635405
132
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/136
Pagina verder
NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING
Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoor-
ziening nodig (adapter). Sluit dit product NIET aan op een
andere spanningsvoorziening of adapter dan in de handlei-
ding wordt beschreven, dan op het naamplaatje staat of die
speciaal wordt aanbevolen door Yamaha.
Dit product zou alleen gebruikt mogen worden met de bij-
geleverde componenten of een kar, rek of standaard die spe-
ciaal wordt aanbevolen door Yamaha. Als een kar, of iets der-
gelijks, wordt gebruikt, neem dan alstublieft alle veiligheidsmark-
eringen en instructies die het product vergezellen, in acht.
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat
juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich
echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan
te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting
reeds bestaande modellen daar aan aan te passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en
hoofdtelefoon of luidspreker(s), kan in staat zijn geluids-
niveaus voort te brengen die tot permanente gehoor-
beschadiging kunnen leiden. Gebruik GEEN hoge of onaan-
gename volumeniveaus gedurende een langere tijd. Mocht u
gehoorbeschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u het best
contact opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige.
BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd
die nodig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan
kennis van hoe een functie of effect werkt (als het apparaat
wordt gebruikt waarvoor het is ontworpen) vallen niet onder de
fabrieksgarantie en komen derhalve voor rekening van de
gebruiker. Bestudeer daarom deze handleiding zorgvuldig en
raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt.
MILIEU ZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als
milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de
gebruikte productie methodes aan deze doelstellingen voldoen.
Om ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden,
willen we dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij bevatten
die (indien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde
levensduur van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervan-
ging noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalifi-
ceerd service personeel om de vervanging uit te voeren.
Dit product kan ook werken met een normaal gangbaar type
batterij. Enkele daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Vergewis u
ervan dat de op te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat
de oplader geschikt is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe
batterijen en verschillende soorten batterijen door elkaar.
De batterijen MOETEN juist worden geplaatst. Niet over-
eenkomende soorten of foutieve plaatsing kunnen leiden
tot oververhitting en scheuren van de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te door-
boren. Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat
lege batterijen niet bij het normale afval komen, maar zorg
dat ze zo spoedig mogelijk als Klein Chemisch Afval wor-
den ingeleverd. Opmerking: Informeer bij een willekeurige
leveranciers van batterijen in uw omgeving naar informatie
over de verwijderingsvoorschriften voor batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet
meer gemaakt kan worden of omdat het apparaat aan het
eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan
van wat de wettelijke regelingen op dat moment zijn voor
het verwijderen van producten die lood, batterijen plastics,
etc. bevatten. Als uw leverancier u daarmee niet kan hel-
pen, neem dan alstublieft direct contact op met Yamaha.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het
product. U vindt hierop het modelnummer, serienummer,
vereisten voor de spanningsvoorziening, etc. Het is ver-
standig om het modelnummer, het serienummer en de
aankoopdatum in de hieronder gereserveerde ruimte te
noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aangezien
dat uw garantiebewijs is.
Model
Serienummer
Aankoopdatum
SPECIALE MEDEDELINGEN
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
2
MH = Meertalige Handleiding
Als er in deze Nederlandstalige handleiding wordt verwezen naar een bladzijde met daarachter de vermelding MH, dan is dat een verwijzing naar het betref-
fende bladzijdenummer in de Meertalige Handleiding of Engelstalige handleiding, die bij het instrument is geleverd.
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening het instrument eigen te maken.
Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
1
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
• Gebruik bij het schoonmaken een zachte droge doek. Gebruik bij het
schoonmaken geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats ook geen
vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, want dit kan
verkleuring veroorzaken.
Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig
om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
Gebruik uitsluitend de standaards en rekken die voor uw instrument aanbevolen
zijn. Als u het instrument vast maakt aan de standaard of het rek gebruik dan
uitsluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit leiden tot beschadiging
van de interne componenten of het vallen van het instrument.
• Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau
aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Als u
gehoorbeschadiging of suizen in uw oor constateert, neem dan contact op met
een KNO-arts of gehoordeskundige.
DATA BACK-UP EN OPSLAG
Yamaha beveelt u het regelmatig opslaan van data op een diskette aan, en het
bewaren van de diskettes op een veilige, koele, droge plaats. YAMAHA KAN NIET
VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET VERLOREN GAAN VAN
BELANGRIJKE MUZIEK DATA! Betreffende de data: zolang er volle batterijen zijn
geplaatst (of een netadapter is aangesloten), zal het instrument de data vasthouden,
zelfs als het instrument is uitgeschakeld. De data wordt ook lang genoeg
vastgehouden om een set oude batterijen te kunnen vervangen door een set nieuwe.
Als er zich belangrijke data in het instrument bevindt die u niet wilt kwijtraken,
zorg er dan alstublieft voor dat er altijd volle batterijen in het instrument zitten (of
houd de adapter aangesloten) en sla de data regelmatig op.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door
oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren is gegaan.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig behandeld
te worden.
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer
het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen
onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken
van het instrument en laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water
of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het
instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Als het snoer van de adapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling
geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het
instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uit zetten, de stekker uit
het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha
Service Center.
Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-6 of gelijkwaardige door Yamaha
aanbevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan brand en defecten
veroorzaken.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Controleer zo nu en dan de stroomstekker en verwijder stof en vuil dat zich
erop verzameld heeft.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om eventuele lichamelijke verwondingen te
voorkomen, of beschadiging aan andere instrumenten of bezittingen. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats de netadapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of
radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen
op en leg het niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er
voorwerpen over kunnen rollen.
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken,
nooit aan het snoer.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact dat een T-plug bevat. Dit kan
resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
Haal de netadapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v.
onweer), of als u het instrument gedurende lagere tijd niet gebruikt.
Vergewis u er van dat de batterijen altijd op de juiste manier geplaatst worden
(let op de + en - tekens). Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot oververhitting,
brand of lekken van batterijvloeistof.
• Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik geen nieuwe batterijen in
combinatie met oude batterijen. Ook moet u geen verschillende batterijsoorten
(bijvoorbeeld alkaline en mangaan of verschillende merken) door elkaar
gebruiken. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of lekken van batterijvloeistof.
Gooi batterijen nooit in het vuur.
Probeer geen niet oplaadbare batterijen op te laden.
Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende een langere periode
niet gebruikt, om schade door lekken van de batterijen te voorkomen.
Houd batterijen weg van kinderen.
Vermijd contact met de vloeistof als een batterij lekt. Als de batterijvloeistof in
contact mocht komen met uw ogen, mond of huid was het dan onmiddellijk
met water en raadpleeg een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan mogelijk
gezichtsverlies of chemische verbranding veroorzaken.
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet
u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur
aanzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle
componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of
warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de
auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te
voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische producten zoals televisies,
radio’s of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken die de
prestaties van de andere apparatuur kan beïnvloeden.
(4)-7
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als
gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
3
2
Gefeliciteerd!
U bent de trotse eigenaar van een hoogwaardig elektronisch keyboard. De Yamaha
PSR-550 PortaTone combineert de meest geavanceerde klankopwekkingstechniek
met state-of-de-art digitale elektronica en eigenschappen die u een verbazingwek-
kende geluidskwaliteit met een maximum aan muzikaal plezier leveren. Een grote
grafische display en een gemakkelijk te gebruiken interface verbeteren ook het
bedieningsgemak van dit geavanceerde instrument. Om optimaal gebruik te kunnen
maken van uw PortaTone’s eigenschappen en uitgebreide speelmogelijkheden,
verzoeken wij u dringend om deze handleiding grondig door te lezen, terwijl u de
verschillende beschreven eigenschappen uitprobeert. Bewaar deze handleiding op
een veilige plaats voor latere naslag.
Paklijst
Controleer alsublieft of deze items bij uw PSR-550 zijn ingepakt.
• PSR-550 • Muziekstandaard (blz. 9)
• PSR-550 Data Diskette Gebruiksaanwijzing
(Zie de “Bijgeleverde Data
Diskette” op blz. 59, en “MIDI en
TO HOST Aansluitingen” op blz.
107).
4
3
Hoe deze handleiding te gebruiken
Opstellen
blz. 12
We bevelen u sterk aan dit gedeelte van de handleiding eerst te lezen, voordat u
verder gaat met een ander gedeelte van de handleiding. Het laat u zien hoe u
aan de slag kunt gaan met het bespelen en gebruiken van uw nieuwe PSR-550.
Belangrijke Eigenschappen
blz. 8
Als u eenmaal uw PSR-550 heeft opgesteld, zou u het beste dit gedeelte kunnen lezen
— en de relevante referentiepagina’s kunnen verkennen — om uzelf bekend te maken
met de enorme verscheidenheid aan eigenschappen en functies van de PSR-550.
Basis Handelingen
blz. 17
Dit gedeelte introduceert de basis bedienings opzet van de PSR-550 aan u,
zoals het wijzigen van waarden en het veranderen van instellingen, en laat zien
hoe u de gemakkelijke Help en Direct Access (Toegang) functies kunt gebruiken.
Inhoud
blz. 6
Alle belangrijke onderwerpen, eigenschappen, functies en handelingen staan hier
in de volgorde waarin ze in de handleiding voorkomen, voor makkelijk opzoeken.
Paneelregelaars
blz. 10
Gebruik dit gedeelte om alles te weten te komen over alle knoppen en
regelaars van de PSR-550.
Paneeldisplay Indicaties
blz. 16
Dit gedeelte verklaart de display indicaties van de PSR-550 en hoe ze
gelezen dienen te worden voor de beste bediening.
Functieboom
blz. 22
Hier worden alle functies van de PSR-550 opgesomd overeenkomstig hun
hiërarchische structuur, waardoor u makkelijk de relaties van de
verschillende functies kunt zien en snel de gewenste informatie kunt vinden.
Appendix
blz. 123 van de Meertalige Handleiding
Hier staanverscheidene belangrijke overzichten zoals die van de Voices, de
Preset Stijlen, de Effecten, de MIDI Data Format s en de MIDI Implementatie.
Problemen oplossen
blz. 127
Als de PSR-550 niet functioneert als verwacht of u heeft problemen
met het geluid of bediening, raadpleeg dan dit gedeelte voordat u uw
Yamaha leverancier of service center belt. De meest voorkomende
problemen en hun oplossingen zijn hier ondergebracht op een zeer
eenvoudige en makkelijk te begrijpen manier.
Index
blz. 131
Dit gedeelte geeft een alfabetisch overzicht van nagenoeg alle onderwerpen,
eigenschappen, functies en handelingen met hun respectievelijke bladzijde nummers,
waardoor u snel en gemakkelijk de informatie kunt vinden die u nodig heeft.
De illustraties en LCD schermen zoals ze in deze nederlandstalige’s handleiding te zien zijn, zijn
uitsluitend voor instructie doeleinden, en kunnen afwijken van die van uw instrument.
5
6
4
Inhoud
Paklijst 4
Hoe deze handleiding te gebruiken 5
Belangrijke Eigenschappen 8
Paneel logo’s ................................................ 9
Muziekstandaard ........................................ 10
Bedieningspaneel en aansluitingen 10
FOOTSWITCH aansluiting ......................... 10
PHONES/OUTPUT aansluiting .................. 10
Bedieningspaneel Regelaars ..................................11
Achterpaneel Regelaars ......................................... 11
Opstellen 12
Spanningsvoorziening aansluitingen ..................... 12
Demo Song Afspelen 13
De Muziek Database gebruiken 14
Paneeldisplay Indicaties 16
Basis handelingen 17
De Bedienings Displays oproepen......................... 17
Hoe de Menu/Mededeling Display en
“Easy (Makkelijke) Navigator” te lezen ............ 18
Menu Selectie ........................................................ 19
Waarden veranderen (Edit) ................................... 20
Benoemen ............................................................. 21
Direct Access (Directe Toegang) ........................... 21
Functieboom 22
Direct Access (Directe Toegang) Overzicht 24
Mode 25
Stijl Mode ............................................................... 25
Song Mode ............................................................ 25
Record Mode ......................................................... 25
Disk Mode .............................................................. 25
Voices bespelen 26
Een Voice selecteren ............................................. 26
Twee Voices (R1, R2) Tegelijkertijd Bespelen ....... 27
Verschillende Voices met de Linker (L) en Rechter
(R1, R2) Handen bespelen .............................. 28
Functies van het Toetsenbord ................................ 29
Transponeren ........................................................ 30
Pitch Bend wiel ...................................................... 30
Sustain ................................................................... 30
Toetsenbord Percussie .......................................... 31
Automatische begeleiding 32
Automatische begeleiding gebruiken (alleen de
ritme track) ....................................................... 32
Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks) . 33
Begeleiding Secties ............................................... 34
Tempo/Tap ............................................................. 36
Begeleiding Track Muting (uitschakelen) ............... 37
Begeleidings Volume Regeling .............................. 37
Akkoord Fingerings ................................................ 38
Begeleidings Splitpunt ........................................... 40
Synchro Stop ......................................................... 41
One Touch Setting ................................................. 42
De Multi Pads 43
De Multi Pads Bespelen ........................................ 43
Akkoord Overeenkomen ........................................ 43
Een Multi Pad Bank selecteren.............................. 44
Chord Mattch Aan/Uit schakelen ........................... 44
Multi Pad Bank Overzicht ........................... 45
Digitale Effecten 46
Reverb ................................................................... 46
Chorus ................................................................... 48
DSP ....................................................................... 49
Systeem Effecten en Insertie Effecten ................... 50
Harmonie/Echo ...................................................... 50
Registration Memory 54
De Paneel Instellingen Registreren ....................... 55
De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen55
Een Registratie Bank selecteren ........................... 56
De Registratie Banken benoemen ......................... 56
Diskette Handelingen 57
De diskdrive (FDD) en diskettes gebruiken ........... 58
Bijgeleverde Data Diskette .................................... 59
Format ................................................................... 60
Opslaan ................................................................. 60
Laden ..................................................................... 62
Song Kopiëren ....................................................... 64
Wissen ................................................................... 67
7
5
Inhoud
Diskette Song afspelen 68
Song Afspelen........................................................ 68
Song Track Muting (uitschakelen) ......................... 70
Songvolume Besturing........................................... 70
Afspelen vanaf een Bepaalde Maat ....................... 71
Repeat Play (A-B Repeat) ..................................... 72
Song Transponering .............................................. 73
Part Instellingen 74
Voice Wijziging....................................................... 75
Mixer ...................................................................... 76
Song Opname 78
Quick (Snel) Opnemen .......................................... 80
Multi Track Opnemen ............................................. 82
Opnieuw-opnemen — Punch In/Out en Start Maat 84
Quantize ................................................................ 86
Initiële Setup Data Bewerken ................................ 88
User Songs Benoemen.......................................... 90
User Song Data Wissen ........................................ 91
Multi Pad Opnemen 92
Multi Pad Opnemen ............................................... 92
Chord Match .......................................................... 94
User Pads benoemen ............................................ 94
User Pad Data Wissen .......................................... 95
Stijl Opnemen 96
Stijl Opnemen — Ritme Track ............................... 98
Stijl Opnemen —
Bass/Frase/Pad/Akkoord Tracks .................... 100
Quantize .............................................................. 102
User Stijlen benoemen ........................................ 104
User Stijl Data wissen ......................................... 104
MIDI Functies 106
Wat is MIDI? ........................................................ 106
Wat U kunt doen met MIDI .................................. 108
MIDI Data Compatibiliteit ..................................... 109
Op een Personal Computer aansluiten................. 110
MIDI Template....................................................... 112
MIDI Verzend Instelling .........................................114
MIDI Ontvangst Instelling...................................... 115
Local (=Lokale) Besturing ..................................... 116
Clock ..................................................................... 116
Initiële Data Verzenden.........................................117
Andere Functies (Utility) 118
Metronoom............................................................ 118
Upper Octaaf ........................................................ 119
Master Tuning (Hoofdstemming) .......................... 119
Scale Tuning (stemming) ......................................119
Splitpunt ............................................................... 120
Aanslaggevoeligheid............................................ 120
Voice Set.............................................................. 120
Voetschakelaar .................................................... 121
Pitch Bend bereik................................................. 122
Toewijsbaar .......................................................... 122
Achtergrondverlichting ......................................... 122
Appendix 123
Voice Overzicht ............................................. 123MH*
Toelichting Voice Overzicht .................................. 123
Paneel Voice Overzicht ..................... 123MH*
XG Voice Overzicht ........................... 125MH*
Drum Kit Overzicht........................................ 128MH*
Stijl Overzicht ................................................ 130MH*
Muziek Database Overzicht .......................... 131MH*
Over de Digitale Effecten (Reverb/Chorus/DSP) . 124
Reverb Type Overzicht ............................. 125
Chorus Type Overzicht ............................. 125
DSP Type Overzicht ................................. 125
Harmonie/Echo Type Overzicht ........................... 126
Problemen oplossen ............................................ 127
Data backup & Initialiseren .................................. 128
Waarschuwingsboodschappen overzicht ............ 129
MIDI Data Format ......................................... 139MH*
MIDI Implementatie Overzicht ...................... 151MH*
Toelichting MIDI Implementatie Overzicht ........... 123
Index .................................................................... 131
Specificaties......................................................... 134
MH* = Alleen in de bij het instrument geleverde
meertalige of engelstalige handleiding
8
6
Belangrijke Eigenschappen
Aangezien de PSR-550 over zo’n grote hoeveelheid geavanceerde eigenschappen en functies beschikt, zou het
kunnen gebeuren dat u de handigste manier om de mogelijkheden te verkennen en hoe u ze op de beste manier voor
uw muziek kunt gebruiken, kwijtraakt. Maar maakt u zich geen zorgen. De PSR-550 is erg makkelijk in gebruik en
om te bespelen, en elke functie — het maakt niet uit hoe geavanceerd — is makkelijk onder de knie te krijgen.
Daar is dit gedeelte voor ontworpen. Het zal u helpen de PSR-550 onder de knie te krijgen. Het introduceert u de
belangrijke eigenschappen van de PSR-550 met korte uitleggingen en bladzijdereferenties. Lees de eigenschappen die u
interessant vindt door en ga dan verder met de betreffende bladzijden in de handleiding voor instructies en overige details.
Basis bediening
De PSR-550 is uitgerust met
geavanceerde eigenschappes en
functies, maar is toch uitzonderlijk
makkelijk te bedienen. Het gebruik van de paneelregelaars
gaat snel, is makkelijk en intuïtief — dankzij de Easy
(makkelijke) navigator eigenschap, die aangeeft op welke
knoppen u zou moeten drukken, en de speciale LCD met
achtergrondverlichting, waarvan de kleur wijzigt
overeenkomstig de geselecteerde mode. (
Blz. 16, 18)
Een gemakkelijke Direct Access (Toegang) functie
stelt u in staat onmiddellijk het bepaalde menu of de
display op te roepen die u nodig heeft. (
Blz. 21)
Automatische begeleiding (stijlen)
De Automatische begeleidingsfunctie plaats een volledige
begeleidingsband onder uw vingertoppen, met in totaal
112 stijlen (ritme en begeleidings patronen). (
Blz. 32)
De One Touch Setting eigenschap stelt u in staat
onmiddellijk de geschikte voice, effect en overige
instellingen voor de geselecteerde begeleidingsstijl op te
roepen— met een druk op een knop. (
Blz. 42)
U kunt ook uw originele begeleidingsstijlen creëren, door
ze direct van het toetsenbord op te nemen. (
Blz. 96)
Muziek Database
De PSR-550’s ingebouwde Muziek Database geeft u een
makkelijke manier om automatisch de stijl, voice en effect
instellingen te selecteren, die het meest geschikt zijn voor
een bepaalde soort muziek. Als u niet weet welke stijl of
voice geschikt zou zijn, kan de Muziek Database u
helpen. (
Blz. 14)
Multi Pads
Door gewoonweg op één van de Multi Pads te drukken,
kunt u korte ritmische of melodische frases afspelen.
(
Blz. 43)
U kunt ook uw originele Multi Pad frases creëren door ze
direct van het toetsenbord op te nemen. (
Blz. 92)
Registration Memory
De gemakkelijk Registration Memory eigenschap stelt u in
staat vrijwel alle paneel instellingen onder één van de 128
Registration Memory instellingen op te slaan, en dan
onmiddellijk al uw custom (zelfgemaakte) paneel
instellingen terug te roepen met het drukken op een
enkele knop. (
Blz. 54)
Song Opname
Gebruik de krachtige song opname functie om zo uw
eigen complete, volledig georkestreerde compostities te
creëren en sla ze op op diskette als User Songs. Elke
User Song stelt u in staat op te nemen op tot wel zestien
onafhankelijk tracks. (
Blz. 78)
Om snel en makkelijk uw muzikale ideëen om te
vormen tot complete songs, gebruikt u de Quick Record
methode. (
Blz. 80)
Om uw song partij voor partij en track voor track op te
nemen, gebruikt u de Multi Track Record methode.
(
Blz. 82)
U kunt de opgenomen song data ook “fijnregelen” met
de PSR-550’s veelomvattende song edit (bewerkings)
functies. (
Blz. 84-91)
Luisteren naar de PSR-550
De PSR-550 beschikt over een grote
verscheidenheid aan songs in
verschillende muzikale genres. (
Blz. 15)
Daarnaast zijn er nog 10 songs
meegeleverd op de bijgesloten diskette. (
Blz. 59)
De krachtig automatische begeleidingsfunctie
geeft u een totaal van 112 stijlen (ritme- en
begeleidingspatronen), waardoor u voorzien wordt
van professioneel klinkende begeleidingspartijen
voor uw spel. (
Blz. 112)
Speciale Multi Pads laten u onmiddellijk en makkelijk korte
ritmische en melodische sequences spelen voor het toevoegen
van impact en verscheidenheid aan uw spel. (
Blz. 43)
De PSR-550 bespelen
Het PSR-550 toetsenbord heeft
61 toetsen met volledige
aanslaggevoeligheids vermogen dat
u in staat stelt om met uitzonderlijke expressiviteit
en dynamische besturing te spelen. (
Blz. 26)
De PSR-550 stelt u in staat met een grote
verscheidenheid aan muzikale instrument voices
te spelen. (
Blz. 26)
Er zijn twee verschillende soorten voices: paneel
voices (de originele PSR-550voices) en XG voices.
De PSR-550 beschikt over 219 paneel voices, 14
drum kits en 480 XG voices
Met de R1, R2 en L voices, kunt u twee
verschillende voices in a layer bespelen, en zelfs
twee verschillende voices met uw rechter en linker
handen bespelen. (
Blz. 27, 28)
9
7
Belangrijk Eigenschappen
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI
standaard die garandeert dat elke data die voldoet aan de
standaard zal nauwkeurig zal worden afgespeeld op elke GM-
compatibele toongenerator of synthesizers van elke fabrikant.
XG
XG is een nieuwe Yamaha MIDI specificatie die de GM System
Level 1 standaard significant uitbreidt en verbetert met een
grotere voice afhandelingscapaciteit, expressieve bestruing en
effect mogelijkheden terwijl volledige compatibiliteit met GM
gehandhaaft blijft. Door de PSR-550’s XG voices te gebruiken,
is het mogelijk om XG-compatibele song files op te nemen.
DOC
Het DOC voice toewijzings format voorziet in data afspeel
compatibiliteit met een groot aantal Yamaha instrumenten en
MIDI apparaten, inclusief de Clavinova serie.
Stijl File Format
Het Stijl File Format — SFF — is het originele stijlfile format
van Yamaha dat een uniek conversiesysteem gebruikt om te
voorzien in een hoge kwaliteit automatische begeleiding
gebaseerd op een groot aantal akkoordsoorten. De PSR-550
gebruikt de SFF intern, leest optionele SFF stijl disks, en
creëert SFF stijlen door gebruik te maken van de de Stijl
Recording functie.
Digitale Effecten
Er is een uitgebreide set professioneel-klinkende digitale
effecten ingebouwd in de PSR-550, waardoor u het geluid
van uw spel nog op een groot aantal manieren kunt
verbeteren. Deze bevatten Reverb (nagalm), Chorus,
DSP en Harmonie/Echo. (
Blz. 46)
Reverb (nagalm) herschept de rijke ruimtelijke
ambiance van verscheidene speelomgevingen, zoals
een concertzaal of een nachtclub. (
Blz. 46)
Chorus verrijkt de voices door ze warmer en vetter te
laten klinken — alsof verscheidene instrumenten op
hetzelfde moment samenspelen. (
Blz. 48)
De DSP effecten laten u het geluid op speciale, ongebruikelijke
manieren bewerken — zoals het toevoegen van vervorming of
tremolo aan een bepaald gedeelte. (
Blz. 49)
Harmonie/Echo stelt u in staat uw rechterhand
melodieën op te luisteren met een verscheidenheid aan
harmonie en echo effecten. (
Blz. 50)
Diskdrive
De PSR-550 beschikt ook over een ingebouwde diskdrive
die u in staat stelt om al uw belangrijk originele data
(zoals User songs, User stijlen, User Multi Pads,
Registration Memory, enz.) op diskette op te slaan om ze
later terug te kunnen roepen. (
Blz. 57)
MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een
wereldwijd erkende standaard interface die het mogelijk
maakt verscheidene elektronische muziekinstrumenten,
computers en andere apparaten met elkaar te laten
communiceren. De MIDI eigenschappen laten u de PSR-
550 naadloos integreren in een verscheidenheid aan
systemen en toepassingen:
Andere instrumenten bespelen vanaf de PSR-550.
(
Blz. 108)
Bespeel de geluiden van de PSR-550 (inclusief de
Automatische begeleiding) vanaf een aangesloten
toetsenbord. (
Blz. 108)
Sluit de PSR-550 direct aan op een computer, voor
geavanceerd opnemen, bewerken en terugspelen van
song data. (
Blz. 110)
Gebruik voorgeprogrammeerde templates
(voorinstellingen) om de PSR-550 onmiddellijk voor uw
bepaalde MIDI systeem/toepassing te configureren.
(
Blz. 112)
Paneel logo’s
De op de PSR-550 paneel gedrukte logo’s geven aan welke
standaards/formats worden ondersteund en over welke speciale
eigenschappen de PSR-550 beschikt.
Muziekstandaard
De PSR-550 wordt geleverd met een muziekstandaard die aan
het instrument kan worden bevestigd door hem in de uitsparing
aan de achterkant van het bedieiningspaneel te plaatsten.
10
8
Bedieningspaneel en aansluitingen
C1
CLICK
36
T
37
S
39
F1
41
R
G1
43
L
D2
50
M
E2
52
H
42 44
A1
45
L
B1
47
M
C2
48
H
51
F2
L
53
G2
H
5554 56
A2
57
L
D3
62
H
B2
59
M
L
C3
60
M
H
58 61
C
1
A3
69
C
2
63
R
1
B3
71
R
2
E3
64
F3
65
R
66
G3
67
S
68 70
C4
72
H
73
L
D4
74 75
H
E4
76
L
F4
77
H
78
L
G4
79
H
80
L
A4
81 82
B4
83
H
C5
84
L
85
S
87
D5
86
L
E5
88
H
F5
89
L M
90
G5
O
91 92
D1
38
E1
40 46 49
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
1
REC
2
REC
3
REC
4
REC
5
REC
6
REC
7
REC
8
REC
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
TRANSPOSE
REGIST-
RATION
TEMPO
MEASURE
BEAT
BACK
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PAR T
DIAL
0~9
MUSIC DATABASE
SONG
STYLE
VOICE
LR12
EASY
NAVIGATOR
001 Grand Pian o
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
q
e
#3
#4
#5 #6
#7
#8 #9
!4
!3
!2
!5
!6 !7 !8 !9 @0
$0
y
i
u
r
o
!0
!1
t
w
@1 @2 @3
@4
@5
@6
@7
@8
#0
@9
#1
#2
$1
$2
$4
$3
$7 $8 $9 $6 $5 %0
PHONES/OUTPUT aansluiting
Hier kan een standaard stereo hoofdtelefoon op
aangesloten worden voor privé oefenen of laat
spelen. Het interne stereo luidsprekers systeem
wordt automatisch uitgeschakeld als er een
hoofdtelefoon op de PHONES/OUTPUT
aansluiting wordt aangesloten.
Luister niet gedurende een langere tijd naar de
hoofdtelefoon met een hoog volume. Dit zou
namelijk tot gehoorverlies kunnen leiden.
PAS OP
Sluit de PSR-550 alleen op externe apparatuur aan als alle
apparaten uitgeschakeld zijn. Zet, om beschadiging van de
speakers te voorkomen, de volumeregeling van het externe
apparaat op de minimum-stand voordat u de aansluiting
maakt. Het negeren van deze waarschuwingen kan leiden tot
elektrische schokken of beschadiging van apparatuur.
FOOTSWITCH aansluiting
De sustain functie stelt u in staat een natuurlijke sustain te
maken door, terwijl u speelt, een voetschakelaar in te drukken.
