvoeren en opgeven welke luidspreker-parameters er ingesteld moeten worden
(zie bladzijde 35).
System Memory (Systeemgeheugen menu)
Hiermee kunt u diverse instellingen voor dit toestel opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 106).
Signal Info. (Signaalinformatie)
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 107).
Language (GUI taalkeuze menu)
Via deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem moeten
worden getoond (zie bladzijde 108).
y
U kunt de taal voor het GUI menusysteem ook kiezen met de “GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 127).
Zie bladzijde 44 voor details omtrent de bediening van het GUI menusysteem.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
79 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te
selecteren (zie bladzijde 46), de surround decoderfunctie,
de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 51), of de
Compressed Music Enhancer functie (zie bladzijde 54), en
de instellingen voor elk van de programma’s aan te passen.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
en de bijbehorende parameters instellen
via het GUI menuscherm
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Stereo/Surround” en druk
vervolgens op h.
3 Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
categorie programma’s te selecteren en druk
vervolgens op h.
4 Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste
programma te selecteren.
5 Druk op h op de afstandsbediening en
vervolgens op k / n om de gewenste
parameter te selecteren.
y
U kunt “Initialize” selecteren om alle parameters voor het
geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
standaardwaarden. Zie bladzijde 84 voor details.
6 Druk op h en vervolgens op l / h om de
geselecteerde parameter in te stellen.
7 Druk op ENTER of k / n om de nieuwe
instelling voor de geselecteerde parameter
definitief te maken.
Stereo/Surround
(Stereo/Surround menu)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Support Audio
Input Select
Manual Setup
Stereo/Surround
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAINMENT
Dimmer
Dimmer
Input Assign
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
of
80 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
Geluidsveldparameter Kenmerken
Decoder Type
Decodertype. Selecteert de decoder voor gebruik met de SUR. DECODE of MOVIE
programma’s. Zie de bladzijden 75 en 76 voor details.
DSP Level
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Init. Delay
Sur. Init. Delay
SB. Init. Delay
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar
lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde
voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (Init. Delay)
1 t/m 49 ms (Sur. Init. Delay och SB. Init. Delay)
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Niveau
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
Weerkaatsend oppervlak
81 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Room Size
Sur. Room Size
SB. Room Size
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Liveness
Sur. Liveness
SB. Liveness
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Geluidsveldparameter Kenmerken
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
Geluidsbron
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10
82 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Rev. Time
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Rev. Delay
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Geluidsveldparameter Kenmerken
Natrillingen
NatrillingenBrongeluid
Rev. Time
Rev. Time
Rev. Time
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s
Vroege
weerkaatsingen
60 dB 60 dB 60 dB
(dB)
Niveau
Brongeluid
Natrillingen
Rev. Time
Rev. Delay
Tijd
60 dB
83 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Beschrijvingen stereo programmaparameters
Geluidsveldparameter Kenmerken
Rev. Level
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 tot 100%
Dialogue Lift
Dialoog-lift. Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door
sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de
aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de
weergave van de voor- en middenkanalen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
Geluidsveldparameter Kenmerken
2ch Stereo
Direct
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: Auto, Off
y
Selecteer “Auto” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te
laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 52).
Selecteer “Off” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren
wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-
luidsprekers.
In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
“Bass Out” is ingesteld op “Both” (zie bladzijde 98).
– “Front” is ingesteld op “Small” (zie bladzijde 96) en “Bass Out” is ingesteld op “SWFR” (zie
bladzijde 98).
7ch Stereo
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie.
Instelbereik: 0 tot 100%
Brongeluid
Niveau
Rev. Level
Tijd
84 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Beschrijvingen Compressed Music Enhancer stand parameters
Decoder parameter beschrijvingen
Initialize (Programma instellingen terugzetten)
Gebruik deze functie om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
beginwaarden.
Keuzes: No, Yes
Selecteer “Yes” om de programmaparameters terug te zetten op de fabrieksinstellingen.
Selecteer “No” om het terugzetten van de programmaparameters te annuleren.
y
Gebruik de “Sur. Initialize” functie in het “Option” om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een groep terug te zetten op
de begininstellingen (zie bladzijde 105).
De Compressed Music
Enhancer stand
Kenmerken
2ch Enhancer
7ch Enhancer
2-kanaals verbetering of 7-kanaals verbetering van het effectniveau. Selecteer “High” of “Low” om het
effect voor de hoge tonen te regelen.
Keuzes: High, Low
Decoderparameter Kenmerken
Pro Logic IIx Music
PRO LOGIC II Music
Panorama
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround-
luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: Off, On
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
Dimension
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
Center Width
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music
Center Image
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
No
Yes
Initialize
Dialogue Lift
SB Room Size
85 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen,
het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de
signaalbronnen regelen.
Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Wanneer er een iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel, zal de melding
“DOCK” verschijnen in het “Input Select” menu, in plaats van
“V-AUX”. In een dergelijk geval zullen de parameters die in de
bovenstaande tabel aangegeven zijn met een sterretje (*) niet
verschijnen in het instelmenu voor de signaalbron.
Wanneer u “NET/USB” als signaalbron selecteert, zal de
ingestelde sub-signaalbron (PC/MCX, NET RADIO of USB)
verschijnen in het Input Select menu.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Selecteer “Input Select” en druk vervolgens
op h.
3 Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk dan op h of ENTER om de
instelfunctie te openen en de instellingen te
wijzigen.
Input Select
Signaalbron Parameter
TUNER
Volume Trim
Rename
PHONO
CD
CD-R
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR1
DVR/VCR2
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
V-AUX of DOCK
I/O Assignment*
Audio Select*
Decoder Mode*
Volume Trim
Rename
PC/MCX, NET RADIO of
USB
Volume Trim
MULTI CH
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Multi CH Assign
BGV
Opmerkingen
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
MD/TAPE
CD-R
DTV
CBL/SAT
DVD
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
Stereo/Surround
86 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Volume Trim (Volume trimmen)
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de signaalbronnen op elkaar afstemmen. Dit
komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume
plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een
andere signaalbron.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige
signaalbron regelen.
Rename (Nieuwe naam geven)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI scherm en op
het display op het voorpaneel verschijnen veranderen. (In
het volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als
broncomponent.)
1 Druk op l / h en verplaats de “_”
(onderstreping) naar het teken dat of de
spatie die u wilt veranderen.
2 Druk herhaaldelijk op ENTER om het soort
teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/
FIGURE/MARK).
3 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen:
CAPITAL A t/m Z, spatie
SMALL a t/m z, spatie
FIGURE 0 t/m 9, spatie
MARK !, #, %, &, enz.
Druk op ENTER om te schakelen tussen de diverse
tekensets.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor
andere ingangsaansluitingen wilt veranderen.
Ook als u “Français”, “Deutsch”, “Español” of “Русский
selecteert bij “Language” (zie bladzijde 108), kunt u geen
tekens met accenten of Cyrillische letters gebruiken voor de
naam van de signaalbron.
4 Druk op l / h, selecteer OK en druk
vervolgens op ENTER wanneer u klaar bent.
y
Selecteer “RESET” om de naam van de geselecteerde
signaalbron op de standaardinstelling in te stellen.
Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen
en component video ingangsaansluitingen.
U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in
het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen.
Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen” op bladzijde 114.
U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen
(behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling.
Opmerking
Volume Trim
Rename
Decoder Mode
Audio Select
0.0dB
CAPITAL
OK RESET
DVD
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Opmerking
Opmerking
87 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
I/O Assignment (Toewijzen van in-/
uitgangsaansluitingen)
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
Voorbeeld 1: Toewijzen van de COAXIAL
1
CD
aansluiting aan de DVD signaalbron.
1 Selecteer “Input Select” op het GUI
menuscherm en selecteer vervolgens “DVD”.
2 Selecteer “I/O Assignment” en druk
vervolgens op “Coaxial Input”.
3 Selecteer1 CD”.
Voorbeeld 2: Wissen van een eerder toegewezen
aansluiting.
1
Selecteer “Input Select” en selecteer vervolgens
de gewenste signaalbron (“DVD”, enz.).
2
Selecteer “I/O Assignment” en selecteer
vervolgens de gewenste toegewezen aansluiting
(“Coaxial Input”, “Optical Input”, “Optical
Output”, “Component Video”, of “HDMI”).
3 Selecteer “None” en druk vervolgens op
ENTER om de toewijzing ongedaan te maken.
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Audio Select (Selectiefunctie audio
ingangsaansluiting)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren.
Keuzes: Auto, HDMI, Coax/Opt, Analog
Kies “Auto” als u binnenkomende signalen in de
volgende volgorde wilt laten selecteren: HDMI
signalen, digitale signalen en analoge signalen.
Kies “HDMI” als u alleen HDMI signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
Kies “Coax/Opt” als u digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen van dit
toestel wilt kunnen laten weergeven. Gebruiken als er ook
HDMI signalen binnenkomen.
Kies “Analog” als u alleen analoge signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
y
U kunt de audio ingangsaansluiting ook selecteren door op
AUDIO SELECT te drukken op het voorpaneel (of op AUDIO
SEL op de afstandsbediening). Zie bladzijde 42 voor details.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio
Select” onder “Option” (zie bladzijde 105).
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal “HDMI”
niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting als de HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI IN 3 aansluitingen
niet worden gebruikt. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input Select” om de
ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 87).
Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen. U kunt
de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen (zie
bladzijde 87) instellen voor bepaalde audiosignalen (DTS, enz.).
Keuzes: Auto, DTS
Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
Opmerkingen
Component Video
Optical Output
HDMI
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Opmerking
HDMI
Coax/Opt
Auto
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
I/O Assignment
DTS
Auto
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Audio Select
I/O Assignment
88 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Multi CH Assign (Toewijzen van kanalen
bij multikanaals weergave)
Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH
INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een
ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder
gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen
voor de extra voorkanalen.
Input Channels (Ingangskanalen)
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6ch, 8ch
Als “Zone2 Amplifier” (bladzijde 104) is ingesteld op
“INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” of “INT:Both”, zal er geen geluid
worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers, ook
niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de
uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen.
Front Input (Voor-ingangsaansluitingen)
Als u “8ch” heeft ingesteld als aantal ingangskanalen,
kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra
voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2,
V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE
BGV (Achtergrondvideo)
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron
als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van
signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, Last, Off
Selecteer “Last” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten
gebruiken.
Selecteer “Off” om dit toestel geen achtergrondvideo
weer te laten geven.
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Sound” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
Input Channels
Front Input
Multi CH Assign
Rename
Volume Trim
BGV
V-AUX
DVR/VCR 2
Last
Off
BGV
Multi CH Assign
Rename
Manual Setup (Sound)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Sound
Video
Basic
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
89 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
LFE Level (Niveau Lage Frequentie Effecten)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het
LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit
van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de
weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde
passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Speaker (Luidspreker Niveau Lage Frequentie
Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon Niveau Lage
Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE Level” is het mogelijk
dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting
worden gereproduceerd.
Dynamic Range (Dynamisch bereik)
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of
uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Keuzes:
MAX
(maximum), STD (standaard), MIN (minimum)
Speaker (Luidspreker Dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon Dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik
te behouden.
Selecteer “STD” voor algemeen gebruik.
Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor
elke luidspreker instellen.
1 Druk op k / n / l / h en kies Test Tone of de
luidspreker die u wilt instellen.
Selecteer “Test Tone” om de testtoon in of uit te
schakelen wanneer u de klankkleur van uw
luidsprekers op elkaar af wilt stellen.
Selecteer “Front L” om de klankkleur van de linker
voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Front R” om de klankkleur van de
rechter voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Center” om de klankkleur van de
midden-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround L” om de klankkleur van de
linker surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround R” om de klankkleur van de
rechter surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back L” om de klankkleur van
de linker surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back R” om de klankkleur van
de rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence L” om de klankkleur van de
linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence R” om de klankkleur van de
rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Subwoofer” om de klankkleur van de
subwoofer in te stellen.
2 Druk op h om het instelvenster te openen.
3 Druk op k / n / l / h, selecteer “PARAM” en
druk vervolgens op ENTER om een
parameter te kiezen uit “Band” (band),
“Freq.” (frequentie) of “Q” (Q factor).
y
U kunt de ‘gain’ (versterking) instellen voor elk van de
parameters.
Opmerking
Speaker
Headphone
0.0dB
Speaker
Headphone
STD
MIN
MAX
Front L
Front R
Test Tone
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Front L
Band / Gain
PARAM RESET
EDIT EXIT
Front R
Center
Test Tone
90 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
4 Druk op n, selecteer “EDIT” en druk
vervolgens op ENTER om het
bewerkingsvenster te openen.
De via “PARAM” geselecteerde parameter zal
oplichten.
Druk op l / h om de parameter in te stellen.
Druk op k / n om de “Gain” in te stellen.
Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
y
Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu
als grafische equalizer gebruiken.
Via “Band #1” en “Band #2” kunnen frequenties onder
198,4 Hz worden geregeld.
Als u “Subwoofer” selecteert bij stap 1 en “Band” bij stap
3, kunt u alleen “Band #1” en “Band #2” instellen.
Voor meer informatie over de parametrische equalizer, zie
bladzijde 89.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
met het resultaat.
y
Als u alle “Parametric EQ” instellingen voor de
geselecteerde luidspreker terug wilt zetten op de
standaardwaarden, kiest u “RESET” en drukt u vervolgens
op ENTER.
6 Selecteer “EXIT” en druk op ENTER om het
instelvenster te sluiten.
Tone Control (Toonregeling)
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en die
van de hoge tonen via uw luidsprekers en uw
hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: Control, Bass, Treble, Audio Bypass
Tone Control werkt niet wanneer:
PURE DIRECT (zie bladzijde 52) is geselecteerd.
MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron.
Control (Toonregeling)
Keuzes: Speakers, Headphones
Selecteer “Speakers” om de weergave van de lage/hoge
tonen via uw luidsprekers te regelen.
Selecteer “Headphones” om de weergave van de lage/
hoge tonen via uw hoofdtelefoon te regelen.
y
De “Speaker” en “Headphone” instellingen worden apart
opgeslagen. De instellingen voor “Speaker” hebben invloed op de
linker/rechter voor-, midden-, linker/rechter aanwezigheids- en
subwoofer-kanalen.
Bass (Regeling lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 125 Hz, 350 Hz, 500 Hz
Instelbereik: 6,0 dB t/m + 6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Treble (Regeling hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 2,5 kHz, 3,5 kHz, 8,0 kHz
Instelbereik: 6,0 dB t/m + 6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Opmerking
Front L
Q
Freq.
Gain
Band
1.000
125.0Hz
0.0dB
#1
Front R
Center
Test Tone
Headphones
Speakers
Bass
Treble
Control
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 350Hz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
Audio Bypass
Auto Bypass
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
91 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Auto Bypass (Automatisch passeren
toonregeling)
Gebruik deze functie om de geluidssignalen de
schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten
negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn
ingesteld (zie bladzijde 52).
Keuzes: Auto, Off
Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeerd wordt.
Audio Option (Audio opties)
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: Full, –20 dB
Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “
20 dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio Delay (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors, projectoren of
monitoren met een zeer hoge resolutie.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Max Volume (Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
de hoofdzone in te stellen. Deze functie komt van pas om
te voorkomen dat er onbedoeld heel harde geluiden
worden weergegeven. Het originele volumebereik is
bijvoorbeeld 16,5 dB t/m –80,0 dB. Als u echter “Max
Volume” instelt op –5,0 dB, wordt het effectieve
volumebereik als volgt: –5,0 dB t/m –80,0 dB.
Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m –30,0 dB
Instelstap: 5,0 dB
Wanneer er een testtoon wordt geproduceerd, zal de “Max
Volume” instelling automatisch buiten werking worden gesteld
omdat het volumeniveau automatisch op 0 dB wordt ingesteld,
ongeacht de huidige “Max Volume” instelling.
De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial
Volume” instelling (zie bladzijde 91). Als bijvoorbeeld het
“Initial Volume” is ingesteld op –20,0 dB en vervolgens “Max
Volume” wordt ingesteld op –30,0 dB dan zal het volumeniveau
automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de
volgende keer dit toestel aan zet.
Initial Volume (Beginvolume)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor de hoofdzone
bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Off
Auto
Treble
Bass
Auto Bypass
Muting Type
Audio Delay
Max Volume
-20dB
Full
Opmerkingen
Muting Type
Audio Delay
Initial Volume
Max Volume
0ms
Audio Delay
Muting Type
Initial Volume
Max Volume
+16.5dB
Max Volume
Audio Delay
Initial Volume
Off
92 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial
Volume” instelling. Daarom kan Initial Volume niet worden
ingesteld boven een reeds bestaande “Max Volume” instelling.
Channel Mute (Kanaaldemping)
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via bepaalde
luidsprekerkanalen tijdelijk zacht zetten.
Mode (Stand; modus)
Met deze functie kunt u de “Channel Mute” instelling voor
elk van de luidsprekers aan of uit zetten.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om de “Channel Mute” instellingen
buiten werking te stellen.
Selecteer “On” om de “Channel Mute” instellingen in
werking te stellen.
Instellingen voor elk van de luidsprekers
Keuzes: Mute, Off
Selecteer “Mute” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal uit te schakelen.
Selecteer “Off” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal niet uit te schakelen.
“Front L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Front R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Center” bepaalt of de geluidsweergave via de midden-
luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Surround L” bepaalt of de geluidsweergave via de
linker surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Surround R” bepaalt of de geluidsweergave via de
rechter surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
Surround Back L” bepaalt of de geluidsweergave via de
linker surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Surround Back R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Presence L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Presence R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Subwoofer” bepaalt of de geluidsweergave via de
subwoofer uitgeschakeld moet worden.
Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Video” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
On
Off
Subwoofer
Presence R
Front L
Front R
Mode
Off
Mode
Subwoofer
Front R
Center
Front L
Mute
Manual Setup (Video)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Component I/P
HDMI Up-Scaling
Conversion
Video
Basic
NET/USB
Sound
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
93 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de “Manual
Setup (Video)” parameters (behalve “Short Message” en “On
Screen”) terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127).
Conversion (Video conversie)
Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie in- of uitschakelen, alsook de HDMI
opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via
de composiet video, S-video en component video-aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen uit te schakelen.
Selecteer “On” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen in te schakelen.
Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan
de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
Zelfs wanneer “Conversion” is ingesteld op “On”, HDMI worden
digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen.
Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zullen de “Component
I/P” en “HDMI Up-Scaling” functies worden uitgeschakeld.
Stel “Conversion” in op “On” om de verkorte meldingen te
laten weergeven.
Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video
of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden
mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen
“Conversion” op “Off”.
Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen
worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer),
is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal kunnen omzetten,
ook al heeft u “Conversion” ingesteld op “On”.
Wanneer er analoge component videosignalen met een resolutie
van 480p binnenkomen via de COMPONENT VIDEO
aansluitingen en het beeldscherm is verbonden met de VIDEO
MONITOR OUT of S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit
toestel, dan zal het GUI menuscherm niet worden weergegeven op
het beeldscherm.
