171
Nederlands
1 Multi-informatie display
Geeft diverse informatie weer, zoals bijvoorbeeld de
zenderfrekwentie, het voorkeuzezendernummer en de naam
van de gekozen ingangsbron.
2 AUTO indicator
Licht op wanneer dit apparaat op de automatische
afstemfunctie is ingesteld.
3 STEREO indicator
Deze licht op wanneer er een FM stereo uitzending met
voldoende signaalsterkte wordt ontvangen.
4 Signaalniveau meter
Geeft het signaalniveau van de ontvangen zender aan. Indien
er reflectievervorming wordt opgevangen, zal de indicatie
terugvallen.
5 MEMO indicator
Wanneer de MEMORY toets wordt ingedrukt, zal deze
indicator gedurende ongeveer 5 seconden gaan knipperen.
Terwijl deze indicator knippert kan de zender die op de display
wordt aangegeven met behulp van de A/B/C/D/E toets en de
voorkeuzezendernummer-keuzetoetsen in het geheugen
geprogrammeerd worden.
6 RDS functie indicators
De naam (namen) van de RDS functie(s) die door de RDS
zender die op dat moment wordt ontvangen gebruikt worden,
licht(en) op. Wanneer de indicator voor aan de naam gaat
branden, geeft dit aan dat de bijbehorende RDS functie nu is
gekozen.
7 PTY HOLD indicator
Gaat branden tijdens het zenderzoeken in de PTY SEEK
functie.
8 EON indicator
Gaat branden wanneer er een RDS zender die gebruik maakt
van de EON data-service wordt ontvangen.
9 Indicators voor naam van programmatype
De naam die gekozen is in de EON functie licht op.
0 SLEEP indicator
Licht op gedurende de tijd dat de ingebouwde SLEEP timer in
bedrijf is.
A TAPE MON 2 indicator
Deze licht op wanneer het tapedeck (of de MD recorder, enz.)
welke is aangesloten op de TAPE 2 aansluitingen aan de
achterzijde van dit apparaat door middel van het indrukken van
de TAPE 2 MONITOR toets als de ingangsbron wordt
gekozen.
DISPLAYPANEEL