Sluit een optionele Yamaha FC4 of FC5 voetschakelaar op
deze aansluiting aan en gebruik deze om de sustain aan en uit
te schakelen. De voetschakelaars die op deze aansluiting zijn
aangesloten, kunnen ook worden ingesteld om functies van
enkele van de paneelknoppen na te doen, zoals het starten en
stoppen van de begeleiding (blz 121).
Houd de pedaal niet ingetrapt op het moment dat u de PSR-550 aanzet. Als u
dat zou doen, wordt de AAN/UIT status van de voetschakelaar omgedraaid.
Als de sustain of sostenuto pedaal functies worden gebruikt (blz. 121),
kan het zijn dat enkele voices continu geluid geven of een lange
uitsterftijd hebben als u de noten heeft losgelaten, terwijl de pedaal
wordt ingehouden.
11
9
Bedieningspaneel Regelaars
q STANDBY/ON schakelaar..........................13
w MASTER VOLUME regelaar...................... 13
e DEMO knop ......................................... 13, 17
r RECORD knop...................17, 25, 78, 92, 96
t DIRECT ACCESS knop .......................21, 24
y DSP knop ................................................... 49
u FAST/SLOW knop..................................... 49
i TOUCH knop............................................ 120
o SUSTAIN knop ........................................... 30
!0 HARMONY/ECHO knop ............................ 50
!1 BACK knop, NEXT knop ............................17
!2 LCD display................................................ 16
!3 VOICE CHANGE knop......................... 17, 75
MIXER knop ......................................... 17, 76
!4 TRACK 1 - 16 knoppen ........................ 37, 70
!5 SONG knop.................................... 17, 25, 68
!6 STYLE knop ................................... 17, 25, 32
!7 MUSIC DATABASE knop ..................... 14, 17
!8 VOICE L knop ...................................... 17, 28
!9 VOICE R1 knop ................................... 17, 26
@0 VOICE R2 knop ................................... 17, 27
@1 ACMP ON/OFF knop ........................... 25, 33
@2 ACMP/SONG VOLUME knop ........ 17, 37, 70
@3 TEMPO/TAP knop ................................17, 36
@4 TRANSPOSE knop ..............................17, 30
@5 FUNCTION knop ................................ 17, 118
@6 PART ON/OFF
VOICE L knop ....................................... 28
VOICE R1 knop .................................... 26
VOICE R2 knop .................................... 27
@7 Nummer knoppen
[1]-[0], [-/NO], [+/YES] ...........................20
@8 EXIT knop .................................................. 17
@9 Data dial ..................................................... 20
#0 DISK LOAD knop ................................. 17, 62
#1 DISK SAVE knop.................................. 17, 60
#2 DISK UTILITY knop ....................... 17, 64, 67
#3 SYNC STOP knop......................................41
#4 SYNC START knop ....................................33
#5 START/STOP knop ................................32, 6
#6 INTRO knop ...............................................34
#7 MAIN/AUTO FILL A knop ...........................34
#8 MAIN/AUTO FILL B knop ........................... 34
#9 ENDING/rit. knop ....................................... 34
$0 REGISTRATION MEMORY knoppen ........ 54
$1 ONE TOUCH SETTING knoppen .............. 42
$2 MULTI PAD knoppen.................................. 43
$3 Diskdrive ....................................................58
$4 PITCH BEND wiel ......................................30
Bedieningspaneel en aansluitingen
Achterpaneel Regelaars
$5 PHONES/OUTPUT aansluiting ..................10
$6 FOOTSWITCH aansluiting......................... 10
$7 TO HOST aansluiting ............................... 107
$8 HOST SELECT schakelaar ...................... 110
$9 MIDI IN/OUT aansluitingen ......................107
%0 DC IN 10-12V aansluiting .......................... 12
A5
93 94
B5
95
C6
96
12
PAS OP
Onderbreek nooit de spannings-
voorziening (d.w.z. de batterijen
verwijderen of de netadapter los
halen) tijdens een PSR-550
opname handeling! Dit zou
namelijk kunnen resulteren in het
verloren gaan van de gegevens.
10
Opstellen
Gebruik van een optionele netadapter
WAARSCHUWING
Gebruik UITSLUITEND de
Yamaha PA-6 netadapter (of een
andere speciaal door Yamaha
aanbevolen adapter) om uw
instrument via het lichtnet te
voeden. Andere adapters
kunnen leiden tot onherstelbare
beschadiging van zowel de
adapter als de PSR-550.
Koppel de netadapter los als u
de PSR-550 niet gebruikt of
tijdens een elektrische storm.
Gebruik van batterijen
Voor het werken op batterijen heeft de PSR-550 zes 1,5V maat “D” , R-20 of
equivalent batterijen nodig. Als de batterijen moeten worden vervangen, kan er
“Battery Low” in de display verschijnen, het volume kan verminderen, het
geluid kan gaan vervormen en er kunnen zich andere problemen voor gaan
doen. Als dit gebeurt, zet dan de PSR-550 uit en vervang de batterijen.
Vervang de batterijen op de volgende manier:
PAS OP
Als de batterijen leeg raken,
vervang ze dan door een
complete set (6) nieuwe
batterijen. Gebruik NOOIT oude
en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik ook niet verschillende
soorten batterijen (zoals alkaline
en mangaan) door elkaar.
Haal de batterijen uit het
instrument als u het gedurende
een langere periode niet
gebruikt, om mogelijke schade
door lekken van de batterijen te
voorkomen.
Aansluiten of los halen van de
netadapter, terwijl de batterijen
worden geplaatst, zal de PSR-
550 terug zetten naar zijn
standaardinstellingen.
3
Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
Bij het uitzetten, draait u de procedure gewoon
om.
1
Open het batterijencompartment-
klepje dat zich aan de onderkant van
het instrument bevindt.
2
Plaats de zes nieuw batterijen, en let
daarbij goed op de polariteitsaan-
duidingen (+/-) aan de binnenzijde
van het compartiment.
3
Plaats het compartimentenklepje
weer en let erop dat deze goed
vastklikt.
1
Zorg ervoor dat de STANDBY/ON
schakelaar van de PSR-550 is ingesteld op
STANDBY.
2
Sluit de netadapter (PA-6 of andere adapter
specifiek door Yamaha aanbevolen) aan op
DC IN aansluiting.
Belangrijke Opmerkingen over Batterij Gebruik
Aangezien de PSR-550 een aanzienlijke hoeveelheid vermogen gebruikt,
beveelt Yamaha het gebruik van een netadapter aan boven het gebruik
van batterijen. De batterijen zouden eigenlijk moeten worden gezien als
een extra spanningsbron voor data backup.
De diskdrive, in het bijzonder, gebruikt een grote hoeveelheid vermogen, dus
is het belangrijk om altijd een netadapter te gebruiken als u disk-intensieve
handelingen uitvoert, zoals song opnamen/afspelen of data laden/opslaan.
Als u deze handelingen zou proberen te verichten op batterijspanning en de
batterijen raken leeg, zult u niet alleen de data verliezen die u wilt opnemen
of wegschrijven, maar ook andere data in het interne geheugen inclusief user
stijlen, user pads, Registration Memory, enz.
Als u de hiervoor genoemde voorzorgsmaatregelen in overweging neemt,
zult u altijd een netadapter gebruiken als u de PSR-550 gebruikt voor een
belangrijk optreden of voor het creëren van belangrijke data.
Spanningsvoorziening aansluitingen
Ofschoon de PSR550 zowel via een apart verkrijgbare adapter als op batterijen werkt, beveelt Yamaha het gebruik
van de milieuvriendelijkere adapter aan, als dat maar enigszins mogelijk is. Volg de onderstaande instructies
betreffende de spanningsvoorziening die u van plan bent gebruiken.
Dit gedeelte bevat informatie over het opstellen van uw PSR-550 en de voorbereiding voor het spelen.
Zorg ervoor dat u dit gedeelte zorgvuldig doorleest voordat u het instrument aanzet.
13
PAS OP
Zelfs als de schakelaar in de
STANDBY positie staat,
loopt er nog een minimale
hoeveelheid stroom door het
instrument. Als u de PSR-550
gedurende langere tijd niet
gebruikt, haal dan ook de
adapter los van het
stopcontact en/of verwijder
de batterijen uit het
instrument.
11
Demo Song Afspelen
Als u uw PSR-550 heeft opgesteld, probeer dan eens de voorgeprogrammeerde demonstratie songs te beluisteren. Er
zijn in totaal 9 demo songs aanwezig. Terwijl de song afspeelt, verandert het licht van de LCD van de PSR-550 van kleur.
2
Druk op de [DEMO] knop om het afspelen van de demo te starten.
Als u de PSR-550 met het
volume op maximaal niveau
bespeelt, terwijl u batterijen
gebruikt, zal dit de levensduur
van de batterijen aanmerkelijk
verkorten.
3
Stel het volume niveau in met de [MASTER VOLUME] regelaar.
4
Spring naar het begin van een andere demo song.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
5
Druk nogmaals op de [DEMO] knop om de demo song te
stoppen.
1
Zet het instrument aan met de [STANDBY/ON] schakelaar.
Druk nogmaals op de [STANDBY/ON] schakelaar om het instrument uit te zetten.
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
1
REC
2
REC
3
REC
4
REC
5
REC
6
REC
7
REC
8
REC
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
TRANSPOSE
REGIST-
RATION
TEMPO
MEASURE
BEAT
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE
LR12
EASY
NAVIGATOR
001 Grand Piano
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
MUSIC DATABASE
1 Sweet Tenor
2 SweetTrumpet
De LCD verandert alleen van
kleur tijdens het afspelen van
de Demo song als de Backlight
mode is ingesteld op “Auto”
(blz. 122).
14
De Muziek Database gebruiken
Als u een bepaald genre muziek wilt spelen, maar u weet niet welke stijl (blz. 32) en voice (blz. 26)
instellingen daar geschikt voor zijn, dan selecteert u gewoonweg het gewenst genre in de Muziek Database.
De PSR-550 maakt dan automatisch alle geschikte paneel instellingen zodat u in die muziekstijl kunt spelen!
2
Selecteer een “Muziek Database.”
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
1
Druk op de [MUSIC DATABASE] knop.
Het MUSIC DATABASE menu verschijnt in de display.
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BEAT
BACK
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
MUSIC DATABASE
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
001 Alive Fever
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BEAT
BACK
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
MUSIC DATABASE
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
002 Alive Synth
Druk op de [MUSIC
DATABASE] knop om naar de
Stijl Mode te schakelen, zet de
AUTO ACCOMPANIMENT
aan, en zet SYNCHRONIZED
START aan. Zie voor details
blz. 25.
Zie voor details de bladzijden
32 t/m 41 over de
Automatische begeleiding.
De PSR-550 heeft 220 paneel setups in de Muziek Database en ze zijn verdeeld in elf
verschillende categorieën. U kunt achtereenvolgens verschillende Muziek Database
categorieën selecteren door middel van de Direct Access (Directe Toegang) functie.
Om de eerste Muziek Database van de volgende beschikbare categorie te selecteren, drukt u
eerst op de [DIRECT ACCESS] knop, en vervolgens op de [MUSIC DATABASE] knop.
Zie blz. 21 voor details over de Direct Access (Directe Toegang) functie.
In dit voorbeeld, selecteren we nr. 220 “Xmas Night” en spelen de song “Silent
Night.” (De bladmuziek vindt u op de volgende bladzijde).
3
Speel de akkoorden met uw linkerhand en de melodielijnen
met uw rechterhand mee met de muziek.
Zodra u een akkoord met uw linkerhand speelt, begint de automatische
begeleiding.
Voor informatie over hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op
blz 38.
220 Xmas Night
Direct Access
029 Days of S a x
POP HITS
001 Alive Fever
002 Alive Synth
003 Croco Rock
028 YesterGuitar
SWING & JAZZ
029 Days of Sax
056 Wonderland
EVERGREEN
057 Black Forest
086 Wonder World
Music Database List
(blz. 131MH)
12
15
De Muziek Database gebruiken
Data opgeslagen door de Muziek Database
Elk van de Muziek Database instellingen is speciaal geprogrammeerd om bij de geselecteerde stijl te passen en
beschikt over de meest geschikte voice (of combinatie van voices), stijl, en overige instellingen voor die stijl. Drukken
op de [MUSIC DATABASE] knop en een stijl selecteren stelt u in staat onmiddellijk alle relevante instellingen
opnieuw te configureren, zodat u gemakkelijk in het gewenste genre kunt gaan spelen met alle geschikte geluiden —
zonder dat u één voor één alle instellingen opnieuw moet maken. Zie voor alle parameters de volgende bladzijden.
VOICE PARAMETERS
• Part aan/uit (Voice R1/R2/L) ........................................................................blz. 29
• Voice wijziging instelling (Voice R1/R2/L) ....................................................blz. 75
• Mixer instelling (Voice R1/R2/L) ................................................................... blz. 76
• DSP aan/uit, FIRST/SLOW aan/uit, DSP type en Retour Niveau ................blz. 49
• HARMONIE/ECHO aan/uit, type, volume, part ............................................blz. 50
• Pitch Bend bereik .......................................................................................blz. 122
• Upper Octaaf instelling ............................................................................... blz. 119
AUTO ACCOMPANIMENT PARAMETERS
Automatische begeleiding (ACMP) aan/uit .................................................. blz. 33
• Synchro Start = ON* ....................................................................................blz. 33
• Stijlnummer ..................................................................................................blz. 32
• Main A/B sectie ............................................................................................blz. 34
• Tempo blz. 36
• Begeleidings Volume ....................................................................................blz. 37
• Track aan/uit .................................................................................................blz. 37
• Voice Wijziging instelling ..............................................................................blz. 75
• Mixer instelling ............................................................................................. blz. 75
• Multi Pad Bank nummer .............................................................................. blz. 43
• Reverb instelling ........................................................................................... blz. 46
• Chorus instelling .......................................................................................... blz. 48
* Wordt alleen ingesteld als de begeleiding niet speelt.
4
Als u het punt in de muziek bereikt aangeven door de pijl
erboven, drukt u op de [ENDING] knop.
Als de ending is afgelopen, stopt de automatische begeleiding automatisch.
Automatische
begeleidingsgedeelte
13
16
14
Paneeldisplay Indicaties
De PSR-550 heeft een grote multifunctionele display die alle belangrijke instellingen van het instrument laat zien.
Dit verlichte LCD verandert ook van kleur, afhankelijk van de geselecteerde mode, waardoor de bediening nog
makkelijker en intuïtiever wordt. Zie voor details over de LCD’s Backlight (achtergrondverlichting) mode, blz 122.
Hier volgt de uitleg van de verschillende displayiconen en indicaties.
q Menu/boodschap display
Dit laat het menu zien voor elke functie van de PSR-
550. Het laat ook de relevante mededelingen voor de
huidige handeling zien.
Zie het “Basis handelingen” gedeelte (blz. 17) voor
details over de Menu/boodschap Display.
w Menu indicatie
Dit geeft de items aan die te zien zijn in de menu
display, en de knop die ingedrukt moet worden. Kijk
naar “Basis handelingen” (blz. 17) voor details.
e Easy (Makkelijke) Navigator
Deze geeft de knoppen aan die ingedrukt moeten
worden. Kijk naar “Basis handelingen” (blz. 18) voor
details.
r Transponering
Laat de huidige transponeerwaarde zien (blz 30).
t Registratie bank-nummer
Laat de huidige geselecteerde registratie memory bank
en nummer zien (blz. 56).
y Tempo
Geeft het huidige tempo van het afspelen van de
begeleiding/song aan
(blz. 36).
u Maat
Geeft het huidige
maatnummer aan tijdens
song opname en afspelen.
i Tel indicators
Knippert in het huidige tempo en geeft de huidige tel
aan tijdens begeleiding en song afspelen.
o DSP (FAST)
“DSP” verschijnt als het DSP effect is aangezet (blz.
49).
“FAST” verschijnt als het DSP FAST/SLOW effect is
aangezet (blz. 49).
!0 TOUCH
Verschijnt als de aanslaggevoeligheid is aangezet (blz.
120).
!1 SUSTAIN
Verschijnt als de sustain is aangezet (blz. 30).
!2 HARMONY
Verschijnt als het HARMONY effect is aangezet (blz.
50).
!3 Akkoord
Laat de huidige akkoord naam
zien tijdens het afspelen van
de AUTO
ACCOMPANIMENT
(automatische begeleiding) of song opname/afspelen
(blz. 33).
!4 Song tracks / Begeleiding tracks
In de Song mode (blz. 25) en de Demo Song mode
(blz. 15):
De iconen van alle tracks geven de aan/uit status en
volume/aanslagsnelheid instellingen aan.
In de Stijl mode (blz. 25):
De iconen van de tracks 9 - 16 geven de aan/uit
status en volume/aanslagsnelheid instellingen aan
voor elk van de acht begeleiding tracks.
In de Record mode (blz. 25):
De iconen van alle tracks geven de aan/uit status en
volume/aanslagsnelheid instellingen aan. De “REC”
markeringen geven de opname status aan.
Cm
Akkoord soortGrondtoon
4/4 time 3/4 time
1st beat
2nd beat
3rd beat
4th beat
Als de het instrument
aan staat en de PSR-550
wordt drie minutes of
langer niet bediend, zal
de LCD de kleur elke drie
seconden wijzigen (als
de Backlight mode is
ingesteld op “Auto”).
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
1
REC
2
REC
3
REC
4
REC
5
REC
6
REC
7
REC
8
REC
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
TRANSPOSE
REGIST-
RATION
TEMPO
MEASURE
BEAT
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PART
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
001 G rand Pia no
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
MUSIC DATABASE
q Menu/mededeling display
w Menu
indicatie
e Easy (Makkelijke)
Navigator
o DSP (FAST)
!0 TOUCH
!1 SUSTAIN
!2 HARMONY
r
Transponeren
t Registratie bank-en
nummer
y Tempo u Maat i Tel/beat indicators
!3 Akkoord
!4 Song tracks /
Begeleiding tracks
17
15
Basis handelingen
Dit gedeelte introduceert u de basis bediening die gelijk is bij de verscheidene functies van de PSR-550.
In het bijzonder leert u hoe u het menu/mededeling display in het midden van het bedieningspaneel kunt gebruiken.
De Bedienings Displays oproepen ...................................................................... blz. 17
Hoe de Menu/mededeling display te lezen en de Makkelijk Navigator ............. blz. 18
Menu Selectie ...................................................................................................... blz. 19
Waarden veranderen (edit) .................................................................................. blz. 20
Benoemen ........................................................................................................... blz. 21
Direct Access (Toegang) ...................................................................................... blz. 21
De Bedienings Displays oproepen
Druk op de knoppen die hieronder worden opgesomd om zodoende de geschikte
display op te roepen voor de verscheidene functies of de PSR-550.
Drukken op één van deze knoppen roept onmiddellijk de relevante display voor de
geselecteerde functie op.
Zie het functie boom overzicht voor details (blz 22).
Als u verscheidene verschillende functie displays achter elkaar heeft geselecteerd, kunt u “uw
stappen weer terugvoeren” en elke display opnieuw oproepen door de [BACK] en [NEXT]
knoppen aan de linkerzijde van de display te gebruiken. U kunt natuurlijk ook direct de gewenste
display selecteren door op de juiste knoppen te drukken (zoals hierboven is opgesomd).
DEMO knop .......................................................... blz. 13
RECORD knop ................................... blz. 25, 78, 92, 96
SONG knop .......................................................... blz. 25
STYLE knop.................................................... blz. 25, 32
MUSIC DATABASE knop ...................................... blz. 14
VOICE L knop ....................................................... blz. 28
VOICE R1 knop .................................................... blz. 26
VOICE R2 knop .................................................... blz. 27
VOICE CHANGE knop ......................................... blz. 75
MIXER knop .......................................................... blz. 76
ACMP/SONG VOL knop ................................. blz. 37, 70
TEMPO/TAP knop ................................................. blz. 36
TRANSPOSE knop ............................................... blz. 30
FUNCTION knop ................................................. blz. 118
DISK LOAD knop .................................................. blz. 62
DISK SAVE knop .................................................. blz. 60
DISK UTILITY knop ........................................ blz. 64, 67
Hoe de huidige display te verlaten
Zoals te zien is in de functieboom (blz. 22), is er een grote verscheidenheid aan
functies op de PSR-550, elk met zijn eigen overeenkomstige display. Om de display
van een functie te verlaten drukt u op de [EXIT] knop.
Aangezien de PSR-550 zo veel verschillende displays heeft, kan het voorkomen dat u
af en toe in de war raakt over welke bedieningsdisplay op dat moment te zien is. Als
dit gebeurt, kunt u terugkeren naar de “thuisbasis” door verscheidene keren op de
[EXIT] knop te drukken. Dit brengt de PSR-550 terug naar de standaard display —
dezelfde display die verschijnt als het instrument wordt aangezet.
18
16
Hoe de Menu/Mededeling Display in “Easy Navigator” te lezen
Afhankelijk van de geselecteerde functie of handeling, laat de PSR-550 een
verscheidenheid aan displays en indicaties zien. Hieronder bevinden zich de
“Makkelijk Navigator” mededelingen die u door de verscheidene handelingen loodsen.
Laten we eens enkele voorbeelden bekijken:
Voice
Stijl
Song
Basis handelingen
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE
LR12
EASY
NAVIGATOR
001 Grand Piano
MUSIC DATABASE
Druk op de [VOICE R1] button.
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
001 8Beat 1
MUSIC DATABASE
Druk op de [STYLE] knop.
Deze mededeling betekent: “De huidige stijl (8Tel 1) is
bovenaan te zien. U kunt deze stijl wijzigen door de
data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de
nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken.”
Deze mededeling betekent ook: “U kunt
de begeleiding starten door op de
[START/STOP] knop te drukken.”
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
001 CLUB XG
_
MUSIC DATABASE
Plaats de bijgeleverde
datadiskette in de diskdrive.
Deze mededeling betekent: “De huidige song
(CLUB_XG) is bovenaan te zien. U kunt deze song
wijzigen door de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO]
knop of de nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken.”
Deze mededeling betekent ook: “U kunt
de huidige song starten door op de
[START/STOP] knop te drukken.”
Deze mededeling betekent: “De huidige voice voor
voice R1 (Grand Piano) is bovenaan te zien. U kunt
deze voice wijzigen door de data dial, de [+/YES] knop,
de [-/NO] knop of nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken."
19
17
Diskette
Menu Selectie
Voor bepaalde handelingen op de PSR-550 (zoals voices, demo songs en stijlen
selecteren), moet u verschillende menu’s in de display selecteren.
De display hieronder bijvoorbeeld (voor het selecteren van de functie) verschijnt als u
op de [FUNCTION] knop drukt.
In dit geval kunt u de functie selecteren door aan de data dial te draaien, of de cursor
te verplaatsen door op de [+/YES]/[-/NO] knoppen te drukken.
De display hieronder (voor het selecteren van voices) verschijnt als u op de [VOICE
R1] knop drukt.
In dit geval kunt u ook de voice selecteren door de data dial of de [+/YES]/[-/NO]
knoppen zoals hierboven te gebruiken; u kunt ook het voice nummer direct invoeren
door de nummer knoppen [1]-[0] te gebruiken (zie de volgende bladzijde).
Basis handelingen
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
F1 Multi Pad
MUSIC DATABASE
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE
LR12
EASY
NAVIGATOR
001 Grand Piano
MUSIC DATABASE
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
F1 Multi Pad
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
F2 Regist Memory
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARDSTART/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
F3 DigitalEffect
MUSIC DATABASE
MUSIC DATABASE
MUSIC DATABASE
[+/YES] knop [-/NO] knop
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
Format OK?
MUSIC DATABASE
Deze mededeling betekent: “Druk op de [+ 1/ YES]
knop om de formatteer handeling uit te voeren.”
Plaats een ongeformatteerde
diskette in de diskdrive.
[+/YES] knop [-/NO] knop
[+/YES] knop [-/NO] knop
20
18
Waarden veranderen (Edit)
Dit gedeelte laat u zien hoe u numerieke waarden op de PSR-550 instelt, zoals voice
nummer, song/stijlnummer en verscheidene parameters. Voer de waarden in door de
nummer knoppen [1]-[0] of de [+/YES]/[-/NO] knoppen te gebruiken.
Numerieke invoer
Één- of twee-cijferige
nummers kunt ook zonder
voorafgaande nul worden
ingevoerd. Om nummer “12”
bijvoorbeeld te selecteren,
drukt u gewoon op de [1] knop
en vervolgens op de [2] knop.
De bakljes onder het nummer
op de display zal een paar
seconden knipperen, en dan
verdwijnen op het moment dat
de PSR-550 het
geselecteerde nummer heeft
herkend.
Drie cijferige nummers invoeren
De nummer knoppen kunnen worden gebruikt om het nummer van de gewenste voice
direct in te voeren, waardoor u onmiddellijk die voice kunt selecteren zonder dat u
eerst een aantal andere voices moet doorlopen. Om bijvoorbeeld nummer 106 te
selecteren, drukt u achtereenvolgens op de [1], [0] en [6] nummer knoppen.
Basis handelingen
Één- of twee-cijferige nummers invoeren
Één- of twee-cijferige voice nummers kunnen worden ingevoerd met voorafgaand een
nul: bijv. “12” kan worden ingevoerd als “012” door achtereenvolgens op de [0], [1] en
[2] knoppen te drukken.
De data dial naar
rechts (met de klok
mee) draaien verhoogt
de waarde, terwijl
draaien naar links
(tegen de klok in) de
waarde verlaagt.
Nummer knoppen [1]-[0]
worden hieronder
beschreven.
Druk op de [+/YES] knop om de weergegeven waarde met
1 te verhogen. Druk op de [-/NO] knop om de
weergegegeven waarde met 1 te verlagen. Indrukken en
vasthouden van een van de knoppen verhoogt of verlaagt
de waarde continu.
Voor items die over een initiële standaard waarde
beschikken, zal het tegelijkertijd indrukken van de [+/YES]
en de [-/NO] knoppen instelling terugbrengen op de initiële
waarde.
De uitleg hier is alleen van toepassing op nummers die uit maximaal drie cijfers
bestaan, zoals die van voices en stijlen.
21
19
Benoemen
Dit maakt het u mogelijk om uw eigen originele data zoals songs, stijlen en registration
memory instellingen, te creëren. U kunt ook de data desgewenst een willekeurige naam geven.
De volgende data soorten kunnen worden benoemd.
Om een originele naam in te voeren, gebruikt u het toetsenbord.
Direct Access (Directe Toegang)
Door de [DIRECT TOEGANG] knop te gebruiken, kunt u onmiddellijk de gewenste
display oproepen. Indrukken van de [DIRECT ACCESS] knop en de
[REGISTRATION MEMORY] knop, bijvoorbeeld, selecteert automatisch de display
voor het invoeren van de Registration Memory bank naam.
Zie blz. 24 voor het Direct Access (Directe Toegang) Overzicht.
• Disk files (User songs, enz) .................................. blz. 61, 65, 66, 90
• User Stijlen ........................................................................... blz. 104
• User Pad banken .................................................................... blz. 94
• Registration Memory banken .................................................. blz. 56
Het voorbeeld display hieronder verschijnt bij het benoemen van een song op een diskette (blz. 90).
Basis handelingen
Voer een karakter in Elke toets op het toetsenbord geeft een ander karakter,
zoals direct boven de toets staat aangegeven.
De cursor bewegen De A#5 en B5 toetsen bewegen de cursor achteruit en
vooruit in de file naam.
Kleine letter invoeren De C1 toets functioneert als een shift toets die
omschakelt tussen kleine- en hoofdletters: Houdt de Shift
toets ingedrukt terwijl u een karaktertoets indrukt om een
kleine letter in te voeren.
De Delete toets (C6) wist het karakter op de cursor positie.
Letters en karakter zijn
zijn aangegeven
boven de de
corresponderende
toetsen.
C1
Nam=xxxxxxxx
Cursor
Direct Access
RegName Regist01
Kleine letters kunnen niet gebruikt
worden voor diskettefile namen.
Cursor
22
20
Functieboom
Het icoon in het overzicht geeft de relevante functie of parameter aan die kan worden
opgeroepen via de Direct Access (Directe Toegang) functie, en de nummers naast het icoon
komen overeen met die in het Direct Access overzicht op blz. 24. Alle functies aangeven met dit
teken (anders dan Stijl selectie, Muziek Database selectie en Disk Format) kunnen door de
gebruiker worden toegewezen aan de [+/YES] knop, [-/NO] knop en de nummer knoppen [1]-[0]
— waardoor u in staat wordt gesteld onmiddellijk de gewenste functie/parameter te selecteren.
Als u de Mixer schermen oproept (anders dan Volume en Octaaf) via Direct Access, zal het vorig
bewerkte gedeelte (blz. 74) worden aangegeven.
Betreffende
1 en 4, kunnen de genoemde schermen in feite afwijken van degenen die links
staan beschreven. Zie het Direct Access Overzicht op blz. 24.