Component I/P (Component
geïnterlinieerde/progressieve conversie)
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen in- of uit te schakelen
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden geproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Selecteer “On” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen in te
schakelen.
Selecteer “Off” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen uit te
schakelen.
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”.
Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat het GUI scherm
niet op uw beeldscherm getoond kan worden wanneer
“Component I/P” is ingesteld op “On”. Gebruik “V-RESET” in
de “ADVANCED SETUP” om de parameters onder “Component
I/P” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127).
HDMI Up-Scaling (HDMI opwaardering)
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge
videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-
video en component video-aansluitingen in- of uit te
schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Dit toestel kan analoge videosignalen als volgt opwaarderen.
480i (NTSC)/576i (PAL)
480p/576p, 1080i of 720p
480p/576p 1080i of 720p
Keuzes: Through, 480p (of 576p), 1080i, 720p
Selecteer “Through” om geen analoge videosignalen
op te waarderen.
Selecteer “480p” (of “576p”), “1080i” of “720p” om
analoge videosignalen op te waarderen naar een
resolutie van 480p of 576p, 1080i of 720p.
Opmerking
Opmerkingen
Off
On
Conversion
Component I/P
HDMI Up-Scaling
Opmerkingen
On
Off
Component I/P
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Conversion
Through
1080i
720p
480p
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Short Message
Component I/P
Conversion
94 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”
(zie bladzijde 93).
Wanneer u “TV FORMAT” in de “ADVANCED SETUP”
instelt op “NTSC” (zie bladzijde 127), zal “480p” verschijnen
bij de keuzes voor “HDMI Up-Scaling”, en wanneer u “TV
FORMAT” instelt op “PAL”, zal “576p” verschijnen bij de
keuzes voor “HDMI Up-Scaling”.
HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding)
Gebruik deze functie om de instelling voor de
beeldverhouding van HDMI videobronnen te bepalen.
Keuzes: Through, 16:9 Normal, Smart Zoom
Selecteer “Through” als u geen wijzigingen wilt
aanbrengen in de beeldverhouding voor HDMI
videobronsignalen.
Selecteer “16:9 Normal” als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een
beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm
zwarte balken worden weergegeven.
Selecteer “Smart Zoom” als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 passend wilt weergeven op
een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Wanneer “HDMI Up-Scaling” is ingesteld op “Through”, kunt
u geen wijzigingen maken voor “HDMI Aspect”.
Wanneer “HDMI Aspect” is ingesteld op “Smart Zoom” zullen
de beelden worden uitgerekt aan de randen van het
beeldscherm.
Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een
resolutie van 720p of 1080i, heeft de “HDMI Aspect” instelling
geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting
gereproduceerde signalen.
Short Message (Verkorte weergave
meldingen)
Gebruik deze functie om de verkorte weergave van
meldingen aan of uit te zetten.
Keuzes: Off, On
Selecteer “On” om de verkorte weergave van
meldingen in te schakelen. De inhoud van het display
op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond
telkens wanneer het toestel bediend wordt.
Selecteer “Off” om de verkorte weergave van
meldingen uit te schakelen.
De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen
niet verschijnen:
wanneer er component videosignalen met een resolutie van
720p, 1080i of 1080p binnenkomen
wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen
On Screen (Weergavetijd in-beeld
display)
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu of
NET/USB menu nog moet worden weergegeven op het
beeldscherm nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: Always, 10sec, 30sec
Selecteer “Always” om het menuscherm voortdurend
te laten weergeven tijdens een handeling.
Selecteer “10sec” om het menuscherm 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Selecteer “30sec” om het menuscherm 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Opmerkingen
Opmerkingen
16:9 Normal
Through
HDMI Aspect
Short Message
On Screen
HDMI Up-Scaling
Component I/P
Smart Zoom
Opmerking
Off
On
Short Message
On Screen
Position
HDMI Aspect
HDMI Up-Scaling
10sec
30sec
Always
Short Message
On Screen
Position
HDMI Aspect
Wall Paper
95 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Position (GUI scherm positie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
GUI scherm instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/
rechts)
Druk op k om het in-beeld display (GUI) hoger in het
beeld plaatsen.
Druk op n om het in-beeld display (GUI) lager in het
beeld plaatsen.
Druk op h om het in-beeld display (GUI) meer naar
rechts in het beeld te plaatsen.
Druk op
l
om het in-beeld display (GUI) meer naar links
in het beeld te plaatsen.
Wall Paper (Achtergrond)
Met deze functie kunt u een afbeelding of een grijze
achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Keuzes: None, Yes, Gray
Selecteer “None” om geen enkele achtergrond weer te
laten geven op uw beeldscherm.
Selecteer “Yes” om een afbeelding (de foto van een
piano) als achtergrond weer te laten geven op uw
beeldscherm wanneer er geen videosignaal
binnenkomt.
Selecteer “Gray” om een grijze achtergrond weer laten
geven op uw beeldscherm wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden weergegeven, ook al heeft u “Wall Paper” ingesteld op
“Yes”.
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Basic” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
Position
Wall Paper
On Screen
Short Message
:-5
+
:+5 //
None
Gray
Yes
Wall Paper
Position
On Screen
Manual Setup (Basic)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Test Tone
Speaker Distance
Speaker Level
Speaker Set
Basic
NET/USB
Option
Video
Sound
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
96 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
y
De meeste parameters in het basismenu worden automatisch
ingesteld wanneer u de “Auto Setup” laat doen. U kunt het
basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten,
maar we raden u toch aan eerst de “Auto Setup” te laten doen.
U kunt deze paramaters terugzetten met de “Auto Setup”
procedure (zie bladzijde 35).
Test Tone (Testtoon)
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “Speaker Set”,
“Speaker Distance” en “Speaker Level” instellingen.
Keuzes: Off, On
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On”
kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte zijn.
Als u “On” kiest en het “Speaker Set”, “Speaker Level” of
“Speaker Distance” menu opent, zal de testtoon via de
geselecteerde luidsprekers worden weergegeven.
Speaker Set (Luidspreker-instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen
aan uw voorkeuren.
Wanneer de diameter van de woofer van de box groter is dan
16 cm, dient u de corresponderende luidspreker-instelling op
“Large” te zetten.
Front (Voor-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small
Selecteer “Large” (groot) als u grote voor-luidsprekers
heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven.
Alle signalen voor de linker en rechter voorkanalen
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers
gedirigeerd.
Selecteer “Small” (klein) als u kleine voor-luidsprekers
heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te
geven. De lage tonen in de signalen voor de linker en
rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij “Bass
Out” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden
(zie bladzijde 98).
Als “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98), zullen
eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS bronsignalen,
de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage
tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-
luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling.
Wanneer “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98),
kunt u alleen “Large” kiezen bij “Front”. Als “Front” van
tevoren op een andere instelling dan “Large” is gezet, zal dit
toestel die instelling automatisch veranderen naar “Large”.
Center (Midden-luidspreker)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” (groot) als u een grote midden-
luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
Selecteer “Small” (klein) als u een kleine midden-
luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “Bass Out”.
Selecteer “None” (geen) als u geen midden-luidspreker
heeft aangesloten. De signalen voor het middenkanaal
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers
worden gestuurd.
Opmerkingen
Off
On
Speaker Set
Speaker Distance
Test Tone
Front
Surround
Center
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
Speaker Set
Opmerkingen
Large
Small
Center
Surround
Front
Large
Small
NoneSurround
Surround Back
Center
Front
97 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround-
luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer “Small” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
Selecteer “None” (geen) als u geen surround-
luidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 51) en zal “Surround Back” automatisch op
“None” (geen) worden ingesteld.
Surround Back (Linker/rechter surround achter-
luidsprekers)
Keuzes: Large x1, Small x1, Small x2, Large x2, None
Selecteer “Large x1” (groot x 1) als u een grote
surround achter-luidspreker heeft die goed in staat is
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker surround achter-luidspreker worden gestuurd.
Selecteer “Small x1” (klein x 1) als u een kleine
surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat
is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit de linker
en rechter surround-achterkanalen zullen gedirigeerd
worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij
“LFE/BASS OUT” en de rest van de surround-
achterkanalen zal naar de linker surround achter-
luidspreker worden gestuurd.
Selecteer “Small x2” (klein x 2) als u twee kleine
surround achter-luidsprekers heeft die niet goed in staat
zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de
linker en rechter surround-achterkanalen zullen naar de
bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden.
Selecteer “Large x2” (groot x 2) als u twee grote
surround achter-luidsprekers heeft die goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker en rechter surround achter-luidsprekers worden
gestuurd.
Selecteer “None” (geen) als u geen surround achter-
luidsprekers heeft aangesloten. De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Gebruik deze functie wanneer u
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel.
Keuzes: Yes, None
Selecteer “NONE” (geen) als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten.
Selecteer “YES” (ja) als u wel
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten en deze
ook wilt gebruiken.
Large
Small
NoneSurround Back
Presence
Surround
Center
Front
Large x1
Small x1
Large x2
Small x2
Surround Back
Presence
Bass Out
Surround
Center
None
Yes
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
Surround
98 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Bass Out (Weergave lage tonen)
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: Both, SWFR, Front
Selecteer “Both” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen
in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de
linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer
worden gedirigeerd, ongeacht de “Front” instelling (zie
bladzijde 98).
Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “Small” worden naar de subwoofer
gedirigeerd.
Selecteer “Front” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en
rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “Front”
instelling (zie bladzijde 98).
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of
“None” via “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97).
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen
naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de
luidsprekers die zijn ingesteld op “Large” via “Speaker
Set” (zie de bladzijden 96 en 97).
Keuzes: 40 Hz, 60 Hz, 80 Hz, 90 Hz, 100 Hz, 110 Hz,
120 Hz, 160 Hz, 200 Hz
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: Normal, Reverse
Selecteer “Normal” als u de fase voor uw subwoofer
niet wilt omkeren.
Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer om
te keren.
PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achter-
luidspreker prioriteit)
Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij
uw aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achter-
luidsprekers bij het afspelen van materiaal met signalen
voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: Presence, Surround Back
Selecteer “Presence” als u uw
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook
wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt.
De signalen voor het surround achterkanaal zullen
worden weergegeven via de suround-luidsprekers.
Selecteer “Surround Back” als u uw surround achter-
luidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround
achterkanaal wordt gedetecteerd in een CINEMA DSP
programma. Eventuele signalen voor een
aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via
de voor-luidsprekers.
Opmerkingen
Both
SWFR
Front
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
60Hz
40Hz
80Hz
90Hz
100Hz
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
PR/SB Priority
Normal
Reverse
Bass Out
Bass Cross Over
PR/SB Priority
SWFR Phase
Bass Cross Over
SWFR Phase
PR/SB Priority
Surround Back
Presence
99 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel
eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/
Subwoofer: 3,00 m (10.0 ft)
Center: 2,60 m (8.5 ft)
Surround L/Surround R/Surround Back L/Surround Back
R: 2,40 m (8.0 ft)
Instelstap: 0,1 m (0.5 ft)
Selecteer “Front L” om de afstand voor de linker voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Front R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Center” om de afstand voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back L” om de afstand voor de
linker surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back R” om de afstand voor de
rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence L” om de afstand voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence R” om de afstand voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Subwoofer” om de afstand voor de
subwoofer in te stellen.
U kunt de afstand niet instellen voor luidsprekers die zijn
ingesteld op “None” via Speaker Set.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de afstand in te stellen met “Surround
Back L”.
“Center”, “Surround L”, “Surround R”, “Surround Back L”,
“Surround Back R”, “Subwoofer”, “Presence L” en “Presence
R” kunnen niet worden ingesteld indien “Center” (zie
bladzijde 96), “Surround” (zie bladzijde 97), “Surround Back”
(zie bladzijde 97), “Bass Out” (zie bladzijde 98) en “Presence”
(zie bladzijde 97) zijn ingesteld op “None”.
In plaats van “Surround Back L” en “Surround Back R”, zal
“Surround Back” worden getoond indien “Surround Back” is
ingesteld op “Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 97).
Unit (Eenheid)
Selecteert de eenheid waarin de waarden voor “Speaker
Distance” zullen worden aangegeven.
Keuzes: Meter (m), Feet (ft)
Begininstelling:Feet (modellen voor de V.S. en Canada)
Meter (Overige modellen)
Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers
in voeten (feet) in te kunnen voeren.
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
Speaker Set
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Center
Opmerkingen
Meter
Feet
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Presence R
100 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 96) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/
Subwoofer: 0,0 dB
Center/Surround L/Surround R/Surround Back L/
Surround Back R: –1,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Selecteer “Front L” om de balans voor de linker voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Front R” om de balans voor de rechter voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Center” om de balans voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround L” om de balans voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround R” om de balans voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back L” om de balans voor de
linker surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back R” om de balans voor de
rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence L” om de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence R” om de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Subwoofer” om de balans voor de
subwoofer in te stellen.
U kunt het niveau niet instellen voor kanalen die zijn ingesteld
op “None” via Speaker Set.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de balans in te stellen met “Surround
Back L”.
Via dit menu kunt u de netwerk en USB
systeeminstellingen wijzigen.
Network (Netwerkinstellingen)
Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres
enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen.
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
DHCP (DHCP instelling)
Wanneer deze parameter is ingesteld op “ON”, worden
netwerkparameters voor “IP Address”, “Subnet Mask”,
“Default Gateway”, “DNS Server (P)” en “DNS Server
(S)” verkregen van een router met ingeschakelde DHCP
weergegeven. Als de DHCP serverfunctie niet beschikbaar
is, dient u deze instelling “Off” te zetten om de
netwerkinstellingen met de hand te kunnen configureren.
Keuzes: On, Off
IP Address (IP adres)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde
zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere
apparatuur in het beoogde netwerk.
Subnet Mask (Subnet masker)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
subnet masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker
worden ingesteld op “255.255.255.0”.
Default Gateway (Default gateway)
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
Opmerkingen
Speaker Distance
Presence R
Subwoofer
Speaker Level
Speaker Set
Front R
Center
Front L
Manual Setup (NET/USB)
Opmerking
Play Style
Information
Network
Basic
NET/USB
Option
Video
IP Address
Subnet Mask
DHCP
Play Style
Information
Network
101 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
DNS Server (P) (Primaire DNS server)
DNS Server (S) (Secundaire DNS server)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de
primaire en secundaire DNS (Domain Name System)
servers te specificeren.
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS Server
(P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan
één in bij “DNS Server (P)” en een ander bij “DNS Server (S)”.
Setup (Instelling)
Selecteer “Setup” om de instellingen voor de “Network”
parameters te bevestigen.
1 Druk op k / n op de afstandsbediening tot u
het gewenste menu geselecteerd heeft, en
druk vervolgens op h om de gewenste
netwerkparameter te selecteren en in te
voeren.
Wanneer “DHCP” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere
netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de
andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst
“DHCP” op “OFF” instellen.
2
Om de parameter te specificeren drukt u
herhaaldelijk op
k
/
n
om het cijfer te veranderen
en kiest u het te veranderen cijfer met
l
/
h
.
3 Druk op ENTER om uw instelling te
bevestigen.
4 Herhaal de steppen 1 t/m 3 om alle
networkparameters in te stellen.
5 Selecteer “Setup” en druk vervolgens op
ENTER om de instelling af te sluiten.
Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het
mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten
aanpassen.
y
U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de
fabrieksinstellingen door middel van “N-RESET” in het
geavanceerde instellingenmenu (zie bladzijde 127).
Play Style (Weergavestijlen)
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan
uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een
willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald
muziekstukken of een reeks muziekstukken laten
herhalen.
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, Single, All
Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Single” om dit toestel één muziekstuk te
laten herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
” of “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek van het
weergavestatus scherm terwijl het muziekstuk of de
muziekstukken worden herhaald.
Als “Repeat” is ingesteld op “Single”, zal deze instelling
worden teruggezet op “Off” wanneer zowel de hoofdzone als
Zone 2 en Zone 3 worden uitgeschakeld.
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “On” om dit toestel muziekstukken of albums
in willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “Shuffle” op “On” staat, zal “ ” verschijnen in de
rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
Shuffle
Repeat
Information
Network
Play Style
102 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Information (Netwerkinformatie)
Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te
kunnen bekijken.
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
MAC Address (MAC (Media Access Control)
adres)
Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is
toegewezen aan dit toestel.
Status (Netwerkstatus)
Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding
met het netwerk weer.
Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, Full Duplex,
Half Duplex, No Link
“No Link” verschijnt wanneer er geen verbinding met het
netwerk is gemaakt.
System (Uniek systeem-ID)
Deze informatie geeft de unieke ID-nummers weer die
zijn toegewezen aan dit toestel.
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Option” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
Opmerking
MAC Address
Status
System
100 BASE-TX
Full Duplex
ABCDE123
00:00:00:00:00:00
Information
Network
Play Style
Manual Setup (Option)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
iPod
Front Panel Disp.
Zone2 Set
Zone3 Set
Zone OSD
Option
Basic
Video
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
103 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Front Panel Disp. (Instelling display
voorpaneel)
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Scroll (Scrollen over het display op het voorpaneel)
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de
songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display
op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen
te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers
daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam
of titel één keer over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of
“NET/USB” is geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: Continue, Once
Selecteer “Continue” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
Selecteer “Once” om de bedieningsstatus met de eerste
14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
iPod (iPod instellingen)
Standby Charge (iPod opladen wanneer het
toestel uit (standby) staat)
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de batterij
(accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 66).
Keuzes: Off, Auto
Selecteer “Off” om de batterij van de aangesloten iPod
alleen op te laden wanneer dit toestel aan staat.
Selecteer “Auto” om de batterij van de aangesloten
iPod op te laden wanneer dit toestel aan staat en
wanneer het uit (standby) staat.
Zone OSD (In-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE VIDEO
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De
informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden
getoond:
De signaalbron voor Zone 2 en Zone 3
Het volumeniveau voor Zone 2 en Zone 3
Of de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld (Mute)
voor Zone 2 en Zone 3
De instellingen voor de toonkleur in Zone 2 en Zone 3
Keuzes: Off, Zone2, Zone2&Zone3
Selecteer “Off” om geen bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
Selecteer “Zone2” om alleen de bedieningsinformatie
voor Zone 2 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
Selecteer “Zone2&Zone3” om de bedieningsinformatie
voor zowel Zone 2 als Zone 3 te laten weergeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zullen
wijzigingen in de bedieningstoestand voor Zone 3 worden
weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. Als bijvoorbeeld de
signaalbron voor Zone 3 wordt veranderd terwijl u in Zone 2
naar de tv kijkt, zal de naam van de nieuwe signaalbron voor
Zone 3 worden weergegeven op uw tv in Zone 2.
Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zal de
weergegeven informatie voor Zone 2 en Zone 3 afhangen van
het feit of Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld met ZONE 2 ON/
OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (zie
bladzijde 122).