Knop Menu/mededeling display Functie Zie blz.
DEMO Sweet Tenor .................................... Demo Song selectie ......................................................................................... 13
VOICE R1 001 Grand Piano ............................ Voice R1 selectie .............................................................................................. 26
VOICE R2 001 Grand Piano ............................ Voice R2 selectie .............................................................................................. 27
VOICE L 001 Grand Piano ............................ Voice L selectie ................................................................................................ 28
STYLE 001 8Beat 1 .................................... Begeleiding Stijl selectie ................................................... 1 ................... 32
SONG 001 CLUB_XG................................ Song selectie.................................................................................................... 68
SngMenu ........................................ Song menu selectie .......................................................................................... 69
PlayMode ............................ Song afspeel methode selectie ......................................... ...................... 69
Measure .............................. Song Maat vanwaar het afspelen begint .......................................................... 71
AbRepeat ............................ Song repeat instelling........................................................ 2 ................... 72
S.Trans ................................ Song transponeer instelling ............................................... 3 ................... 73
MUSIC DATABASE 001 Alive Fever........................................................................................................................... 4 ................... 14
VOICE CHANGE R1=001 Grand Pno ........................ Voice selectie van R1/R2/L/Stijl track/Song track ............................................ 75
MIXER Volume R1 ...................................... Volume aanpassing van Voice R1/R2/L ............................ 5,6,7 ............. 76
Volume Ph1 .................................... Volume aanpassing van de begeleidingstrack .................. ...................... 76
Volume T01 .................................... Volume aanpassing van de song track ............................. ...................... 76
Octave R1 ..................................... Octaaf instelling van voice R1/R2/L .................................. 8,9,10 ........... 77
Octave T01 .................................... Octaaf instelling van de song track .................................................................. 77
Pan R1 .......................................... Pan instelling van voice R1/R2/L ..................................................................... 77
Pan RhM ....................................... Pan instelling van begeleiding track ................................................................. 77
Pan T01 ......................................... Pan instelling van de song track ...................................................................... 77
RevDepth R1 ................................. Reverb diepte instelling van voice R1/R2/L ...................... 27 ................. 77
RevDepth RhM .............................. Reverb diepte instelling van de begeleidings track .......... 27 ................. 77
RevDepth T01 ............................... Reverb diepte instelling van de song track ....................... 27 ................. 77
ChoDepth R1................................. Chorus diepte instelling van voice R1/R2/L ...................... 30 ................. 77
ChoDepth RhM .............................. Chorus diepte instelling van de begeleidings track ........... 30 ................. 77
ChoDepth T01 ............................... Chorus diepte instelling van de song track ....................... 30 ................. 77
DspDepth R1 ................................. DSP diepte instelling van voice R1/R2/L ........................... 33 ................. 77
DspDepth RhM .............................. DSP diepte instelling van de begeleidings track ............... 33 ................. 77
DspDepth T01 ............................... DSP diepte instelling van de song track ............................ 33 ................. 77
ACMP/SONG VOL Acmp Volume ................................. Begeleidings Volume instelling ......................................................................... 37
Song Volume .................................. Songvolume instelling ...................................................................................... 70
TRANSPOSE Transponering ................................ Transponeer instelling ...................................................................................... 30
TEMPO/TAP Tempo ............................................. Tempo instelling ............................................................................................... 36
DISK LOAD Ld ................................................... Data laden van een diskette............................................................................. 62
DISK SAVE Sv ................................................... Data opslaan op diskette.................................................................................. 60
DISK UTILTY Menu
SongCopy ............................ Een song naar diskette kopiëren ...................................................................... 64
Delete .................................. Een file van diskette wissen ............................................................................. 67
Format ................................. Een diskette formatteren ................................................... 11 ................. 60
23
21
Functieboom
Knop Menu/mededeling display Functie Zie blz.
FUNCTION F1 Multi Pad
PBnk .................................. Multi pad bank selectie ...................................................... 12 ................. 44
CdMatch .............................. Chord match aan/uit instelling ........................................... 13 ................. 43
F2 Regist Memory
RBnk .................................. Registration Memory bank selectie .................................. 14 ................. 56
RegName ............................ Benoemen Registration Memory bank ............................. 15 ................. 56
F3 DigitalEffect
Reverb
RevType ................... Reverb type selectie .......................................................... 25 ................. 46
RevRetnLevel ........... Reverb retour niveau instelling.......................................... 26 ................. 47
Chorus
ChoType ................... Chorus Type selectie ......................................................... 28 ................. 48
ChoRetnLevel ........... Chorus retour niveau instelling.......................................... 29 ................. 48
Dsp
DspType ................... DSP type selectie .............................................................. 16,31 ............ 49
DspRetnLevel ........... DSP retour niveau instelling .............................................. 32 ................. 49
Harmony
HTyp ......................... Harmonie/Echo type selectie ............................................ 17,34 ............ 50
Harmonie Vol ............ Harmonie /Echo volume instelling ..................................... 24 ................. 52
HarmPart .................. Harmonie part instelling .................................................... 35 ................. 53
F4 Midi
Template .............................. MIDI template selectie..................................................................................... 112
MidiTemplatLoad? .... De geselecteerde MIDI template instelling laden ............................................ 112
Transmit Ch ......................... MIDI verzend kanaal instelling .......................................... ..................... 114
Recive Ch ............................ MIDI ontvangstkanaal instelling ........................................ ..................... 115
LocalContrl .......................... Locale besturing aan/uit instelling ..................................... ..................... 116
Clock .................................. Externe /Interne clock selectie .......................................... ..................... 116
Init Send .............................. Initiële data verzenden ...................................................... ..................... 117
F5 Utility
Metronom ............................ Metronoom aan/uit instelling ............................................. 18 ................ 118
UpperOct ............................. Upper octaaf instelling ....................................................... .................... 119
Tuning .................................. Master tuning (stemming) instelling .................................. .................... 119
SC.Tune .............................. Scale tuning (stemming) instelling .................................................................. 119
Template ................... Scale tuning template selectie ........................................................................ 119
NoteEdit .................... Individuele noot stemming ................................................ ..................... 119
Split .................................. Split punt instelling ............................................................ 19 ................ 120
Fingerng .............................. Fingering selectie .............................................................. 20 ................. 38
TouchSns ............................. Aanslaggevoeligheids instelling ........................................ 21 ................ 120
VoiceSet .............................. Voice set aan/uit instelling ................................................. 22 ................ 120
Pedal .................................. Voetschakelaar functie selecteren .................................... ..................... 121
PitchBnd .............................. Pitch Bend bereik instelling ............................................... ..................... 122
Assignbl ............................... Direct Access (Directe Toegang) instelling ...................................................... 122
BackLigt ............................... LCD’s achtergrondverlichtingskleur instelling ................... 23 ................ 122
RECORD Song
QuickRec ............................. User Song Quick opnemen .............................................................................. 80
MultiRec .............................. User Song Multi track opnemen ....................................................................... 82
Punch In/Out............. Punch in/uit instelling ....................................................................................... 84
RecStart Mes ............ Maat waarvanaf het terugspelen begint ........................................................... 84
Edit
Quantize ................... Quantizering ..................................................................................................... 86
Setup Dt.................... Initiële Setup data bewerken ............................................................................ 88
Name ........................ User Songs Benoemen .................................................................................... 90
Clear ......................... User song data wissen ..................................................................................... 91
Style
Record ................................. User Stijl opnemen ........................................................................................... 96
Edit
Quantize ................... Quantizering .................................................................................................... 102
Naam ........................ User Stijlen benoemen .................................................................................... 104
Clear ......................... User stijl data wissen ...................................................................................... 104
MultiPad
Opname ............................... User Pad opnemen .......................................................................................... 92
Edit
ChdMatch ................. Chord match aan/uit instelling .......................................................................... 94
Naam ........................ User pads benoemen ....................................................................................... 94
Clear ......................... User pad data wissen....................................................................................... 95
24
22
Tot verscheidene andere dan de hiervoor opgesomde functies kan toegang worden verkregen
door ze aan de [+/YES] knop, [-/NO] knop en de nummer knoppen [1]-[0] toe te wijzen.
De hiervoor opgesomde functies zijn standaard instellingen.
Zie de Functieboom op de bladzijden 22 en 23 voor de beschikbaar functies.
Zie blz. 122 over hoe de beschikbare functies toe te wijzen.
Functieboom nummer/functie Handeling: + hieronder opgesomde knop
1 Volgende stijl categorie selectie [STYLE]
2 Song repeat instelling [SONG]*
3 Song transponeer instelling [TRANSPOSE]*
4 Volgende Muziek Database categorie selectie [MUSIC DATABASE]
5 Volume aanpassing van Voice R1 [VOICE R1]
6 Volume aanpassing van Voice R2 [VOICE R2]
7 Volume aanpassing van Voice L [VOICE L]
8 Octaaf instelling van Voice R1 PART ON/OFF [VOICE R1]
9 Octaaf instelling van Voice R2 PART ON/OFF [VOICE R2]
10 Octaaf instelling van Voice L PART ON/UIT [VOICE L]
11 Een diskette formatteren [UTILITY]
12 Multi pad bank selectie MULTI PAD [STOP]
13 Akkoord overeenkomen aan/uit instelling MULTI PAD [1]~[4]
14 Registration Memory bank selectie REGISTRATION MEMORY [1]~[4]
15 Registration Memory bank benoemen REGISTRATION MEMORY [MEMORY]
16 DSP type selectie [DSP] of [FAST/TAP]
17 Harmonie/Echo type selectie [HARMONY]
18 Metronoom aan/uit instelling [TEMPO/TAP]
19 Splitpunt instelling [SONG/ACMP VOLUME]
20 Fingering selectie [ACMP ON/OFF]
21 Aanslaggevoeligheids instelling [TOUCH]
22 Voice set aan/uit instelling [FUNCTION]
23 LCD’s achtergrondsverlichtingskleur instelling [DEMO]
24 Harmonie/Echo volume instelling Nummer knop [0]
25 Reverb type selectie Nummer knop [1]
26 Reverb retour niveau instelling Nummer knop [2]
27 Reverb diepte instelling Nummer knop [3]
28 Chorus Type selectie Nummer knop [4]
29 Chorus retour niveau instelling Nummer knop [5]
30 Chorus diepte instelling Nummer knop [6]
31 DSP type selectie Nummer knop [7]
32 DSP retour niveau instelling Nummer knop [8]
33 DSP diepte instelling Nummer knop [9]
34 Harmonie/Echo type selectie Nummer knop [-/NO]
35 Harmonie part instelling Nummer knop [+/YES]
Direct Access Overzicht
* Alleen beschikbaar in de songmode.
25
23
Mode
Afhankelijk van de gebruikte paneel handeling, kent de PSR-550 verscheidene fundamenteel
verschillende toestanden (of bedieningsmethodes). Elke van deze toestanden wordt een mode
genoemd. Dit gedeelte legt de algemene modes van het instrument uit.
Stijl Mode blz. 32
Song Mode blz. 68
Selecteer deze mode door op de [STYLE] knop of de [MUSIC DATABASE] knop te
drukken. (Dit is de standaard mode als het instrument wordt aangezet.)
De Stijl mode wordt gebruikt voor het normaal bespelen van het volledige toetsenbord, en
als de automatische begeleiding wordt gebruikt.
Stijlen zijn de ritme/begeleidings patronen die door de automatische begeleidingsfunctie
worden gespeeld.
In de Stijl mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op blauw ingesteld.
Selecteer deze mode door op de [SONG] knop te drukken of door het plaatsen van de
diskette, die de song data bevat, in de diskdrive.
De Song mode wordt gebruikt voor het normaal bespelen van het volledige toetsenbord,
en voor het afspelen van de songs.
In de Song mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op paars ingesteld.
Automatische begeleiding (ACMP) aan/uit
................................................ blz. 33
De [ACMP ON/OFF] knop
schakelt aan en uit.
Als de automatische begeleiding
aan is, wordt de linkerkant van het
toetsenbord gebruikt voor bespelen/
aangeven van akkoorden.
Synchronized Start standby
(SYNC START) aan/uit ................. blz. 33
De [SYNC START] knop
schakelt aan en uit.
Als Synchronized Start
standby aan is, begint de
automatische begeleiding
zodra u een toets op het
toetsenbord speelt.
Record Mode
Selecteer deze mode door op de [RECORD] knop te drukken.
In de Record Mode kunt u uw eigen originele spel en songs opnemen en originele stijlen
en Multi Pad frases creëren.
In de Record mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op rood ingesteld.
Pad opname mode ....................... blz. 92
• Rehearsal (Oefen) mode (Sync Start uit)
• Record (Synchronized Start) standby
• Opnemen
Als Opname (Synchronized Start) standby aan is, begint het opnemen zodra u een toets
op het toetsenbord speelt.
Disk Mode blz. 57
Selecteer deze mode door op de [LOAD] knop, [SAVE] knop of de [UTILITY] knop te drukken.
In de Disk mode kunt u belangrijk data opslaan en laden.
In de Disk mode, kunnen geen paneel handelingen worden uitgevoerd (met uitzondering
van diskette handelingen).
In de Disk mode, is de achtergrondverlichtingskleur af fabriek op blauw ingesteld.
Song record mode ....................... blz. 78
• Rehearsal (Oefen) mode (Sync Start uit)
• Record (Synchronized Start) standby
• Opnemen
Stijl opname mode ....................... blz. 96
• Rehearsal (Oefen) mode (Sync Start uit)
• Record (Synchronized Start) standby
• Opnemen
BEAT
26
Voices bespelen
De PSR-550 beschikt over een kolossale selectie en diversiteit aan muzikale instrument voices die u kunt bespelen.
Probeer de verschillende voices eens uit aan de hand van het voice overzicht achterin de meertalige handleiding (blz. 123).
Selecteer en bespeel de voices van verschillende muziekinstrumenten
• Een Voice selecteren ........................................................................................blz. 26
• Toetsenbord Percussie .................................................................................... blz. 31
Wijs drie verschillende voices aan het toetsenbord toe en bespeel ze
• Twee Voices (R1, R2) tegelijkertijd bespelen ................................................... blz. 27
• Verschillende Voices met de linker (L) en rechter (R1, R2) handen bespelen blz. 28
• Functies van het Toetsenbord ..........................................................................blz. 29
Andere voice-gerelateerde functies
• Pitch Bend Wiel ................................................................................................blz. 30
• Transponeren ....................................................................................................blz. 30
• Sustain ..............................................................................................................blz. 30
• Aanslaggevoeligheid .......................................................................................blz. 120
Een Voice selecteren
1
Druk op de [VOICE R1] button.
De hier geselecteerde voice
wordt voice R1 (RIGHT 1)
genoemd. Zie blz. 29 voor
meer informatie over voice R1.
2
Selecteer een voice.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Voice overzicht (blz 123).
3
Bespeel het toetsenbord en pas het volume aan.
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
1
REC
2
REC
3
REC
4
REC
5
REC
6
REC
7
REC
8
REC
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
TRANSPOSE
REGIST-
RATION
TEMPO
MEASURE
BEAT
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE
LR12
EASY
NAVIGATOR
001 Grand Piano
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
MUSIC DATABASE
002 Bright Piano
24
27
Twee Voices (R1, R2) tegelijkertijd bespelen
1
Druk op de [PART ON/OFF VOICE R2] knop.
Een voice selecteren voor VOICE R2
2
Selecteer een voice.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Voice overzicht (blz 123).
De voices die hier (VOICE R2) beschikbaar zijn voor selectie zijn dezelfde als
die beschikbaar zijn voor VOICE R1 (geselecteerd op blz 26).
3
Bespeel de voice.
2
Bespeel de voices.
Twee verschillende voices klinken tegelijk in een layer.
Voice R1 (RIGHT 1) is de eerste voice van de layer en is bedoeld om met de
rechterhand te worden bespeeld. De tweede voice wordt voice R2 (RIGHT 2)
genoemd en wordt ook bespeeld met de rechterhand.
Voices bespelen
1
Druk op de [VOICE R2] button.
098 Slow Strings
25
28
Verschillende Voices met de linker (L) en rechter (R1, R2) handen bespelen
1
Druk op de [PART ON/OFF VOICE L] knop.
2
Bespeel de voices.
De noten die u met uw rechter en linker handen speelt, klinken als twee
verschillende voices.
Het punt op het toetsenbord
dat de voice L en voice R1
scheidt wordt het “splitpunt”
genoemd (blz. 29).
Voice R1 (RIGHT 1) is bedoeld om met de rechterhand bespeeld te worden.
Voice L (LEFT) wordt gespeeld met de linkerhand.
Een voice selecteren voor VOICE L
2
Selecteer een voice.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Voice overzicht (blz 123 van de Meertalige Handleiding).
De voices die hier (VOICE L) beschikbaar zijn voor selectie zijn dezelfde als
die beschikbaar zijn voor VOICE R1 (geselecteerd op blz. 26).
3
Bespeel de voices.
Voices bespelen
1
Druk op de [VOICE L] knop.
Splitpunt
Voice L
Voice R1
095 String Ensbl
Splitpunt
Voice L
Voice R1
26
29
Splitpunt
Functies van het Toetsenbord
Zoals hierboven uitgelegd, kan het toetsenbord van de PSR-550 drie verschillende voices tegelijk voortbrengen.
Hier is een korte samenvatting van de verschillende manieren om voices te bespelen.
Een enkele (single) Voice
bespelen
Twee Voices bespelen
Afzonderlijke Voices met
de rechter en linker
handen bespelen
Verder heeft het toetsenbord van de PSR-550 nog andere belangrijke functies naast het bespelen van voices (zoals hieronder aangegeven).
Automatische begeleidingsgedeelte
Als de automatische begeleiding op aan is ingesteld (blz. 33), wordt het toetsbereik van voice L het bereik voor het bespelen/
aangeven van de akkoorden.
Benoemen
Het toetsenbord kan ook worden gebruikt om song files op een diskette, User
Stijlen, User Pad banken en Registration Memory banken (blz. 21) te benoemen.
Voices bespelen
Het punt op het toetsenbord dat de voice L en voice R1/R2 scheidt, wordt het
“splitpunt” genoemd.
Het splitpunt is af fabriek ingesteld op F#2, u kunt dit echter instellen op elke toets die
u wenst. Zie blz. 120 voor instructies over het splitpunt instellen.
Elke toets heeft een nootnaam;
De laagste (meest linkse) toets
op het toetsenbord,
bijvoorbeeld, komt overeen
met C1, en de hoogste (meest
rechtse) toets met C6. (Zie
voor details onder).
Elke toets heeft een nootnaam; de laagste (meest linkse) toets op het toetsenbord, bijvoorbeeld, komt overeen met
C1, en de hoogste (meest rechtse) toets met C6.
Voice L
Splitpunt (F#2)
Voice R1/R2
Voice R1 + R2
Voice R1
Voice R1 + R2
Voice L
Voice R1
Voice L
C1
C1 - B1
D1 E1 F1 G1 A1 B1
C#1D#1F#1G#1A#1
C2 - B2 C3 - B3 C4 - B4 C5 - B5 C6
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Voice R1/R2
27
30
De Transponeer functie kan niet
worden toegepast als er een
drumkit als voice is
geselecteerd (blz. 31).
Druk tegelijkertijd op de [+/YES]
en [-/NO] knoppen om de trans-
poneerwaarde onmiddellijk terug
te zetten naar de waarde 0.
De nieuwe TRANSPOSE waarde
werkt vanaf de volgende toets die
gespeeld wordt.
Negatieve waarden kunnen
worden ingevoerd door de
nummer knoppen te gebruiken
terwijl de [-/NO] knop wordt
vastgehouden.
Transponeren
Deze functie maakt het mogelijk de totale toonhoogte van de PSR-550 omhoog of
omlaag te transponeren met een maximum van één octaaf in stappen van een halve
noot. Het transponeerbereik is van -12 tot +12.
1
Druk op de [TRANSPOSE] knop.
2
Stel de transponering in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Pitch Bend wiel
Gebruik het PSR-550 Pitch Bend wiel om de noten te verhogen (draai het wiel van u weg) of te
verlagen (draai het wiel naar u toe) terwijl u het toetsenbord bespeelt. Het pitch bend wiel is zelf-
centrerend en zal automatisch terugkeren naar de normale toonhoogte als deze wordt losgelaten.
Het maximum pitch bend
bereik kan worden ingesteld
via de Pitch Bend Range
(bereik) functie in de Utility
functie groep (blz. 122).
Sustain
Als de Sustain functie op ON staat, krijgen alle noten die op het toetsenbord worden
gespeeld een lange uitsterftijd (sustain). Druk op de [SUSTAIN] knop om het
SUSTAIN effect ON (aan) of OFF (uit) te zetten.
Voices bespelen
Transpose = 0
Transpose = 4
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
28
31
Toetsenbord Percussie
1
Druk op de [VOICE R1] button.
2
Selecteer “StandardKit1”.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
3
Bespeel de voice.
Zie de illustratie hieronder en het Drum Kit Overzicht achter in de meertalige
handleiding (blz. 128).
De drum- en percussie instrumentgeluiden van de Standard Kit (Std.Kit1) zijn
aangeven door symbolen die onder de toetsen zijn gedrukt.
De Transponeer functie kan
niet worden toegepast als er
een drumkit als voice is
geselecteerd (blz. 30).
Elke toets heeft een nootnaam;
De laagste (meest linkse) toets
op het toetsenbord,
bijvoorbeeld, komt overeen
met C1, en de hoogste (meest
rechtse) toets met C6. (Zie
voor details blz. 29)
Voices bespelen
220 StandardKit1
[Standard Kit 1]
Seq Click H
Bell Tree
Jingle Bell
Triangle Open
Cuica Open
Wood Block L
Wood Block H
Guiro Long
Samba Whistle L
Samba Whistle H
Cabasa
Agogo H
Timbale H
Conga L
Conga H Mute
Bongo H
Ride Cymbal 2
Crash Cymbal 2
Splash Cymbal
Ride Cymbal Cup
Chinese Cymbal
High Tom
Mid Tom H
Mid Tom L
Low Tom
Floor Tom H
Floor Tom L
Snare Tight
Snare
Kick
Kick Tight
Kick Soft
Snare Soft
Snare Roll
Brush Tap Swirl
Brush Swirl
Brush Tap
Shaker
Triangle Mute
Cuica Mute
Claves
Guiro Short
Maracas
Agogo L
Timbale L
Conga H Open
Bongo L
Vibraslap
Cowbell
Tambourine
Ride Cymbal 1
Crash Cymbal 1
Hi-Hat Open
Hi-Hat Pedal
Hi-Hat Closed
Hand Clap
Side Stick
Open Rim Shot
Sticks
Castanet
Brush Slap
C1 C2 C3 C4 C5 C6
29
32
Automatische begeleiding
De automatische begeleidingsfunctie plaatst een volledige begeleidingsband onder uw vingers. Om deze te gebruiken,
hoeft u alleen maar de akkoorden met uw linkerhand te spelen, en de geselecteerde begeleidingsstijl die bij uw muziek
past zal automatisch meespelen, onmiddellijk volgend op de akkoorden die u speelt. Met de automatische begeleiding,
kan zelfs een solist met plezier spelen met de begeleiding van een complete band of orkest.
De PSR-550 beschikt over een totaal van 112 stijlen of begeleidingspatronen (stijl nummers 1 - 112)
met een verscheidenheid aan verschillende muzikale genres. Probeer eens enkele van de
verschillende stijlen te selecteren (blz. 130MH) en te bespelen met de automatische begeleiding.
Twee manieren om de automatische begeleiding af te spelen
Automatische begeleiding gebruiken (alleen de ritme track) ........................ blz. 32
Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks) ......................................... blz. 33
Extra functies om het meest uit de automatische begeleiding te halen
• Begeleidingssecties ....................................................................................... blz. 34
• Tempo / Tap ................................................................................................... blz. 36
• Begeleiding Track Muting (uitschakelen) ....................................................... blz. 37
• Begeleidings Volume Regeling ...................................................................... blz. 37
Automatische begeleiding functies gerelateerd aan het akkoorden spelen met uw linkerhand
• Akkoord Fingerings ........................................................................................ blz. 38
• Begeleidings Splitpunt ................................................................................... blz. 40
• Synchro Stop ................................................................................................. blz. 41
Automatische één-knops selectie van een verscheidenheid aan speciaal
geprogrammeerde paneel instellingen die past bij de de automatische begeleidingsstijl
• One Touch Setting is geselecteerd ................................................................ blz. 42
Automatische begeleiding gebruiken (alleen de ritme track)
1
Druk op de [STYLE] knop.
2
Selecteer een stijl.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Stijl overzicht in de meertalige handleiding(blz 130).
3
Druk op de [START/STOP] knop om de ritme tracks van de auto-
matische begeleiding, minus de bas en akkoord tracks te starten.
4
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de begeleiding
te stoppen.
002 8 Beat 2
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
001 8 Beat 1
MUSIC DATABASE
30
U kunt opvolgende Stijl
categorieën selecteren door de
Direct Access functie te
gebruiken. De methode is gelijk
aan die voor het selecteren van
Music Database categorieën.
Zie stap 2 in De Muziek
Database gebruiken op blz. 14.
Zie ook de op het paneel
gedrukte Stijl categorieën.
33
Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks)
1
Druk op de [STYLE] knop.
2
Selecteer een stijl.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Stijl overzicht in de meertalige handleiding (blz. 130).
3
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT in.
Druk op [ACMP ON/OFF] zodat zijn indicator oplicht.
Het als linkerhand sectie aangegeven toetsenborddeel wordt het “Automatische begeleidings-
gedeelte” genoemd en akkoorden die in deze sectie worden gespeeld worden automatisch
gedetecteerd en gebruikt als een basis voor een volledig automatische begeleiding met de
geselecteerde stijl.
4
Zet SYNCHRONIZED START aan.
Druk op de [SYNC START] knop zodat zijn indicator oplicht.
De tel/beat lamp knippert ook mee in de maat met het tempo. Deze toestand
wordt Synchronized Start standby genoemd. Zie blz. 25 voor details.
5
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
6
Probeer andere akkoorden met uw linkerhand te spelen.
Voor informatie over hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op blz. 38.
7
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de begeleiding
te stoppen.
Automatische begeleiding
[ACMP] is de afkorting van
[ACCOMPANIMENT]
(begeleiding).
[SYNC START] is de afkorting
van [SYNCHRONIZED START]
(gesynchroniseerde start).
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
BEAT
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
31
34
Automatische begeleiding
Begeleidingssecties
Er zijn verschillende soorten Automatische Begeleidingssecties die u de mogelijkheid
geven de arrangementen van de begeleiding te variëren om bij de song te passen die u
speelt. Dit zijn: Intro, Main A en B, Fill-in en Ending. Door daartussen te schakelen
terwijl u speelt, kunt u makkelijk de dynamisch elementen van een professional-
klinkend arrangement maken in uw spel.
1
Druk op de [STYLE] knop.
2
Selecteer een stijl (blz. 32).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
3
Schakel de automatische begeleiding in (blz. 33).
4
Zet SYNCHRONIZED START aan (blz. 33).
INTRO Sectie
Deze wordt gebruikt voor het begin van de song. Als het intro klaar is met spelen, gaat de
begeleiding door met de main sectie.
De lengte van het intro (in maten) is verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
MAIN Sectie
Deze wordt gebruikt voor het spelen van het algemene gedeelte van de song. Het speelt
een begeleidingspatroon van verscheidene maten (2 - 4 maten), en wordt eindeloos
herhaald tot een andere sectie knop wordt ingedrukt. Er zijn twee variaties op het basis
patroon, A - B, en de automatische begeleiding wijzigt harmonisch, gebaseerd op de
akkoorden die u met uw linkerhand speelt.
FILL-IN Sectie
De fill-in gedeelten laten u dynamisch variaties en breaks in het ritme van de begeleiding
toevoegen, om zo uw spel nog professioneler te maken. Druk gewoon op één van de
MAIN/AUTO FILL (A, B) knoppen terwijl u speelt, en de geselecteerde fill-in sectie speelt
automatisch (AUTO FILL), waardoor de automatische begeleiding wordt opgeluisterd.
Als de fill-in klaar is, gaat deze naadloos over in de geselecteerde main sectie (A, B).
ENDING Sectie
Deze wordt gebruikt voor het einde van de song. Als de ending klaar is, stopt de
automatische begeleiding automatisch. De lengte van de ending (in maten) is
verschillend en afhankelijk van de geselecteerde stijl.
[ACMP] is de afkorting van
[ACCOMPANIMENT] en
[SYNC START] dat van
[SYNCHRONIZED START].
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt
BEAT
32
35
Automatische begeleiding
5
Druk op de [MAIN/AUTO FILL] knop.
6
Druk op de [INTRO] knop.
7
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
Voor informatie ver hoe akkoorden in te voeren, zie “Akkoord Fingerings” op blz. 38.
Als het afspelen van het intro klaar is, gaat deze automatisch over in de main A
sectie.
De indicator van de te spelen
bestemmingssectie (MAIN A of
B) zal knipperen terwijl de
corresponderende fill-in wordt
gespeeld. U kunt op dat
moment de te spelen
bestemmings sectie nog
veranderen door op de
betreffende knop MAIN/AUTO
FILL [A] of [B] knop te drukken.
U kunt de intro sectie zelfs
midden in de song gebruiken
door tijdens de song op de
[INTRO] knop te drukken.
Als de MAIN/AUTO FILL A/B
knop wordt ingedrukt na de
laatste halve tel (achtste noot)
van de maat, zal de fill-in vanaf
de volgende maat starten.
8
Druk op de [MAIN B] knop.
Er speelt een fill-in, automatisch gevolgd door de main B sectie.
9
Druk indien gewenst op de MAIN knoppen tijdens uw spel.
De main sectie die overeenkomt met de ingedrukte knop speelt na een
automatische fill-in.
10
Druk op de [ENDING] knop.
Hierdoor wordt naar de ending sectie geschakeld. Als de ending is afgelopen,
stopt de automatische begeleiding automatisch.
U kunt de ending geleidelijk laten vertragen (ritardando) door nogmaals op de
[ENDING] knop te drukken, terwijl de ending speelt.
Als u op de INTRO knop drukt
terwijl de ending speelt, zal de
intro sectie beginnen te spelen
als de ending klaar is.
Als u op een MAIN/AUTO FILL
knop drukt terwijl de ending
speelt, zal de fill-in begeleiding
onmiddellijk beginnen te
spelen, daarna doorgaand met
de main sectie.
Als u op de [SYNC START]
knop drukt terwijl de
begeleiding speelt, zal de
begeleiding stoppen en de
PSR-550 zal overgaan naar de
Synchronized Start standby
status.
U kunt de begeleiding
beginnen door de ending te
gebruiken in plaats van de intro
sectie.
Splitpunt
33
36
Automatische begeleiding
Tempo/Tap
Elke stijl van de PSR-550 is met een standaard bpm (tempo) geprogrammeerd; deze
kan echter worden gewijzigd door de [TEMPO/TAP] knop te gebruiken.
U kunt het tempo veranderen naar een willekeurig waarde tussen 32 en 280 tellen per minuut.
De volgende stappen kunnen zelfs tijdens het afspelen worden gebruikt.
1
Druk op de [TEMPO/TAP] knop.
2
Verander het tempo.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
3
Druk tegelijkertijd op de [+/YES]/[-/NO] knoppen om het
standaard tempo terug te roepen.
De Tap functie gebruiken
De automatische begeleiding begint automatisch in het tempo dat u op de knop
heeft ingetikt.
Het tempo kan ook tijdens het
afspelen veranderd worden
door twee keer in het gewenste
tempo op de TEMPO/TAP knop
te drukken.
De automatische begeleiding kan op elk gewenste tempo worden gestart door het
tempo in te tikken met de [TEMPO/TAP] knop.
1
Druk op de [STYLE] knop.
2
Selecteer een stijl (blz. 32).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
3
Druk vier keer achtereenvolgens op de [TEMPO/TAP] knop (in
een consequent ritme).
Als u een andere stijl selecteert
terwijl de begeleiding niet
speelt, wordt het standaard
tempo voor die stijl ook
geselecteerd. Als de
begeleiding speelt, wordt
hetzelfde tempo gehandhaaft,
zelfs als u een andere stijl
selecteert.
Tempo =148
Tempo =124
Tempo =148
Als er een 4-kwarts stijl wordt geselecteerd
Tik 4 keer
34
* Als er een 3-kwarts stijl wordt
geselecteerd, tik 3 keer.
37
Automatische begeleiding
Accompaniment Track Muting (uitschakelen)
De PSR-550 heeft acht begeleiding tracks — RHYTHM SUB, RHYTHM MAIN, BASS, CHORD 1, CHORD 2,
PAD, PHRASE 1 en PHRASE 2 — die u kunt regelen om zo de “orkestratie” te veranderen en daardoor het totale
geluid van de begeleiding. Als een stijl wordt geselecteerd, zullen de iconen die overeenkomen met de tracks en
data voor een gedeelte van die stijl bevatten oplichten.
Individuele begeleidingstracks kunnen worden OFF (uit) gezet of ON (aan) door op de TRACK knoppen (9 - 16) te
drukken die overeenkomen met de betreffende tracks. Het [M] icoon zal verschijnen als een track wordt gemute.
Door de tracks in verschillende combinaties OFF en ON te zetten, kunt u verscheidene arrangementen creëren van
een enkele begeleiding stijl.
Begeleidings Volume Regeling
Deze afzonderlijke volume regeling voor de automatische begeleiding laat u de
optimale niveau balans tussen de begeleiding en uw rechterhand spel instellen.
Het begeleidings volume bereik is van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume).
1
Start de begeleiding (blz. 33).
2
Druk op de [ACMP/SONG VOLUME] knop.
Track inhoud
RHYTHM SUB, RHYTHM MAIN
Dit zijn de algemene ritme tracks. De RHYTHM tracks zorgen
voor de drum en percussie geluiden.
BASS
De BASS track speelt altijd een baslijn, maar de voice zal
veranderen zodat deze bij de geselecteerde stijl past …
acoustic bass, synth bass, tuba, enz.
CHORD 1, CHORD 2
Deze tracks zorgen voor de ritmische akkoord begeleiding die nodig is
voor elke stijl. U vindt hier gitaar, piano en andere akkoord instrumenten.
PAD
Deze track speelt waar nodig lange akkoorden, gebruikmakend van aanhoudende
instrumenten zoals strings (strijkers), organ (orgel), choir (koor).
PHRASE 1, PHRASE 2
Dit is waar de muzikale verfraaiingen huizen.
De PHRASE tracks worden gebruikt voor dynamische blazers licks, arpeggio akkoorden
en andere extra’s die de begeleiding interessanter maken.
3
Pas het begeleidings volume aan.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Pas het niveau aan terwijl u het toetsenbord met uw rechterhand bespeeld, luisterend
naar de totale balans tussen de begeleiding en de op het toetsenbord gespeelde voice.
[ACMP] is de afkorting van
[ACCOMPANIMENT].
4
Stop de begeleiding (blz. 33).
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
13
Acmp Volume =100
35
38
Automatische begeleiding
Akkoord Fingerings
De manier waarop akkoorden worden gespeeld of aangeven met uw linkerhand (in het
automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord) wordt “fingering” genoemd.
Er zijn 5 soorten fingerings zoals hieronder wordt beschreven.
• Multi Finger ................................................................................................ blz. 40
• Single Finger .............................................................................................. blz. 38
• Fingered 1 .................................................................................................. blz. 38
• Fingered 2 .................................................................................................. blz. 40
• Full Keyboard (Volledig toetsenbord) ......................................................... blz. 40
De standaard fingering mode is
Multi Finger.
De Single Finger mode
Single-finger begeleidingen maken het makkelijk om prachtig georkestreerde
begeleidingen met majeur, septiem, mineur en mineur-septiem akkoorden door op een
minimum aantal toetsen te drukken in het automatische begeleidingsgedeelte van het
toetsenbord. De volgende verkorte akkoord fingerings worden gebruikt:
De Fingered 1 mode
De Fingered 1 mode laat u zelf uw eigen akkoorden neerzetten in het Automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (dat wil zeggen alle toetsen links van en
inclusief de split-punt toets — normaal F#2) terwijl de PSR-550 het geschikte
georkestreerde ritme, de bas en akkoord begeleiding in de geselecteerde stijl levert.
De Fingered 1 mode herkent de volgende akkoorden:
Fingering =Singl
Fingering =F1
Cm
C
Cm
7
C
7
Voor een majeur akkoord, drukt u alleen op de
grondtoon.
Voor een mineur akkoord, drukt u gelijktijdig op de
grondtoon toets en de zwarte toets links daarvan.
Voor een septiem akkoord, drukt u gelijktijdig
op de grondtoon toets en de witte toets links
daarvan.
Voor een mineur-septiem akkoord, drukt u
gelijktijdig op de grondtoon toets en op zowel
de witte als de zwarte toets links daarvan.
36
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
2
Selecteer “Utility” met de data dial, de [+/YES]
knop of de [-/NO] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop.
4
Selecteer “Fingerng” met de data dial, de [+/YES]
knop of de [-/NO] knop.
5
Druk op de [NEXT] knop.
6
Selecteer de manier waarop akkoorden worden
gespeeld of aangeven (Fingering) met de data
dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
F5 Utility
F5 Util:Fingerng
Fingering =Multi
De handelingen voor elke functie die overeenkomen met stap nr. 6 worden behandeld
in de volgende uitleggingen.
39
Noten tussen haakjes kunnen
worden weggelaten.
Als u drie aan elkaar
grenzende toetsen (inclusief de
zwarte toetsen) speelt, zal het
akkoord geluid worden
geannuleerd en alleen de ritme
instrumenten zullen doorgaan
met spelen (CHORD CANCEL
functie).
Het spelen van een enkele
toets of twee dezelfde
grondtonen in aangrenzende
octaven geeft een alleen op de
grondtoon gebaseerde
begeleiding.
Een perfecte kwint (1 + 5)
produceert een begeleiding
gebaseerd op de grondtoon en
de kwint en kan dus zowel met
mineur als majeur gebruikt
worden.
De akkoordliggingen zijn
allemaal in de grondligging,
maar inversies kunnen gebruikt
worden, met uitzondering van:
m7, m7
b
5, 6, m6, sus4, aug,
dim7, 7
b
5, 6(9), m7(11),
1+2+5.
Inversies van de 7sus4
akkoorden worden niet
herkend als de kwint wordt
weggelaten.
De AUTO ACCOMPANIMENT
zal soms niet veranderen als er
gerelateerde akkoorden achter
elkaar gespeeld worden
(bijvoorbeeld sommige mineur
akkoorden gevolgd door de
mineur septiem).
Een twee vingerzetting zal een
akkoord gebaseerd op het
voorgaande akkoord
produceren.
Automatische begeleiding
C
Cm
7
C
( )
CM
( )
7
C
(9)
C
( )
(9)
6
Caug
Cm
6
Cm
7
( )
Cm
b5
7
CmM
b5
7
Cm
( )
(9)
7
Cm
(9)
CmM
7
( )
CmM
(9)
7
( )
Cdim
Cdim
7
C
(9)
7
( )
C
(13)
7
( )
C
(b9)
7
( )
C
(b13)
7
Csus
4
C
1+2+5
C
b5
7
C
6
( )
( )
CM
7
(9)
7
CM
(#11)
( )
7
CM
b5
C
(b5)
( )
C
(#11)
7
C
(#9)
7
( )
C aug
7
Cm
7
(
11)
( )
( )
CM aug
7
( )
C sus
4
7
( )
Voorbeelden voor C akkoorden
Akkoordnaam/[Afkorting] Normale Vingerzetting
Majeur [M] 1 - 3 - 5
Toegevoegde none [(9)] 1 - 2 - 3 - 5
Sext [6] 1 - (3) - 5 - 6
Sext met toegevoegde none [6(9)] 1 - 2 - 3 - (5) - 6
Majeur septiem [M7] 1 - 3 - (5) - 7 of
1 - (3) - 5 - 7
Majeur septiem met toegevoegde none [M7(9)] 1 - 2 - 3 - (5) - 7
Majeur septiem met overmatige undecime [M7(#11)] 1 - (2) - 3 - #4 - 5 - 7 of
1 - 2 - 3 - #4 - (5) - 7
Verminderde kwint [(b5)] 1 - 3 - b5
Majeur septiem met verminderde kwint [M7b5] 1 - 3 - b5 - 7
Toegevoegde kwart [sus4] 1 - 4 - 5
Vermeerderd [aug] 1 - 3 - #5
Vermeerderde majeur septiem [M7aug] 1 - (3) - #5 - 7
Mineur [m] 1 - b3 - 5
Mineur toevoegen met toegevoegde none [m(9)] 1 - 2 - b3 - 5
Mineur sext [m6] 1 - b3 - 5 - 6
Mineur septiem [m7] 1 - b3 - (5) - b7
Mineur septiem met toegevoegde none [m7(9)] 1 - 2 - b3 - (5) - b7
Mineur septiem undecime [m7(11)] 1 - (2) - b3 - 4 - 5 - (b7)
Mineur majeur septiem [mM7] 1 - b3 - (5) - 7
Mineur majeur septiem met toegevoegde none [mM7(9)] 1 - 2 - b3 - (5) - 7
Mineur septiem met verminderde kwint [m7b5] 1 - b3 - b5 - b7
Mineur majeur septiem verminderde kwint [mM7b5] 1 - b3 - b5 - 7
Verminderd [dim] 1 - b3 - b5
Verminderd septiem [dim7] 1 - b3 - b5 - 6
Septiem [7] 1 - 3 - (5) - b7 of
1 - (3) - 5 - b7
Septiem verminderde none [7(b9)] 1 - b2 - 3 - (5) - b7
Septiem toegevoegde verminderde tredecime [7(b13)] 1 - 3 - 5 - b6 - b7
Septiem toegevoegde none [7(9)] 1 - 2 - 3 - (5) - b7
Septiem met overmatige undecime [7(#11)] 1 - (2) - 3 - #4 - 5 - b7 of
1 - 2 - 3 - #4 - (5) - b7
Septiem toegevoegde tredecime [7(13)] 1 - 3 - (5) - 6 - b7
Septiem met vermeerderde none [7(#9)] 1 - #2 - 3 - (5) - b7
Septiem verminderde kwint [7b5] 1 - 3 - b5 - b7
Vermeerderd septime [7aug] 1 - 3 - #5 - b7
Septime met toegevoegd kwart [7sus4] 1 - 4 - (5) - b7
Eén plus twee plus vijf [1+2+5] 1 - 2 - 5
Akkoord (C) Display
CC
C(9) C(9)
C6 C6
C6(9) C6(9)
CM7 CM7
CM7(9) CM7(9)
CM7(#11) CM7(#11)
C(b5) C(b5)
CM7b5 CM7b5
Csus4 Csus4
Caug Caug
CM7aug CM7aug
Cm Cm
Cm(9) Cm(9)
Cm6 Cm6
Cm7 Cm7
Cm7(9) Cm7(9)
Cm7(11) Cm7(11)
CmM7 CmM7
CmM7(9) CmM7(9)
Cm7b5 Cm7b5
CmM7b5 CmM7b5
Cdim Cdim
Cdim7 Cdim7
C7 C7
C7(b9) C7(b9)
C7(b13) C7(b13)
C7(9) C7(9)
C7(#11) C7(#11)
C7(13) C7(13)
C7(#9) C7(#9)
C7b5C7b5
C7aug C7aug
C7sus4 C7sus4
C1+2+5 C
37
40
Automatische begeleiding
De Fingered 2 mode
Begeleidings Splitpunt
Het punt op het toetsenbord dat het automatische begeleidingsgedeelte en de
rechterhand sectie van het toetsenbord scheidt, wordt het “splitpunt” genoemd.
De initiële instelling (fabrieksinstelling) van het splitpunt is “F#2”; dit kan echter
worden ingesteld op elke toets die u wenst. Zie blz. 118 voor instructies over hoe het
splitpunt in te stellen.
Deze is in principe gelijk aan de hiervoor beschreven Fingered 1 mode, behalve dat de
Fingered 2 mode u het daarnaast ook nog mogelijk maakt de laagste noot van elke
akkoord te bepalen — simpelweg, de laagste noot gespeeld in het Automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord wordt gebruikt als begeleidings bas noot. Dit
houdt in dat u “on-bas” akkoorden kunt aangeven, waarin de algemene basnoot van het
akkoord niet de grondtoon van het akkoord is. Voor een C majeur akkoord, bijvoorbeeld,
zou u de E (de terts) of de G (de kwint) als basnoot kunnen gebruiken in plaats van de C.
Als de Full Keyboard Mode wordt geselecteerd, zal de PSR-550 automatisch de geschikte
begeleiding creëren, terwijl u nagenoeg van alles met beide handen over het hele
toetsenbordbereik kunt spelen. U hoeft zich geen zorgen te maken over het aangeven van de
begeleidingsakkoorden. De naam van het gedetecteerde akkoord zal in de display verschijnen.
Als de Full Keyboard mode is
geselecteerd, zal de splitpunt
instelling (zie hierna) voor de
automatische begeleiding
worden genegeerd.
De Multi Finger mode
Dit is de standaard begeleidingsmode als het instrument wordt aangezet. De Multi Finger
mode detecteert automatisch Single Finger of Fingered 1 Akkoord Fingerings, zodat u
beide types fingering kunt gebruiken zonder de fingering modes om te hoeven schakelen.
Als u mineur, septiem of mineur
septiem akkoorden wilt spelen met
gebruikmaking van de Single
Finger bediening in de Multi Finger
mode, druk dan altijd op de dichtst
bij de grondtoon van het akkoord
liggende witte/zwarte toets(en).
De Full Keyboard (volledige toetsenbord) mode
Fingering =F2
C C op E C op G
Fingering =Full
Fingering =Multi
Automatische
begeleidingsgedeelte
Splitpunt (F#2)
38
41
Automatische begeleiding
Synchro Stop
Als de Synchro Stop functie is geactiveerd, zal het afspelen van de begeleiding volledig stoppen
op het moment dat alle toetsen in het automatisch-begeleidingsgedeelte van het toetsenbord
worden losgelaten. Het afspelen van de begeleiding zal weer beginnen zodra er een akkoord
wordt gespeeld. De Beat indicators in de display zullen knipperen als de begeleiding is gestopt.
Synchro Stop kan niet op aan
worden ingesteld als de
fingering mode is ingesteld op
Full Keyboard of de
automatische begeleiding op
het paneel op uit. Ook wordt
Synchro Stop automatisch
uitgezet als Full Toetsenbord
wordt geselecteerd als fingering
mode of als de automatische
begeleiding op het paneel wordt
uitgezet.
[SYNC STOP] is de afkorting
van [SYNCHRO STOP].
1
Druk op de [STYLE] knop.
2
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
3
Zet SYNCHRONIZED START aan (blz. 33).
4
Zet SYNCHRONIZED STOP aan.
Druk op de [SYNC STOP] knop.
5
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
6
De automatische begeleiding stopt
als u uw linkerhand van de toetsen
haalt.
7
Een akkoord met uw linkerhand spelen start automatisch de
automatische begeleiding weer.
Om de automatische begeleiding te stoppen, haalt u gewoon uw linkerhand van
het toetsenbord.
8
Zet SYNCHRONIZED STOP uit.
Druk op de [SYNC STOP] knop.
Als Synchronized Stop uit is, stopt de automatische begeleiding niet als u uw
linkerhand van de toetsen haalt.
9
Stop de begeleiding (blz. 33).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
39
42
Automatische begeleiding
One Touch Setting
De One Touch Setting is een krachtige en gemakkelijek functie die u in staat stelt om
onmiddellijk nagenoeg alle automatische-begeleiding-gerelateerde paneel instellingen
in één keer opnieuw in te stellen met het drukken op een enkele knop.
1
Druk op de ronde One Touch Setting knop om de One Touch
Setting functie op te roepen.
U kunt ook eens proberen de
bestaande One Touch Setting
data te veranderen, en zo uw
eigen originele instellingen te
maken. Om de mogelijkheid te
hebben uw originele
instellingen op elk gewenste
moment weer op te kunnen
roepen, slaat u ze op met
behulp van de Registration
Memory functie (blz. 54).
Als er een User stijl (nummer
113-115) is geselecteerd, kan
de One Touch Setting niet
worden gebruikt.
2
Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen [1]-[4].
De stappen 3 en 4 van de Automatische begeleiding gebruiken (alle tracks)” (blz. 33) kunnen worden
ingesteld met slechts een enkele druk op een [ONE TOUCH SETTING] knop. Daarbij kunnen
verscheidene paneel instellingen (zoals voices, effecten, enz.) die passen bij de geselecteerde stijl
onmiddellijk worden teruggeroepen met het drukken op een enkele knop (zie hierna).
3
Zodra u een akkoord speelt met uw linkerhand, begint de
automatische begeleiding.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
4
Stop de begeleiding.
• Part aan/uit (VOICE R1, R2)............................................................................ blz. 29
• Voice Change instelling (VOICE R1, R2)......................................................... blz. 75
• Mixer instelling (VOICE R1,R2) ....................................................................... blz. 76
Auto accompaniment = ON .............................................................................. blz. 33
• Synchro Start = ON* ........................................................................................ blz. 33
• HARMONY/ECHO aan/uit, type, volume, part ................................................. blz. 50
• DSP aan/uit, type, retour niveau en FAST/SLOW ........................................... blz. 49
• Multi Pad bank nummer ................................................................................... blz. 44
• Upper Octaaf instelling .................................................................................... blz. 119
*
Wordt alleen ingesteld als de begeleiding niet speelt.
One Touch Setting Parameter overzicht
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
De PSR-550 bescikt over vier verschillende One Touch Settings voor elk van de 112 in
het instrtument ingebouwde automatische begeleidingsstijlen. Elk hiervan is speciaal
geprogrammeerd om bij de geselecteerde stijl te passen; elke heeft de meest geschikte
voice (of combinatie van voices), digitale effecten en overige instellingen voor die stijl.
Eenvoudig drukken op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen laat u
onmiddellijk alle relevante instellingen opnieuw configureren, waardoor u op een
handige manier kunt beginnen te spelen in een door u gewenste stijl met alle de
geschikte geluiden — zonder dat u alle instelling één voor één moet maken.
40
43
De Multi Pads
De PSR-550 Multi Pads kunnen worden gebruikt om een aantal korte voor-opgenomen ritmische en melodische
sequences af te spelen die kunnen worden gebruikt om impact en verscheidenheid aan uw toetsenspel toe te
voegen. U kunt ook uw eigen Multi Pad frases opnemen, zoals beschreven in “Multi Pad Opnemen” op blz. 92.
Enkele padfrases spelen gewoon terug zoals ze zijn geprogrammeerd, terwijl anderen van het “Chord
Match” type zijn, die, als de Chord Match functie aan staat, automatisch getransponeerd worden zodat
ze overeenkomen met de akkoorden die gespeeld worden met de PSR-550 automatische begeleiding.
• De Multi Pads Bespelen ................................... blz. 43
• Chord Match ..................................................... blz. 43
• Een Multi Pad Bank selecteren ........................ blz. 44
• Chord Match Aan/Uit schakelen ....................... blz. 44
De Multi Pads Bespelen
Druk op één van de Multi Pads.
De corresponderende frase (in dit geval, voor Pad 1) begint helemaal af te
spelen zodra de pad wordt ingedrukt. Om het afspelen in het midden van de
frase te stoppen, drukt u op de [STOP] knop.
Tik gewoon op één van de Multi
Pads op elke gewenst moment
om de corresponderende frase
op het momenteel ingestelde
tempo af te spelen.
U kunt zelfs twee, drie of vier Multi
Pads tegelijkertijd afspelen.
Drukken op de pad terwijl deze
nog afspeelt, zal het afspelen
stoppen en weer starten vanaf
het begin.
Chord Match
1
Druk op de [STYLE] knop.
2
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
3
Speel een akkoord met uw linkerhand.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder aangegeven).
4
Druk op één van de Multi Pads.
In dit voorbeeld, zal de frase voor Pad 1 worden getransponeerd naar F majeur
voordat deze wordt afgespeeld. Probeer eens andere akkoorden te spelen en op
de pads te drukken.
De status van chord match
aan/uit is afhankelijk van de
geselecteerde Multi Pad. Zie
het Multi Pad Bank overzicht
(blz. 45).
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
41
40 banken
44
Een Multi Pad Bank selecteren
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het MULTI PAD BANK scherm op
te roepen.
2
Selecteer “Multi Pad.”
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
4
Selecteer een Bank.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Chord Match Aan/Uit schakelen
1
-
3
Gebruik dezelfde handeling als in “Een Multi Pad Bank
selecteren” hiervoor.
4
Druk nogmaals op de [NEXT] knop.
De Chord Match functie heeft
geen invloed op pads die
percussie frases bevatten.
De Chord Match aan/uit
instelling wordt teruggezet naar
zijn originele status zodra er
een preset Multi Pad Bank
wordt geselecteerd.
Als de Chord Match aan/uit
status van een user Multi Pad
Bank (zie hierboven) wordt
gewijzigd, wordt de nieuwe
status opgenomen met de Multi
Pad data.
5
Selecteer de gewenste PAD.
Gebruik de [NEXT]/[BACK] knop.
6
Zet de CHORD MATCH functie on (aan) of off (uit).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
De Multi Pads
F1 Multi Pad
PBnk=01 Fanfare
CdMatch Pad1=On
CdMatch Pad2=On
42
45
Er zijn twee soorten Multi Pad
data: sommige data zal
eenmaal worden
teruggespeeld en dan stoppen
als het einde is bereikt. Andere
data zal herhaaldelijk worden
teruggespeeld totdat er op de
[STOP] knop wordt gedrukt.
De Multi Pads
43
Multi Pad Bank Overzicht
Nr. Banknaam Chord Match Repeat
Pad1 Pad2 Pad3 Pad4 Pad1 Pad2 Pad3 Pad4
1 Fanfare O O O
2 Crystal O O O O
3 Gothic_V O O O O
4 TechSyn1 O O O O O O O O
5 TechSyn2 O O O O O O O O
6 TechSyn3 O O O O O O
7 TechSyn4 O O O O O O
8 PianoSeq O O O O
9 OrcheHit O O O O
10 Traffic
11 Chirp
12 HorrorSE
13 Noises
14 WaterSE
15 AnalgKit
16 TechKit
17 RockKit
18 TomFlam
19 LatPerc1
20 LatPerc2
21 Timbales
22 ArabKit1
23 ArabKit2
24 Brassy1 O O O O
25 Brassy2 O O O O
26 Swingy O O O O
27 SynBrass O O O O
28 GtrPlay1 O O O O O O O O
29 GtrPlay2 O O O O O O O O
30 GtrPlay3 O O O O O O O O
31 GtrPlay4 O O O O O O O O
32 PianoMan O O O O O O O
33 SalsaPno O O O O O O O O
34 SambaShw O O O O
35 Accrdion O O O O
36 Arpeggio O O O O
37 Classic O O O O
38 Twinkle O O O O
39 Xmas1 O O O O
40 Xmas2 O O
O : beschikbaar
46
Digitale Effecten
Met de in de PSR-550 ingebouwde digitale effecten kunt u op verschillende manieren ambiance en
diepte aan uw muziek toevoegen—zoals het toevoegen van reverb dat uw geluid zo maakt alsof u in een
concertzaal speelt, of harmonische noten toevoegen voor een vol en rijk geluid.
Reverb ......................................................................................................... blz. 46
U kunt een reverb effect creëren dat uw geluid maakt alsof u in bijvoorbeeld een
concerthal speelt of live in een club.
Reverb is altijd ingesteld op aan voor de PSR-550. Er zijn in totaal 24
verschillende reverbtypes beschikbaar.
Zie voor details over Digitale
Effecten (Reverb, Chorus,
DSP) gebruiken (blz 124).
Chorus......................................................................................................... blz. 48
U kunt een chorus effect toevoegen dat uw spel laat klinken alsof er meerdere
partijen tegelijk samen worden gespeeld.
Chorus staat altijd ingesteld op aan voor de PSR-550. Er zijn in totaal 16
verschillende chorus types beschikbaar.
DSP .............................................................................................................. blz. 49
Naast de Reverb en Chorus types, heeft de
PSR-550 speciale DSP effecten, die extra
effecten bevat die gewoonlijk gebruikt
worden voor een bepaald part, zoals
distortion en tremolo.
Er zijn in totaal 74 DSP types beschikbaar.
De PSR-550 beschikt over één DSP
systeem, die kan worden aan of uitgezet met
een paneelknop (blz. 49). Met de [FAST/
SLOW] knop kunt u tussen variaties van het DSP effect schakelen. Als voorbeeld:
hiermee kunt u de draaisnelheid van het roterende luidspreker effect veranderen.
Harmony/Echo ............................................................................................ blz. 50
U kunt een verscheidenheid aan
harmonienoten aan uw spel in de
rechterhandsectie toevoegen (blz. 29),
alsook tremolo of andere effecten.
Reverb (nagalm)
Een reverb type selecteren
2
Selecteer “Digital Effect”.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
F3 DigitalEffect
44
47
De diepte van de reverb aanpassen.
3
Druk op de [NEXT] knop om het Digital Effect scherm op te roepen.
4
Selecteer Reverb.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
5
Druk op de [NEXT] knop.
6
Selecteer een reverb type.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie het Reverb type overzicht (blz. 124).
8
Druk op de [NEXT] knop.