Als zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld, zullen de
videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het
correponderende in-beeld display worden weergegeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Als Zone 2 is uitgeschakeld en Zone 3 is ingeschakeld, zal
alleen het corresponderende in-beeld display worden
weergegeven op een grijze achtergrond, ongeacht de REC
OUT/ZONE 2 status op het voorpaneel.
– Als Zone 2 is ingeschakeld en Zone 3 is uitgeschakeld, zullen
de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en
het corresponderende in-beeld display worden weergegeven
op het Zone 2 beeldscherm.
Als zowel Zone 2 als Zone 3 is uitgeschakeld, zullen er geen
videosignalen of in-beeld displays worden weergegeven op
het Zone 2 beeldscherm.
Dimmer
Scroll
0
Dimmer
Scroll
Continue
Once
Standby Charge
Off
Auto
Opmerkingen
Front Panel Disp.
iPod
Zone3 Set
Zone2 Set
Zone OSD
Off
Zone2
Zone2&Zone3
104 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Zone2 Set/Zone3 Set (Zone 2/Zone 3
instellingen)
Zone2 Amplifier/Zone3 Amplifier (Zone 2/Zone 3
versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 2 en/of Zone 3 luidsprekers
versterkt moeten worden.
Keuzes: EXT, INT:[SP1], INT:[SP2], INT:Both
Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 of Zone 3
luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker
via de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:[SP1]” om de ingebouwde surround-
achterversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP1 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:[SP2]” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP2 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:Both” om de ingebouwde surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken
als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op de SP1 en SP2 luidspreker-
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Als “BI-AMP” is ingesteld op “ON” via het “ADVANCED
SETUP” menu, kunnen “INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” en
“INT:Both” niet worden geselecteerd.
Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE2 AMP”, kan
alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE3 AMP”.
Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE3 AMP”, kan
alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE2 AMP”.
Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“INT:[SP1]” of “INT:[SP2]” en de corresponderende zone
wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via
de surround achter-luidsprekers.
Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“INT:Both” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld,
zal er geen geluid worden weergegeven via de surround-
luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone.
Wanneer “ZONE2 AMP” en “ZONE3 AMP” zijn ingesteld op
“INT:[SP1]” of wanneer “INT:[SP2]” en Zone 2 en Zone 3 zijn
ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround-
luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone.
Wanneer u de interne versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone
3, is het mogelijk dat sommige geluidsveldprogramma’s niet op
dezelfde manier werken als wanneer u de interne versterkers
niet gebruikt voor Zone 2 of Zone 3.
Zone2 Volume/Zone3 Volume (Zone 2/Zone 3
volume)
Gebruik deze functie om te bepalen hoe de
volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 2
OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT aansluitingen.
Keuzes: Fixed, Variable
Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
Kies “Variable” om het ZONE 3 OUTPUT volume
tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te
kunnen regelen.
Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol. (Zone 2/Zone 3
Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
Zone 2 of Zone 3 in te stellen.
Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m – 30,0 dB
Instelstap: 5,0 dB
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling. Als bijvoorbeeld “Zone2 Initial Vol.” is ingesteld op
–20,0 dB en vervolgens “Zone2 Max Vol.” wordt ingesteld op
30,0 dB, dan zal het volumeniveau automatisch worden
ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan
zet.
Opmerkingen
Zone2 Volume
Zone2 Max Vol.
Zone2 Amplifier
EXT
INT:[SP1]
INT:[SP2]
Opmerking
Zone2 Amplifier
Zone2 Max Vol.
Zone2 Initial Vol.
Zone2 Volume
Variable
Fixed
Zone2 Volume
Zone2 Amplifier
Zone2 Initial Vol.
Zone2 Max Vol.
+16.5dB
105 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol. (Zone 2/Zone 3
Beginvolume)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2 of
Zone 3 bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt
gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling.
Sur.Initialize (Surround initialiseren)
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een
geluidsveldprogrammagroep tegelijk initialiseren.
Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert,
zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in
die groep worden teruggezet op hun beginwaarden.
Gewijzigde instellingen voor geluidsveldparameters
worden blauw aangegeven.
Keuzes: CLASSICAL, LIVE/CLUB,
ENTERTAINMENT, MOVIE, STEREO,
SUR. DECODE, All
Druk net zo vaak op k / n / l / h tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt
initialiseren en druk dan op ENTER.
Selecteer “All” om alle geluidsveldparameters terug te
zetten op hun beginwaarden.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geïnitialiseerd
wanneer u “Memory Guard” heeft ingesteld op “On” (zie
bladzijde 105).
Audio Select (Standaardinstelling
Selectiefunctie audio ingangsaansluiting)
Met deze functie kunt u een bepaalde selectiefunctie voor
de audio ingangsaansluiting standaard instellen wanneer u
dit toestel aan zet.
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie
voor de audio ingangsaansluiting wilt laten selecteren.
Kies “Last” om het toestel automatisch de functie voor
de audio ingangsaansluiting in te laten schakelen die
het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Decoder Mode (Standaardinstelling
decoderfunctie)
U kunt bepalen welke decoder door dit toestel wordt gebruikt.
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoder wilt laten selecteren.
Kies “Last” om het toestel automatisch de decoder in te
laten schakelen die het laatst met de aangesloten
signaalbron gebruikt is.
Memory Guard (Geheugenbeveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: Off, On
Kies “On” om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
DSP programma instellingen
Alle menu-items behalve “Memory Guard” en “System
Memory” – “Load”.
Opstarten en herstarten van de “Auto Setup”
procedure.
Opmerking
Opmerking
Zone2 Max Vol.
Zone2 Volume
Zone2 Initial Vol.
Off
Zone3 Set
Zone2 Set
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAINMENT
MOVIE
STEREO
SUR. DECODE
Audio Select
Decoder Mode
Sur.Initialize
All
Zone3 Set
Audio Select
Sur.Initialize
Decoder Mode
Auto
Last
Memory Guard
Sur. Initialize
Decoder Mode
Audio Select
HDMI Set
Memory Guard
Auto
Last
HDMI Set
Decoder Mode
Audio Select
Memory Guard
Off
On
106 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
y
Wanneer u een beveiligde parameter selecteert, zal “ ” links
onderaan het GUI scherm verschijnen.
HDMI Set (HDMI instellingen)
Gebruik deze functie om de door HDMI ondersteunde
audio in te stellen.
Support Audio (Audio ondersteuning)
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuzes: RX-V2700, Other
Kies “RX-V2700” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van
dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Kies “Other” om HDMI audiosignalen weer te laten
geven door een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1,
HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit toestel, worden
altijd gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete
instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op
kunt roepen. U kunt instellingen als de volgende opslaan:
Geluidsveldprogramma parameters
Luidspreker-instellingen
Kanaalinstellingen
•LFE niveau
Inste voor het dynamisch bereik
Inste voor de parametrische equalizer
Opslaan van instellingen
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “System
Memory” en druk vervolgens op h.
3 Selecteer “Save” en druk vervolgens op
ENTER.
De huidige instellingen zullen worden weergegeven
in het GUI scherm.
4 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
te selecteren waaronder u de huidige
instellingen van dit toestel wilt opslaan en
druk dan op h.
“Save: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
5 Selecteer ENTER om de huidige instellingen
van dit toestel op te slaan.
Opmerking
Memory Guard
Decoder Mode
HDMI Set
Support Audio
Support Audio
Other
RX-V2700
System Memory
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sci-Fi
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
3/4/0.1
0dB
MAX
YPAO Natural
Current
Memory 1
Memory 2
107 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Laden van instellingen
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “System
Memory” en druk vervolgens op h.
3 Selecteer “Load” en druk vervolgens op
ENTER.
4 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
met de instellingen die u wilt laden te
selecteren en druk dan op h.
“Load: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
5 Druk op ENTER om deze instellingen
definitief te laden.
y
De “Memory 1” en “Memory 2” instellingen kunt u eenvoudig
oproepen door op MEMORY 1 of MEMORY 2 op de
afstandsbediening te drukken.
Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding “Load Memory
1? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken)
op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het
voorpaneel “Press MEMORY1!” (Druk op MEMORY1!)
getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 1 om de instellingen
op te roepen.
Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding “Load Memory
2? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken)
op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het
voorpaneel “Press MEMORY2!” (Druk op MEMORY2!)
getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 2 om de instellingen
op te roepen.
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
“Signal Info.”.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
GUI scherm verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op l / h en selecteer
“Audio Info.” of “Video Info.”.
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sci-Fi
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Current
Memory 1
Memory 2
Memory 3
0
MEMORY1 2
9
0
MEMORY1 2
9
Signal Info.
(Ingangssignaalinformatie)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
HDMI Resolution
HDMI Signal
480i
Analog Resolution
- - -
- - -
HDMI Error
- - -
- - -
- - -
480i
Auto Setup
Signal Info.
System Memory
Language
Sampling
Bitrate
Channel
Audio Info. Video
Format
Flag1
Flag2
Dialogue
48kHz
- - -
???
- - -
- - -
- - -
- - -
Auto Setup
Signal Info.
System Memory
Language
Video Info. Audio
108 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Audio informatie
Format (Signaalformattering)
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch
overgeschakeld naar analoog.
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren.
Sampling (Bemonsteringsfrequentie)
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Channel (Ingangskanaal)
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn.
Bitrate (Bitsnelheid)
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan detecteren.
Dialogue (Dialoog normalisatieniveau)
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op
dit moment ontvangen Dolby Digital of DTS signaal.
Flag1/Flag2 (Signaalinformatie)
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
Video informatie
HDMI Signal (HDMI signaaltype)
Het soort videosignalen ontvangen van de signaalbron en
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
HDMI Resolution (HDMI resolutie)
De resolutie van de videosignalen ontvangen van de signaalbron
en gereproduceerd via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel.
Analog Resolution (Analoge resolutie)
De resolutie van de videosignalen ontvangen van de
signaalbron en de analoge videosignalen die worden
gereproduceerd via de COMPONENT MONITOR
OUT aansluitingen van dit toestel.
HDMI Error (HDMI Fout)
Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten
HDMI apparatuur. Zie bladzijde 134 voor details.
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: English (Engels), (Japans), Français
(Frans), Deutsch (Duits), Español (Spaans),
Русский (Russisch)
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de
“GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 127).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op n op de
afstandsbediening, selecteer “Language” en
druk vervolgens op h.
3 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om de gewenste taal in te
stellen.
4 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Language
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
Français
English
Language
Signal Info.
System Memory
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
109 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 111).
Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om
dit toestel te bedienen (zie bladzijde 8).
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP staat.
Bedienen van een TV
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV om uw
TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de
juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of
PHONO (zie bladzijde 111). Wanneer u
afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV
ingestelde code.
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 110.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
*2
*1
*1
*1
Opmerkingen
Afstandsbediening Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT Wijzigt de signaalbron.
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
*1
*1
*2
*2
110 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE om
andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen of
kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 111). De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten
die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen of . Het is
mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen)
om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen.
Zie bladzijde 111 voor details omtrent de bediening van de items met een sterretje (*).
VOLU ME
CH
TV VOL
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
+
+
+
ENTER
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
2
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
7
6
5
4
A
0
9
8
3
1
2
DVD-
speler/
DVD-
recorder
Videorecorder
Kabel TV/
satellietontvanger
TV LD-speler CD-speler
MD-
recorder/
CD-
recorder
Cassettedeck
Tuner iPod
PC/MCX-
2000/
Internetradio/
USB
1 AV
POWER
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
VCR aan/
uit
*2
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
2 CH +
TV kanaal
hoger
*3
Kanaal
hoger
Kanaal
hoger
Kanaal
hoger
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
CH –
TV kanaal
lager
*3
Kanaal lager Kanaal lager Kanaal lager
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
3 TITLE
Titel Titel Titel Titel Band
Bladwijzer
*7
4 ENTER
Menu Enter
Menu
selectie
Menu
selectie
Volgende
menu
PRESET/CH k Menu op Menu op Menu op
Voorkeuzekanaal
hoger (1 t/m 8)
Hoger Hoger
PRESET/CH n Menu neer Menu neer Menu neer
Voorkeuzekanaal
lager (1 t/m 8)
Lager Lager
A/B/C/D/E l Menu links Menu links Menu links
Voorkeuzekanaal
lager (A t/m E)
Vorige
menu
*6
Vorige menu
A/B/C/D/E h Menu rechts Menu rechts Menu rechts
Richting A/B
Voorkeuzekanaal
hoger (A t/m E)
Volgende
menu
*6
Volgende
menu
5 RETURN,
MEMORY
Terug Terug Terug Terug Geheugen
6 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Cijfertoetse
*9
7 ll
Terug
zoeken
Terug
zoeken
VCR terug
zoeken
*2
VCR terug
zoeken
*2
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
*4
Selecteer
NET
RADIO
hh
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
VCR vooruit
zoeken
*2
VCR vooruit
zoeken
*2
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
*4
Selecteer
USB
b
Terug
springen
Hoofdstuk/
Terug springen
Terug
springen
Terug
springen
Richting
terug
Terug
springen
Terug
springen
*8
a
Vooruit
springen
Hoofdstuk/
Vooruit springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
Vooruit
springen
Vooruit
springen
*8
REC/
DISC
SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname (recorder)
Opname
VCR
opname
*2
VCR
opname
*2
Disc
overslaan
Opname Opname
Selecteer
PC/MCX
s Stop Stop
VCR stop
*2
VCR stop
*2
Stop Stop Stop Stop Stop Stop
e Pauze Pauze
VCR
pauze
*2
VCR
pauze
*2
Pauze Pauze Pauze Pauze
Pauze
(Weergave/
pauze)
*5
p Weergave Weergave
VCR
weergave
*2
VCR
weergave
*2
Weergave Wee rgave Weergave Weergave
Weergave
(Weergave/
pauze)
*5
Weergave
8 MENU
Menu Menu Menu Vorige menu Vorige menu
9 AUDIO
Audio Audio
0 DISPLAY
Display Display Display Display Display Display Display Display
A ENT
Enter
Enter/
oproepen
Enter
Opmerking
111 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor VCR 1 (zie bladzijde 111).
*3
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*4
Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
*5
Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie (zie bladzijde 66).
*6
Alleen in de menu bedieningsfunctie (zie bladzijde 66).
*7
Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 71).
*8
Deze toetsen werken niet wanneer de Internetradio is geselecteerd als de sub-signaalbron voor NET/USB.
*9
Druk op één van de toetsen 1-8 om items voor te programmeren of weer op te roepen (zie bladzijde 72).
Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster van de afstandsbediening.
Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op SELECT n te
drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnt.
U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen
afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 113 voor het
programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen.
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
Opmerkingen
Opmerking
SELECT
SELECT
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Ingang
Archief
(componentencategorie)
Fabrikant
Standaard
code
TAPE YAMAHA 2700
NET/USB TUNER YAMAHA 2607
PHONO TV –
TUNER TUNER YAMAHA 2602
CD CD YAMAHA 2300
MULTI CH
INPUT
DVD YAMAHA 2100
V-AUX/
DOCK
TUNER YAMAHA 2606
CBL/SAT CABLE
MD/TAPE MD YAMAHA 2500
CD-R CD-R YAMAHA 2400
DTV TV
VCR 1 VCR
DVR/VCR2 DVR YAMAHA 2807
DVD DVD YAMAHA 2100
Opmerking
112 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets
of op om de set bedieningstoetsen die u wilt
instellen te selecteren.
2
Houd vervolgens LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
y
U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op l / h om de
componentencategorie (het ‘archief’) te veranderen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD,
L;CDR, L;MD, L;TAP
(cassettedeck), L;TUN (tuner),
L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets of op , of druk herhaaldelijk
op SELECT
k
/
n
om de gewenste set te selecteren.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
“0000” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES
aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als de instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als de instelling niet met succes is verlopen.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
of op SELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
7 Druk op p of AV POWER om te controleren
of u de component in kwestie inderdaad met
de afstandsbediening kunt bedienen.
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze
dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes
voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met
inbegrip van YAMAHA componenten). Als geen enkele
afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste
functie programmeren met de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van
instructies van andere afstandsbedieningen”) of dient u de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken.
Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
Opmerkingen
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
LEARN
Opmerkingen
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
LEARN
AV
POWER
of
113 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die
niet mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes,
of als er geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden
kan worden, dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te
gebruiken. U kunt functies van een andere afstandsbediening
programmeren onder de op de volgende afbeelding
aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke set
bedieningstoetsen worden geprogrammeerd.
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP zet en vervolgens instructies van
andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in
kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
2 Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in
het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4 Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
Opmerking
Opmerking
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
2
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
+
+
+
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
Opmerkingen
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
5 tot 10 cm
Andere afstandsbediening
LEARN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
114 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
5 Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
y
Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 4 en 5.
6 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn.
wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als
een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas
wanneer u een andere component met een bepaalde set
bedieningstoetsen wilt gebruiken.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen waaraan u een andere
naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in
het uitleesvenster.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
RENAME in.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
Opmerkingen
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
Andere afstandsbediening
LEARN
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
RENAME
115 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
3 Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op
n
te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m
Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash)
en spatie.
Druk op
k
om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.
4 Druk op h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
y
Druk op
l
om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen.
5 Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen
met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen
niet met succes is verlopen. Begin in dit geval
opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe
naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of
herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste component
te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5.
6
Druk nog eens op RENAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen
als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
y
Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en
component video ingangsaansluitingen. Raadpleeg “Rename” op
bladzijde 86.
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (zie bladzijde 117).
MACRO handelingen
1 Zet MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
2 Druk op de gewenste macrotoets.
3 Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF
wanneer u klaar bent met het programmeren
van macro’s.
Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld
tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen).
Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
Opmerking
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
RENAME
Macro programmeerfuncties
Opmerkingen
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
ENHANCER
NIGHT
MEMORY
1
2
ENT
+
10
0
9
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
MACRO
MACRO ON/OFF
Macrotoetsen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
116 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Standaard macrofuncties
*1
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC
OUTLETS netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en
uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten
component.
*2
Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 111), kunt u uw TV aan zetten
zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3
Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4
De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets
programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 113) of een afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 111).
Druk op
macrotoets
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
Eerste Tweede Derde
(*1)
(CD set) (*4)
(MD/TAPE set) (*4)
(CD-R set) (*4)
(VCR 1 set) (*4)
(DVR/VCR 2 set) (*4)
(DVD set) (*4)
STANDBY STANDBY
POWER
POWER
(*1)
TV
POWER
(*2)
POWER
NET/USB
POWER
NET/USB
PHONO
POWER
PHONO
TUNER
TUNER
(*3)
CD CD
MULTI CH IN MULTI CH IN
V
-
AUX/DOC
K
V
-
AUX/DOC
K
CBL/SA
T
CBL/SA
T
MD/TAP
E
MD/TAP
E
CD-R CD-R
DTV DTV
VCR 1 VCR 1
DVR/VCR
2
DVR/VCR
2
DVD DVD
117 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Programmeren van macrohandelingen
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren.