Reverb Diepte (zend niveau) ................................................................................... blz. 74
Stelt de reverb diepte in voor de bepaalde voice of track, en dus de hoeveelheid reverb
effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
Reverb Retour Niveau .......................................................................................... zie onder
Stelt de hoeveelheid reverb retour in van het reverb effect blok, waardoor het mogelijk is
de mate van effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
Digitale Effecten
De twee parameters hieronder hebben invloed op de diepte van de reverb.
D.Effect:Reverb
RevType=Hall1
9
Het reverb retour niveau aanpassen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
RevRetnLevel= 64
RevRetnLevel= 81
Als u een ander stijl selecteert,
zal ook het geschikte reverb
type ingesteld worden.
7
Bespeel het toetsenbord.
Probeer ook eens enkele andere reverb types uit.
45
48
Chorus
Een Chorus Type selecteren
5
Druk op de [NEXT] knop.
6
Selecteer een Chorus Type.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie het Chorus Type overzicht (blz. 124).
De diepte van de chorus aanpassen.
Chorus Diepte (zendniveau) .................................................................................... blz. 74
Stelt de chorus diepte in voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid
chorus effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
Chorus Retour Niveau ......................................................................................... zie onder
Stelt de hoeveelheid chorus effect retour in van het chorus effect blok, waardoor het
mogelijk is de mate van chorus effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
9
Het chorus retour niveau aanpassen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
8
Druk op de [NEXT] knop.
Digitale Effecten
1
-
3
Gebruik de zelfde handeling als bij Reverb (nagalm) (blz. 46).
4
Selecteer Chorus.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
De twee parameters hieronder beïnvloeden de diepte van het chorus effect.
ChoType=Chorus2
D.Effect:Chorus
ChoRetnLevel= 64
Als u een ander stijl selecteert,
zal ook het geschikte chorus
type ingesteld worden.
7
Bespeel het toetsenbord.
Probeer ook eens enkele andere chorus types uit.
46
49
Als het geselecteerd DSP type
een Insertie Effect is (blz. 49,
124), geldt het DSP effect
alleen voor Voice R1.
DSP
Het DSP effect toepassen
Het DSP icoon zal oplichten en het
DSP effect wordt aangezet.
Het effect zal worden toegevoegd als
u de R1, R2 en L voices via het toetsenbord bespeeld.
Daarnaast zal, als er op de [FAST/SLOW] knop wordt gedrukt, het FAST icoon oplichten
om aan te geven dat de variatie van het DSP effect is geselecteerd. Als het DSP effect
type Rotary Speaker of Tremolo is, wordt de snelheid van de modulatie snel (fast).
Als de Voice Set functie aan is
(blz. 120), kunnen het DSP
effect en de FAST/SLOW
instellingen wijzigen
overeenkomstig de
geselecteerde R1 paneelvoice.
Een DSP type selecteren
6
Selecteer een DSP type.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie het DSP type overzicht (blz. 124).
7
Bespeel het toetsenbord.
Probeer ook eens enkele van de andere DSP types.
De diepte van de DSP aanpassen.
DSP Diepte (Zendniveau)......................................................................................... blz. 74
Bepaalt de DSP diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de hoeveelheid DSP
effect dat op die voice of track wordt toegepast.
DSP Retourniveau ..........................................................................................zie hieronder
Stelt de hoeveelheid DSP effect retour in van het DSP effect blok, waardoor het mogelijk
is de mate van DSP effect ten opzichte van het totale geluid aan te passen.
Als DSP Insertie Effect is
geselecteerd (blz. 50), kunt u
geen DSP retourniveau
instellen.
8
Druk op de [NEXT] knop.
9
Het DSP retourniveau aanpassen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127. Des te hoger de waarde, de hoger het retour niveau.
Digitale Effecten
Druk op de [DSP] knop.
1
-
3
Gebruik de zelfde handeling als bij Reverb (nagalm) (blz. 46).
4
Selecteer Dsp.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
5
Druk op de [NEXT] knop.
De twee parameters hieronder beïnvloeden de diepte van het DSP effect.
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
DspType=Stage2
DspRetnLevel= 64
47
50
Digitale Effecten
F3 DigitalEffect
RETOURZEND
(Diepte)
Insertie Effect
Systeem Effect
Versterker
Luidspreker(s)
Mixer
Systeem Effecten en Insertie Effecten
De reverb, chorus en DSP effecten zijn verdeeld in twee verschillende soorten of
methodes van bediening.
Er zijn twee soorten digitale effecten: systeem effecten en insertie effecten.
Harmonie/Echo
Een Harmonie/Echo type selecteren
2
Selecteer DigitalEffect.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het Digital Effect scherm op te roepen.
Systeem Effecten
Brengt het effect van toepassing op alle op de ingangen van de mixer aangesloten parts.
U kunt de hoeveelheid effect dat moet worden toegevoegd instellen met de diepte en
retour niveau parameters. Reverb en chorus zijn beiden systeem effecten.
Insertie Effecten
Brengt het effect alleen van toepassing op één toegewezen part voordat het signaal naar de mixer
gaat. U kunt de digitale effecten effectief gebruiken door het gewenste effect op de bepaalde part
toe te passen. Bij de insertie effecten, kan alleen de DSP diepte worden ingesteld.
De illustratie hieronder met de verscheidene audio componenten (instrumenten, effect
apparaten en een mixer) geven een indruk van de inwendige werking van de DSP
effecten van de PSR-550.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
Reverb ...... Alle types functioneren als systeem effecten.
Chorus ...... Alle types functioneren als systeem effecten.
DSP .......... Afhankelijk van het geselecteerd type, functioneert deze of als een
systeem effect of als een insertie effect.
Kijk naar “Over de digitale effecten” (blz. 124) en het Type Overzicht.
48
51
Digitale Effecten
4
Selecteer Harmony.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
5
Druk op de [NEXT] knop.
6
Selecteer een Harmonie/Echo type.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie het Harmonie/Echo Type Overzicht (blz. 126).
Als de Voice Set functie aan is
(blz. 120), kan het Harmonie/
Echo type veranderen
afhankelijk van de
geselecteerde R1 paneel voice.
Het Harmonie/Echo effect toepassen
4
Druk op de [HARMONY/ECHO] knop.
5
Speel enkele noten in het rechterhand
gedeelte van het toetsenbord.
Als er een Harmonie Type (Duet through Strum) is geselecteerd
Dit type voegt automatisch één of meer harmonienoten toe aan een in de
rechterhand gespeelde monofone melodie.
Als er een Echo type is geselecteerd
Een echo effect wordt toegevoegd aan de noot die op het toetsenbord wordt
gespeeld in het momenteel ingestelde tempo.
De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
Als er een Tremolo-type is geselecteerd
Er wordt een tremolo effect toegepast op de noot die op het toetsenbord wordt
gespeeld in het momenteel ingestelde tempo.
De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
Als er Trill type is geselecteerd
Twee noten die worden ingedrukt op het toetsenbord worden beurtelings in het
momenteel ingestelde tempo gespeeld.
De stappen 1 t/m 3 hiervoor zijn bij dit type overbodig.
Harmonie/Echo kan niet worden
aangezet als het volledige
toetsenbord (blz. 40) is geselecteerd.
Harmonie/Echo wordt automatisch
uitgeschakeld als de Full Keyboard
(volledige toetsenbord) fingering
mode is geselecteerd terwijl het
Harmonie/Echo effect aan is.
1
Druk op de [STYLE] knop.
2
Schakel de AUTO ACCOMPANIMENT aan (blz. 33).
3
Speel een akkoord met uw linkerhand.
Speel als voorbeeld een C majeur akkoord.
HTyp=Duet
D.Effect:Harmony
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
Splitpunt
Automatische
begeleidingsgedeelte
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
49
52
Digitale Effecten
Het Harmonie/Echo volume aanpassen
5
Druk op [NEXT] om het Type Selectie scherm op te roepen.
6
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony/Echo scherm op te roepen.
Als de Voice Set functie aan is
(blz. 120), kan het Harmonie/
Echo Volume veranderen
overeenkomstig de geselecteerd
R1 paneel voice.
Het kan zijn dat het veranderen
van het volume van het
harmonie geluid, als u één van
de Harmonie Types “Duet” t/m
“Strum” selecteert, geen
hoorbaar effect heeft.
7
Het Harmonie/Echo volume aanpassen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het volume bereik is van “0” (geen geluid) tot “127” (maximum volume).
Het volume van het Harmonie/Echo geluid in relatie tot het toetsenbord geluid kan als
volgt worden aangepast:
1
-
4
Gebruik dezelfde handeling als in Een Harmonie/Echo
type selecteren (blz. 50).
Harmony Vol =120
D.Effect:Harmony
Harmony Vol =113
50
53
Digitale Effecten
Als de Voice Set functie aan staat
(blz. 120), kan de Harmonie/Echo
part instellingveranderen
overeenkomstig de geselecteerde
R1 paneel voice.
De Part voor het Harmonie/Echo effect veranderen
5
Druk op de [NEXT] knop om het Type Selectie scherm op te roepen.
6
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony Volume scherm op
te roepen.
7
Druk op de [NEXT] knop om het Harmony Part instelscherm
op te roepen.
8
Stel de part in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Auto .......... Harmonie/Echo noten worden automatisch toegewezen aan de R1 en
R2 parts, met die voorrangsvolgorde.
Right1 ....... Harmonie/Echo wordt alleen toegepast op Voice R1.
Als Voice R1 uit is, is er geen Harmonie/Echo effect.
Right2 ....... Harmonie/Echo wordt alleen toegepast op Voice R2.
Als Voice R2 uit is, is er geen Harmonie/Echo effect.
Hiermee kunt u de part selecteren die wordt gebruikt voor het Harmonie/Echo effect.
1
-
4
Gebruik dezelfde handeling als in Een Harmonie/Echo
type selecteren (blz. 50).
HarmoPart=Auto
D.Effect:Harmony
51
54
Registration Memory
Aangezien de PSR-550 zo’n geavanceerde instrument is met zo’n verscheidenheid aan regelaars en
functies — voice, stijl, automatische begeleiding en effect instellingen, om er maar een paar te noemen
— is de Registration Memory één van de meest gemakkelijke en krachtige functies van het instrument.
Het maakt het u mogelijk nagenoeg alle paneel instellingen op te slaan in een Registration Memory
instelling, en dan onmiddellijk uw custom (zelf gemaakte) paneel instellingen terug te roepen met één
druk op de knop.
Registration Memory geeft tot wel 128 complete regelpaneel instellingen (32 banken met elk 4
instellingen) die kunnen onmiddellijk kunnen worden teruggeroepen tijdens uw spel.
De PSR-550’s initiële Registration
Memory [1]–[4] instellingen (zoals
geprogrammeerd in de fabriek)
zijn dezelfde paneel instellingen
als wanneer de STANDBY
schakelaar voor het eerst wordt
aangezet.
• De Paneel Instellingen Registreren ................................................................blz. 55
• De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen ......................................blz. 55
• Een Registratie Bank selecteren ....................................................................blz. 56
• De Registratie Banken benoemen..................................................................blz. 56
32 banken
52
Data opgeslagen door de Registration Memory
VOICE PARAMETERS
• Part aan/uit (VOICE R1,R2,L)........................................................................ blz. 29
• Voice Change instelling (VOICE R1,R2,L) ..................................................... blz. 75
• Mixer instelling (VOICE R1,R2,L) .................................................................. blz. 76
• Aanslaggevoeligheid .................................................................................... blz. 120
• DSP aan/uit, FAST/SLOW aan/uit, DSP Type en Retour Niveau ...................blz. 49
• HARMONY/ECHO aan/uit, type, volume, part ...............................................blz. 50
• TOUCH (aanslag) aan/uit .............................................................................blz. 120
• SUSTAIN aan/uit ............................................................................................blz. 30
• Pitch Bend bereik .........................................................................................blz. 122
• Scale Tuning (stemming) .............................................................................. blz. 119
• Voetschakelaar functie .................................................................................blz. 121
• Transponeren .................................................................................................blz. 30
• Upper Octaaf instelling ................................................................................. blz. 119
• Direct Access instelling .................................................................................blz. 122
• Achtergrondsverlichtingskleur instelling........................................................blz. 122
BEGELEIDINGS PARAMETERS
Automatisch Begeleiding aan/uit .................................................................... blz. 33
• Stijlnummer.....................................................................................................blz. 32
• Main A/B sectie ...............................................................................................blz. 34
• Tempo blz. 36
• Fingering mode...............................................................................................blz. 38
• Splitpunt........................................................................................................blz. 120
• Begeleidings Volume ......................................................................................blz. 37
• Track aan/uit instelling ....................................................................................blz. 37
• Voice Change instelling ..................................................................................blz. 75
• Mixer instelling ................................................................................................blz. 75
• Multi Pad Bank nummer, Chord Match aan/uit ...............................................blz. 43
• Reverb instelling .............................................................................................blz. 46
• Chorus instelling .............................................................................................blz. 48
Registration Memory Data kan indien nodig naar en van diskette worden geschreven en geladen (blz. 57).
Opgenomen data wordt zelfs
vastgehouden als de
STANDBY schakelaar uit wordt
gezet, als er batterijen zijn
geplaatst of een er een
netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed
idee om belangrijke data op
diskette op te slaan, zodat u ze
altijd kunt bewaren en uw
eigen data bibliotheek op kunt
bouwen (blz. 60).
55
De Paneel Instellingen Registreren
1
Stel de paneelregelaars in zoals gewenst.
2
Druk op de ronde Registration Memory knop om de
Registration Memory functie op te roepen.
Reeds opgenomen data in de
Registration Memory locatie die
u geselecteerd heeft zal worden
gewist en vervangen door de
nieuwe instellingen.
De Registration Memory
inhoud zal, zelfs als u het
apparaat heeft uitgezet,
worden vastgehouden. Zie
voor details blz. 126.
Er verschijnt kort een “Regist Memorized” boodschap in de display, om aan te
geven dat de paneel instellingen zijn vastgelegd.
In dit voorbeeld, worden de paneel instellingen vastgehouden onder knop nummer 3.
De Geregistreerde Paneel Instellingen terugroepen
1
Druk op één van de REGISTRATION MEMORY knoppen: [1] t/m [4].
Registratie data kan niet worden
teruggeroepen als de One Touch
Setting functie aan staat.
Enkele parameters kunnen,
afhankelijk van de
geselecteerde mode, niet
worden teruggeroepen. U
kunt, bijvoorbeeld niet de
Voice R2/L voices in de Stijl
Record Mode en Pad Record
Mode terugroepen, zelfs niet
als u op de Registration
Memory knoppen drukt,
aangezien alleen de Voice R1
voice in deze modes wordt
gebruikt.
In dit voorbeeld, worden de onder knop nummer 3 vastgelegde paneel
instellingen teruggeroepen.
Zie voor details over
Begeleiding parameters (blz.
54).
De Freeze functie zal
automatisch worden aangezet
als één van de volgende
modes, Song, Stijl Opname of
Pad Opname is geactiveerd.
2
Druk op één van de REGISTRATION MEMORY knoppen: [1] t/m [4].
In dit voorbeeld, worden alleen de onder knop nummer 3 vastgelegde voice
parameter instellingen teruggeroepen.
3
Druk op één van de betreffende REGISTRATION MEMORY
knoppen [1] t/m [4], terwijl u de [MEMORY] knop ingedrukt houdt.
Registration Memory
Als de FREEZE functie actief is, zal een andere Registration Memory setup selecteren
niets van de begeleiding (alle andere parameters veranderen zoals geprogrammeerd)
veranderen. Hierdoor kunt u de automatische begeleiding gebruiken en verschillende
Registration Memory setups selecteren, zonder plotselinge verstoring van de cadans
van de begeleiding.
1
Druk op de [FREEZE] knop.
Het [FREEZE] lampje licht op.
De Begeleiding Freeze functie
53
56
Registration Memory
Een Registratie Bank selecteren
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het Registration Memory Bank
scherm op te roepen.
4
Selecteer een Bank.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
De Registratie Banken benoemen
1
-
3
Gebruik dezelfde handelingen als bij Een Registratie
Bank selecteren (zie hiervoor).
4
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (Name) scherm
op te roepen.
5
Voer de gewenste naam voor de bank in.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz 21).
Er kunnen tot acht letters of karakter worden gebruikt.
F2 Regist Memory
RBnk=01 Regist01
RBnk=01 Regist01
2
Selecteer Regist Memory.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
54
RegName=Regist01
Cursor
57
Diskette Handelingen
Er is een diskdrive in de PSR550 ingebouwd. Plaats gewoon een diskette en u heeft toegang tot een grote
verscheidenheid aan gemakkelijk functies, zoals opnemen en afspelen van User songs (blz. 78), alsook
het opslaan en laden van User stijlen (blz. 96), User pads (blz. 92) en Registration Memory Data (blz. 54).
U kunt elke gewenste aantal User stijlen, pads en registratie data op diskettes opslaan, uw eigen song
bibliotheken creëren of vele andere manieren vinden om de PSR-550 efficiënter te bespelen en te gebruiken.
De PSR-550 is in staat om songs van de bijgeleverde data diskette af te spelen,
alsook commercieel beschikbare song data in de volgende formats, aangeven
door de overeenkomstige logo’s (blz. 9):
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in de GM standaard.
U kunt songs afspelen die gebruik maken van het XG format, een uitbreiding
van de GM standaard die een veel hogere geluidskwaliteit mogelijk maakt.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in Yamaha’s DOC standaard.
Zie blz. 9 voor meer details
over de logo’s.
De PSR-550 is compatibel met stijl data die zich op de bijgeleverde data diskette
bevindt, alsook! ıt commercieel beschikbare disk stijlen in de volgende formats,
aangeven door het overeenkomstige logo (blz. 9):
U kunt de stijl files die op deze diskettes verzameld zijn laden en er mee spelen.
U kunt uw eigen spel in User songs opnemen en ze terugspelen (blz. 78).
Misschien is het niet mogelijk
het volledige aantal van 60
files op een diskette op te
nemen, door de lengte van de
opgenomen files.
De PSR-550 beschikt over speciale User stijl, User pad en Registration Memory functies. De
data opgenomen met deze functies kunnen ook op diskette worden opgeslagen, zowel
individueel als in willekeurige combinaties. OP dezelfde manier kunnen op diskette opgeslagen
data files individueel of in willekeurige combinaties in de PSR-550 worden geladen.
Het maximum aantal files kan
variëren afhankelijk van het
type en de grootte van de
opgeslagen files (blz. 61).
De user data compatibiliteit met de PSR-550 wordt in het onderstaande overzicht aangegeven.
Als u data opslaat, gebruik dan
een op de PSR-550
geformatteerde diskette.
De drie letters volgend op de
file naam (na de punt) wordt
de “extensie” van een file
genoemd. De extensie geeft
het soort file aan.
Aangezien de user songs
direct op diskette worden
opgenomen, terwijl u speelt
en het opnemen en afspelen
rechtstreeks vanaf diskette
gebeuren, zijn er geen Save/
Load (opslag/laad) functies
beschikbaar. De Copy
(kopieer) en Delete (wis) File
handelingen in verband met de
user songs kunnen worden
uitgevoerd.
Andere disk functies zijn:
• Format(eren) ........................................................ blz. 60
• Song Copy (kopiëren) .......................................... blz. 64
• Delete (wissen) .................................................... blz. 67
User Song
Record/Opnemen
Afspelen
(Direct schrijven)
(Direct lezen)
Er kunnen maximaal 60 files
worden weggeschreven.
Diskette
Diskette
User Style
User Pad
Registration Memory
Data die kan worden opgeslagen of geladen met de PSR-550
Data Type Extensie Opslaan Laden
User Song
(Standaard MIDI format0) .MID
User stijl
(Stijl File Format) .USR O O
User pad .USR O O
Registration Memory .USR O O
58
Diskette Handelingen
Let er op de diskettes en de diskdrive met zorg te behandelen.
Volg de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen.
Ondersteunde diskette soorten
Er kunnen 3,5'’ 2DD en 2HD diskettes worden gebruikt.
Diskettes plaatsen/uitwerpen
Om een diskette in de diskdrive te plaatsen:
Houd de diskette met het label naar boven en met het
sluitermechanisme naar voren
in de richting van de diskdrive.
Plaats de diskette zorgvuldig in
de opening, langzaam verder
duwend tot het einde, waar
deze op zijn plaats klikt en
waardoor de uitwerp knop
naar buiten komt.
De lees/schrijfkop reinigen
Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Dit instrument bevat
een precisie magnetische lees/schrijfkop die, na langdurig
gebruik, een laag magnetische deeltjes vast kan houden,
die tenslotte lees- en schrijffouten kunnen veroorzaken.
Om de diskdrive in optimale toestand te houden, beveelt
Yamaha het gebruik van een commercieel beschikbare
droge-soort koppenreinigingsdiskette aan om de kop
eens per maand te reinigen. Vraag uw Yamaha dealer
over de beschikbaarheid van de juiste reinigingsdiskette.
Plaats nooit iets anders dan diskettes in de diskdrive.
Andere voorwerpen kunnen beschadiging van de
diskdrive of diskettes veroorzaken.
Over de diskettes
Om de diskettes zorgvuldig te gebruiken:
Plaats geen zware voorwerpen op de diskette en buig
de diskette niet en oefen er op geen enkel manier druk
op uit. Bewaar de diskettes altijd in hun beschermende
doosjes als ze niet worden gebruikt.
Stel de diskette niet bloot aan direct zonlicht,
extreme hoge of lage temperaturen, overmatige
vochtigheid, stof of vloeistoffen.
Open het sluitermechanisme niet en raak het oppervlak
van de daadwerkelijke disk in de diskette niet aan.
Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden,
zoals die door televisies, luidsprekers, motors, enz.
worden voortgebracht, aangezien magnetische
velden de data op de diskette geheel of gedeeltelijk
kunnen wissen, waardoor deze onleesbaar wordt.
Gebruik nooit een diskette met een verbogen
sluitermechanisme of behuizing.
Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op de
diskette. Let er ook op dat de labels op de juiste
plaats worden geplakt.
Om uw gegevens te beveiligen (schrijfbeschermingsnokje):
Om per ongeluk wissen van uw belangrijke gegevens
te voorkomen schuift u het schrijfbeveiligingsnokje in
de “protect” positie (venstertje open).
De diskdrive(FDD) en diskettes gebruiken
Als de PSR-550 wordt aangezet, zal de LED onder de diskettesleuf
oplichten om aan te geven dat de Diskdrive klaar is voor gebruik.
Om een diskette uit te werpen:
Zorg ervoor dat, voordat u een diskette uitwerpt, de
FDD (diskdrive) gestopt is (controleer of het DISK IN
USE lampje uit is). Druk langzaam op de uitwerp (eject)
knop zo ver als deze gaat; de disk zal automatisch naar
buiten komen. Als de diskette er gedeeltelijk uitsteekt,
haal deze er dan voorzichtig uit met de hand.
Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet ver
genoeg, kan het zijn dat de disk niet goed uitgeworpen
wordt. De uitwerpknop kan dan halverwege vast komen te
zitten waarbij de diskette slechts een paar millimeter uit de
opening steekt. Als dit gebeurt, probeer dan niet de
gedeeltelijk uitgeworpen diskette eruit te trekken, aangezien
het uitoefenen van kracht in deze situatie de diskdrive en/of
de diskette kan beschadigen. Probeer nogmaals op de
uitwerpknop te drukken, om de gedeeltelijk uitgeworpen
diskette eruit te halen of druk de diskette weer terug op zijn
plaats en herhaal de uitwerpprocedure.
Probeer nooit de diskette uit te werpen of het instrument uit
te zetten tijdens opnemen, lezen en afspelen. Dit zou de
diskette kunnen beschadigen en mogelijk zelfs de diskdrive.
Zorg ervoor dat u de diskette uit de diskdrive haalt
voordat u de PSR-550 uitschakelt. Als een diskette
voor langere periodes in de diskdrive wordt gelaten,
kan deze gemakkelijk stof en vuil aantrekken die lees
en schrijffouten kunnen veroorzaken.
Data backup
Om uw gegevens optimaal veilig te stellen beveelt
Yamaha aan om van belangrijke gegevens twee
kopieën op verschillende diskettes te bewaren.
Hierdoor heeft u zelfs nog een kopie als één van de
diskettes beschadigd of kwijt is.
Schrijfbeveiligingsnokje
ON (op slot of
schrijfbeveiligd)
Schrijfbeveiligingsnokje
OFF (van slot of
niet
schrijfbeveiligd)
DISK IN USE
Dit lampje licht op
tijdens diskette
lees/schrijf
handelingen,
zoals wanneer u
een diskette heeft
geplaatst, tijdens
opnemen,
terugspelen,
formatteren, enz.
Dit lampje is altijd aan als
het instrument aan staat,
ongeacht eventuele
diskhandelingen.
56
59
Diskette Handelingen
Bijgeleverde Data Diskette
Diskette song afspelen
1
Plaats de bijgeleverde datadisk in de Diskdrive.
Als u reeds een diskette in de
diskdrive heeft geplaatst, drukt
u op de [SONG] knop om de
Song display op te roepen.
2
Selecteer de gewenste song.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
3
Druk op de [START/START] knop om de song te stoppen.
4
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
stoppen.
Zie voor details “Song Afspelen”, (blz. 68).
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
001 CLUB XG
_
MUSIC DATABASE
002 TECHNO
1
REC
2
REC
3
REC
4
REC
5
REC
6
REC
7
REC
8
REC
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
TRANSPOSE
REGIST-
RATION
TEMPO
MEASURE
BEAT
002 TECHNO
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
MUSIC DATABASE
57
60
Diskette Handelingen
Formateren
Het geschikt maken van commercieel verkrijgbare diskettes voor gebruik met PSR-550
wordt formatteren genoemd.
Deze functie is handig voor het snel wissen van onnodige files van een reeds
geformatteerde diskette. Pas op bij het gebruik van deze functie aangezien automatisch
alle data van de diskette wordt gewist.
Na formatteren, is de capaciteit
van een 2HD disk 1 MB en die
van een 2DD disk 720 KB.
1
Plaats een diskette in de diskdrive.
Als er een (nieuwe) lege diskette of een incompatibele disk wordt geplaatst verschijnt
er “Unformatted Disk” in de display. Druk in dit geval op de [EXIT] knop zodat
“Format OK?” verschijnt en ga dan vervolgens verder met stap 5 hierna.
2
Druk op de [UTILITY] knop.
Als de diskette’s
schrijfbeschermingsnokje is
ingesteld op ON (blz. 58) of de
diskette is een opzettelijk “kopieer-
beveiligde” diskette, verschijnt er
een waarschuwingsboodschap om
aan te geven dat de Format functie
niet kan worden gebruikt.
3
Selecteer “Format”.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
PAS OP
Als er reeds data is opgeslagen
op de diskette, let er dan op
deze niet te formatteren. Als u
de diskette formatteerd, zal
alle reeds opgenomen data
worden gewist.
Werp nooit de diskette uit en
zet ook nooit de PSR-550 uit,
terwijl het formatteren aan de
gang is.
Als er een diskette die niet door
de PSR-550 kan worden
gelezen in de diskdrive wordt
geplaats, zal deze op dezelfde
manier worden behandeld als
een ongeformatteerde diskette.
Let er op dat u geen belangrijke
data wist door per ongeluk een
diskette te formatteren.
4
Druk op de [NEXT] knop om het FORMAT bedieningsscherm
op te roepen.
5
Voer de Format handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om de format handeling uit te voeren.
Drukt op de [-/NO] knop om de Format handeling af te breken.
Opslaan
U kunt PSR-550 User stijlen, User pad (banken 37-40) en Registration Memory Data
(banken 01-16) op diskettes.
Als de diskette’s schrijfbe-
schermingsnokje is ingesteld
op ON (blz. 58) of de diskette
is een opzettelijk “kopieer-
beveiligde” diskette, verschijnt
er een waarschuwingsbood-
schap om aan te geven dat de
Save (opslag) functie niet kan
worden gebruikt.
1
Plaats een diskette in de diskdrive.
2
Druk op de [SAVE] knop.
Utility:Format
Format OK?
Sv Type:All
De formateer handeling is afgerond...
Formatting 49%
Completed
58
61
Diskette Handelingen
3
Selecteer het file type.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Zie voor de file types het overzicht hieronder:
Ofschoon alle User Stijl, User
Pad en Registration Memory
data samen kan worden
opgeslaan in één enkele file,
kan de data afzonderlijk worden
teruggeroepen als deze wordt
teruggeladen in de PSR-550.
4
Druk op de [NEXT] knop om het FILE SELECT scherm op te roepen.
Als u een file geselecteerd heeft
die reeds data bevat en u
hernoemt de file met de
bedoeling deze te overschrijven,
zal hernoemen van de file die
data eenvoudig kopiëren naar de
nieuwe filenaam en de originele
data en filenaam intact laten.
5
Selecteer de bestemmingsfile.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Selecteer NEW als u een nieuwe file wilt creëren.
6
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (Name) scherm
op te roepen.
PAS OP
Werp nooit de diskette uit en
zet nooit de PSR-550 uit
terwijl er data wordt
opgeslagen.
Als er niet genoeg ruimte vrij is
op de diskette, zal er een
waarschuwingsboodschap
verschijnen en u zult niet in
staat zijn ook maar enige data
op te slaan. U kunt onnodige
files op de diskette wissen (blz.
67), of de diskette vervangen
door een nieuwe en de
opslaghandeling herhalen.
Als er een schrijffout plaats
vindt tijdens het opslaan,
verschijnt er een waarschu-
wingsboodschap. Als de fout na
herhaling van de de
opslaghandeling opnieuw
optreedt, zou er iets mis
kunnen zijn met de diskette.
Plaats een andere diskette in
de drive en herhaal de
opslaghandeling.
7
Voer de filenaam direct in vanaf het toetsenbord (blz. 21).
8
Druk op de [NEXT] knop om het opslag (Save) scherm op te roepen.
9
Voer de opslag (save) handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om de opslag handeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de opslaghandeling af te breken.
All Slaat alle User Stijl (113-115), User Pad (bank 41-44),
Registration Memory (bank 01-32) en alle Initiële Setup data in
één enkele file op.
Sty + Reg Slaat alle User Stijl (113-115) en Registration Memory (bank 01-
32) data samengenomen in één enkele file op.
Style Slaat alle User Stijl (113-115) data samengenomen op in één
enkele file.
Multi Pad Slaat alle User Pad (bank 41-44) data samengenomen in één
enkele file op.
Regist Slaat alle Registration Memory (bank 01-32) data samengenomen
in één enkele file op.
Sv =NEW
Sv Name=UF_00002
Save OK?
De opslaghandeling is afgerond...
Executing 45%
Completed
59
62
Diskette Handelingen
Load (Laad)
Na het opslaan van User stijl (107-109), User pad (banken 37-40) en Registration
Memory (bank 01-32) data naar een diskette, kunt u ze terugladen in de PSR-550.
1
Plaats een diskette in de diskdrive.
2
Druk op de [LOAD] knop.
3
Selecteer de file die geladen moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
4
Druk op de [NEXT] knop om het Data Type Selection scherm op
te roepen.
5
Selecteer het file type (data type) dat geladen moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Volg alstublieft de stappen zoals aangeven in het bovenstaande overzicht,
aangezien de daadwerkelijke handeling verschillend is en afhankelijk is van
het geselecteerd file type.
Ld =ABCD .USR
Ld Type:All
File soorten die geladen kunnen worden
All Naar Stap 10
Sty + Reg Naar Stap 10
Style Naar Stap 6
Multi Pad Naar Stap 6
Regist Naar Stap 6
60
63
Diskette Handelingen
6
Druk op de [NEXT] knop.
7
Selecteer de data die geladen moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
8
Druk op de [NEXT] knop om het bestemmingsselectie scherm
op te roepen.
9
Selecteer de bestemming (=Dst=destination).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
10
Druk op de [NEXT] knop om het Laad scherm op te roepen.
11
Voer de laad handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om de laad handeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de laad handeling af te breken.
PAS OP
Als er data van een diskette in
de PSR-550 wordt geladen, zal
de zich reeds in het geheugen
van het instrument bevindende
data worden vervangen door
de data van de diskette. Sla
belangrijke data op op een
diskette voordat u de Laad
handeling gaat doen.
Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er data wordt geladen.
Er kan een waarschuwings-
boodschap in de display
verschijnen als er een
probleem plaats vindt dat er
voor zorgt dat de data niet
geladen kan worden. (De
capaciteit van het PSR-550
[RAM] kan bijvoorbeeld
worden overschreden, er kan
iets mis zijn met de diskette of
de data op de diskette kan
corrupt zijn, enz.).
Src=User8BeatPop
Dst=UserStyle1
Load OK?
De Laad Handeling is afgerond...
Executing 45%
Completed
61
64
Diskette Handelingen
Song Kopiëren
Deze handeling maakt het u mogelijk backup kopiëen van uw belangrijke Song data te maken. Dit zal in
eerste instantie handig zijn als u song data aan het opnemen bent of aan het bewerken. Als u bijvoorbeeld een
track van een song aan het quantizeren bent (blz. 86) — waarbij permanente wijzigingen in de track worden
aangebracht — zal het maken van een backup kopie van de song het u mogelijk maken de originele song data
terug te roepen, voor het geval u niet tevreden bent met het resultaat van de quantizering. Het is een verstandig
idee om van elke song waar u aan werkt een aparte backup diskette te bewaren. Op deze manier, kunt u elke
keer als een een belangrijke wijziging in de song aanbrengt een nieuwe kopie van de song opslaan.
Data van de ene diskette naar een andere diskette kopiëren
Maak een backup disk klaar door deze te formatteren. Er kan één file per keer worden
gekopieerd. Zoals in de onderstaande illustratie is te zien, kopiëert u eerst de gewenste file op de
diskette naar het interne geheugen, en vervolgens kopiëert u het naar de bestemmings diskette.
Als de hoeveelheid data groot is, kan het nodig zijn dat de data in delen moet worden gekopieerd.
Als de diskette’s
schrijfbeschermingsnokje is
ingesteld op ON (blz. 58) of de
diskette is een opzettelijk “kopieer-
beveiligde” diskette, verschijnt er
een waarschuwingsboodschap om
aan te geven dat de Song Copy
functie niet kan worden gebruikt.
1
Plaats de diskette die gekopieerd moet worden (brondiskette) in de diskdrive.
2
Druk op de [UTILITY] knop.
3
Selecteer SongCopy.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
4
Druk op de [NEXT] knop om het Copy Type selectie scherm
op te roepen.
5
Selecteer OtherFD.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
6
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
roepen.
Utility:SongCopy
CopyType:OtherFD
62
65
Diskette Handelingen
7
Selecteer de source (bron) song file.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
8
Druk op de [NEXT] knop om het Name scherm op te roepen.
9
Voer de bestemmings song naam direct vanaf het
toetsenbord in (blz. 21).
10
Druk op de [NEXT] knop om het Copy bedieningsscherm op
te roepen.
11
Voer de Kopiëer handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om het kopiëren uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de kopieerhandeling af te breken.
Als u een verkeerde diskette
plaatst, verschillend van de bron of
bestemmingsdiskette, tijdens de
kopiëer handeling, zal er een
waarschuwingsboodschap (blz.
137) in de display verschijnen.
Src=Song_01
Copy OK?
Cursor
_–Dst=Song 01
Insert Target FD
Executing 20%
Executing 40%
Completed
Insert Source FD
Werp nooit de diskette uit en zet
het instrument nooit uit terwijl er
data wordt gekopieerd.
Werp nooit de diskette uit en zet
het instrument nooit uit terwijl er
data wordt gekopieerd.
PAS OP
PAS OP
63
66
Diskette Handelingen
Data kopiëren naar een andere plaats op dezelfde diskette.
1
-
4
Gebruik dezelfde handeling als bij Data kopiëren van de
éne diskette naar een andere (blz. 64).
5
Selecteer Same FD (= zelfde diskette).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
6
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
roepen.
7
Selecteer de song source (bron) file.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
8
Druk op de [NEXT] knop om het Name scherm op te roepen.
9
Voer de bestemmingsfile naam in direct vanaf het
toetsenbord (blz. 21).
10
Druk op de [NEXT] knop om het Copy bedieningsscherm op
te roepen.
11
Voer de kopiëer handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om het kopiëren uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de kopieerhandeling af te breken.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en zet
het instrument nooit uit terwijl er
data wordt gekopieerd.
CopyType:Same FD
Src=Song_01
Copy OK?
De Kopiëer Handeling is afgerond...
Executing 49%
Completed
64
Cursor
_–Dst=Song 01
67
Diskette Handelingen
Delete (wissen)
U kunt afzonderlijke files (User songs, User stijlen, User pads of Registration
Memory) wissen van de diskette.
1
Plaats een diskette in de diskdrive.
3
Selecteer Delete.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
4
Druk op de [NEXT] knop om het Delete scherm op te roepen.
5
Selecteer de file die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
6
Druk op de [NEXT] knop om het Delete bedienings scherm op
te roepen.
7
Voer de Delete handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop om de wishandeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de wishandeling af te breken.
Utility:Delete
Del=ABCD .USR
Delete OK?
Als de diskette’s
schrijfbeschermingsnokje is
ingesteld op ON (blz. 58) of de
diskette is een opzettelijk “kopieer-
beveiligde” diskette, verschijnt er
een waarschuwingsboodschap om
aan te geven dat de Delete (wis)
functie niet kan worden gebruikt.
2
Druk op de [UTILITY] knop.
De Wis Handeling is afgerond...
Executing 49%
Completed
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
gewist.
65
68
Diskette song afspelen
Song Afspelen
1
Plaats de diskette die de songdata bevat in de diskdrive.
De PSR-550 zal automatisch naar de Song Mode schakelen.
Als u reeds een diskette in de
diskdrive heeft geplaatst, drukt
u op de [SONG] knop om de
Song display op te roepen.
Een diskette plaatsen die geen
songdata bevat zal niet
automatisch de Song display
oproepen.
2
Selecteer de gewenste song.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
3
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
U kunt een grote verscheidenheid aan songs op de PSR-550 terugspelen, inclusief de preset demo
songs, de songs op de bijgeleverde data diskette, de User songs die u op een diskette heeft opgenomen
en songs van commercieel beschikbare XG/GM song collectie diskettes. Met uitzondering van de preset
demo songs, moet een diskette in de diskdrive worden geplaatst om een song af te spelen.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in de GM standaard.
U kunt songs afspelen die gebruik maken van het XG format, een uitbreiding
van de GM standaard die een veel hogere geluidskwaliteit mogelijk maakt.
U kunt song files die op deze diskettes verzameld zijn afspelen waarbij de
voices worden gebruikt zoals die zijn vastgelegd in Yamaha’s DOC standaard.
De volgende diskettes zijn compatibel voor afspelen op de PSR-550 (inclusief de
data disk). Zie blz 9. voor meer details over de logos.
Disk songs kunnen op vijf verschillende manieren worden afgespeeld:blz. 69
• SINGLE (afzonderlijke)
• SINGLE REPEAT (afzonderlijke herhaald)
• ALL (allemaal)
ALL REPEAT (allemaal herhaald)
• RANDOM (willekeurig)
Extra song afspeel functies:
• Song Track Muting (uitschakelen) ........................................... blz. 70
• Tempo/Tap............................................................................... blz. 36
• Songvolume regelaar .............................................................. blz. 70
• Song Transponering ................................................................ blz. 73
Afspelen vanaf een bepaalde maat ......................................... blz. 71
• Repeat Play (herhaaldelijk afspelen) ...................................... blz. 72
Let erop dat u de sectie De
diskdrive(FDD) en diskettes
gebruiken op blz. 58 heeft
gelezen.
De tempo instelling van enkele
commercieel beschikbare
diskette songs ligt vast. Deze
songs worden “free-tempo
software” genoemd. Als u free-
tempo song data op de PSR-
550 afspeeld, laat de tempo
display “- - -” zien en de beat
display knippert niet. Ook, komt
het maatnummer in de display
niet overeenkomen met het
daadwerkelijke maatnummer
dat wordt gespeeld, en geeft u
alleen een indicatie van hoeveel
er van de song is afgespeeld.
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
001 CLUB XG
_
MUSIC DATABASE
002 TECHNO
66
69
Diskette song afspelen
4
Selecteer PlayMode.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Song Play Mode scherm op
te roepen.
6
Selecteer de gewenste Play (afspeel) mode.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
Single ................................... Speelt de geselecteerde song af en stopt vervolgens.
SglRepeat (Single Repeat) .. Speelt de geselecteerd song herhaaldelijk af.
All ......................................... Speelt alle songs op de diskette af en stopt vervolgens.
All Repeat ............................. Speelt herhaaldelijk alle songs op de diskette af.
Random ................................ Speelt in willekeurige volgorde alle songs af.
7
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
8
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
stoppen.
SngMenu:PlayMode
PlayMd=Single
PlayMd=SglRepeat
1
REC
2
REC
3
REC
4
REC
5
REC
6
REC
7
REC
8
REC
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
TRANSPOSE
REGIST-
RATION
TEMPO
MEASURE
BEAT
002 TECHNO
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
MUSIC DATABASE
67
70
Diskette song afspelen
Song Track Muting (uitschakelen)
1
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
2
Druk op één van de TRACK knoppen onder de display.
Het [M] icoon zal verschijnen en de geselecteerde track zal worden gemute.
Nogmaals op dezelfde track knop drukken zorgt ervoor dat de track weer te horen is.
3
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
stoppen.
Songvolume Besturing
1
Druk op de [START/STOP] knop om de song te stoppen.
2
Druk op de [ACMP/SONG VOLUME] knop.
3
Het Song Volume aanpassen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127.
Het volume van de via het toetsen-
bord gespeelde voice(s) wordt niet
beïnvloed door deze handeling.
4
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
stoppen.
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
Song Volume =120
MUSIC DATABASE
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
Song Volume =108
MUSIC DATABASE
1
REC
2
REC
3
REC
4
REC
5
REC
6
REC
7
REC
8
REC
9
REC
10
REC
11
REC
12
REC
13
REC
14
REC
15
REC
16
REC
TRANSPOSE
REGIST-
RATION
TEMPO
MEASURE
BEAT
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
11
68
71
Diskette song afspelen
Afspelen vanaf een Bepaalde Maat
1
Druk op de [SONG] knop.
2
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
3
Selecteer Measure.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
4
Druk op de [NEXT] knop om het Song Start Measure (maat)
scherm op te roepen.
5
Geef de maat aan waarvanaf het afspelen moet beginnen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
6
Druk op [START/STOP] om de song vanaf de aangegeven
maat te beginnen.
7
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
stoppen.
StartMeasure= 1
SngMenu:Measure
StartMeasure= 12
69
72
Diskette song afspelen
Herhaaldelijk afspelen (A-B Repeat)
1
Druk op de [SONG] knop.
2
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
3
Selecteer AbRepeat.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
4
Druk op de [NEXT] om het Repeat (herhaal) scherm op te roepen.
5
Druk op de [START/START] knop om de song te starten.
6
Druk op de [MAIN A] knop of de [+/YES] knop aan het
beginpunt (A) van wat herhaald moet worden.
7
Druk op de [MAIN B] knop of de [+/YES] knop aan het
eindpunt (B) van wat herhaald moet worden.
Als alleen het “A” herhaalpunt is
aangegeven, zal alleen het
gedeelte vanaf het “A” punt tot het
eind van de song herhaaldelijk
worden afgespeeld.
Herhaaldeijk afspelen is nu ingesteld, en de geselecteerde sectie herhaald automatisch oneindig
(tot buitenwerkingstelling of er gestopt wordt zoals aangegeven in de stappen hieronder.
8
Om de repeat functie te annuleren en door te gaan met het afspelen van
de song, drukt u nogmaals op de [MAIN A] knop, of op de [-/NO] knop.
9
Druk op de [START/STOP] knop om de song te stoppen.
Repeat afspelen wordt
geannuleerd als er een andere
song wordt geselecteerd.
A-B Repeat =Off
SngMenu:AbRepeat
A-B Repeat =A-
A-B Repeat =A-B
70
73
Diskette song afspelen
Song Transponering
1
Druk op de [SONG] knop.
2
Druk op de [NEXT] knop om het Song Menu scherm op te roepen.
Deze handeling heeft geen
invloed op de toonhoogte van
de via het toetsenbord
bespeelde voice(s).
In de transponeerinstelling
gemaakte wijzigingen (op blz.
30) beïnvloeden het totale
geluid van de PSR-550,
inclusief de song transponeer
instelling.
De record mode activeren om
een User Song op te nemen zet
de song transponering instelling
automatisch terug op “0”.
3
Selecteer S.Trans.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO]knop.
4
Druk op de [NEXT] knop om het Song Transponeer scherm
op te roepen.
5
Stel de Transponeer waarde in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het transponeerbereik is van -12 tot +12. Elke stap komt overeen met één halve
noot, waardoor het maximale bereik naar boven of naar beneden één octaaf
bedraagt. De instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
Negatieve waarden kunnen
worden ingevoerd door de
nummerknoppen te gebruiken
terwijl de [-] knop ingedrukt
wordt gehouden.
6
Druk op de [START/STOP] knop om de song te starten.
7
Druk nogmaals op de [START/STOP] knop om de song te
stoppen.
Stappen 1 t/m 5 kunnen
tijdens het afspelen worden
uitgevoerd.
SongTranspos= 0
SngMenu:S.Trans
SongTranspos= 4
71
74
72
Part Instellingen
Naast de via het toetsenbord bespeelde voices, beschikt de PSR-550 over veel verschillende
instrumentale “parts,” die onderdeel zijn van de automatische begeleiding, en Song afspelen.
Gebruik de volgende functies om de instellingen voor elke part te wijzigen:
Voice Change .......................................................................................................................... blz. 75
Dit laat u de voice wijzigen van elke part.
Mixer ........................................................................................................................................ blz. 76
Dit laat u de volgende instelling wijzigen van elke part:
• Volume
Bepaalt het volume van de aangegeven voice of track.
• Octaaf
Verschuift de toonhoogte van de aangegeven voice of track omhoog of omlaag
met één octaaf of twee octaven. De instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
• Pan
Plaatst het geluid van de aangegeven voice of track tussen links en rechts in
het stereobeeld. “-7” is volledig links, “7” is volledig rechts, “0” is in het midden,
en alle overige instellingen zijn corresponderende posities er tussen in.
• Reverb diepte
Bepaalt de reverb diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de
hoeveelheid reverb effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
• Chorus diepte
Bepaalt de chorus diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de
hoeveelheid chorus effect die aan die voice of track wordt toegevoegd.
• DSP diepte
Bepaalt de DSP diepte voor de aangegeven voice of track, en dus de
hoeveelheid DSP effect dat op die voice of track wordt toegepast.
De parameters die voor elke part kunnen worden ingesteld, zijn te zien in het onderstaande overzicht.
Stijl mode
Part
Toetsenbord VOICE R1
VOICE R2
VOICE L
Automatische begeleiding RHYTHM SUB
RHYTHM MAIN
BASS
CHORD1
CHORD2
PAD
PHRASE1
PHRASE2
Song mode
Part
Toetsenbord VOICE R1
VOICE R2
VOICE L
Song TRACK1
TRACK2
TRACK3
TRACK4
:
TRACK15
TRACK16
Parameters
Parameter Voice Stijl Song Bereik Functie
R1, R2, L
Voice nummer O O O Zie het Voice Voice Change
Overzicht (blz. 123MH)
Volume O O O 0 – 127 Mixer
Octaaf O O -2 – 2 Mixer
Pan O O O -64 – 63 Mixer
Reverb diepte O O O 0 – 127 Mixer
Chorus diepte O O O 0 – 127 Mixer
DSP diepte O O O 0 – 127 Mixer
O : beschikbaar
75
73
Voice R1, R2, L
Als één van de DSP types is geselecteerd die tot de Insertie Effecten (blz.
50) behoort, zal het effect uitsluitend worden toegepast op de Voice R1 en
niet op de Voice R2/L. Daarom kan de DSP diepte voor de Voice R2/L niet
worden gewijzigd. Ook kan het zijn dat, afhankelijk van het geselecteerde
Insertie Effect type, de DSP diepte voor de Voice R1 niet kan worden
gewijzigd.
Sla alle Part instellingen die u wilt bewaren op in de PSR-550 Registration
Memory (blz. 54). De voice part instellingen zijn tijdelijk en gaan verloren
als het instrument wordt uitgezet, er wordt een andere R1 paneel voice
geselecteerd als de Voice Set functie functie (blz. 120) aan is, of er wordt
een Registration Memory opgeroepen.
Song
Zorg ervoor dat u eerst de juiste song selecteert waarvan u de part wilt
instellen, voordat u de relevante display oproept.
Elke part instellingen die u maakt voor de song zal verloren gaan als u het
instrument uitzet, een andere song selecteert of de Stijl Mode selecteert
(na het beëindigen van de part instellingen). Zorg ervoor, om dit te
voorkomen, zodat u de Record mode selecteert en de song opslaat op
diskette (blz. 78).
Automatische Begeleiding
Er kunnen alleen Drum Kit voices (blz. 31) worden geselecteerd voor de
RHYTHM MAIN track.
Als u de automatische begeleiding part instellingen voor de RHYTHM SUB
track, kan elk van de voices worden geselecteerd maar er zullen
akkoordwisselingen plaatsvinden als de automatische begeleiding wordt
gebruikt.
Zorg ervoor dat u eerst de juiste stijl selecteert waarvan u de part wilt
instellen, voordat u de relevante display oproept.
Automatische begeleiding part instellingen kunnen zelfs worden ingesteld
terwijl er een begeleiding speelt.
Automatische begeleiding part instellingen hebben invloed op alle secties
van de geselecteerde stijl.
Sla alle Part instellingen die u wilt bewaren op in de PSR-550 Registration
Memory (blz. 54). De automatische begeleiding part instellingen zijn tijdelijk en
gaan verloren als het instrument wordt uitgezet, er een andere paneel voice
wordt geselecteerd terwijl de Voice Set functie (blz. 120) aan is, of als er een
Registration Memory wordt opgeroepen.
Voice Change (wijziging)
Naast dat u in staat bent om de voices te wijzigen die via het toetsenbord bespeeld worden(R1,
R2, L), kunt u ook de voices voor elke track van de automatische begeleiding en songs wijzigen.
1
Druk op de [VOICE CHANGE] knop.
Het [VOICE CHANGE] lampje licht op.
2
Selecteer de part waarvan u de voices wilt wijzigen.
Parts kunnen worden geselecteerd via de volgende knoppen (afhankelijk van de
geselecteerd mode: Stijl of Song):
Voice ................................. PART AAN/UIT [VOICE R1], [VOICE R2], [VOICE L]
knoppen
Begeleiding track .............. [TRACK9]-[TRACK16] knoppen (Stijl Mode)
Song track ......................... [TRACK1]-[TRACK16] knop (Song Mode)
3
Selecteer een voice.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Zie het Voice Overzicht (blz. 123).
4
Herhaal de stappen 2 en 3 zo vaak als nodig is voor de
andere parts/tracks.
5
Druk op de [EXIT] knop om het Voice Change scherm te
verlaten.
Part Instellingen
RhM=220 StndKit1
76
74
Mixer
1
Druk op de [MIXER] knop zodat zijn indicator oplicht.
2
Selecteer de part waarvan u de volume instelling of
parameters wilt aanpassen.
Parts kunnen worden geselecteerd via de volgende knoppen (afhankelijk van de
geselecteerd mode: Stijl of Song):
Voice ................................. PART AAN/UIT [VOICE R1], [VOICE R2], [VOICE L]
knoppen
Begeleiding track .............. [TRACK9] - [TRACK16] knoppen (Stijl Mode)
Song track......................... [TRACK1] - [TRACK16] knop (Song Mode)
Part Instellingen
Stijl mode
Volume R1 =120
Volume R2 =120
Volume L =120
Volume RhS=120
Volume RhM=120
Volume Bas=120
Volume Cd1=120
Volume Cd2=120
Volume Pad=120
Volume Ph1=120
Volume Ph2=120
Volume R1 =120
Volume R2 =120
Volume L =120
Volume T01=120
Volume T02=120
Volume T16=120
Song mode
PART ON/OFF [VOICE R1] Voice R1
PART ON/OFF [VOICE R2] Voice R2
PART ON/OFF [VOICE L] Voice L
[TRACK 9] Rhythm sub
PART ON/OFF [VOICE R1] Voice R1
PART ON/OFF [VOICE R2] Voice R2
PART ON/OFF [VOICE L] Voice L
[TRACK 10] Rhythm main
[TRACK 11] Bass
[TRACK 12] Chord 1
[TRACK 13] Chord 2
[TRACK 14] Pad
[TRACK 15] Phrase 1
[TRACK 16] Phrase 2
[TRACK 1] Song track 1
[TRACK 2] Song track 2
[TRACK 16] Song track 16
77
Volume R2 =108
Octave R2 = 2
Pan R2 = 40
RevDepth R2 =120
ChoDepth R2 =108
DspDepth R2 =112
[NEXT] knop [BACK] knop
75
3
Selecteer de gewenste parameter door op de [NEXT]/[BACK]
knop te drukken.
Part Instellingen
De Octaaf parameter van de
stijl tracks kunnen niet worden
bewerkt.
Negatieve instellingen voor de
Octaaf en Pan parameters
kunnen direct worden
ingevoerd door de betreffende
nummerknop in te drukken
terwijl de [-/NO] knop ingedrukt
wordt gehouden.
4
Pas het volume of parameters aan.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
De volgorde van de stappen 2 en 3 kan hier ook worden omgedraaid; u kunt
ook de part selecteren na het selecteren van de parameter. (In stap 2 hiervoor,
wordt de Volume parameter weergegeven als voorbeeld; echter, elk van de
andere parameters aangegeven in stap 3 kan worden geselecteerd.)
5
Herhaal zonodig de stappen 2 t/m 4.
6
Druk op de [EXIT] knop om de Mixer te verlaten.
[NEXT] knop [BACK] knop
[NEXT] knop [BACK] knop
[NEXT] knop [BACK] knop
[NEXT] knop [BACK] knop
78
76
Song Opname
Met de krachtige en makkelijk-te-gebruiken song opname eigenschappen, kunt
u uw eigen toetsenbordspel op een diskette opnemen als een User Song, en
uw eigen complete, volledig georkestreerde composities creëren.
Elke User Song stelt u in staat op te nemen op tot wel zestien onafhankelijke
tracks. Deze bevatten niet alleen de voices voor het toetsenbord spel (R1,
R2, L), maar ook de automatische begeleiding parts.
De PSR-550 voorziet in twee verschillende manieren voor opname: Quick (Snel) Opnemen en Multi Track
Opnemen. Daarnaast laten uitgebreide bewerkings functies u de opgenomen song data “fiijn regelen”.
Quick (Snel) Opnemen ........................................................................................................... blz. 80
Met deze methode , kunt u snel en gemakkelijk een song opnemen, zonder dat u
gedetailleerde instellingen hoeft te maken.
Multi Track Recording ............................................................................................................ blz. 82
Met deze methode , kunt u tot zestien tracks onafhankelijk opnemen, en zelfs
gedeelten die reeds waren opgenomen opnieuw opnemen.
• Punch In/Out ........................................................................................................................ blz. 84
Deze functie maakt het u mogelijk om een selectief gedeelte van een song track
opnieuw op te nemen (de maten tussen de bepaalde punch-in en punch-uit punten).
• Start Maat ............................................................................................................................. blz. 84
Dit bepaalt de maat waar het opnemen begint. Stel dit in als u het opnemen in
de loop van de song wilt beginnen als u opnieuw opneemt. Houd in gedachte
dat alle reeds opgenomen data vanaf de startmaat wordt vervangen.
Editing (bewerken) ................................................................................................................. blz. 86
De vier edit (bewerk) mogelijkheiden hieronder geven u de mogelijkheid reeds
opgenomen songdata te bewerken.
• Quantizeren .......................................................................................................................... blz. 86
Deze functie trekt de timing recht van de opgenomen noot data naar een aangegeven waarde.
• Setup Data Bewerken ........................................................................................................... blz. 88
Deze functie maakt het u mogelijk om een verscheidenheid aan niet-noot instellingen te veranderen.
• User songs Benoemen ......................................................................................................... blz. 90
Deze functie wijst een twaalfletterige naam toe aan een opgenomen song.
• User Song Data Wissen ....................................................................................................... blz. 91
Deze functie laten u song data wissen, of een bepaald gedeelte, of de gehele song.
Als u klaar bent met het opnemen van een User Song, kunt u deze op dezelfde manier afspelen als één van de diskette songs.
User songs worden opgenomen
op diskettes. Ze kunnen niet
worden opgenomen tenzij er
een diskette in de diskdrive is
geplaatst.
Data die in de User songs kan worden opgenomen
• Tempo ....................................................................................................... blz. 36
• Maatsoort .................................................................................................. blz. 16
• Begeleiding stijlnummer ............................................................................ blz. 32
• Sectie wijzigingen en hun timing .............................................................. blz. 34
Akkoordwisselingen en hun timing ........................................................... blz. 33
• Begeleidings Volume................................................................................. blz. 37
• Noot aan/uit (toets indrukken en loslaten)............................................... blz. 107
• Aanslagsnelheid ...................................................................................... blz. 107
• Pitch bend, pitch bend bereik ............................................................ blz. 30, 122
• Voetschakelaar aan/uit ............................................................................ blz. 121
• Voice Change (wijziging) instellingen ........................................................ blz. 75
• Mixer instelling .......................................................................................... blz. 76
• Reverb type en instellingen ....................................................................... blz. 46
• Chorus type en instellingen ....................................................................... blz. 48
• DSP (inclusief FAST/SLOW) aan/uit en type ............................................ blz. 49
• Harmonie/Echo aan/uit en type ................................................................. blz. 50
• Scale Tuning (stemming) ........................................................................ blz. 119
• Sustain aan/uit .......................................................................................... blz. 30
Songs opgenomen door de
PSR-550 worden opgeslagen
als SMF (format 0) files. Zie
blz. 109 voor informatie over
het SMF (format 0) format.