De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het
regelen van het volume, in een macro te programmeren.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van
de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om
en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
3 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten. Het volgende voorbeeld betreft het
programmeren van deze procedure:
Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD.
Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER.
Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP.
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden
geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
4 Druk nog eens op MACRO met een balpen of
iets dergelijks wanneer u klaar bent met
programmeren.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
Opmerking
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
POWER
STANDBY
NET/USB
Opmerking
Opmerking
Opmerking
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
1
2
3
Geeft het aantal
macro-stappen aan
dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
MCR 1: DVD
MCR 2: AV POWER
MCR 3: SLEEP
118 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor
een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen.
Wissen van functiesets
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
CLEAR in met een balpen of iets dergelijks.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen)
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De
naam van een component wordt getoond achter
een puntcomma (;). Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste set
bedieningstoetsen.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor het bedienen van de versterkerfuncties van
dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor
signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en
zet deze terug op de fabrieksinstellingen.
3 Houd CLEAR nog eens tenminste 3
seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen.
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende
functie).
“L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden
duren.
“C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op
een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze
bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen
heeft ingedrukt.
Instellingen wissen
Opmerking
CLEAR
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Opmerkingen
CLEAR
119 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen waarvoor u een functie
wilt wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en van de geselecteerde component (bijv.
“DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste 3
seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening kunt u met de
balpen of iets dergelijks CLEAR loslaten om de
wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu
weer in de leerfunctie.
y
Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal vervolgens
stap 4.
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4 Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RENAME
MODE PTY SEEK
START
120 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het wissen met
succes is verlopen.
y
Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen.
Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
3 Druk nog eens op MACRO om de
macrofunctie te verlaten.
C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
ERROR” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerking
Opmerkingen
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
V
-
AUX/DOCK
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
121 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dit toestel stelt u in staat een audio/videosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De functies voor weergave in
meerdere zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven
in de eerste ruimte (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen
vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken.
Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best
overeenkomen met uw wensen.
Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken voor Zone 2 of Zone 3, dient u de externe versterker te verbinden met de ZONE
OUT aansluitingen en moet u “EXT” selecteren bij “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is
ingesteld op “Fixed” (zie bladzijde 104).
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren
in de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Opmerkingen
OUTOUT
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
REMOTE
Dit toestel
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Infraroodontvanger
REMOTE OUT
VIDEO IN
AUDIO IN
MONITOR OUT
SP OUT
REMOTE IN
ZONE 2 AUDIO OUT
ZONE 3 AUDIO OUT
REMOTE IN
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
ZONE 2 VIDEO OUT
Infrarood-zender
DVD-speler
(of andere component)
Versterker
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Ver st er ke r
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede ruimte
(Zone 2)
Derde ruimte
(Zone 3)
Eerste ruimte
(Hoofdzone)
SYSTEEM
Dit toestel
122 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “INT:[SP1]”
of “INT:[SP2]” voor “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
Als u twee interne versterkers (zowel SP1 als SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “Both” voor
“Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening.
Selecteren van Zone 2 of Zone 3
Bediening via het voorpaneel
1 Druk op ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF
op het voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart
in of uit te schakelen.
y
Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal
naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op
POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken
om de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROLS op
het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
Met elke druk op ZONE CONTROLS zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd.
ZONE2
Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties.
ZONE3
Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties.
BELANGRIJKE WAARSCHUWING VOOR UW VEILIGHEID
De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde
Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
R
L
+
SP2
SINGLE
R
L
+
+
+
+
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE
R
L
SP1
Derde ruimte
(Zone 3)
Dit toestel
Tweede ruimte
(Zone 2)
Bedienen van Zone 2 of Zone 3
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE 2
ZONE CONTROLS
ZONE2
ZONE3
Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de
hoofdzone is geselecteerd.
123 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE
CONTROLS nog eens ingedrukt.
De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als
Zone 3 zijn ingeschakeld.
3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 124 voor andere handelingen.
Afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
SELECT k om de zone die u wilt bedienen te
selecteren.
“ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnen.
2 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 124 voor andere handelingen.
3 Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
bedieningsfunctie te verlaten.
Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met
de afstandsbediening
POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken
iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die
in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft
geselecteerd (zie bladzijde 123), kunt u de hoofdzone,
Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit
(standby) zetten.
Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd,
zullen door op POWER te drukken de hoofdzone, Zone
2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een
druk op STANDBY deze zones tegelijk uit (standby)
zal zetten.
Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone
staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden
wanneer er op POWER of STANDBY wordt gedrukt.
“ALL” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer er op SELECT n wordt gedrukt.
Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en
druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
voor de geselecteerde zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2; naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3; naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster
verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is
geselecteerd.
SELECT
TV
SOURCE
AMP
of
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster
POWER en
STANDBY
Stand voor de
hoofdzone
Naam van de
geselecteerde set
bedieningstoetsen
Hiermee zet u alleen
de hoofdzone aan of
uit (standby).
Zone 2 stand
“ZONE 2” of “2;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 2 aan of uit
(standby) zetten.
Zone 3 stand
“ZONE 3” of “3;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 3 aan of uit
(standby) zetten.
Alle standen
“ALL”
POWER: zet de
hoofdzone, Zone 2
en Zone 3 aan.
STANDBY: hiermee
zet u de hoofdzone,
Zone 2 en Zone 3
tegelijkertijd uit
(standby).
Opmerkingen
124 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in de geselecteerde
zone. Voor details omtrent de bediening van de TUNER
(radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 56.
De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones.
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op
ZONE CONTROLS op het voorpaneel.
Wanneer er een beeldscherm is verbonden met één van de
ZONE VIDEO aansluitingen, kunt u de bedieningsinformatie
voor Zone 2 of Zone 3 op dat beeldscherm weer laten geven.
Zet “Zone OSD” op “Zone2&Zone3” of “Zone2” (zie
bladzijde 103).
Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het
volume voor de geselecteerde zone op het
gewenste niveau in te stellen.
y
Druk op MUTE op de afstandsbediening om het in de
geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen.
Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3,
kunt u VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “Zone2 Volume”
of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Variable” via “Zone2 Set” of
“Zone3 Set” (zie bladzijde 104).
Instellen van de balans van de
luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
“BALANCE” en verdraai vervolgens PROGRAM
op het voorpaneel om de balans tussen de linker
en rechter luidspreker in de geselecteerde zone
te regelen.
Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en gebruik CH +/– op de afstandsbediening
om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) te
regelen, of gebruik TV VOL +/– om de weergave
van de lage tonen (BASS) te regelen.
y
U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met
TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op
bladzijde 52 voor details.
Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor
de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 123).
Opmerking
INPUT
TV
SOURCE
AMP
of
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
+
VOLUME
VOLUME
of
Opmerking
Opmerking
CONTROL
TONE
PROGRAM
+
TV VOL
+
CH
TV
SOURCE
AMP
TREBLE
BASS
GEAVANCEERDE SETUP
125 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om
dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 34).
Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 126 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om de geselecteerde instelling te
wijzigen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
GEAVANCEERDE SETUP
Opmerkingen
Gebruik van het ADVANCED SETUP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
2,43
1-2,5
MASTER
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
8
MIN
IMP.SPEAKER
Op dit moment geselecteerde
parameterinstelling
Op dit moment
geselecteerde parameter
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
126 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8MIN, 6MIN
Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 .
Selecteer “6MIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 .
Gebruikersinstellingen USER PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie
bladzijde 140).
Keuzes: CANCEL, RESET
Selecteer “CANCEL” om de instellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
Selecteer “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug. De
parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet
worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Sensor voor dafstandsbediening
REMOTE SENSOR
Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel
van dit toestel aan of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening aan wilt zetten.
Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen
van de afstandsbediening uit wilt zetten.
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te
laten staan.
Wake on RS-232C access
WAKE ON RS232C
Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de
RS-232C interface laten versturen terwijl het toestel uit
(standby) staat.
Keuzes: YES, NO
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: YES
[Overige modellen]: NO
Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Afstandsbediening AMP ID
RC AMP ID
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 112).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2001”.
Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2002”.
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 112).
Afstandsbediening TUNER ID
RC TUNER ID
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 129).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”.
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 129).
SPEAKER
IMP.
Luidspreker Impedantieniveau
8ΩMIN
Vo o r
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
6ΩMIN
Vo o r
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 4
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
127 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Tuner frequentiestap TUNER FRQ STEP
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Bi-AMP BI-AMP
Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de bi-AMP functie aan wilt
zetten.
Selecteer “OFF” als u de bi-AMP functie uit wilt
zetten.
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de
SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de bi-
AMP aansluitingen (zie bladzijde 19).
Video terugzetten VIDEO RESET
Hiermee kunt u de parameter instellingen voor “Video” in
het “Manual Setup” initialiseren (zie bladzijde 92).
Keuzes: YES, CANCEL
De parameterinstelling voor “Short Message” of “On Screen”
wordt niet geïnitialiseerd (zie bladzijde 92).
Netwerk resetten NETWORK RESET
Met deze functie kunt u alle netwerkinstellingen van dit
toestel (zie bladzijde 100) terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de netwerkinstellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
Select “RESET” om de netwerkinstellingen van dit
toestel terug te zetten.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in
het “NET/USB” automatisch worden ingesteld op “On” (zie
bladzijde 100) en zal de geregistreerde client ID van dit toestel
op uw YAMAHA MCX-2000 worden gewist (zie bladzijde 71).
TV formaat TV FORMAT
Met deze functie kunt u het kleurweergavesysteem van uw
tv instellen.
Keuzes: NTSC, PAL
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene
modellen]: NTSC
[Overige modellen]: PAL
Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm
dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet
op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2
VIDEO aansluitingen.
Monitorcontrole voor HDMI
opwaardering
MONITOR CHECK
Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan
of uit te zetten. Wanneer deze parameter is ingesteld op
“YES”, zal dit toestel de informatie omtrent de geschikte
videoresoluties ontvangen van het beeldscherm dat op het
toestel is aangesloten via HDMI (zie bladzijde 93).
Keuzes: YES, SKIP
GUI taalkeuze GUI LANGUAGE
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE
(Japans), FRENCH (Frans), GERMAN
(Duits), SPANISH (Spaans), RUSSIAN
(Russisch)
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
128 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard ID is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel
apart te kunnen bedienen.
Instellen van een AMP ID voor de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE.
2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster van
de afstandsbediening.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
AMP codes voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP code
voor de gewenste set bedieningstoetsen in te stellen.
U moet ook de corresponderende AMP ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 126).
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Instellen van een
afstandsbediening ID
Opmerkingen
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
AMP archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
AMP ID voor de
afstandsbediening
2001
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2002
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
Opmerking
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
LEARN
129 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Instellen van een tuner ID voor de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens op
TUNER op de afstandsbediening om de tuner
waarvoor een andere afstandsbediening ID
wilt instellen te selecteren.
2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;TUN” en “TUNER” om en om verschijnen
in het uitleesvenster van de
afstandsbediening.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
Afstandsbediening tunercodes
Selecteer één van de volgende codes om de tunercode
voor de gewenste set bedieningstoetsen op de
afstandsbediening in te stellen.
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Opmerkingen
TUNER
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Tuner archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
tuner ID
2602
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
LEARN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
130 Nl
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
33
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
16
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
23-29
De optimalisatie-microfoon is
aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
38
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”
terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal
wordt afgespeeld.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”.
42
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
40, 43
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
16
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
43
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een
CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
21
“Support Audio” is ingesteld op “Other”
en “HDMI” audiosignalen worden niet
weergegeven door dit toestel.
Zet “Support Audio” op “RX-V2700” via de
“Option”.
106
131 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Geen beeld.
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Zet “Conversion” op “On” of sluit uw
broncomponenten op dezelfde manier aan op dit
toestel als uw beeldscherm.
93
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Verkorte meldingen
worden niet
weergegeven op het
beeldscherm.
“Short Message” is ingesteld op “OFF”. Zet “Short Message” op “On”.
94
“Wall Paper” is ingesteld op “None”. Zet “Wall Paper” op “Yes” of “Gray”.
95
“Conversion” is ingesteld op “Off”. Zet “Conversion” op “On”.
93
De via de HDMI IN1, HDMI IN2 of HDMI IN3
aansluiting binnenkomende signalen worden
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Er komen progressieve of HDTV
videosignalen binnen.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
33, 126
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
43
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
16
Onjuiste balans ingesteld via “Speaker Level”.
Wijzig de “Speaker Level” instellingen.
100
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en surround-
luidsprekers worden geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de midden-
luidspreker.
“Center” in het “Speaker Set” staat op “None”.
Zet “Center” op “Small” of “Large”.
96
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “7ch Stereo”) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
47
Er klinkt geen geluid uit de
aanwezigheidsluidsprekers.
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT om de effecten in te schakelen.
51
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
40
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
“Surround” in het “Speaker Set” staat op “None”.
Zet “Surround” op “Small” of “Large”.
97
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel zodat
“STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
51
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“Bass Out” staat op “Front” in het
“Speaker Set” terwijl er een Dolby Digital
of DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “SWFR” of “Both”.
98
“Bass Out” in het “Speaker Set” staat op
“SWFR” of “Front” terwijl er een 2-
kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “Both”.
98
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
132 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“Surround” in het “Speaker Set” is
ingesteld op “None” en “Surround Back”
is automatisch ingesteld op “None”.
Zet “Surround” en “Surround Back” op een andere
instelling dan “None”.
97
“Surround Back” in het “Speaker Set
staat op “None”.
Zet “Surround Back” op een andere instelling dan
“None”.
97
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
26
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MC-
kopversterker.
26
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
24, 26
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
26
De
geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“Memory Guard” in het “Option” staat op
“On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
105
133 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
16
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
31
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
58
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
58
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
59, 60
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
58
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
134 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Afstandsbediening
HDMI
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
11
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
11
De batterijen gaan niet lang mee en zijn
snel leeg.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Zet de afstandsbediening in de AMP
stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de
afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in
de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de
DTV of PHONO set wilt bedienen.
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
111
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
111
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
112, 126
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
113
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
11
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
113
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
118
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Device Over
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
HDCP Error HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
135 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Netwerk en USB
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De PC server/MCX-2000/
Internetradio functioneert
niet naar behoren.
Het IP adres is niet correct ingesteld. Zet de DHCP serverfunctie van de router aan
(ON). Of voer met de hand de vereiste
instellingen uit aan de hand van de huidige
gebruiksomgeving.
100
De netwerkkabel is niet aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan.
30
De muziek op de PC
server kan niet worden
weergegeven.
Op de PC is Windows Media Connect 2.0
nog niet geïnstalleerd.
Installeer Windows Media Connect 2.0 op de PC.
De muziek is opgenomen in een bestandsindeling of
formattering die niet met dit toestel kan worden
weergegeven. Dit toestel kan geen andere
muziekbestanden weergeven dan WMA, MP3 en
WAV (PCM formaat) bestanden. Vergeet ook niet dat
het toestel soms toch niet in staat zal zijn bepaalde
muziekbestanden weer te geven, ook al zijn deze
opgeslagen in WMA, MP3 of WAV formaat.
Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat
compatibel is met dit toestel.
De muziek is auteursrechtelijk
beschermd.
Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd
materiaal weergeven.
Geen verbinding met
Windows Media Connect 2.0.
De Windows XP PC logt in op een
domein.
Log in op de lokale machine in plaats van het
domein.
Geen verbinding met de
MusicCAST server.
U probeert verbinding te krijgen met de
MCX-1000. De MusicCAST server die
verbonden kan worden met dit toestel is
de MCX-2000.
Gebruik een MCX-2000 of de PC server.
De automatische configuratie wordt niet
uitgevoerd.
Voer “Auto Configure” uit.
70
De melding “Disconnected”
(Niet aangesloten) verschijnt
ook al is er wel degelijk een
USB apparaat aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
72
Er kan geen Internetradio
worden weergegeven.
De firewall van het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden
weergegeven wanneer het signaal de door elke
zender gespecificeerde poort passeert. Het
poortnummer hangt af van de radiozender zelf.
Controleer de firewall-instellingen van het
netwerkapparaat in kwestie.
De verbinding met het internet is
verbroken.
Controleer de configuratie van het
netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding
met uw provider.
De muziekbestanden en
mappen op het USB
apparaat kunnen niet
worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op andere
geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken
of een map met meer dan 500 bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB
apparaat.
Het USB apparaat kan niet
worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers
herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in
staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te
herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte
apparaten zoals hierboven vermeld.
72
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
72
Dit toestel roept niet het
correcte item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Het aangesloten USB apparaat is niet
correct.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
72
De directory (map) met het geselecteerde
item is gewijzigd.
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
72
136 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel roept niet het
geselecteerde item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Het USB apparaat is niet correct
aangesloten.
Sluit het USB apparaat op de juiste manier aan.
72
De PC of MCX-2000 met het
geselecteerde item staat uit.
Zet de PC of MCX-2000 aan.
70
De geselecteerde Internetradiozender is
tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet
meer.
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
71
Programmeer andere Internetradiozenders voor.
72
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Please wait Dit toestel is bezig de verbinding met uw
netwerk te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Please wait
(Starting Server)
Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te
schakelen die uit (standby) is gezet.
Wacht ongeveer 20 seconden.
Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw netwerk.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
de LAN poort van uw router of hub.
30
Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en is
ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op de
juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld wanneer
u naar de Internetradio wilt luisteren.
30
Disconnected Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
De eerder op dit toestel aangesloten PC
server of MCX-2000 bestaat niet meer.
Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server
of MCX-2000.
70
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
34
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Access error Dit toestel krijgt geen toegang tot uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of
andere draagbare USB audiospeler.
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
34
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw
PC opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0
correct is geïnstalleerd op uw PC.
Controleer of de op uw PC opgeslagen
muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen
worden (MP3, WMA en WAV).
Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3,
WMA en WAV) op uw PC op die wel kunnen
worden weergegeven.
Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn,
hetgeen de weergave stoort of
onmogelijk maakt.
Probeer een netwerk te installeren dat exclusief
voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het
algemene netwerk.
137 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
iPod
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of op het
beeldscherm, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 29).
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
List updated De lijst met materiaal dat is opgeslagen
op uw PC server of MCX-2000 is
bijgewerkt.
Bookmark ON De gewenste Internetradiozender is
toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst.
Bookmark OFF De opgeslagen Internetradiozender is
verwijderd van de “Bookmarks” lijst.
Empty Memory! Er zijn geen items toegewezen aan de
geselecteerde cijfertoets.
Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde
cijfertoets.
72
Not found! Dit toestel kan het aan de geselecteerde
cijfertoets toegewezen item niet vinden.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
72
Zet de PC of MCX-2000 aan.
70
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
71
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
72
Opmerking
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Loading...
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod
universeel dock opnieuw aan op de DOCK
aansluiting van dit toestel.
29
Probeer uw iPod te resetten.
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals de
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel, en
de verbinding tussen uw iPod en dit
toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10),
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel.