In staat zijn noot aan/uit en
aanslagsnelheid op te nemen
betekent dat u forte of piano,
crescendo of diminuendo en
andere subtiele expressieve
toetsenbordelementen op kunt
nemen terwijl u ze speelt.
Noot ON (toets in), noot OFF
(toets los), en aanslagsnelheid
zijn MIDI data events
(spelinformatie) (blz. 107).
De maximum hoeveelheid aan song geheugen is 65.000 noten voor 2DD diskettes
en 130.000 noten voor 2HD diskettes.
79
De volgende
opmerkingen en
waarschuwingen zijn
belangrijke punten om in
gedachte te houden,
terwijl u opneemt.
De metronoom functie
gebruiken (blz. 118) kan uw
opnamesessies efficiënter
maken.
De Registration Memory
gebruiken(blz. 54) kan uw
opnamesessie veel efficiënter
maken, aangezien
verscheidene instellingen
(zoals voices, enz.) kunnen
worden opgeroepen met het
drukken op één knop.
Als de record mode is
geactiveerd, wordt de
Registration Memory Freeze
functie aangezet (deze kan niet
worden uitgezet terwijl de
record mode actief is).
Als de record mode is
geactiveerd, wordt de Synchro
Stop functie uitgezet (deze kan
niet worden aangezet terwijl de
record mode actief is).
Elke keer als u opneemt, wordt
het reeds opgenomen
materiaal in dezelfde track
gewist.
Song files op commercieel
beschikbare diskettes die niet
schrijfbeveiligd zijn kunnen
worden geselecteerd en
opgenomen (bewerkt) op de
PSR-550. Als de song data
van een ander format is dan
dat van de PSR-550 User
songs, vraagt de display u om
de song data om te zetten.
Door op de [+/YES] knop te
drukken, kunt de song data
omzetten naar het PSR-550
format (compatibel met de
PSR-550). Als de omzetting
eenmaal klaar is, keert de
PSR-550 terug naar opname
standby, waardoor u kunt gaan
opnemen.
Als het diskette geheugen vol
raakt tijdens het opnemen,
verschijnt er een
waarschuwingsboodschap in
de display en stopt het
opnemen.
Let erop dat het instrument niet
wordt uitgezet en dat de
netadapter niet uit het
stopcontact wordt gehaald
tijdens het opnemen,
aangezien dit zal resulteren in
het verloren gaan van de
opgenomen data.
77
User Song Tracks
De tracks die in de User Songs kunnen worden opgenomen zijn als volgt
georganiseerd.
De PSR-550 voorziet in twee verschillende manieren voor opname: Quick (Snel)
Opnemen en Multi Track Opnemen.
Over Multi Track Opnemen
In Multi Track Opname, bepaalt u de track toewijzingen (zoals hiervoor is te
zien) voordat u gaat opnemen. Verscheidene tracks kunnen tegelijkertijd
worden opgenomen. Naast dat u op kunt nemen op lege tracks, kunt u kunt
ook tracks opnieuw opnemen die reeds opgenomen data bevatten.
Over Quick (Snel) Opnemen
Bij Quick (Snel) Opnemen, kunt u snel opnemen zonder dat u zich zorgen hoeft
te maken over de bovenstaande tracktoewijzingen. Quick (Snel) Opnemen
maakt automatisch track toewijzingen volgens de eenvoudige regels hieronder.
Als de opname methode is ingesteld op “Melody”
Uw toetsenbordspel (VOICE R1, R2, L) worden opgenomen op de tracks 1 - 3.
Als de opname methode is ingesteld op “Acmp”
De automatische begeleiding parts worden opgenomen op de tracks 9 - 16.
Als de opname methode is ingesteld op “Melody + Acmp”
Uw toetsenbordspel (VOICE R1 en R2) wordt opgenomen op de tracks 1 - 2,
en de automatische begeleiding parts worden opgenomen op de tracks 9 -16.
De Quick (Snel) Opname methode is anders dan de Multi Track Opname; echter,
voor beiden geldt dat de opgenomen data wordt opgenomen op de tracks 1–16.
Als u een User Song opnieuw op wilt nemen die oorspronkelijk is opgenomen met
de Quick Opname methode, gebruik dan Multi Track Opnemen.
Song Opname
Track Andere Parts die kunnen worden ingesteld Standaard Part
1 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1
2 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R2
3 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE L
4 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1
5 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1
6 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1
7 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1
8 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track VOICE R1
9 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track
Begeleiding Stijl RHYTHM SUB
10 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track
Begeleiding Stijl RHYTHM MAIN
11 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl BASS
12 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl CHORD1
13 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl CHORD2
14 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl PAD
15 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl PHRASE1
16 VOICE R1, R2, L, Begeleiding Stijl track Begeleiding Stijl PHRASE2
80
001 New Song
RecMenu:Song
SongRec:QuickRec
Rec Tr =Melody
78
Quick (Snel) Opnemen
1
Plaats de diskette in de diskdrive.
2
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
3
Selecteer “Song”.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
4
Druk op de [NEXT] knop.
5
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
op te roepen.
6
Selecteer “QuickRec”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
7
Druk op de [NEXT] knop.
8
Selecteer een Opname methode.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Melody .................... Dit neemt uw toetsenbordspel op (Voices R1/R2/L) zonder
de automatische begeleiding.
Acmp ....................... Dit neemt alleen de automatische begeleiding op. Als dit is
geselecteerd, wordt de automatische begeleiding
automatisch ingesteld op aan.
Mel + Acmp ............. Dit neemt uw toetsenbordspel (Voices R1/R2) op samen met
de automatische begeleiding. Als dit is geselecteerd, wordt
automatische begeleiding automatisch ingesteld op aan.
Song Opname
81
BEAT
Song Recording
Sv?:SONG 001.MID
79
9
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready scherm op te roepen.
De beat indicator punten zullen knipperen in het op dat moment ingestelde tempo,
om aan te geven dat de opname ready (Synchro Start) mode is geactiveerd.
10
Start het opnemen.
Als u [Melody] of [Mel + Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselcteerd, begint
het opnemen zodra u een toets speelt.
Als u [Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, starten de automatische
begeleiding en het opnemen tegelijkertijd, zodra er een akkoord in het
automatische begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (links van het
splitpunt) wordt gespeeld.
Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te drukken.
De automatische begeleiding
kan niet worden aan- of
uitgezet tijdens het opnemen.
11
Het opnemen stoppen.
Als u [Melody] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, druk dan op de
[START/STOP] knop.
Als u [Acmp] of [Mel + Acmp] in stap 8 hiervoor heeft geselecteerd, druk dan
op de [START/STOP] knop of de [ENDING] knop. Als op de [ENDING]
knop drukt terwijl de automatische begeleiding track wordt opgenomen, zal het
opnemen automatisch stoppen als de ending sectie is afgelopen.
12
Selecteer of u de nieuw opgenomen data op diskette wilt
opslaan of niet.
Om de opslaghandelingte annuleren (als u bijvoorbeeld het opnemen over wilt
doen), drukt u op de [-/NO] knop en start u het opnieuw opnemen starting met stap
nr.8 hiervoor, nadat de display is teruggekeerd naar het Track selectie scherm.
Om de data op diskette op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
13
Druk op de [RECORD knop om de Record mode te verlaten.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
opgeslagen.
Song Opname
Executing 72%
Rec Tr =Melody
De opslaghandeling is afgerond...
Song Rec Ready
82
001 New Song
SongRec:MultiRec
RecPart T01 =R1
80
Multi Track Opnemen
1
-
3
Gebruik dezelfde handeling als bij Quick (Snel)
Opnemen (blz. 80).
4
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
roepen.
5
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
op te roepen.
6
Selecteer MultiRec.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
7
Druk op drie keer op de [NEXT] knop om het PART instelling
scherm op te roepen.
8
Selecteer de gewenst track en part voor opname.
1) Selecteer een track.
Druk op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen.
2) Selecteer een part.
Gebruik de data dial, de
[+/YES] knop of de
[-/NO] knop.
3) Zet de gewenst track op
“Rec”.
Druk op de [NEXT] knop
en gebruik de data dial, de
[+/YES] knop of de
[-/NO] knop .
Maak alle nodige instellingen voor elke track door de stappen 1) t/m 3)
hierboven te herhalen.
Voor informatie over track
toewijzingen (blz. 79).
Zet om de automatische
begeleiding data op te nemen
de [ACMP] knop op ON.
Hetzelfde part kan niet worden
ingesteld voor meer dan één
track voor opname.
Song Opname
[NEXT] knop
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
RecPart T16 =RhM
CHORD
dim
mM
6
7
augsus4
119
513
BACK
NEXT
KEYBOARD
START/STOP
/YES
TRACK(1~16)
PA RT
DIAL
0~9
SONG
STYLE
VOICE LR12
EASY
NAVIGATOR
Rec/Ply T16 =Rec
MUSIC DATABASE
MUSIC DATABASE
[BACK] knop
Voor informatie over de punch
in en start maat functies (blz.
84).
83
BEAT
Rehearsal
Sv?:SONG 001.MID
81
9
Druk op de [NEXT] knop om het Rehearsal (oefen) scherm op te roepen.
Voices en stijlen kunnen via deze display worden ingesteld. Na de gewenst
instellingen gemaakt te hebben, drukt u op de [EXIT] knop om terug te keren naar
deze display.
10
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready scherm op te roepen.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo,
om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
11
Start het opnemen.
Het opnemen begint zodra u de eerste noot op het toetsenbord speelt.
Als u de automatische begeleiding track insteld voor opnemen (in de stappen 8
hiervoor), begint het opnemen zodra u een akkoord speelt in het automatische
begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (links van het splitpunt).
Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te
drukken.
De automatische begeleiding
kan niet worden aan- of uitgezet
tijdens het opnemen.
12
Het opnemen stoppen.
Als u de automatische begeleiding track niet heeft ingesteld op opnemen (in
de stappen nr.8 hierboven), druk dan op de [START/STOP] knop.
Als u de automatische begeleiding track niet heeft ingesteld op opnemen (in de stappen
nr.8 hierboven), druk dan op de [START/STOP] knop of de [ENDING] knop. Als u op
de [ENDING] knop drukt terwijl de automatische begeleiding track wordt opgenomen,
zal het opnemen automatisch stoppen als de ending sectie is afgelopen.
13
De opgenomen data opslaan op diskette.
Om de opslaghandelingte annuleren (als u bijvoorbeeld het opnemen over wilt
doen), drukt u op de [-/NO] knop en start u het opnieuw opnemen starting met stap
8 hiervoor, nadat de display is teruggekeerd naar het Track instelling scherm.
Om de data op diskette op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
14
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
opgeslagen.
Song Opname
Executing 72%
Rec/Ply T16 =Ply
De opslaghandeling is afgerond...
Song Rec Ready
84
RecMenu:Song
002 SONG–001.MID
SongRec:MultiRec
12345678
12345678
Opnemen start
(Punch In)
Opnemen stopt
(Punch Out)
Reeds
gespeelde data
Nieuw gespeelde data Reeds
gespeelde data
Voor het re-recorden
(opnieuw opnemen)
Na het re-recorde
(opnieuw opnemen)
82
Opnieuw-opnemen — Punch In/Out en Start Maat
Dit gedeelte laat zien hoe u opnieuw een bepaald gedeelte van een reeds opgenomen
song opnieuw op kunt nemen. In het acht-maten voorbeeld hieronder, worden de derde
tot en met de vijfde maat opnieuw opgenomen.
1
Plaats de diskette in de diskdrive.
2
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
3
Selecteer Song.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
4
Druk op de [NEXT] knop om het Song selectie scherm op te
roepen.
6
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
op te roepen.
7
Selecteer MultiRec.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Song Opname
5
Selecteer de Song u opnieuw op wilt nemen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
001 New Song
85
Punch In/Out=On
Punch In = 3
Punch Out = 5
RecStart Mes= 2
83
8
Druk op de [NEXT] knop om het Punch In/Out scherm op te roepen.
9
Selecteer On.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
10
Druk op de [NEXT] knop om het Punch In maat scherm op te
roepen.
11
Stel de punch-in maat in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
12
Druk op de [NEXT] knop om het Punch Out maat scherm op
te roepen.
13
Stel de punch-out maat in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
14
Druk op de [NEXT] knop om het START MEASURE
(beginmaat) scherm op te roepen.
15
Stel de beginmaat (de maat waarvanaf het terugspelen begint) in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Het punch-out maat nummer
kan niet lager worden ingesteld
dan het punch-in maat
nummer.
16
Druk op de [NEXT] knop om het PART scherm op te roepen.
17
Neem op op dezelfde manier als beschreven in Multi Track
Opnemen op blz. 82, te beginnen met stap 7.
Punch In/Out opnemen kan niet
worden gebruikt bij de
automatische begeleiding tracks.
Tijdens het opnemen kunt u de
TRACK knoppen gebruiken om
desgewenst het afspelen van
reeds opgenomen tracks aan of
uit te zetten.
Song Opname
86
002 SONG–001.MID
SongRec:Edit
SngEdit:Quantize
QuantizTrack=T05
84
Quantizeren
Quantize laat u de timing van een reeds opgenomen track “opschonen” of “strakker
maken” . De volgende muzikale passage bijvoorbeeld, is geschreven met exacte kwart-
en achtste-noot waarden.
Ofschoon u misschien denkt dat u de passage accuraat heeft opgenomen, kan uw
daadwerkelijke spel misschien licht afwijken van de tel. Quantizeren maakt het u
mogelijk alle noten in een track gelijk te trekken, zodat de timing absoluut accuraat is
voor een aangegeven nootwaarde.
1
-
4
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
5
Selecteer de Song file die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
6
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
op te roepen.
7
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
8
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm op te roepen.
9
Selecteer Quantize.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
10
Druk op de [NEXT] knop om het Track selectie scherm weer te geven.
11
Selecteer de track die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Song Opname
87
Quantize OK?
QuantizSize=1/4
85
12
Druk op de [NEXT] knop.
13
Selecteer de Quantizeer waarde (resolutie).
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Stel de Quantize resolutie in zodat deze overeenkomt met de kleinste noten in
de track waarmee u bezig bent. Als de data bijvoorbeeld is opgenomen met
zowel kwartnoten als achtste noten, gebruik dan 1/8 als quantize resolutie. Als
de quantize functie in dit geval zou zijn toegepast met 1/4 als ingestelde
resolutie, dan zouden de achtste noten bovenop de kwartnoten zijn geplaatst.
14
Druk op de [NEXT] knop om het Quantize bedienings scherm
weer te geven.
15
Druk op de [+/YES] knop om de Quantize handeling uit te voeren.
Om de Quantize handeling af te breken, drukt u op de [-/NO] knop.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl de Quantize handeling
wordt uitgevoerd.
16
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Song Opname
Quantizeer grootte
Grootte Noot
1/4 Kwartnoot
1/6 Kwartnoot triool
1/8 Achtste noot
1/12 Achtste noot triool
1/16 Zestiende-noot
1/24 Zestiende noot triool
1/32 Tweeendertigste noot
Één maat van 8e noten voor quantizeren
Na quantizeren
Als de Quantize handeling is afgerond
verschijnt de volgende display...
Executing 84%
Completed
U kunt de originele data niet
terugroepen als u eenmaal de
Quantizeer handeling heeft
uitgevoerd. Sla, als er ruimte is op
de diskette, de originele song data
op (als een backup), en gebruik
vervolgens Quantizeren. Als het
resultaat u niet bevalt, kunt u de
backup song data terugladen.
88
002 UserSong1
SongRec:Edit
SngEdit:Setup Dt
86
Initiële Setup Data Bewerken
Deze functie laat u wijzigingen aanbrengen in verschillende setup data parameters (voice-gerelateerd)
voor elke track van een opgenomen song. De volgende parameters kunnen worden bewerkt:
Voice ................................. Wijst een voicenummer toe aan een aangegeven track.
Volume .............................. Stelt het volume in van de aangegeven track.
Octave .............................. Verschuift de toonhoogte omhoog of omlaag van de
aangegeven track met één of twee octaven. De
instelling “0” geeft de normale toonhoogte.
Pan.................................... Plaatst het geluid van de aangegeven track van
tussen links en rechts in het stereobeeld. Een
instelling “-7” is volledig links, “7” is volledig rechts, “0”
is in het midden, en alle overige instellingen zijn
corresponderende posities daar tussenin.
Reverb diepte.................... Stelt de reverb diepte in voor de aangegeven track, en dus de
hoeveelheid reverb effect die op die voice of track wordt toegepast.
Chorus diepte.................... Stelt de chorus diepte in voor de aangegeven track, en
dus de hoeveelheid chorus effect die op die voice of
track wordt toegepast.
DSP diepte ........................ Stelt de DSP diepte in voor de aangegeven track, en dus de
hoeveelheid DSP effect die op die voice of track wordt toegepast.
Er kan slechts één Setup
parameterper track worden
opgenomen, en elke
parameterwijzigingen die
tijdens de song wordt gemaakt
wordt geannuleerd. Echter, in
het geval van Volume data,
worden alle Volume wijzigingen
die tijdens de song worden
toegepast, gezien als wijziging
tenopzichte van de Initiële
Setup Data instelling.
1
-
4
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
5
Selecteer de file (song) waarvan u de Initiële Setup data wilt
wijzigen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
6
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
weer te geven.
7
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
8
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
9
Selecteer Setup Dt.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
10
Druk op de [NEXT] knop om het setup data scherm weer te geven.
Song Opname
89
87
11
Bewerk de setup data.
Druk op de [NEXT] en [BACK] knoppen om tussen de displays (zoals
hieronder aangegeven) te schakelen.
Selecteer een track door op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen te drukken.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0] om de gewenste waarden in elk van de displays te veranderen.
12
Druk op de [NEXT] knop om het setup data opslag scherm
weer te geven.
13
Sla de gewijzigde data op diskette op.
Om de opslaghandeling te annuleren (als u misschien bewerken overnieuw
wilt doen), drukt u op de [-/NO] knop en gaat u verder met bewerken.
• Om de data op disk op te slaan, drukt u op de [+/YES] knop.
14
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een file wordt
opgeslagen.
Song Opname
De opslaghandeling is afgerond...
Executing 84%
Completed
Negatieve instellingen voor de
Octaaf en Pan parameters
kunnen direct worden inge-
voerd door de betreffende
nummerknop in te drukken
terwijl de [-/NO] knop ingedrukt
wordt gehouden.
T01=001 GrandPno
Volume T01=108
Octave T01= 1
Pan T01= 63
RevDepth T01= 49
ChoDepth T01= 89
DspDepth T01= 89
[BACK] knop[NEXT] knop
Voice
Volume
Octave
Pan
Reverb diepte
Chorus diepte
DSP diepte
[BACK] knop[NEXT] knop
[BACK] knop[NEXT] knop
[BACK] knop[NEXT] knop
[BACK] knop[NEXT] knop
[BACK] knop[NEXT] knop
Setup Data OK?
90
002 UserSong1
SongRec:Edit
SngEdit:Name
Nam=UserSong1_
88
cursor
User Songs Benoemen
1
-
4
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
5
Selecteer de file (song) waarvan u de naam wilt wijzigen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
6
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
weer te geven.
7
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
8
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
9
Selecteer Name.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
10
Druk op de [NEXT] knop om het NAME scherm op te roepen.
11
Voer de gewenst naam voor de file (song) in.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz 21).
Er kunnen tot 12 letters of karakters gebruikt worden. (De drie-letter extensie
kan niet worden gewijzigd.)
12
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Song Opname
91
SngEdit:Clear
Clear Track =T13
Clear Track OK?
89
User Song Data wissen
1
-
4
Gebruik dezelfde bediening als bij Re-recording (blz. 84).
5
Selecteer de song file die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
6
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
weer te geven.
7
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
8
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
9
Selecteer Clear.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
10
Druk op de [NEXT] knop.
11
Selecteer de track die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Selecteer “ALL”, om de data van een gehele song te wissen.
12
Druk op de [NEXT] knop.
13
Druk op de [+/YES] knop om de Clear (wis) functie uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de wishandeling te annuleren, terwijl deze nog gaande is.
14
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
PAS OP
Werp de diskette nooit uit en
zet het instrument nooit uit
terwijl er een track wordt
gewist.
Song Opname
De Clear (wis) handeling is afgerond...
Executing 84%
Completed
92
90
Opgenomen data wordt zelfs
vastgehouden als de
STANDBY schakelaar uit wordt
gezet, als er batterijen zijn
geplaatst of een er een
netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed
idee om belangrijke data op
diskette op te slaan, zodat u ze
altijd kunt bewaren en uw
eigen data bibliotheek op kunt
bouwen (blz. 60).
Multi Pad Opnemen
Uw toetsenbord spel (met gebruik van voice R1) wordt opgenomen op de User
pad. Chord Match data (blz. 43) kan ook worden opgenomen.
• Multi Pad Opnemen ................................................................................... blz. 92
• Chord Match .............................................................................................. blz. 94
• User Pads Benoemen ............................................................................... blz. 94
• User Pad Data wissen ............................................................................... blz. 95
Naast de preset Multi Pad sets, heeft de PSR-550 16 door de gebruiker op te nemen (user) sets die u
kunt gebruiken om uw eigen creaties op te slaan. Deze originele User Multi Pads kunnen op dezefde
manier als de presets worden gespeeld en gebruikt. User Multi Pad data kan ook op diskette
opgeslagen en van diskette geladen worden.
Data die in de User Pads kan worden opgenomen
• Noot aan/uit (toets indrukken en loslaten)
• Aanslagsnelheid
• Pitch bend, pitch bend bereik
• SUSTAIN knop aan/uit
• Voetschakelaar aan/uit (sustain, sostenuto, soft)
• Voice Change (wijziging) instellingen
• Mixer instellingen
Er kunnen tot ongeveer 2.000 noten voor alle pads samen worden opgenomen op
de PSR-550 Multi Pads.
User Pad data wordt
opgenomen door voice R1 via
het toetsenbord te bespelen.
Voice R2, voice L en de
automatische begeleiding
kunnen niet worden gebruikt.
Multi Pad Opnemen
1
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
2
Selecteer “MultiPad”.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop.
4
Selecteer een Multi Pad Bank voor opname.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
RecMenu:MultiPad
PadBank=UserPad1
De volgende opmerkingen
en waarschuwingen zijn
belangrijke punten om in
gedachte te houden, terwijl u
uw Multi Pad data opneemt.
De metronoom functie
gebruiken (blz. 118) kan uw
opnamesessies veel efficiënter
maken.
De Registration Memory
gebruiken (blz. 54) kan uw
opnamesessies veel efficiënter
maken, aangezien
verscheidene instellingen
(zoals voices, enz.) kunnen
worden opgeroepen met het
drukken op één knop.
Als de record mode is
geactiveerd, wordt de
Registration Memory Freeze
functie aangezet (deze kan niet
worden uitgezet terwijl de
record mode actief is).
Elke keer als u opneemt, wordt
het reeds opgenomen materiaal
in dezelfde track gewist.
Als het geheugen vol raakt
tijdens het opnemen, verschijnt
er een waarschuwingsbood-
schap in de display en stopt
het opnemen.
Let erop dat het instrument niet
wordt uitgezet en dat de
netadapter niet uit het
stopcontact wordt gehaald
tijdens het opnemen,
aangezien dit zal resulteren in
het verloren gaan van de
opgenomen data.
93
91
5
Druk op de [NEXT] knop om het RecMode scherm weer te geven.
6
Selecteer Record.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
7
Druk op de [NEXT] knop om het pad nummer selection
scherm weer te geven.
8
Selecteer een pad nummer voor opname.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de MULTI PAD
knoppen [1]-[4].
9
Druk op [NEXT] om het Rehearsalscherm weer te geven.
Voices kunnen in deze display worden ingesteld. Na de gewenst instellingen
gemaakt te hebben, drukt u op de [EXIT] knop om terug te keren naar deze display.
10
Druk op [NEXT] om het Record ready scherm op te roepen.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo,
om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
11
Start het opnemen.
De PSR-550 start met opnemen zodra u de eerste noot op het toetsenbord speelt.
Het opnemen kan ook worden gestart door op de [START/STOP] knop te drukken.
Als u een Chord match frase opneemt, gebruik dan alleen noten van de CM7
akkoord toonsoort (dat wil zeggen. C, D, E, G, A en B).
12
Druk op [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen.
13
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Multi Pad Opnemen
M.Pad Recording
Rehearsal
Rec Pad =Pad1
M.Pad Rec:Record
BEAT
CSC CSC
C = akkoordnoten
C, S = toonsoort
M.Pad Rec Ready
94
[BACK] knop
CdMatch Pad1=Off
CdMatch Pad2=Off
[NEXT] knop
92
Chord Match
1
-
5
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Multi Pad
Opnemen (blz. 92).
6
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
7
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
8
Selecteer ChdMatch.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
9
Druk op de [NEXT] knop om het Chord Match scherm weer te geven.
10
Zet de Chord Match functie desgewenst aan of uit.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Druk, om de gewenste pad voor instellen te selecteren, op de [NEXT] knop.
11
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
User Pads benoemen
1
-
7
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Chord Match hiervoor.
8
Selecteer Name.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
9
Druk op de [NEXT] knop om het benamings (NAME) scherm
op te roepen.
Multi Pad Opnemen
M.Pad Rec:Edit
PadEdit:ChdMatch
PadEdit:Name
[BACK] knop[NEXT] knop
95
93
10
Voer de gewenste naam voor de bank in.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz. 21).
Er kunnen tot acht letters of karakters worden gebruikt.
11
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
User Pad Data wissen
1
-
7
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Chord Match (blz. 94).
8
Selecteer Clear.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
10
Selecteer het pad nummer dat u wilt wissen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Selecteer om de data van alle vier pads te wissen All”.
11
Druk op de [NEXT] knop.
12
Voer de Clear (wis) handeling uit.
Druk op de[+/YES] knop om de wishandeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de handeling te annuleren, terwijl deze nog gaande is.
13
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Multi Pad Opnemen
PadName=UserPad2
Clr Pad=Pad1
Clear Pad OK?
9
Druk op de [NEXT] knop.
PadEdit:Clear
De Clear (wis) handeling is afgerond...
Completed
Cursor
96
94
Opgenomen data wordt zelfs
vastgehouden als de
STANDBY schakelaar uit wordt
gezet, als er batterijen zijn
geplaatst of een er een
netadapter is aangesloten (blz.
128). Het is niettemin een goed
idee om belangrijke data op
diskette op te slaan, zodat u ze
altijd kunt bewaren en uw
eigen data bibliotheek op kunt
bouwen (blz. 60).
Stijl Opnemen
De PSR-550 laat u tot drie originele User stijlen opnemen, die op dezelfde manier
voor de automatische begeleiding kunnen worden gebruikt als de preset stijlen.
User Stijl data kan ook worden opgeslagen en geladen van diskette (blz. 57).
U kunt een User stijl creëren door de interne stijl data als uitgangspunt te
nemen. Selecteer een preset stijl die het type stijl dat u wilt creëren het dichtst
benadert, en neem de automatische begeleiding patterns voor elke sectie op.
De PSR-550 geeft twee basis manieren om stijlen op te nemen:
• Stijl Opnemen — Ritme Track .............................................................................................. blz. 98
• Stijl Opnemen — Bass/Frase/Pad/Akkoord Tracks ............................................................ blz. 100
De vier bewerkings (edit) eigenschappen hieronder stellen u in staat reeds opgenomen stijl data te bewerken.
• Quantizeren ........................................................................................................................ blz. 102
Deze functie trekt de timing recht van de opgenomen noot data naar een aangegeven waarde.
• User Stijlen benoemen ....................................................................................................... blz. 104
Deze functie laat u uw originele stijlen benoemen.
• User Stijl Data wissen ......................................................................................................... blz. 104
Deze functie is voor het wissen van parts van de opgenomen stijl.
User Stijl Tracks
De tracks die kunnen worden opgenomen op de User stijlen zijn georganiseerd
zoals in het onderstaande overzicht is aangegeven.
Sectie Track
INTRO RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
MAIN A RITME SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
MAIN B RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
FILL IN A RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
FILL IN B RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
ENDING RHYTHM SUB CHORD1 PHRASE1 BASS
RHYTHM MAIN CHORD2 PHRASE2 PAD
Op de PSR-550, kunt u in totaal tot 48 tracks (6 secties x 8 tracks) opnemen.