29
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
138 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Auto Setup
Voor Auto Setup
Tijdens Auto Setup
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
35
Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
No Setup Menu! Alle setup menu’s zijn ingesteld op “Skip”
(Overslaan).
Zet het gewenste menu-item op “Check”
(Controleren).
36
Memory Guard! “Memory Guard” is ingesteld op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 105
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
E01:No Front SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
16
E02:No Sur. SP Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
16
E03:No PRNS SP Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
16
E04:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
16
E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “Auto Setup” onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
E06:Check Sur. Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surround-
luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan
wanneer u surround achter-luidsprekers
gebruikt.
16
E07:No MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “Auto Setup” procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
35
E08:No Signal De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon. 35
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
16
E09:User Cancel De “Auto Setup” procedure is geannuleerd
door iets dat de gebruiker gedaan heeft.
Doe de “Auto Setup” nog eens.
35
E10:Internal Err. Er is een interne fout opgetreden. Doe de “Auto Setup” nog eens. 35
139 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Na Auto Setup
Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “Auto Setup” opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwing “W1” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
Als de waarschuwingen “W2” of “W3” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
Als foutmelding “E10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
W1:Out of Phase De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ of –).
16
W2:Over Distance De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W3:Level Error Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
16
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer
in.
35
W4:SP Mismatch Het resultaat van de bedradingscontrole bij
de “Auto Setup” verschilt van de “Speaker
Set” instelling in de “Manual Setup”.
Gebruik “Speaker Set” onder “Manual
Setup” om met de hand de luidspreker-
instellingen te wijzigen.
96
Opmerkingen
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
140 Nl
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden
teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken
zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “RESET”.
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
te schakelen.
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Opmerkingen
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
2,43
1-2,5
MASTER
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
CANCEL
USERPRESET
EFFECT
STRAIGHT
RESET
USERPRESET
MASTER
WOORDENLIJST
141 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene
versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen)
van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het
gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen.
In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte
toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de
weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-
schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een
bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen
frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op
dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde
waarde een HPF gewoon passeren.
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in P
B
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
‘Dialogue normalization’
‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een
Dolby Digital of DTS functie die verschillende
programma’s op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de
gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er
een ander Dolby Digital of DTS programma wordt
weergegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-
kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van
2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
WOORDENLIJST
142 Nl
WOORDENLIJST
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt
voor het opslaan van audiosignalen op digitale media,
zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen
opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge
bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik
wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering
om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge
kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de
hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM
technologie van gewone audio-CD’s.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-
Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-
kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems
Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld
zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en
rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de
audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI
geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP
(High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI
een veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie
omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan
de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-
kanaals systeem.
MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
143 Nl
WOORDENLIJST
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
144 Nl
Onderdelen van een geluidsveld
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren
direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen
die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond
of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het
direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het
plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk
van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze
informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk
bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best
in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld
voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden
bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar
de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een
massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA
CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door
YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in
combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen
te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer
van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Geluidsweergave door elk van de
luidsprekers
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt
mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt.
Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer
informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor
elk geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de
geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik
van de geluidsveldprogrammas verwijzen we u naar
“GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S” in de “APPENDIX”
aan het eind van deze handleiding.
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de
luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat
wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde
kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze
op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld
met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt
u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de
surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 47).
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Opmerking
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
145 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 89), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van één-
derde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz.
Gain
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q
factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7
equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Gain (extra versterking)
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Band 1
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Band 1
Band 2
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Originele
frequentiekarakteristiek
TECHNISCHE GEGEVENS
146 Nl
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 .................................. 140 W
Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 ....................................................... 170/205/265/345 W
Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ........................................................ 185 W
Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 ....................................................... 200 W
Dynamisch bereik
8 ..................................................................................... 0,84 dB
IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 ..................................................... 145 W
Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 ............................................... 150 of meer
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 k
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900
PRE OUT ................................................................. 1,0 V/1,2 k
SUBWOOFER ......................................................... 2,0 V/1,2 k
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,4 k
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 ) ............................... 150 mV/100
Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct
...................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ..... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................ 86 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer
CD, enz.
(5,1 k kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .....................................125/350/500 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ................................2,5/3,5/8,0 kHz
Zone 2/Zone 3 Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 2,0 kHz
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter)
..................................................................................... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Videoformaat [MONITOR OUT] (Achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
................................................................................... NTSC/PAL
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.................................................................................. PAL/NTSC
Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL
Signaalniveau
Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75
S-video ............................ 1 Vp-p/75 (Y), 0,286 Vp-p/75 (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit)
............................................................................... 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit)
.................................................................................... 60 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (Video omzetting uit)
........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
Videoformaat [ZONE OUT] (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
............................................................................................NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
...............................................................................................PAL
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo ................................................................................... 42 dB
Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75
TECHNISCHE GEGEVENS
147 Nl
TECHNISCHE GEGEVENS
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] .... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
........................................................................ 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en Algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
.............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm
Gewicht ................................................................................. 17,2 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
i
SOUND OUTPUT IN EACH SOUND FIELD PROGRAM
SON ÉMIS DANS CHAQUE CORRECTION DE CHAMP SONORE
KLANGAUSGABE IN JEDEM SOUNDFELDPROGRAMM
LJUDUTMATNING FÖR VARJE LJUDFÄLTSPROGRAM
GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
ВОСПРОИЗВЕДЕНИЕ ЗВУЧАНИЯ ДЛЯ КАЖДОЙ ПРОГРАММЫ ЗВУКОВОГО ПОЛЯ
*1
/ / : OFF
*2
/ / : ON, PRIORITY: PRNS
*3
/ / : ON, PRIORITY: SB
Front left speaker Surround left speaker Surround back right speaker
Center speaker Surround right speaker Presence left speaker
Front right speaker Surround back left speaker Presence right speaker
Speaker from which sound is being output
Speaker from which no sound is being output
Program
Input source
2-channel audio
(monaural)
2-channel audio
(stereo)
5.1/6.1-channel
audio *
1
5.1/6.1-channel
audio *
2
5.1/6.1-channel
audio *
3
CLASSICAL
Hall in Munich
Hall in Vienna
Hall in
Amsterdam
Church in
Freiburg
Chamber
LIVE/CLUB
Village
Vanguard
Warehouse Loft
Cellar Club
The Roxy
Theatre
The Bottom Line
ENTERTAINMENT
Sports
Music Video
Recital/Opera
ENTERTAINMENT
Action Game
Roleplaying
Game
L
SL
SBR
C SR PL
R
SBL
PR
EX
PL x
EX
PL x
EX
PL x
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
ii
APPENDIX
MOVIE
STANDARD
(PRO LOGIC)
(Dolby Digital)
/
(DTS)
(Dolby Digital)
/
(DTS)
(Dolby Digital)
/
(DTS)
MOVIE
STANDARD
(PLII Movie)
(PLIIx Movie)
(Neo:6 Cinema)
PRIORITY: PRNS (Dolby Digital)
/
(DTS)
(Dolby Digital)
/
(DTS)
(Dolby Digital)
/
(DTS)
PRIORITY: SB
MOVIE
Spectacle
Sci-Fi
Adventure
Drama
Mono Movie
STEREO
2ch Stereo
Monaural playback
Program
Input source
2-channel audio
(monaural)
2-channel audio
(stereo)
5.1/6.1-channel
audio *
1
5.1/6.1-channel
audio *
2
5.1/6.1-channel
audio *
3
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
iii
STEREO
7ch Stereo
SURROUND DECODE
PRO LOGIC
PRO LOGIC Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
SURROUND DECODE
PLII Movie
PLII Music
PLII Game
Movie/Game Movie/Music/Game Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Music
Program
Input source
2-channel audio
(monaural)
2-channel audio
(stereo)
5.1/6.1-channel
audio *
1
5.1/6.1-channel
audio *
2
5.1/6.1-channel
audio *
3
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
iv
APPENDIX
SURROUND DECODE
PLIIx Movie
PLIIx Music
PLIIx Game
Movie/Game Movie/Music/Game Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Music
SURROUND DECODE
Neo:6 Cinema
Neo:6 Music
Cinema Cinema/Music Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Dolby Digital
/
DTS
Music
STRAIGHT
Monaural playback
PURE DIRECT
Monaural playback
Program
Input source
2-channel audio
(monaural)
2-channel audio
(stereo)
5.1/6.1-channel
audio *
1
5.1/6.1-channel
audio *
2
5.1/6.1-channel
audio *
3
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
L
PL
C
R
PR
SL
SBRSBL
SR
v
GNU GENERAL PUBLIC LICENSE
Version 2, June 1991
Copyright (C) 1989, 1991 Free Software Foundation, Inc. 59 Temple Place, Suite 330,
Boston, MA 02111-1307 USA Everyone is permitted to copy and distribute verbatim
copies of this license document, but changing it is not allowed.
Preamble
The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and
change it. By contrast, the GNU General Public License is intended to guarantee your
freedom to share and change free software–to make sure the software is free for all its
users. This General Public License applies to most of the Free Software Foundation’s
software and to any other program whose authors commit to using it. (Some other Free
Software Foundation software is covered by the GNU Library General Public License
instead.) You can apply it to your programs, too.
When we speak of free software, we are referring to freedom, not price. Our General
Public Licenses are designed to make sure that you have the freedom to distribute
copies of free software (and charge for this service if you wish), that you receive source
code or can get it if you want it, that you can change the software or use pieces of it in
new free programs; and that you know you can do these things.
To protect your rights, we need to make restrictions that forbid anyone to deny you
these rights or to ask you to surrender the rights. These restrictions translate to certain
responsibilities for you if you distribute copies of the software, or if you modify it.
For example, if you distribute copies of such a program, whether gratis or for a fee, you
must give the recipients all the rights that you have. You must make sure that they, too,
receive or can get the source code. And you must show them these terms so they know
their rights.
We protect your rights with two steps: (1) copyright the software, and (2) offer you this
license which gives you legal permission to copy, distribute and/or modify the software.
Also, for each author’s protection and ours, we want to make certain that everyone
understands that there is no warranty for this free software. If the software is modified
by someone else and passed on, we want its recipients to know that what they have is
not the original, so that any problems introduced by others will not reflect on the
original authors’ reputations.
Finally, any free program is threatened constantly by software patents. We wish to avoid
the danger that redistributors of a free program will individually obtain patent licenses,
in effect making the program proprietary. To prevent this, we have made it clear that any
patent must be licensed for everyones free use or not licensed at all.
The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow.
TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND
MODIFICATION
0. This License applies to any program or other work which contains a notice placed
by the copyright holder saying it may be distributed under the terms of this
General Public License. The “Program”, below, refers to any such program or
work, and a “work based on the Program” means either the Program or any
derivative work under copyright law: that is to say, a work containing the Program
or a portion of it, either verbatim or with modifications and/or translated into
another language. (Hereinafter, translation is included without limitation in the
term “modification”.) Each licensee is addressed as “you”.
Activities other than copying, distribution and modification are not covered by this
License; they are outside its scope. The act of running the Program is not restricted, and
the output from the Program is covered only if its contents constitute a work based on
the Program (independent of having been made by running the Program). Whether that
is true depends on what the Program does.
1. You may copy and distribute verbatim copies of the Program’s source code as you
receive it, in any medium, provided that you conspicuously and appropriately
publish on each copy an appropriate copyright notice and disclaimer of warranty;
keep intact all the notices that refer to this License and to the absence of any
warranty; and give any other recipients of the Program a copy of this License
along with the Program.
You may charge a fee for the physical act of transferring a copy, and you may at your
option offer warranty protection in exchange for a fee.
2. You may modify your copy or copies of the Program or any portion of it, thus
forming a work based on the Program, and copy and distribute such modifications
or work under the terms of Section 1 above, provided that you also meet all of
these conditions:
a) You must cause the modified files to carry prominent notices stating that you
changed the files and the date of any change.
b) You must cause any work that you distribute or publish, that in whole or in
part contains or is derived from the Program or any part thereof, to be
licensed as a whole at no charge to all third parties under the terms of this
License.
c) If the modified program normally reads commands interactively when run,
you must cause it, when started running for such interactive use in the most
ordinary way, to print or display an announcement including an appropriate
copyright notice and a notice that there is no warranty (or else, saying that
you provide a warranty) and that users may redistribute the program under
these conditions, and telling the user how to view a copy of this License.
(Exception: if the Program itself is interactive but does not normally print
such an announcement, your work based on the Program is not required to
print an announcement.)
These requirements apply to the modified work as a whole. If identifiable sections
of that work are not derived from the Program, and can be reasonably considered
independent and separate works in themselves, then this License, and its terms, do
not apply to those sections when you distribute them as separate works. But when
you distribute the same sections as part of a whole which is a work based on the
Program, the distribution of the whole must be on the terms of this License,
whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each
and every part regardless of who wrote it.
Thus, it is not the intent of this section to claim rights or contest your rights to work
written entirely by you; rather, the intent is to exercise the right to control the
distribution of derivative or collective works based on the Program.
In addition, mere aggregation of another work not based on the Program with the
Program (or with a work based on the Program) on a volume of a storage or distribution
medium does not bring the other work under the scope of this License.
3. You may copy and distribute the Program (or a work based on it, under Section 2)
in object code or executable form under the terms of Sections 1 and 2 above
provided that you also do one of the following:
a) Accompany it with the complete corresponding machine-readable source
code, which must be distributed under the terms of Sections 1 and 2 above on
a medium customarily used for software interchange; or,
b) Accompany it with a written offer, valid for at least three years, to give any
third party, for a charge no more than your cost of physically performing
source distribution, a complete machine-readable copy of the corresponding
source code, to be distributed under the terms of Sections 1 and 2 above on a
medium customarily used for software interchange; or,
c) Accompany it with the information you received as to the offer to distribute
corresponding source code. (This alternative is allowed only for
noncommercial distribution and only if you received the program in object
code or executable form with such an offer, in accord with Subsection b
above.)
The source code for a work means the preferred form of the work for making
modifications to it. For an executable work, complete source code means all the source
code for all modules it contains, plus any associated interface definition files, plus the
scripts used to control compilation and installation of the executable. However, as a
special exception, the source code distributed need not include anything that is normally
distributed (in either source or binary form) with the major components (compiler,
kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs, unless that
component itself accompanies the executable.
If distribution of executable or object code is made by offering access to copy from a
designated place, then offering equivalent access to copy the source code from the same
place counts as distribution of the source code, even though third parties are not
compelled to copy the source along with the object code.
4. You may not copy, modify, sublicense, or distribute the Program except as
expressly provided under this License. Any attempt otherwise to copy, modify,
sublicense or distribute the Program is void, and will automatically terminate
your rights under this License. However, parties who have received copies, or
rights, from you under this License will not have their licenses terminated so long
as such parties remain in full compliance.
5. You are not required to accept this License, since you have not signed it.
However, nothing else grants you permission to modify or distribute the Program
or its derivative works. These actions are prohibited by law if you do not accept
this License. Therefore, by modifying or distributing the Program (or any work
based on the Program), you indicate your acceptance of this License to do so, and
all its terms and conditions for copying, distributing or modifying the Program or
works based on it.
6. Each time you redistribute the Program (or any work based on the Program), the
recipient automatically receives a license from the original licensor to copy,
distribute or modify the Program subject to these terms and conditions. You may
not impose any further restrictions on the recipients’ exercise of the rights granted
herein. You are not responsible for enforcing compliance by third parties to this
License.
7. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or
for any other reason (not limited to patent issues), conditions are imposed on you
(whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the conditions of
this License, they do not excuse you from the conditions of this License. If you
cannot distribute so as to satisfy simultaneously your obligations under this
License and any other pertinent obligations, then as a consequence you may not
distribute the Program at all. For example, if a patent license would not permit
royalty-free redistribution of the Program by all those who receive copies directly
or indirectly through you, then the only way you could satisfy both it and this
License would be to refrain entirely from distribution of the Program.
If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular
circumstance, the balance of the section is intended to apply and the section as a whole
is intended to apply in other circumstances.
It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other
property right claims or to contest validity of any such claims; this section has the sole
purpose of protecting the integrity of the free software distribution system, which is
implemented by public license practices. Many people have made generous
contributions to the wide range of software distributed through that system in reliance
on consistent application of that system; it is up to the author/donor to decide if he or
she is willing to distribute software through any other system and a licensee cannot
impose that choice.
vi
APPENDIX
This section is intended to make thoroughly clear what is believed to be a consequence
of the rest of this License.
8. If the distribution and/or use of the Program is restricted in certain countries
either by patents or by copyrighted interfaces, the original copyright holder who
places the Program under this License may add an explicit geographical
distribution limitation excluding those countries, so that distribution is permitted
only in or among countries not thus excluded. In such case, this License
incorporates the limitation as if written in the body of this License.
9. The Free Software Foundation may publish revised and/or new versions of the
General Public License from time to time. Such new versions will be similar in
spirit to the present version, but may differ in detail to address new problems or
concerns.
Each version is given a distinguishing version number. If the Program specifies a
version number of this License which applies to it and “any later version”, you have the
option of following the terms and conditions either of that version or of any later
version published by the Free Software Foundation. If the Program does not specify a
version number of this License, you may choose any version ever published by the Free
Software Foundation.
10. If you wish to incorporate parts of the Program into other free programs whose
distribution conditions are different, write to the author to ask for permission. For
software which is copyrighted by the Free Software Foundation, write to the Free
Software Foundation; we sometimes make exceptions for this. Our decision will
be guided by the two goals of preserving the free status of all derivatives of our
free software and of promoting the sharing and reuse of software generally.
NO WARRANTY
11. BECAUSE THE PROGRAM IS LICENSED FREE OF CHARGE, THERE IS
NO WARRANTY FOR THE PROGRAM, TO THE EXTENT PERMITTED BY
APPLICABLE LAW. EXCEPT WHEN OTHERWISE STATED IN WRITING
THE COPYRIGHT HOLDERS AND/OR OTHER PARTIES PROVIDE THE
PROGRAM “AS IS” WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER
EXPRESSED OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE. THE ENTIRE RISK AS TO THE QUALITY AND
PERFORMANCE OF THE PROGRAM IS WITH YOU. SHOULD THE
PROGRAM PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL
NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION.
12. IN NO EVENT UNLESS REQUIRED BY APPLICABLE LAW OR AGREED
TO IN WRITING WILL ANY COPYRIGHT HOLDER, OR ANY OTHER
PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE PROGRAM AS
PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO YOU FOR DAMAGES, INCLUDING
ANY GENERAL, SPECIAL, INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL
DAMAGES ARISING OUT OF THE USE OR INABILITY TO USE THE
PROGRAM (INCLUDING BUT NOT LIMITED TO LOSS OF DATA OR
DATA BEING RENDERED INACCURATE OR LOSSES SUSTAINED BY
YOU OR THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE PROGRAM TO
OPERATE WITH ANY OTHER PROGRAMS), EVEN IF SUCH HOLDER OR
OTHER PARTY HAS BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGES.
END OF TERMS AND CONDITIONS
How to Apply These Terms to Your New Programs
If you develop a new program, and you want it to be of the greatest possible use to the
public, the best way to achieve this is to make it free software which everyone can
redistribute and change under these terms.
To do so, attach the following notices to the program. It is safest to attach them to the
start of each source file to most effectively convey the exclusion of warranty; and each
file should have at least the “copyright” line and a pointer to where the full notice is
found.
<one line to give the program’s name and a brief idea of what it does.>
Copyright (C) <year> <name of author>
This program is free software; you can redistribute it and/or modify it under the
terms of the GNU General Public License as published by the Free Software
Foundation; either version 2 of the License, or (at your option) any later version.
This program is distributed in the hope that it will be useful, but WITHOUT ANY
WARRANTY; without even the implied warranty of MERCHANTABILITY or
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the GNU General Public
License for more details.
You should have received a copy of the GNU General Public License along with
this program; if not, write to the Free Software Foundation, Inc., 59 Temple Place,
Suite 330, Boston, MA 02111-1307 USA.
Also add information on how to contact you by electronic and paper mail.
If the program is interactive, make it output a short notice like this when it starts in an
interactive mode:
Gnomovision version 69, Copyright (C) year name of author Gnomovision comes with
ABSOLUTELY NO WARRANTY; for details type ‘show w’. This is free software, and
you are welcome to redistribute it under certain conditions; type ‘show c’ for details.
The hypothetical commands ‘show w’ and ‘show c’ should show the appropriate parts
of the General Public License. Of course, the commands you use may be called
something other than ‘show w’ and ‘show c’; they could even be mouse-clicks or menu
items–whatever suits your program.
You should also get your employer (if you work as a programmer) or your school, if
any, to sign a “copyright disclaimer” for the program, if necessary. Here is a sample;
alter the names:
Yoyodyne, Inc., hereby disclaims all copyright interest in the program
‘Gnomovision’ (which makes passes at compilers) written by James Hacker.
<signature of Ty Coon>, 1 April 1989
Ty Coon, President of Vice
This General Public License does not permit incorporating your program into
proprietary programs. If your program is a subroutine library, you may consider it more
useful to permit linking proprietary applications with the library. If this is what you
want to do, use the GNU Library General Public License instead of this License.
GNU LESSER GENERAL PUBLIC LICENSE
Version 2.1, February 1999
Copyright (C) 1991, 1999 Free Software Foundation, Inc.
59 Temple Place, Suite 330, Boston, MA 02111-1307 USA
Everyone is permitted to copy and distribute verbatim copies of this license document,
but changing it is not allowed.
[This is the first released version of the Lesser GPL. It also counts as the successor of
the GNU Library Public License, version 2, hence the version number 2.1.]
Preamble
The licenses for most software are designed to take away your freedom to share and change
it. By contrast, the GNU General Public Licenses are intended to guarantee your freedom to
share and change free software–to make sure the software is free for all its users.
This license, the Lesser General Public License, applies to some specially designated
software packages–typically libraries–of the Free Software Foundation and other
authors who decide to use it. You can use it too, but we suggest you first think carefully
about whether this license or the ordinary General Public License is the better strategy
to use in any particular case, based on the explanations below.
When we speak of free software, we are referring to freedom of use, not price. Our General
Public Licenses are designed to make sure that you have the freedom to distribute copies of
free software (and charge for this service if you wish); that you receive source code or can
get it if you want it; that you can change the software and use pieces of it in new free
programs; and that you are informed that you can do these things.
To protect your rights, we need to make restrictions that forbid distributors to deny you
these rights or to ask you to surrender these rights. These restrictions translate to certain
responsibilities for you if you distribute copies of the library or if you modify it.
For example, if you distribute copies of the library, whether gratis or for a fee, you must
give the recipients all the rights that we gave you. You must make sure that they, too,
receive or can get the source code. If you link other code with the library, you must
provide complete object files to the recipients, so that they can relink them with the
library after making changes to the library and recompiling it. And you must show them
these terms so they know their rights.
We protect your rights with a two-step method: (1) we copyright the library, and (2) we
offer you this license, which gives you legal permission to copy, distribute and/or
modify the library.
To protect each distributor, we want to make it very clear that there is no warranty for
the free library. Also, if the library is modified by someone else and passed on, the
recipients should know that what they have is not the original version, so that the
original author’s reputation will not be affected by problems that might be introduced
by others.
Finally, software patents pose a constant threat to the existence of any free program. We
wish to make sure that a company cannot effectively restrict the users of a free program
by obtaining a restrictive license from a patent holder. Therefore, we insist that any
patent license obtained for a version of the library must be consistent with the full
freedom of use specified in this license.
Most GNU software, including some libraries, is covered by the ordinary GNU General
Public License. This license, the GNU Lesser General Public License, applies to certain
designated libraries, and is quite different from the ordinary General Public License. We
use this license for certain libraries in order to permit linking those libraries into non-
free programs.
When a program is linked with a library, whether statically or using a shared library, the
combination of the two is legally speaking a combined work, a derivative of the original
library. The ordinary General Public License therefore permits such linking only if the
entire combination fits its criteria of freedom. The Lesser General Public License
permits more lax criteria for linking other code with the library.
We call this license the “Lesser” General Public License because it does Less to protect the
user’s freedom than the ordinary General Public License. It also provides other free
software developers Less of an advantage over competing non-free programs. These
disadvantages are the reason we use the ordinary General Public License for many libraries.
However, the Lesser license provides advantages in certain special circumstances.
For example, on rare occasions, there may be a special need to encourage the widest
possible use of a certain library, so that it becomes a de-facto standard. To achieve this,
non-free programs must be allowed to use the library. A more frequent case is that a free
library does the same job as widely used non-free libraries. In this case, there is little to
gain by limiting the free library to free software only, so we use the Lesser General
Public License.
vii
In other cases, permission to use a particular library in non-free programs enables a
greater number of people to use a large body of free software. For example, permission
to use the GNU C Library in non-free programs enables many more people to use the
whole GNU operating system, as well as its variant, the GNU/Linux operating system.
Although the Lesser General Public License is Less protective of the users’ freedom, it
does ensure that the user of a program that is linked with the Library has the freedom
and the wherewithal to run that program using a modified version of the Library.
The precise terms and conditions for copying, distribution and modification follow. Pay
close attention to the difference between a “work based on the library” and a “work that
uses the library”. The former contains code derived from the library, whereas the latter
must be combined with the library in order to run.
TERMS AND CONDITIONS FOR COPYING, DISTRIBUTION AND
MODIFICATION
0. This License Agreement applies to any software library or other program which
contains a notice placed by the copyright holder or other authorized party saying
it may be distributed under the terms of this Lesser General Public License (also
called “this License”). Each licensee is addressed as “you”.
A “library” means a collection of software functions and/or data prepared so as to be
conveniently linked with application programs (which use some of those functions and
data) to form executables.
The “Library”, below, refers to any such software library or work which has been
distributed under these terms. A “work based on the Library” means either the Library
or any derivative work under copyright law: that is to say, a work containing the Library
or a portion of it, either verbatim or with modifications and/or translated
straightforwardly into another language. (Hereinafter, translation is included without
limitation in the term “modification”.)
“Source code” for a work means the preferred form of the work for making
modifications to it. For a library, complete source code means all the source code for all
modules it contains, plus any associated interface definition files, plus the scripts used
to control compilation and installation of the library.
Activities other than copying, distribution and modification are not covered by this
License; they are outside its scope. The act of running a program using the Library is
not restricted, and output from such a program is covered only if its contents constitute
a work based on the Library (independent of the use of the Library in a tool for writing
it). Whether that is true depends on what the Library does and what the program that
uses the Library does.
1. You may copy and distribute verbatim copies of the Library’s complete source
code as you receive it, in any medium, provided that you conspicuously and
appropriately publish on each copy an appropriate copyright notice and
disclaimer of warranty; keep intact all the notices that refer to this License and to
the absence of any warranty; and distribute a copy of this License along with the
Library.
You may charge a fee for the physical act of transferring a copy, and you may at your
option offer warranty protection in exchange for a fee.
2. You may modify your copy or copies of the Library or any portion of it, thus
forming a work based on the Library, and copy and distribute such modifications
or work under the terms of Section 1 above, provided that you also meet all of
these conditions:
a) The modified work must itself be a software library.
b) You must cause the files modified to carry prominent notices stating that you
changed the files and the date of any change.
c) You must cause the whole of the work to be licensed at no charge to all third
parties under the terms of this License.
d) If a facility in the modified Library refers to a function or a table of data to be
supplied by an application program that uses the facility, other than as an
argument passed when the facility is invoked, then you must make a good
faith effort to ensure that, in the event an application does not supply such
function or table, the facility still operates, and performs whatever part of its
purpose remains meaningful.
(For example, a function in a library to compute square roots has a purpose that is
entirely well-defined independent of the application. Therefore, Subsection 2d requires
that any application-supplied function or table used by this function must be optional: if
the application does not supply it, the square root function must still compute square
roots.)
These requirements apply to the modified work as a whole. If identifiable sections of
that work are not derived from the Library, and can be reasonably considered
independent and separate works in themselves, then this License, and its terms, do not
apply to those sections when you distribute them as separate works. But when you
distribute the same sections as part of a whole which is a work based on the Library, the
distribution of the whole must be on the terms of this License, whose permissions for
other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless of
who wrote it.
Thus, it is not the intent of this section to claim rights or contest your rights to work
written entirely by you; rather, the intent is to exercise the right to control the
distribution of derivative or collective works based on the Library.
In addition, mere aggregation of another work not based on the Library with the Library
(or with a work based on the Library) on a volume of a storage or distribution medium
does not bring the other work under the scope of this License.
3. You may opt to apply the terms of the ordinary GNU General Public License
instead of this License to a given copy of the Library. To do this, you must alter all
the notices that refer to this License, so that they refer to the ordinary GNU
General Public License, version 2, instead of to this License. (If a newer version
than version 2 of the ordinary GNU General Public License has appeared, then
you can specify that version instead if you wish.) Do not make any other change
in these notices.
Once this change is made in a given copy, it is irreversible for that copy, so the ordinary
GNU General Public License applies to all subsequent copies and derivative works
made from that copy.
This option is useful when you wish to copy part of the code of the Library into a
program that is not a library.
4. You may copy and distribute the Library (or a portion or derivative of it, under
Section 2) in object code or executable form under the terms of Sections 1 and 2
above provided that you accompany it with the complete corresponding machine-
readable source code, which must be distributed under the terms of Sections 1 and
2 above on a medium customarily used for software interchange.
If distribution of object code is made by offering access to copy from a designated
place, then offering equivalent access to copy the source code from the same place
satisfies the requirement to distribute the source code, even though third parties are not
compelled to copy the source along with the object code.
5. A program that contains no derivative of any portion of the Library, but is
designed to work with the Library by being compiled or linked with it, is called a
“work that uses the Library”. Such a work, in isolation, is not a derivative work of
the Library, and therefore falls outside the scope of this License.
However, linking a “work that uses the Library” with the Library creates an executable
that is a derivative of the Library (because it contains portions of the Library), rather
than a “work that uses the library”. The executable is therefore covered by this License.
Section 6 states terms for distribution of such executables.
When a “work that uses the Library” uses material from a header file that is part of the
Library, the object code for the work may be a derivative work of the Library even
though the source code is not. Whether this is true is especially significant if the work
can be linked without the Library, or if the work is itself a library. The threshold for this
to be true is not precisely defined by law.
If such an object file uses only numerical parameters, data structure layouts and
accessors, and small macros and small inline functions (ten lines or less in length), then
the use of the object file is unrestricted, regardless of whether it is legally a derivative
work. (Executables containing this object code plus portions of the Library will still fall
under Section 6.)
Otherwise, if the work is a derivative of the Library, you may distribute the object code
for the work under the terms of Section 6. Any executables containing that work also
fall under Section 6, whether or not they are linked directly with the Library itself.
6. As an exception to the Sections above, you may also combine or link a “work that
uses the Library” with the Library to produce a work containing portions of the
Library, and distribute that work under terms of your choice, provided that the
terms permit modification of the work for the customer’s own use and reverse
engineering for debugging such modifications.
You must give prominent notice with each copy of the work that the Library is used in it
and that the Library and its use are covered by this License. You must supply a copy of
this License. If the work during execution displays copyright notices, you must include
the copyright notice for the Library among them, as well as a reference directing the
user to the copy of this License. Also, you must do one of these things:
a) Accompany the work with the complete corresponding machine-readable
source code for the Library including whatever changes were used in the
work (which must be distributed under Sections 1 and 2 above); and, if the
work is an executable linked with the Library, with the complete machine-
readable “work that uses the Library”, as object code and/or source code, so
that the user can modify the Library and then relink to produce a modified
executable containing the modified Library. (It is understood that the user
who changes the contents of definitions files in the Library will not
necessarily be able to recompile the application to use the modified
definitions.)
b) Use a suitable shared library mechanism for linking with the Library. A
suitable mechanism is one that (1) uses at run time a copy of the library
already present on the user’s computer system, rather than copying library
functions into the executable, and (2) will operate properly with a modified
version of the library, if the user installs one, as long as the modified version
is interface-compatible with the version that the work was made with.
c) Accompany the work with a written offer, valid for at least three years, to give
the same user the materials specified in Subsection 6a, above, for a charge no
more than the cost of performing this distribution.
d) If distribution of the work is made by offering access to copy from a
designated place, offer equivalent access to copy the above specified
materials from the same place.
e) Verify that the user has already received a copy of these materials or that you
have already sent this user a copy.
For an executable, the required form of the “work that uses the Library” must include
any data and utility programs needed for reproducing the executable from it. However,
as a special exception, the materials to be distributed need not include anything that is
normally distributed (in either source or binary form) with the major components
(compiler, kernel, and so on) of the operating system on which the executable runs,
unless that component itself accompanies the executable.
viii
APPENDIX
It may happen that this requirement contradicts the license restrictions of other
proprietary libraries that do not normally accompany the operating system. Such a
contradiction means you cannot use both them and the Library together in an executable
that you distribute.
7. You may place library facilities that are a work based on the Library side-by-side
in a single library together with other library facilities not covered by this License,
and distribute such a combined library, provided that the separate distribution of
the work based on the Library and of the other library facilities is otherwise
permitted, and provided that you do these two things:
a) Accompany the combined library with a copy of the same work based on the
Library, uncombined with any other library facilities. This must be distributed
under the terms of the Sections above.
b) Give prominent notice with the combined library of the fact that part of it is a
work based on the Library, and explaining where to find the accompanying
uncombined form of the same work.
8. You may not copy, modify, sublicense, link with, or distribute the Library except
as expressly provided under this License. Any attempt otherwise to copy, modify,
sublicense, link with, or distribute the Library is void, and will automatically
terminate your rights under this License. However, parties who have received
copies, or rights, from you under this License will not have their licenses
terminated so long as such parties remain in full compliance.
9. You are not required to accept this License, since you have not signed it.
However, nothing else grants you permission to modify or distribute the Library
or its derivative works. These actions are prohibited by law if you do not accept
this License. Therefore, by modifying or distributing the Library (or any work
based on the Library), you indicate your acceptance of this License to do so, and
all its terms and conditions for copying, distributing or modifying the Library or
works based on it.
10. Each time you redistribute the Library (or any work based on the Library), the
recipient automatically receives a license from the original licensor to copy,
distribute, link with or modify the Library subject to these terms and conditions.
You may not impose any further restrictions on the recipients’ exercise of the
rights granted herein. You are not responsible for enforcing compliance by third
parties with this License.
11. If, as a consequence of a court judgment or allegation of patent infringement or
for any other reason (not limited to patent issues), conditions are imposed on you
(whether by court order, agreement or otherwise) that contradict the conditions of
this License, they do not excuse you from the conditions of this License. If you
cannot distribute so as to satisfy simultaneously your obligations under this
License and any other pertinent obligations, then as a consequence you may not
distribute the Library at all. For example, if a patent license would not permit
royalty-free redistribution of the Library by all those who receive copies directly
or indirectly through you, then the only way you could satisfy both it and this
License would be to refrain entirely from distribution of the Library.
If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any particular
circumstance, the balance of the section is intended to apply, and the section as a whole
is intended to apply in other circumstances.
It is not the purpose of this section to induce you to infringe any patents or other
property right claims or to contest validity of any such claims; this section has the sole
purpose of protecting the integrity of the free software distribution system which is
implemented by public license practices. Many people have made generous
contributions to the wide range of software distributed through that system in reliance
on consistent application of that system; it is up to the author/donor to decide if he or
she is willing to distribute software through any other system and a licensee cannot
impose that choice.
This section is intended to make thoroughly clear what is believed to be a consequence
of the rest of this License.
12. If the distribution and/or use of the Library is restricted in certain countries either
by patents or by copyrighted interfaces, the original copyright holder who places
the Library under this License may add an explicit geographical distribution
limitation excluding those countries, so that distribution is permitted only in or
among countries not thus excluded. In such case, this License incorporates the
limitation as if written in the body of this License.
13. The Free Software Foundation may publish revised and/or new versions of the
Lesser General Public License from time to time. Such new versions will be
similar in spirit to the present version, but may differ in detail to address new
problems or concerns.
Each version is given a distinguishing version number. If the Library specifies a version
number of this License which applies to it and “any later version”, you have the option
of following the terms and conditions either of that version or of any later version
published by the Free Software Foundation. If the Library does not specify a license
version number, you may choose any version ever published by the Free Software
Foundation.
14. If you wish to incorporate parts of the Library into other free programs whose
distribution conditions are incompatible with these, write to the author to ask for
permission. For software which is copyrighted by the Free Software Foundation,
write to the Free Software Foundation; we sometimes make exceptions for this.
Our decision will be guided by the two goals of preserving the free status of all
derivatives of our free software and of promoting the sharing and reuse of
software generally.
NO WARRANTY
15. BECAUSE THE LIBRARY IS LICENSED FREE OF CHARGE, THERE IS NO
WARRANTY FOR THE LIBRARY, TO THE EXTENT PERMITTED BY
APPLICABLE LAW. EXCEPT WHEN OTHERWISE STATED IN WRITING
THE COPYRIGHT HOLDERS AND/OR OTHER PARTIES PROVIDE THE
LIBRARY “AS IS” WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER
EXPRESSED OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE
IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE. THE ENTIRE RISK AS TO THE QUALITY AND
PERFORMANCE OF THE LIBRARY IS WITH YOU. SHOULD THE
LIBRARY PROVE DEFECTIVE, YOU ASSUME THE COST OF ALL
NECESSARY SERVICING, REPAIR OR CORRECTION.
16. IN NO EVENT UNLESS REQUIRED BY APPLICABLE LAW OR AGREED
TO IN WRITING WILL ANY COPYRIGHT HOLDER, OR ANY OTHER
PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE LIBRARY AS
PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO YOU FOR DAMAGES, INCLUDING
ANY GENERAL, SPECIAL, INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL
DAMAGES ARISING OUT OF THE USE OR INABILITY TO USE THE
LIBRARY (INCLUDING BUT NOT LIMITED TO LOSS OF DATA OR DATA
BEING RENDERED INACCURATE OR LOSSES SUSTAINED BY YOU OR
THIRD PARTIES OR A FAILURE OF THE LIBRARY TO OPERATE WITH
ANY OTHER SOFTWARE), EVEN IF SUCH HOLDER OR OTHER PARTY
HAS BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES.
END OF TERMS AND CONDITIONS
How to Apply These Terms to Your New Libraries
If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible use to the
public, we recommend making it free software that everyone can redistribute and
change. You can do so by permitting redistribution under these terms (or, alternatively,
under the terms of the ordinary General Public License).
To apply these terms, attach the following notices to the library. It is safest to attach
them to the start of each source file to most effectively convey the exclusion of
warranty; and each file should have at least the “copyright” line and a pointer to where
the full notice is found.
<one line to give the library’s name and a brief idea of what it does.>
Copyright (C) <year> <name of author>
This library is free software; you can redistribute it and/or modify it under the
terms of the GNU Lesser General Public License as published by the Free
Software Foundation; either version 2.1 of the License, or (at your option) any
later version.
This library is distributed in the hope that it will be useful, but WITHOUT ANY
WARRANTY; without even the implied warranty of MERCHANTABILITY or
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the GNU Lesser General
Public License for more details.
You should have received a copy of the GNU Lesser General Public License
along with this library; if not, write to the Free Software Foundation, Inc., 59
Temple Place, Suite 330, Boston, MA 02111-1307 USA
Also add information on how to contact you by electronic and paper mail.
You should also get your employer (if you work as a programmer) or your school, if
any, to sign a “copyright disclaimer” for the library, if necessary. Here is a sample; alter
the names:
Yoyodyne, Inc., hereby disclaims all copyright interest in the library ‘Frob’ (a
library for tweaking knobs) written by James Random Hacker.
<signature of Ty Coon>, 1 April 1990
Ty Coon, President of Vice
That’s all there is to it!
ix
LIST OF REMOTE CONTROL CODES
LISTE DES CODES DE COMMANDE
LISTE DER FERNBEDIENUNGSCODES
LISTA ÖVER FJÄRRSTYRNINGSKODER
LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES
СПИСОК КОДОВ ДИСТАНЦИОННОГО УПРАВЛЕНИЯ
CABLE
ABC 0030, 0035
AMERICAST 0926
BELL SOUTH 0926
BIRMINGHAM CABLE
COMMUNICATIONS
0303
BRITISH TELECOM 0030
CABLE & WIRELESS
1095
DAERYUNG 0035, 0504, 0904,
1904
DIRECTOR 0503
FILMNET 0470
GENERAL INSTRUMENT
0030, 0303, 0503,
0837,
GOLDSTAR 0171
HAMLIN 0036, 0300
JERROLD 0030, 0303, 0503,
0837
LG 0171
MNET 0470
MEMOREX 0027
MOTOROLA 0303, 0503, 0837,
1133
NTL 1095
NOOS 0844
ONO 1095
PVP STEREO VISUAL MATRIX
0030
PACE 0264, 1087, 1095
PANASONIC 0027, 0035, 0134
PARAGON 0027
PHILIPS 0332, 0344
PIONEER 0171, 0560, 0904,
1904
PULSAR 0027
QUASAR 0027
REGAL 0300, 0306
RUNCO 0027
SAGEM 0844
SAMSUNG 0027, 0171
SCIENTIFIC ATLANTA
0035, 0504, 0904,
1904
SONY 1033
STARCOM 0030
SUPERCABLE 0303
TS 0030
TELE+1 0470
TELEWEST 1095
TORX 0030
TOSHIBA 0027
TRANS PX 0303
UNITED CABLE 0030
ZENITH 0027, 0552, 0926
CD PLAYER
AIWA 0184
ARCAM 0184
AUDIO RESEARCH 0184
AUDIO TON 0184
AUDIOLAB 0184
AUDIOMECA 0184
CAIRN 0184
CALIFORNIA AUDIO LABS
0056
CARVER 0184, 0206
CYRUS 0184
DKK 0027
DMX ELECTRONICS
0184
DENON 0900
DYNAMIC BASS 0206
EMERSON 0332
FISHER 0206
GENEXXA 0059, 0332
GOODMANS 0332
GRUNDIG 0184
HARMAN/KARDON
0184, 0200
HITACHI 0059
JVC 0099
KENWOOD 0055, 0064
KRELL 0184
LXI 0332
LINN 0184
MCS 0056
MAGNAVOX 0184, 0332
MARANTZ 0056, 0184
MATSUI 0184
MEMOREX 0332
MERIDIAN 0184
MICROMEGA 0184
MIRO 0027
MISSION 0184
MYRYAD 0184
NAD 0027
NSM 0184
NAIM 0184
OPTIMUS 0027, 0059, 0064,
0206, 0332
PANASONIC 0056
PHILIPS 0184
PIONEER 0059, 0332
POLK AUDIO 0184
PROTON 0184
QED 0184
QUAD 0184
QUASAR 0056
RCA 0059, 0206, 0332
REALISTIC 0206
REVOX 0184
ROTEL 0184
SAE 0184
SANSUI 0184, 0332
SANYO 0206
SCOTT 0332
SEARS 0332
SHARP 0064
SIMAUDIO 0184
SONIC FRONTIERS 0184
SONY 0027
SYMPHONIC 0332
TAG MCLAREN 0184
TANDY 0059
TECHNICS 0056
THORENS 0184
THULE 0184
UNIVERSUM 0184
VICTOR 0099
WARDS 0184
YAMAHA 2300, 2301
CD RECORDER
KENWOOD 0653
MARANTZ 0653
PHILIPS 0653
YAMAHA 2400
DVD PLAYER
ACOUSTIC SOLUTIONS
0757
ALBA 0744
AMSTRAD 0740
APEX DIGITAL 0699, 0744,
0782, 0821, 0823,
0857, 1127
BLAUPINKT 0744
BLUE PARADE 0598
BUSH 0740
CENTREX 0699
CLATRONIC 0815
CYBERHOME 0741
DVD2000 0548
DAEWOO 0811, 0797
DANSAI 0797
DECCA 0797
DENON 0517
DIAMOND 0795
DIGITREX 0699
EMERSON 0618
ENTERPRISE 0618
FISHER 0697
GE 0549, 0744
GO VIDEO 0742
GOLDSTAR 0768
GRADIENTE 0678
GREENHILL 0744
GRUNDIG 0566
HITACHI 0600, 0691
HITEKER 0699
JVC 0585, 0650
KLH 0744
KENWOOD 0517, 0561
KOSS 0678
LG 0768
LIMIT 0795
MAGNAVOX 0530, 0702
MARANTZ 0566
MEMOREX 0858
MICO 0750
MICROSOFT 0549
MINTEK 0744
MITSUBISHI 0548
MUSTEK 0757
NESA 0744
ONKYO 0530
ORITRON 0678
PALSONIC 0699
PANASONIC 0517, 0659, 1389
PHILIPS 0530, 0566, 0673,
0881
PIONEER 0552, 0598, 0658,
0659
POLK AUDIO 0566
PROSCAN 0549
QWESTAR 0678
RCA 0549, 0598, 0744
ROTEL 0650
SM ELECTRONIC 0757
SAMSUNG 0600
SANYO 0697
SHARP 0657
SHERWOOD 0797
SHINSONIC 0560
SLIM ART 0811
SONY 0560, 0891
SYLVANIA 0702
TATUNG 0797
TEAC 0598, 0744
TECHNICS 0517
THETA DIGITAL 0598
THOMSON 0549
TOSHIBA 0530
URBAN CONCEPTS 0530
XBOX 0549
YAMAHA 0517, 0566, 0572,
2100
ZENITH 0530, 0618, 0768
ZEUS 0811
DVD RECORDER
HITACHI 2815
PANASONIC 2800, 2801, 2802
PHILIPS 2808
PIONEER 2804, 2805, 2806
SHARP 2812, 2813
SONY 2809, 2810, 2811
TOSHIBA 2803
VICTOR 2814
YAMAHA 2807
x
APPENDIX
LD PLAYER
CARVER 0091
DENON 0086
MARANTZ 0091
MITSUBISHI 0086
NAD 0086
NAGSMI 0086
OPTIMUS 0086
PHILIPS 0091
PIONEER 0086
SALORA 0091
SONY 0228
TELEFUNKEN 0086
YAMAHA 2200
MD RECORDER
KENWOOD 0708
ONKYO 0895
SHARP 0888
SONY 0517
YAMAHA 2500, 2501, 2502
RECEIVER (TUNER)
ADC 0558
AIWA 0185, 1116, 1415,
1432, 1668
ALCO 1417
ANAM 1636
APEX DIGITAL 1284
AUDIOLAB 1216
AUDIOTRONIC 1216
AUDIOVOX 1417
BOSE 1256
CAMBRIDGE SOUNDWORKS
1397
CAPETRONIC 0558
CARVER 1116, 1216
CENTREX 1284
DENON 1387
FERGUSON 0558
FINE ARTS 1216
GRUNDIG 1216
HARMAN/KARDON
0137, 1331
INTEGRA 0162, 1325
JBL 0137, 1333
JVC 0101, 0558, 1401,
1522
KLH 1417, 1439
KENWOOD 1054, 1340
MCS 0066
MAGNAVOX 0558, 1116, 1216,
1296,
MARANTZ 0066, 1116, 1216,
1316
MICROMEGA 1216
MUSICMAGIC 1116
MYRYAD 1216
NAD 0347
NORCENT 1416
ONKYO 0162, 0869, 1325
OPTIMUS 0558, 1050
PANASONIC 0066, 1315, 1545,
1790
PHILIPS 1116, 1216, 1293,
1295, 1296, 1310,
1316
PIONEER 0041, 0558, 1050,
1411
POLK AUDIO 1316
PROSCAN 1281
QUASAR 0066
RCA 0558, 1050, 1281,
1417, 1636,
SABA 0558
SANSUI 1116
SCHNEIDER 0558
SONY 0185, 1085, 1185,
1685, 1785
STEREOPHONICS 1050
SUNFIRE 1340
TEAC 1417
TECHNICS 0066, 1335, 1336,
1545
TELEFUNKEN 0558
THOMSON 1281
THORENS 1216
UHER 0558
VENTURER 1417
VICTOR 0101
WARDS 0041, 0185
YAMAHA 0203, 1203, 1358,
2601
(TUNER ID1) 2602
(TUNER ID2) 2603
(iPod) 2606
(NET) 2607
SATELLITE TUNER
@SAT 1327
ABSAT 0150
ALBA 0482
ALPHASTAR 0799
AMSTRAD 0874
ASTON 0169, 1156
ASTRO 0200
ATSAT 1327
AVALON 0423
BLAUPUNKT 0200
BRITISH SKY BROADCASTING
0874, 1202
CANAL DIGITAL 0880
CANAL SATELLITE 0880
CANAL+ 0880
CHAPARRAL 0243
CITYCOM 1203
CONNEXIONS 0423
CROSSDIGITAL 1136
CYRUS 0227
D-BOX 0750, 1154
DMT 1102
DNT 0227, 0423
DAERYUNG 0423
DAEWOO 1323
DIGENIUS 0326
DIRECTV 0274, 0419, 0593,
0666, 0751, 0776,
0846, 1103, 1136,
1169, 1776, 1883
DISH NETWORK SYSTEM
0802, 1032
DISHPRO 0802, 1032
DISTRATEL 0111
DREAM MULTIMEDIA
1264
ECHOSTAR 0194, 0423, 0637,
0802, 0880, 0898,
1032, 1113
ENGEL 1044
EXPRESSVU 0802
FTE 0890
FINLUX 0482
FRACARRO 0898
FUBA 0423
GE 0593
GOI 0802
GALAXIS 0890, 1138
GENERAL INSTRUMENT
0896
GOLD BOX 0880
GRUNDIG 0200, 0874
HTS 0802
HIRSCHMANN 0200, 0423
HITACHI 0482, 0846
HUGHES NETWORK SYSTEM
0776, 1169, 1776
HUMAX 0890, 1203
INVIDEO 0898
JVC 0802
KATHREIN 0150, 0200, 0227,
0276, 0685, 1248
KREISELMEYER 0200
LABGEAR 1323
LOGIX 1044
LORENZEN 0326
MAGNAVOX 0749, 0751
MANHATTAN 0482, 1044,
1110
MARANTZ 0227
MEDIASAT 0880
MEMOREX 0751
METRONIC 0111
MITSUBISHI 0776
MOTOROLA 0896
MYRYAD 0227
NEXT LEVEL 0896
NOKIA 0482, 0750, 0778,
1154, 1250, 1750
OCTALTV 1032
ORBITECH 1127
PACE 0482, 0874, 1202,
1350
PANASONIC 0274, 0728, 0874,
1347
PANDA 0482
PAYSAT 0751
PHILIPS 0160, 0227, 0482,
0749, 0751, 0776,
0880, 1103, 1169,
1776
PIONEER 0880
PROMAX 0482
PROSCAN 0419, 0593
RCA 0170, 0419, 0593,
0882
RFT 0227
RADIOSHACK 0896
RADIOLA 0227
RADIX 0423
SKY 0874, 0883, 1202
SM ELECTRONIC 1227
SABRE 0482
SAGEM 0847, 1141, 1280
SAMSUNG 1044, 1136, 1303,
1319
SAT CONTROL 1327
SATSTATION 1110
SCHWAIGER 1138
SEEMANN 0423
SIEMENS 0200
SONY 0666, 0874, 1666
STAR CHOICE 0896
STRONG 1327
TPS 0847, 1280
TANTEC 0482
TECHNISAT 1126, 1127
TELESTAR 1127
THOMSON 0482, 0880, 1073,
1318
TOPFIELD 1233
TOSHIBA 0776, 0817, 1776
ULTIMATETV 0419, 0666
UNIDEN 0749, 0751
UNIVERSUM 0200
VENTANA 0227
WISI 0200, 0423, 0482
XSAT 0150
ZEHNDER 1102
ZENITH 0883, 1883
TAPE DECK
AIWA 0056
CARVER 0056
GRUNDIG 0056
HARMAN/KARDON
0056
MAGNAVOX 0056
MARANTZ 0056
MYRYAD 0056
OPTIMUS 0054
PHILIPS 0056
PIONEER 0054
POLK AUDIO 0056
RCA 0054
REVOX 0056
SANSUI 0056
SONY 0270
THORENS 0056
WARDS 0054
YAMAHA 2700,2701
TV
AGB 0543
AOC 0036, 0057, 0087,
0119, 0120, 0135,
0205, 0207, 0478
ASA 0131
AWA 0036
ACURA 0036
ADDISON 0119, 0135, 0680
ADMIRAL 0120, 0190, 0490
ADVENT 0788
AIKO 0119
AKAI 0036, 0057, 0235,
0388, 0543, 0729,
0839
AKURA 0291
ALBA 0036, 0064, 0398,
0695
AMERICA ACTION 0207
AMPRO 0778
AMSTRAD 0036, 0064, 0198,
0398, 0439, 0460,
0543
ANAM 0036, 0207, 0277
ANAM NATIONAL 0277, 0677
ANITECH 0036
APEX DIGITAL 0775, 0792,
0794
AUDIOSONIC 0064, 0136
BANG & OLUFSEN 0592
BASIC 0036
BAUR 0064, 0388, 0539
BAYSONIC 0207
BEAUMARK 0205
BEKO 0397, 0513, 0741,
0742
BELL & HOWELL 0181
BEON 0064
BLAUPUNKT 0222
BLUE SKY 0695, 1064
BONDSTEC 0274
BRADFORD 0207
BRANDT 0136, 0362
xi
BROKSONIC 0263, 0490
BUSH 0036, 0064, 0398,
0401, 0695, 1064
CCE 0064
CGE 0274
CTC 0274
CXC 0207
CANDLE 0057
CARNIVALE 0057
CARVER 0081, 0197
CASCADE 0036
CATHAY 0064
CELEBRITY 0027
CELERA 0792
CENTURION 0064
CHANGHONG 0792
CHING TAI 0036, 0119
CHUN YUN 0027, 0036, 0119,
0207
CHUNG HSIN 0080, 0135, 0207
CIMLINE 0036
CINERAL 0119, 0478
CITIZEN 0057, 0087, 0119
CLARION 0207
CLARIVOX 0064
CLATRONIC 0274, 0397
CONDOR 0347, 0397
CONRAC 0835
CONTEC 0036, 0207
CRAIG 0207
CROSLEY 0081
CROWN 0036, 0064, 0207,
0397, 0445
CURTIS MATHES 0057, 0074,
0081, 0087, 0120,
0172, 0181, 0193,
0478, 0729, 1174,
1374
DAEWOO 0036, 0057, 0064,
0119, 0135, 0181,
0197, 0205, 0207,
0401, 0478, 0650,
0661, 1688
DANSAI 0064
DAYTON 0036
DE GRAAF 0235, 0575
DECCA 0064, 0543
DENON 0172
DIGATRON 0064
DIXI 0036, 0064
DUMONT 0044
DWIN 0747, 0801
ECE 0064
ELBE 0286
ELECTROBAND 0027
ELIN 0064, 0575
ELITE 0347
ELTA 0036
EMERSON 0181, 0205, 0207,
0263, 0388, 0490,
0650
ENVISION 0057,0840
EPSON 0860
ERRES 0064
ETHER 0036, 0057
ETRON 0036
EUROPHON 0543
FERGUSON 0064, 0100, 0136,
0265, 0314, 0362,
0587
FIDELITY 0388
FINLANDIA 0235, 0373
FINLUX 0064, 0131, 0132,
0373, 0543
FIRSTAR 0036, 0263
FIRSTLINE 0036, 0274, 0695
FISHER 0131, 0181, 0235,
0397
FLINT 0482
FORMENTI 0064, 0347
FORTRESS 0120
FRONTECH 0190, 0274, 0291
FUJITSU 0710, 0836
FUNAI 0207, 0198, 0291
FUTURETECH 0207
GE 0057, 0074, 0078,
0119, 0205, 0207,
0478, 0587, 1174,
1374, 1481
GEC 0064, 0543
GATEWAY 1782, 1783
GELOSO 0036
GENEXXA 0190
GIBRALTER 0044, 0057
GOLDSTAR 0057, 0064, 0136,
0181, 0205, 0404
GOODMANS 0064, 0398, 0401,
0661
GOREMJE 0397
GRADIENTE 0080, 0197
GRAETZ 0190, 0388
GRANADA 0064, 0235, 0366,
0543
GRANDIN 0637
GRUNDIG 0064, 0222, 0514,
0583, 0614
GRUNPY 0207
HCM 0036, 0439
HALLMARK 0205
HANKOOK 0057, 0205, 0207
HANSEATIC 0064, 0347, 0388,
0455, 0583
HANTAREX 0543
HARMAN/KARDON 0081
HARVARD 0207
HAVERMY 0120
HELLO KITTY 0478
HINARI 0036, 0064
HISAWA 0482
HITACHI 0036, 0057, 0119,
0132, 0136, 0172,
0190, 0205, 0252,
0383, 0508, 0575,
0605, 1172, 1283
HUA TUN 0036
HUANYU 0401
HYPSON 0064, 0291
ICE 0291, 0398
ITS 0398
ITT 0190, 0388, 0575
IMPERIAL 0274, 0397, 0445
INDIANA 0064
INFINITY 0081
INGELEN 0190
INNO HIT 0543
INNOVA 0064
INTEQ 0044
INTERFUNK 0064, 0190, 0274,
0388, 0539
INTERVISION 0064, 0291,
0404
JBL 0081
JCB 0027
JVC 0080, 0398, 0490,
0680, 0710
JEAN 0036, 0078, 0119,
0183, 0263
JENSEN 0788
KEC 0207
KTV 0057, 0207
KAISUI 0036
KAPSCH 0190
KARCHER 0637
KATHREIN 0583
KENDO 0064
KENWOOD 0057
KNEISSEL 0286, 0462
KOLIN 0080, 0135, 0207
KORPEL 0064
KOYODA 0036
L&S ELECTRONIC 0835
LG 0057, 0064, 0087,
0135, 0205, 0741
LXI 0074, 0081, 0181,
0183, 0205
LEYCO 0064, 0291
LIESENK & TTER 0064
LOEWE 0539
LUXOR 0383, 0388
M ELECTRONIC 0036, 0064,
0131, 0132, 0136,
0190, 0314, 0373,
0401, 0507
MGA 0057, 0177, 0205
MTC 0057, 0087, 0539
MAGNADYNE 0274, 0543
MAGNAFON 0543
MAGNAVOX 0057, 0081, 1281,
1481
MANESTH 0291, 0347
MARANTZ 0057, 0064, 0081,
0583
MARK 0064
MATSUI 0036, 0064, 0235,
0398, 0514, 0543
MATSUSHITA 0277, 0677
MEDIATOR 0064
MEDION 0695, 0835, 1064
MEGATRON 0172, 0205
MEMOREX 0036, 0177, 0181,
0205, 0277, 0490,
1064
METZ 0474
MICROMAXX 0835
MICROSTAR 0835
MIDLAND 0044, 0074, 0078
MINERVA 0514
MINOKA 0439
MITSUBISHI 0057, 0120, 0135,
0177, 0181, 0205,
0207, 0263, 0277,
0539, 0863, 1277
MIVAR 0318,0319, 0543,
0636
MOTOROLA 0120
MULTITECH 0036, 0207
MYRYAD 0583
NAD 0183, 0205, 0388,
0893
NEC 0036, 0057, 0078,
0181, 0183, 0197,
0205, 0482, 0524,
1731
NEI 0064
NTC 0119
NECKERMANN 0064, 0583
NETSAT 0064
NEWAVE 0036, 0119, 0120,
0205
NIKKAI 0064, 0291
NIKKO 0057, 0119, 0205
NOKIA 0388, 0500, 0507,
0575, 0658
NORCENT 0775, 0851
NORDMENDE 0136, 0314,
0587
OCEANIC 0190, 0388
ONWA 0207, 0460
OPTIMUS 0181, 0193, 0277,
0677
OPTONICA 0120
ORION 0064, 0263, 0347,
0490, 0543
OSAKI 0291, 0439
OTTO VERSAND 0064, 0347,
0539, 0583
PALLADIUM 0397, 0445
PANAMA 0291
PANASONIC 0064, 0078, 0081,
0190, 0277, 0677,
1437
PATHE CINEMA 0265, 0347
PAUSA 0036
PENNEY 0057, 0074, 0078,
0087, 0183, 0205,
1374
PERDIO 0347
PHILCO 0057, 0064, 0081,
0172, 0205, 0207,
0274, 0490, 1688
PHILIPS 0027, 0057, 0064,
0078, 0081, 0119,
0135, 0205, 0401,
0583, 0717, 1481
PHONOLA 0064
PILOT 0057
PIONEER 0136, 0190, 0193,
0314, 0706, 0787,
0893
PORTLAND 0119
PRANDONI-PRINCE
0543
PRIMA 0788
PRISM 0078
PROFEX 0036, 0388
PROSCAN 0074
PROTECH 0036, 0064, 0274,
0291, 0445, 0695
PROTON 0036, 0057, 0205
PULSAR 0044
QUASAR 0078, 0277, 0677
QUELLE 0064, 0131, 0388,
0539
R-LINE 0064
RCA 0027, 0057, 0074,
0117, 0119, 0205,
0706, 1074, 1174,
1274, 1374, 1474,
1481, 1574
RFT 0455
RADIOSHACK 0057, 0074,
0181, 0205, 0207
RADIOLA 0064
RADIOMARELLI 0543
REALISTIC 0057, 0181, 0205,
0207
REDIFFUSION 0388
REOC 0741
REVOX 0064
REX 0190, 0286, 0291
ROADSTAR 0036, 0291, 0445
RUNCO 0044, 0057, 0524,
0630
SBR 0064
SEG 0291, 0695
SEI 0543
SKY 0064
SSS 0207
xii
APPENDIX
SABA 0136, 0190, 0314,
0362
SACCS 0265
SAGEM 0637
SAISHO 0036, 0291, 0543
SALORA 0190, 0380, 0388,
0575
SAMBERS 0543
SAMPO 0036, 0057, 0119,
0120, 0181, 0198,
0205, 0677, 1782
SAMSUNG 0036, 0057, 0064,
0087, 0117, 0119,
0181, 0205, 0291,
0397, 0583, 0614,
0645, 0729, 0793,
0839, 0841
SANSEI 0478
SANSUI 0490
SANYO 0131, 0181, 0207,
0235, 0366, 0826
SCHAUB LORENZ 0388
SCHNEIDER 0064, 0274, 0398,
0695
SCOTCH 0205
SCOTT 0205, 0207, 0263
SEARS 0074, 0081, 0181,
0183, 0198, 0205
SELECO 0190, 0286
SEMIVOX 0207
SEMP 0183
SHARP 0057, 0120, 0677
SHEN YING 0036, 0119
SHENG CHIA 0036, 0120, 0263
SIAREM 0543
SIEMENS 0064, 0222
SINUDYNE 0543
SKANTIC 0383
SKYGIANT 0207
SKYWORTH 0064
SOLAVOX 0190
SONITRON 0235
SONOKO 0036, 0064
SONOLOR 0190, 0235
SONTEC 0064
SONY 0027, 0677, 0861,
1127, 1532, 1678
SOUNDESIGN 0205, 0207
SOUNDWAVE 0064, 0445
SOWA 0078, 0087, 0119,
0183, 0205
SQUAREVIEW 0198
STANDARD 0036
STARLITE 0207
STERN 0190, 0286
SUPREME 0027
SYLVANIA 0057, 0081, 0198
SYMPHONIC 0198, 0207
SYNCO 0027, 0087, 0119,
0120, 0205, 0478
SYSLINE 0064
T + A 0474
TCM 0835
TMK 0205
TNCI 0044
TVS 0490
TACICO 0036, 0119, 0205
TAI YI 0036
TANDY 0120, 0190
TASHIKO 0119, 0677
TATUNG 0036, 0064, 0078,
0081, 0087, 0181,
0183, 0543
TEAC 0036, 0064, 0291,
0439, 0445, 0482,
0695, 1064
TEC 0274
TECHNEMA 0347
TECHNICS 0078, 0277, 0677
TECHWOOD 0078
TECO 0036, 0078, 0119,
0120, 0205, 0291,
0680
TEKNIKA 0081, 0087, 0119,
0177, 0207
TELEFUNKEN 0136, 0289,
0362, 0652, 0729
TELEMEISTER 0347
TELETECH 0036
TENSAI 0347
TERA 0057
THOMSON 0136, 0314, 0587,
0652, 1474
THORN 0064, 0131, 0388,
0539
TOSHIBA 0087, 0181, 0183,
0535, 0645, 0677,
0859, 1283, 1383,
1683, 1731
TRIUMPH 0543
TUNTEX 0036, 0057, 0119
UHER 0347
UNIVERSUM 0064, 0131, 0132,
0291, 0373, 0397,
0519
VECTOR RESEARCH
0057
VESTEL 0064
VICTOR 0080, 0277, 0677,
0680
VIDEOSAT 0274
VIDIKRON 0081
VIDTECH 0205
VIEWSONIC 1782
VISION 0347
VOXSON 0190
WALTHAM 0383
WARDS 0057, 0081, 0205,
0893
WATSON 0064, 0347
WAYCON 0183
WHITE WESTINGHOUSE
0064, 0347, 0490,
0650
YAMAHA 0057, 0172, 0677,
0796, 0860,
2900 (projector),
2901 (projector),
2903,
2904 (projector)
YAPSHE 0277
YOKO 0064, 0291
ZENITH 0044, 0119, 0205,
0490
VCR
ASA 0064, 0108
ADMIRAL 0075
ADVENTURA 0027
AIKO 0305
AIWA 0027, 0064, 0334,
0375, 0379
AKAI 0068, 0342
AKIBA 0099
ALBA 0099, 0305, 0342,
0379
AMERICA ACTION 0305
AMERICAN HIGH 0062
AMSTRAD 0027
ANAM 0064, 0253, 0267,
0305, 0507
ANAM NATIONAL 0253, 1589
ANITECH 0099
ASHA 0267
ASUKA 0064
AUDIOVOX 0064, 0305
BAIRD 0027, 0068, 0131
BASIC LINE 0099, 0305
BEAUMARK 0267
BELL & HOWELL 0131
BLAUPUNKT 0253
BRANDT 0347
BRANDT ELECTRONIC
0068
BROKSONIC 0211, 0375, 1506
BUSH 0099, 0305, 0379
CCE 0099, 0305
CGE 0027
CALIX 0064
CANON 0062
CARVER 0108
CIMLINE 0099
CINERAL 0305
CITIZEN 0064, 0305, 1305
COLT 0099
COMBITECH 0379
CRAIG 0064, 0074, 0099,
0267
CROWN 0099, 0305
CURTIS MATHES 0062, 0068,
0087, 1062
CYBERNEX 0267
CYRUS 0108
DAEWOO 0072, 0131, 0305,
0669, 1305
DANSAI 0099
DE GRAAF 0069
DECCA 0027, 0108
DENON 0069
DUAL 0068
DUMONT 0027, 0108, 0131
DYNATECH 0027
ESC 0267, 0305
ELCATECH 0099
ELECTROHOME 0064
ELECTROPHONIC 0064
EMEREX 0059
EMERSON 0027, 0062, 0064,
0070, 0072, 0211,
0267, 0305, 1305,
1506
FERGUSON 0068, 0347
FIDELITY 0027
FINLANDIA 0108, 0131
FINLUX 0027, 0069, 0108,
0131
FIRSTLINE 0064, 0070, 0072,
0099
FISHER 0074, 0131
FUJI 0060, 0062
FUJITSU 0027, 0072
FUNAI 0027
GE 0062, 0087, 0267,
0834, 1062, 1087
GEC 0108
GARRARD 0027
GENERAL 0072
GO VIDEO 0459
GOLDHAND 0099
GOLDSTAR 0064, 0252, 0507,
1264
GOODMANS 0027, 0064, 0099,
0305
GRADIENTE 0027
GRAETZ 0068, 0131, 0267
GRANADA 0108, 0131
GRANDIN 0027, 0064, 0099
GRUNDIG 0099, 0108, 0253,
0374
HCM 0099
HI-Q 0074
HANSEATIC 0064
HARLEY DAVIDSON
0027
HARMAN/KARDON 0108
HARWOOD 0099
HINARI 0099, 0267, 0379
HITACHI 0027, 0064, 0068,
0069, 0267
HUGHES NETWORK SYSTEMS
0069
HYPSON 0099
ITT 0068, 0131, 0267
ITV 0064, 0305
IMPERIAL 0027
INTERFUNK 0108
JVC 0068, 0072, 0094
JENSEN 0068
KEC 0064, 0305
KLH 0099
KAISUI 0099
KENWOOD 0068, 0094
KODAK 0062, 0064
KOLIN 0068, 0070
KORPEL 0099
LG 0064, 0069, 0072,
0507
LXI 0064
LENCO 0305
LEYCO 0099
LLOYD’S 0027
LOEWE 0064, 0108, 1589
LOGIK 0099, 0267
LUXOR 0070, 0075, 0131
M ELECTRONIC 0027
MEI 0062
MGA 0070, 0267
MGN TECHNOLOGY
0267
MTC 0027, 0267
MAGNASONIC 1305
MAGNAVOX 0027, 0062, 0066,
0108, 1808
MAGNIN 0267
MANESTH 0072, 0099
MARANTZ 0062, 0108
MARTA 0064
MATSUI 0375, 0379
MATSUSHITA 0062
MEDION 0375
MEMOREX 0027, 0062, 0064,
0066, 0074, 0075,
0131, 0267, 0334,
0375, 1264
MEMPHIS 0099
METZ 0064, 0374, 1589
MINOLTA 0069
MITSUBISHI 0068, 0070, 0094,
0108, 0834
MOTOROLA 0062, 0075
MULTITECH 0027, 0099
MURPHY 0027
MYRYAD 0108
NAD 0131
NEC 0062, 0064, 0068,
0075, 0094, 0131
xiii
NATIONAL 0253
NECKERMANN 0108
NESCO 0099
NEWAVE 0064
NIKKO 0064
NOBLEX 0267
NOKIA 0068, 0131, 0267
NORDMENDE 0068, 0347
OCEANIC 0027, 0068
OKANO 0342, 0375
OLYMPUS 0062, 0253
OPTIMUS 0064, 0075, 0131,
0459
ORION 0211, 0375, 0379,
1506
OSAKI 0027, 0064, 0099
OTTO VERSAND 0108
PALLADIUM 0064, 0068, 0099
PANASONIC 0062, 0252, 0253,
0643, 1062, 1589
PATHE MARCONI 0068
PENNEY 0062, 0064, 0069,
0267, 1062, 1264
PENTAX 0069
PERDIO 0027
PHILCO 0062
PHILIPS 0062, 0108, 0645,
1108, 1208
PHONOLA 0108
PILOT 0064
PIONEER 0069, 0094, 0108
POLK AUDIO 0108
PROFITRONIC 0267
PROLINE 0027
PROSCAN 0087, 1087
PROTEC 0099
PULSAR 0066
PYE 0108
QUASAR 0062, 1062
QUELLE 0108
RCA 0062, 0069, 0087,
0267, 0834, 1062,
1087
RADIOSHACK 0027
RADIOLA 0108
RADIX 0064
RANDEX 0064
REALISTIC 0027, 0062, 0064,
0074, 0075, 0131
REOC 0375
REPLAYTV 0641, 0643
REX 0068
ROADSTAR 0064, 0099, 0267,
0305
RUNCO 0066
SBR 0108
SEG 0267
SEI 0108
STS 0069
SABA 0068, 0347
SALORA 0070
SAMPO 0064, 0075
SAMSUNG 0072, 0267, 0459
SANKY 0066, 0075
SANSUI 0027, 0068, 0094,
1506
SANYO 0074, 0131, 0267
SAVILLE 0379
SCHAUB LORENZ 0027, 0068,
0131
SCHNEIDER 0027, 0099, 0108
SCOTT 0070, 0072, 0211
SEARS 0027, 0062, 0064,
0069, 0074, 0131,
1264
SELECO 0068
SEMP 0072
SHARP 0075, 0834
SHINTOM 0099, 0131
SIEMENS 0064, 0108, 0131
SILVA 0064
SINGER 0072, 0099
SINUDYNE 0108
SONIC BLUE 0641, 0643
SONTEC 0064
SONY 0027, 0059, 0060,
0062, 0663, 1259
SUNKAI 0375
SUNSTAR 0027
SUNTRONIC 0027
SYLVANIA 0027, 0062, 0108,
0070, 1808
SYMPHONIC 0027
TMK 0267
TANDY 0027, 0131
TASHIKO 0027, 0064
TATUNG 0027, 0068, 0072,
0094, 0108
TEAC 0027, 0068, 0305,
0334, 0669
TECHNICS 0062, 0253
TECO 0062, 0064, 0068,
0075
TEKNIKA 0027, 0062, 0064
TELEAVIA 0068
TELEFUNKEN 0068, 0347
TENOSAL 0099
TENSAI 0027
THOMAS 0027
THOMSON 0068, 0087, 0094,
0347
THORN 0068, 0131
TIVO 0645, 0663
TOSHIBA 0068, 0070, 0072,
0094, 0108, 0872
TOTEVISION 0064, 0267
UHER 0267
UNITECH 0267
UNIVERSUM 0027, 0064, 0108,
0267
VECTOR 0072
VICTOR 0068, 0094
VIDEO CONCEPTS 0072
VIDEOMAGIC 0064
VIDEOSONIC 0267
VILLAIN 0027
WARDS 0027, 0062, 0069,
0074, 0075, 0087,
0099, 0108, 0267
WHITE WESTINGHOUSE
0099
XR-1000 0027, 0062, 0099
YAMAHA 0068
YAMISHI 0099
YOKAN 0099
YOKO 0267
ZENITH 0027, 0060, 0066,
1506
YAMAHA ELECTRONICS CORPORATION, USA
6660 ORANGETHORPE AVE., BUENA PARK, CALIF. 90620, U.S.A.
YAMAHA CANADA MUSIC LTD.
135 MILNER AVE., SCARBOROUGH, ONTARIO M1S 3R1, CANADA
YAMAHA ELECTRONIK EUROPA G.m.b.H.
SIEMENSSTR. 22-34, 25462 RELLINGEN BEI HAMBURG, GERMANY
YAMAHA ELECTRONIQUE FRANCE S.A.
RUE AMBROISE CROIZAT BP70 CROISSY-BEAUBOURG 77312 MARNE-LA-VALLEE CEDEX02, FRANCE
YAMAHA ELECTRONICS (UK) LTD.
YAMAHA HOUSE, 200 RICKMANSWORTH ROAD WATFORD, HERTS WD18 7GQ, ENGLAND
YAMAHA SCANDINAVIA A.B.
J A WETTERGRENS GATA 1, BOX 30053, 400 43 VÄSTRA FRÖLUNDA, SWEDEN
YAMAHA MUSIC AUSTRALIA PTY, LTD.
17-33 MARKET ST., SOUTH MELBOURNE, 3205 VIC., AUSTRALIA
©
2006 All rights reserved.
RX-V2700
Printed in Malaysia WJ55230
RX-V2700
AV Receiver
Ampli-tuner audio-vidéo
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
ИНСТРУКЦИЯ ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
G
RX-V2700_G_cv.fm Page 1 Friday, August 25, 2006 1:21 AM
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Yamaha RX-V2700 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Yamaha RX-V2700 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,25 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Yamaha RX-V2700

Yamaha RX-V2700 Gebruiksaanwijzing - Nederlands, Deutsch, English, Français, Svenska - 905 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info