Data die in de User stijlen kan worden opgenomen
• Noot aan/uit (toets indrukken en loslaten) .................... blz. 107
• Aanslagsnelheid ........................................................... blz. 107
• Pitch bend, pitch bend bereik ................................. blz. 30, 122
• Voice nummer (drum kit nummer)* ................................. blz. 26
• Mixer instellingen* .......................................................... blz. 76
• Tempo ............................................................................. blz. 36
• Reverb type en instellingen ............................................ blz. 46
• Chorus type en instellingen ............................................ blz. 48
Er kunnen tot ongeveer 1.950 noten voor een sectie (een totaal van ingeveer 7.150
noten) worden opgenomen op de PSR-550 stijl tracks.
Er kan slechts één event van de items die van een * voorzien zijn worden
opgenomen voor elke track van de secties.
User Stijl data wordt opgenomen
door voice R1 via het toetsen-
bord te bespelen. Voice R2,
voice L en de automatische
begeleiding kunnen niet worden
gebruikt.
97
95
Over User Stijlen Opnemen
Bij het opnemen van een User song, neemt de PSR-550 uw toetsenbordspel als MIDI
data op. Het opnemen van User stijlen, wordt echter op een andere manier gedaan.
Hier zijn enkele van de aspecten waarin stijlen opnemen afwijkt van songs opnemen:
Stijl Opnemen
Loop Opnemen
De automatische begeleiding herhaalt de begeleidingspatterns van verscheidene maten in een
“loop (lus)” en stijl opnemen wordt ook gedaan met gebruikmaking van loops. Als u
bijvoorbeeld start met opnemen met een twee-maten main sectie, worden de twee maten
herhaaldelijk opgenomen. Noten die u opneemt zullen worden teruggespeeld bij de volgende
herhaling (loop), waardoor u opneemt terwijl u het reeds opgenomen materiaal terughoort.
Overdub Opnemen
Deze methode neemt nieuw materiaal op op een track die reeds data bevat,
zonder dat de originele data wordt gewist. Bij stijl opname, wordt de opgenomen
data niet gewist, behalve als u functies zoals Wissen (Clear blz. 104) en Drum
Annuleer ( cancel blz. 99) gebruikt.
Als u bijvoorbeeld start met opnemen van een twee-maten main sectie, worden
de twee maten vele malen herhaald. Noten die u opneemt zullen worden
teruggespeeld bij de volgende herhaling, waardoor u tijdens de loop nieuw
materiaal overdubt, terwijl u het reeds opgenomen materiaal terughoort.
Preset Stijlen gebruiken
De volgende opmerkingen en waarschuwingen zijn belangrijke punten om in gedachte te houden, terwijl u uw
User stijlen opneemt.
De metronoom functie gebruiken (blz. 118) kan uw opnamesessies
veel efficiënter maken.
In de Record ready (klaar voor opname) mode, kunt u de voice
data uitwisselen of bewerken op de opgenomen tracks door de
Mixer op blz. 76 te gebruiken.
Als het geheugen vol raakt tijdens het opnemen, verschijnt er een
waarschuwingsboodschap in de display en stopt het opnemen.
Aangezien het opnemen in delen van hele maten gebeurt, zou u
eerst een stijl kunnen selecteren die hetzelfde aantal maten heeft als
de stijl die u van plan bent te gaan opnemen..
Als geen van de preset stijlen geschikt is, selecteer er dan één die
dezelfde maatsoort en aantal maten heeft als degene die u wilt gaan
creëren, gebruik vervolgens de Clear (wis) functie (blz. 104) om alle
preset data te wissen, voordat u uw eigen data invoert.
Zorg ervoor dat u minstens één van de drie User stijlen wist, voordat
u een nieuwe User stijl opneemt. U kunt niet beginnen met het
opnemen van een nieuwe User stijl als alle drie de User stijlen
opgenomen data bevatten.
Let erop dat het instrument niet wordt uitgezet en dat de netadapter niet uit
het stopcontact wordt gehaald tijdens het opnemen, aangezien dit zal
resulteren in het verloren gaan van de opgenomen data.
De Registration Memory gebruiken (blz. 54) kan uw opnamesessies
veel efficiënter maken, aangezien verscheidene instellingen (zoals
voices, enz.) kunnen worden opgeroepen met het drukken op één
knop.
Als de record mode is geactiveerd, wordt de Registration Memory
Freeze functie aangezet (deze kan niet worden uitgezet terwijl de
record mode actief is).
Preset stijl data
Kopiëren
Intern geheugen voor
User stijl opname
Als u de interne preset stijl selecteert die het type stijl dat
u wilt creëren het dichtst benadert, wordt, zoals in het
overzicht links is te zien, de preset stijl data gekopieerd
naar een speciale geheugenlocatie voor opname.
U creëert (neemt op) uw nieuwe, originele stijl door
toevoegen of wissen van data van de geheugen locatie.
Alle tracks (met uitzondering van de ritme track)
moeten voor het opnemen worden gewist (blz.
104).
98
96
Stijl Opnemen — Ritme Track
Met deze handeling kunt u uw eigen originele ritme patterns creëren door bestaande
ritme track (percussie) data van een preset stijl te bewerken.
1
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te activeren.
2
Selecteer Style.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
3
Druk op de [NEXT] knop.
4
Selecteer een stijl om mee te beginnen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
5
Druk nogmaals op de [NEXT] knop om het RecMode scherm
op te roepen.
6
Selecteer Record.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
7
Druk op de [NEXT] knop om het Sectie selectie scherm weer
te geven.
8
Selecteer de sectie die moet worden opgenomen.
9
Druk op de [NEXT] knop om het Track selectie scherm weer
te geven.
Er kunnen niet meerdere
secties tegelijk worden
opgenomen.
Stijl Opnemen
001 8Beat 1
RecMenu:Style
Style Rec:Record
Section =Main A
99
97
10
Selecteer een Ritme track om op te nemen.
Selecteer “RHYTHM MAIN” of “RHYTHM SUB” met de data dial, de
[+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Er kan slechts één track per
keer worden opgenomen.
11
Druk op [NEXT] om het Reharsal scherm weer te geven.
De beat indicator punten zullen knipperen op het momenteel ingestelde tempo,
om aan te geven dat de klaar voor opname (Synchro Start) mode is geactiveerd.
Aangezien het ritme pattern herhaaldelijk afspeelt, kunt u opnemen door
overdubben — luisterend naar het Pattern en de gewenst toetsen bespelend.
Kijk naar de iconen die onder de toetsen zijn gedrukt om aan te geven welke
percussiegeluiden aan welke toetsen zijn toegwezen.
Voor het opnemen van de
RHYTHM tracks zijn de
instrument symbolen op de rand
van het bedieningspaneel
gedrukt om u de instrument
toewijzing aan elk toets te laten
zien. Zie Toetsenbord
Percussie op blz. 31 voor het
spelen van elk drum/percussie
geluid.
U kunt ook bepaalde percussie geluiden op de volgende manier wissen:
1) Druk op de [NEXT] knop.
2) Druk op de toets van het toetsenbord die overeenkomt met het instrument
dat u wilt annuleren.
3) Om terug te keren naar de originele display, drukt u op de [BACK] knop.
14
Druk op [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen.
15
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Het is verstandig de opgenomen data op te slaan voordat u de opname mode
verlaat. (Zie blz. 100 voor details.)
Stijl Opnemen
Record Track=RhM
Style Recording
Drum Cancel
Om terug te keren naar de originele display, drukt u op de [EXIT] knop (blz. 17).
13
Start het opnemen.
U kunt dit op één van de volgende manieren doen:
Druk op de [START/STOP] knop. Het volgende zal beginnen met afspelen:
de stijl geselecteerd in stap 4, de sectie geselecteerd in stap 8 en de ritme
track geselecteerd in stap 10.
Druk op de [SYNC START] knop om de synchronized standby (blz. 25) aan
te zetten, en bespeel vervolgens een toets op het toetsenbord. Het afspelen
begint zoals beschreven in de eerst methode hiervoor.
Rehearsal
12
Selecteer één van de Drum Kits.
Selecteer de gewenste kit door op de [VOICE R1] knop (blz. 26) te drukken.
100
98
De Stijl Record mode verlaten
Volg de instructies hierna om de stijl opname mode te verlaten.
Stijl Opname — Bass/Frase/Pad/Akkoord Tracks
Dit gedeelte legt uit hoe u alle track (behalve de ritme track) op kunt nemen met
gebruikmaking van de preset stijlen.
In tegenstelling tot bij het opnemen van de ritme track, moet u bij deze methode de
track data van de originele stijl wissen voor het opnemen.
1
-
9
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Stijl Opnemen
Ritme Track (blz. 98).
10
Selecteer een Track om op op te nemen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Selecteer uit de volgende track: “BASS,” “CHORD1,” “CHORD2,” “PAD,
“PHRASE1,” en “PHRASE2”.
Er kan slechts één track per
keer worden opgenomen.
11
Druk op de [NEXT] knop om het Record ready (klaar voor
opname) scherm op te roepen.
Stijl Opnemen
PAS OP
Weest u ervan bewust dat dit
proces automatisch de data
in de track wist, die in stap
10 is geselecteerd.
Record Track=Bas
SaveToUserStyle?
Sv?:UserStyle1
Are You Sure?
Druk op de [-/NO] knop om de Stijl record
mode te verlaten zonder de speeldata in
het interne geheugen op te slaan.
Selecteer een stijl-
nummer (bestemming).
Druk op de [+/YES] knop om de Stijl record mode te
verlaten na het opslaan van de speeldata in het
interne geheugen.
Druk op de [RECORD] knop.
Druk op de [+/YES] knop.
Druk op de [NEXT] knop.
Song Rec Ready
Na het verlaten van de Stijl
Opname mode, schakelt
desectie automatisch naar
Main B. Als u een andere
sectie selecteert dan Main B,
selecteerdan nogmaals de
sectie en speel de begeleiding.
101
99
12
Selecteer een voice voor de track die u op gaat nemen.
Selecteer de gewenst voice door op de [VOICE R1] knop te drukken (blz. 26).
Het opnemen wordt oneindig in een loop herhaald (tot deze wordt gestopt).
Noten die u opneemt zullen vanaf de volgende herhaling worden afgespeeld,
waardoor u op kunt nemen terwijl u reeds opgenomen materiaal terughoort.
Houd de volgende regels in de gaten als u de MAIN en FILL secties opneemt:
Gebruik alleen de CM7 toonladder als u de BASS en de PHRASE tracks
opneemt (dat wil zeggen C, D, E, G, A en B).
Gebruik alleen de akkoordnoten als u de CHORD en PAD tracks opneemt
(dat wil zeggen C, E, G en B).
Elke geschikte akkoord of akkoordprogressie kan worden gebruikt voor de
INTRO en ENDING secties.
14
Druk op [START/STOP] knop om het opnemen te stoppen.
15
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Voor informatie over het verlaten van de opname mode, zie blz. 100.
Stijl Opnemen
Style Recording
CSC CSC
C = akkoordnoten
C, S = toonsoort
Om terug te keren naar de voorgaande display, drukt u op de [EXIT] knop.
13
Start het opnemen.
U kunt dit op één van de volgende manieren doen:
Druk op de [START/STOP] knop.
Druk op de [SYNC START] knop om synchronized standby (blz. 25) aan te
zetten, en bespeel vervolgens een toets op het toetsenbord.
102
100
Quantizeren
Quantize laat u de timing van een reeds opgenomen track “opschonen” of “strakker
maken” . De volgende muzikale passage bijvoorbeeld, is geschreven met exacte kwart-
en achtste-noot waarden.
Ofschoon u misschien denkt dat u de passage accuraat heeft opgenomen, kan uw
daadwerkelijke spel misschien licht afwijken van de tel. Quantizeren maakt het u
mogelijk alle noten in een track gelijk te trekken, zodat de timing absoluut accuraat is
voor een aangegeven nootwaarde.
1
-
5
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Stijl Opnemen
Ritme Track (blz. 98).
6
Selecteer Edit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
7
Druk op de [NEXT] knop om het Edit Menu scherm weer te geven.
8
Selecteer Quantize.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
9
Druk op de [NEXT] knop om het Sectie selectie scherm weer
te geven.
10
Selecteer de sectie die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
11
Druk op de [NEXT] knop om het Track selectie scherm weer
te geven.
12
Selecteer de track die gequantizeerd moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Stijl Opnemen
Style Rec:Edit
StyEdit:Quantize
Section =Main A
QuantizTrack=Pad
103
101
13
Druk op de [NEXT] knop.
14
Selecteer de Quantizeer waarde (resolutie).
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de nummer
knoppen [1]-[0].
Stel de Quantize resolutie in zodat deze overeenkomt met de kleinste noten in
de track waarmee u bezig bent. Als de data bijvoorbeeld is opgenomen met
zowel kwartnoten als achtste noten, gebruik dan 1/8 als quantize resolutie. Als
de quantize functie in dit geval zou zijn toegepast met 1/4 als ingestelde
resolutie, dan zouden de achtste noten bovenop de kwartnoten zijn geplaatst.
15
Druk op de [NEXT] knop om het QUANTIZE bedienings
scherm weer te geven.
U kunt het gequantizeerde pattern in deze stap beluisteren, waardoor u het
resultaat van de handeling kunt horen voordat u de data feitelijk verandert.
Om het pattern te beluisteren drukt u op de [START/STOP] knop.
16
Druk op de [+/YES] knop om het quantizeren daadwerkelijk
uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de handeling te annuleren.
17
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Voor informatie over het verlaten van de opname mode, zie blz. 100.
Stijl Opnemen
QuantizSize =1/4
Quantize OK?
Quantizeer grootte
Grootte Noot
1/4 Kwartnoot
1/6 Kwartnoot triool
1/8 Achtste noot
1/12 Achtste noot triool
1/16 Zestiende-noot
1/24 Zestiende noot triool
1/32 Tweeendertigste noot
Één maat van 8e noten voor quantizeren
Na quantizeren
Completed
Als de Quantize handeling is afgerond
verschijnt de volgende display...
104
102
User Stijlen benoemen
1
-
7
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Quantizeren (blz. 102).
8
Selecteer Name.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
9
Druk op [NEXT] om het NAME scherm op te roepen.
10
Voer de gewenste naam voor de in stijl.
Gebruik het toetsenbord om de naam in te voeren (blz. 21).
Er kunnen tot 12 letters of karakters gebruikt worden.
11
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Voor informatie over het verlaten van de opname mode, zie blz. 100.
User Stijl Data wissen
1
-
7
Gebruik dezelfde handelwijze als bij Quantizeren (blz. 102).
8
Selecteer Clear.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
9
Druk op de [NEXT] knop om het Sectie selectie scherm weer
te geven.
10
Selecteer een Sectie die gewist moet worden.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Als “All Sect” is geselecteerd als de sectie die gewist moet worden, dan wordt
alle stijl data (die alle secties en tracks bevatten) worden wist. Ga, in dit geval
naar stap 13 en sla de stappen 11 en 12 over.
11
Druk op [NEXT] om het Track selectie scherm weer te geven.
12
Selecteer een Track om te wissen.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Stijl Opnemen
StyEdit:Name
Nam=UserStyle1_
StyEdit:Clear
cursor
105
103
13
Druk op de [NEXT] knop om het Clear (wis) scherm weer te geven.
14
Druk op de [+/YES] knop om de wishandeling uit te voeren.
Druk op de [-/NO] knop om de handeling te annuleren.
15
Druk op de [RECORD] knop om de Record mode te verlaten.
Als u een bepaalde sectie heeft geselecteerd (anders dan “ALL sect”), zie dan
de uitleg over het verlaten van de opname mode op blz. 100.
Stijl Opnemen
Clear OK?
Completed
De Clear (wis) handeling is afgerond...
106
MIDI Functies
104
Op het achterpaneel van uw PSR-550, vindt u MIDI aansluitingen (MIDI IN, MIDI OUT), een TO HOST aansluiting,
en een HOST SELECT schakelaar. Met deze MIDI functies kunt u uw muzikale mogelijkheden enorm uitbreiden.
Dit gedeelte legt uit wat MIDI is, wat het voor u kan betekenen en hoe u de MIDI op uw PSR-550 kunt gebruiken.
Als u niet weet wat MIDI is, zorg ervoor dat u deze gedeelten goed leest:
• Wat is MIDI? ................................................................................................ blz. 106
• Wat u kunt doen met MIDI .......................................................................... blz. 108
• MIDI Data Compatibiliteit ............................................................................ blz. 109
Als u uw PSR-550 met een computer wilt gebruiken, lees dan dit gedeelte:
• Op een Personal Computer aansluiten ....................................................... blz. 110
De PSR-550 laat u de volgende MIDI-gerelateerde instellingen maken:
• MIDI Template ............................................................................................. blz. 112
• MIDI Verzend Instelling................................................................................ blz. 114
• MIDI Ontvangst Instelling ............................................................................ blz. 115
• Local (=Lokale) Besturing ........................................................................... blz. 116
• Clock ............................................................................................................ blz. 116
• Initiële Data Verzenden.................................................................................. blz. 117
Wat is MIDI?
U zult zonder twijfel gehoord hebben van de uitdrukkingen “akoestisch instrument” en “digitaal instrument.” In de
wereld van vandaag zijn dit de twee hoofd categorieën muziekinstrumenten. We nemen even een akoestische piano
en een klassieke gitaar als representatieve akoestische instrumenten. Ze zijn eenvoudig te begrijpen. Bij de piano
slaat u een toets aan en intern slaat een hamertje tegen een snaar en speelt een noot. Bij de gitaar tokkelt u direct
aan de snaar en de noot speelt. Maar hoe speelt een digitaal instrument een noot?
Zoals in de bovenstaande illustratie is te zien, wordt bij een elektronisch instrument de gesampelde noot (van te
voren opgenomen noot) opgeslagen in het toongeneratorgedeelte en wordt afgespeeld op basis van informatie die
van het toetsenbord wordt ontvangen. Maar welke informatie van het toetsenbord is dat precies, zodat het de basis
kan vormen voor het produceren van een noot?
Laten we bijvoorbeeld zeggen dat u een “C” kwartnoot speelt met het vleugelgeluid op de PSR-550. In tegenstelling
tot een akoestisch instrumentgeluid, stuurt het elektronische instrument informatie van het toetsenbord uit zoals “met
welke voice,” “met welke toets,” “hoe sterk, “wanneer werd die ingedrukt,” en “wanneer werd die losgelaten.” Deze
stukjes informatie worden vervolgens omgezet in numerieke waarden en verzonden naar de toongenerator. Op basis
van deze nummers speelt de toongenerator de opgeslagen gesampelde noot.
Voorbeeld van toetseninformatie
Voicenummer (met welke voice) 01 (grand piano)
Nootnummer (met welke toets) 60 (C3)
Noot aan (wanneer ingedrukt) en Timing numeriek uitgedrukt (kwartnoot)
noot uit (wanneer losgelaten)
Aanslag (hoe sterk) 120 (sterk)
Gesampelde
noot
Gesampelde
noot
Toongenerator
(Elektronisch circuit)
Spelen op het toetsenbord
RL
Noot productie bij een akoestische
gitaar
Tokkel aan een snaar en de kast
resoneert het geluid.
Noot productie bij een digitaal
instrument
Gebaseerd op de speelinformatie van het toetsenbord
wordt een in de toongenerator opgeslagen gesampelde
noot afgespeeld via de luidsprekers.
107
105
MIDI is de afkorting van Musical Instrument Digital Interface, waarmee u elektronische muziek instrumenten met elkaar kunt laten
communiceren, door het versturen en ontvangen van uitwisselbare gegevens zoals Noten, Control Change (besturingswijzigingen),
Program Change (programma wijzigingen) en verscheidene andere soorten MIDI gegevens en boodschappen.
De PSR-550 kan een ander MIDI apparaat besturen door het versturen van informatie over de noten en
verscheidene soorten besturingsinformatie. De PSR-550 kan worden bestuurd door binnenkomende MIDI
boodschappen die automatisch de toongenerator mode bepalen, de MIDI kanalen, voices en effecten,
parameterwaarden wijzigen en natuurlijk de voices voor de verschillende partijen bespelen.
MIDI boodschappen bestaan uit twee groepen: kanaalboodschappen en systeemboodschappen. Hieronder staat een
uitleg van verschillende MIDI boodschappen die de PSR-550 kan ontvangen/verzenden.
Kanaalboodschappen (Channel Messages)
De PSR-550 is een elektronisch muziekinstrument die 16 kanalen aan kan. Er wordt dan
meestal gezegd: “hij kan 16 instrumenten tegelijk spelen.” Kanaalboodschappen bevatten
informatie zoals noot aan/uit, programmawisselingen, voor elk van de 16 kanalen.
Systeem boodschappen (System Messages)
Deze informatie geldt over het algemeen voor het hele MIDI systeem. Systeem
boodschappen bevatten boodschappen zoals Exclusieve Boodschappen die unieke
data bevat voor elke instrumenten-fabrikant en Realtime Boodschappen die het
MIDI apparaat besturen.
De boodschappen die de PSR-550 ontvangt/verstuurt staan in het MIDI
Implementatie overzicht op de blz. 139MH en 151MH.
De spel data van alle songs,
stijlen en Multi Pads is MIDI
data.
Naam v.d. boodschap PSR-550 Bediening/Paneelinstelling
Noot aan/uit (Note ON/OFF) Deze boodschappen worden gegenereerd als het toetsenbord
wordt bespeeld.
Elke boodschap bevat een specifiek nootnummer die
overeenkomt met de ingedrukte noot, en de aanslag op basis
van hoe snel de noot is ingedrukt.
Programma wijziging Voice instelling (Besturings Wijziging Bank Selectie MSB/LSB
instelling)
Besturings Wijziging Mixer (volume, pan pot, enz.)
Naam v.d. boodschap PSR-550 Bediening/Paneelinstelling
Exclusieve boodschap Reverb/chorus/DSP instellingen, etc.
Realtime boodschap Clock instelling
Start/stop bediening
MIDI en TO HOST aansluitingen
Om MIDI data tussen meerdere apparaten uit te kunnen wisselen, moet elk apparaat
met een kabel worden verbonden.
Er zijn twee manieren om aansluitingen te maken: van de MIDI aansluitingen van de
PSR-550 naar de MIDI aansluitingen van een extern apparaat met behulp van een
MIDI kabel, of van de TO HOST poort van de PSR-550 naar de seriële poort van een
personal computer met behulp van een speciale kabel.
Als u de PSR-550 TO HOST aansluiting aansluit op een personal computer, zal de
PSR-550 worden gebruikt als een MIDI interface apparaat, hetgeen inhoudt dat er geen
apart MIDI interface apparaat nodig is.
Op het achterpaneel van de PSR-550 vindt u twee soorten aansluitingen, de MIDI
aansluitingen en de TO HOST aansluiting.
MIDI IN .........Ontvangt MIDI data van een ander MIDI apparaat.
MIDI OUT .....Verzendt de PSR-550’s toetsenbordinformatie als
MIDI data naar een ander MIDI apparaat.
TO HOST .....Verzendt en ontvangt MIDI data van en naar een
personal computer.
Als u de TO HOST aansluiting
gebruikt om aan te sluiten op
een personal computer die
gebruik maakt van Windows,
dan moet er een Yamaha MIDI
driver in de personal computer
worden geïnstalleerd. De
bijgeleverde diskette bevat de
Yamaha MIDI driver.
Er moeten speciale MIDI kabels
(apart te koop) worden gebruikt om
MIDI apparaten te verbinden. Deze
zijn o.a. te koop bij muziekwinkels.
Gebruik nooit MIDI kabels die
langer zijn dan ongeveer 15
meter. Kabels die langer zijn
kunnen ruis oppikken hetgeen
data fouten kan veroorzaken.
108
106
De PSR-550 is een elektronisch muziekinstrument die in staat is over zestien kanalen te zenden en ontvangen. Stelt
u zich voor dat er zestien afzonderlijke leidingen in de aangesloten MIDI kabel bevinden. Als er dan MIDI data
van de PSR-550 naar een extern apparaat wordt verzonden, wordt de MIDI data door de toegewezen leiding (of
MIDI kanaal) gestuurd en verzonden naar het externe apparaat.
Zo kunnen bijvoorbeeld verscheidenen tracks tegelijkertijd worden verzonden, inclusief de automatische
begeleiding data (zoals hieronder aangegeven).
Wat u kunt doen met MIDI
Gebruik de PSR-550 als een multi toongenerator (16 kanalen tegelijkertijd bespelen).
Zoals u kunt zien, is het van essentieel belang om te bepalen over welk MIDI kanaal de data verstuurd wordt bij het
zenden van MIDI data (blz. 114).
Ontvangst mode voor alle kanalen ingesteld op “XG/GM.
MIDI ontvangst instellingen (blz. 115).
Als u een personal computer
gebruikt, heeft u speciale
software (sequencer software)
nodig.
Speel muziek via een andere toetsenbord (geen toongenerator) daarbij
gebruikmakend van de PSR-550 XG toongenerator.
MIDI ontvangst instellingen (blz. 115).
Speeldata (1-16 kanalen) waarbij u de PSR-550 Automatische Begeleiding gebruikt,
opnemen op een externe sequencer (zoals een personal computer). Bewerk de data
met de sequencer, na opname, en speel het dan weer af op de PSR-550 (afspelen).
MIDI verzend instellingen (blz. 114).
Initiële Data verzenden (blz. 117).
PSR-550
PSR-550
MIDI INMIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
PSR-550
Voice R1 Kanaal 1 Track 1
Voice L Kanaal 2 Track 2
Automatische begeleiding Bass Kanaal 3 Track 3
Automatische begeleiding Chord 1 Kanaal 4 Track 4
Automatische begeleiding Chord 2 Kanaal 5 Track 5
Automatische begeleiding Pad Kanaal 6 Track 6
Automatische begeleiding Phrase 1 Kanaal 7 Track 7
Automatische begeleiding Phrase 2 Kanaal 8 Track 8
Automatische begeleiding Rhythm Main Kanaal 9 Track 9
Automatische begeleiding Rhythm Sub Kanaal 10 Track 10
Voice R2 Kanaal 11 Track 11
MIDI kabel
Externe sequencerPSR-550 part
Als u speeldata opneemt met gebruikmaking van de
Automatische begeleiding op een externe sequencer
109
107
MIDI Data Compatibiliteit
Dit gedeelte bevat de basis informatie over data compatibiliteit: of andere MIDI apparaten wel of niet de door de
PSR-550 opgenomen data kunnen terugspelen, en of de PSR-550 wel of niet commercieel beschikbare song data of
song data die is gemaakt voor andere instrumenten op een computer kan afspelen of niet.
Afhankelijk van het MIDI apparaat of data karakteristieken, kan het zijn dat u de data zonder problemen kunt
afspelen, of het kan zijn dat u bepaalde handelingen moet verrichten voordat de data kan worden teruggespeeld. Als
u in de problemen raakt met het afspelen van data, kijk dan alstublieft naar de informatie hieronder.
Sequencer format
Het systeem waarop song data wordt opgenomen wordt “sequencer format” genoemd.
Terugspelen is alleen mogelijk als het sequencer format van de diskette overeenkomt met dat van het MIDI apparaat.
Voice allocatie format
Bij MIDI, zijn voices toegewezen aan bepaalde nummers, “Programma nummers” genaamd. De standaard
nummering (volgorde van voice allocatie) wordt “voice allocatie format” genoemd.
Het kan zijn dat voices niet terugspelen als verwacht, tenzij het voice allocatie format van de song data
overeenkomt met dat van het compatibele MIDI apparaat dat gebruikt wordt voor afspelen.
SMF (Standaard MIDI File)
Dit is het meest gebruikelijke sequencer format.
Standaard MIDI Files zijn in het algemeen beschikbaar als één van de twee soorten: Format
0 of Format 1. Veel MIDI apparaten zijn compatibel met Format 0, en de meeste
commercieel beschikbaar software is opgenomen in Format 0.
• De PSR-550 is compatibel met zowel Format 0 als Format 1.
Song data opgenomen op de PSR-550 wordt automatisch opgenomen in SMF Format 0.
ESEQ
Dit sequencer format is compatibel met veel van de Yamaha MIDI apparaten, inclusief de
Clavinova serie instrumenten. Dit is een algemeen format dat gebruikt wordt bij verscheidene
Yamaha software.
• De PSR-550 is compatibel met ESEQ.
Stijl File
Het Stijl File Format — SFF — is het originele stijlfile format van Yamaha dat een uniek
conversiesysteem gebruikt om te voorzien in een hoge kwaliteit automatische begeleiding
gebaseerd op een groot aantal akkoordsoorten.
• De PSR-550 gebruikt de SFF intern, leest optionele SFF stijl disks, en creëert SFF
stijlen door gebruik te maken van de de Stijl Recording functie.
GM System Level 1
Dit is één van de meest algemene voice allocatie formats.
Veel MIDI apparaten zijn compatibel met GM System Level 1, alsook de meeste
commercieel beschikbare software.
• De PSR-550 is compatibel met GM System Level 1.
XG
XG is een belangrijke verbetering van het GM System Level 1 format, en is speciaal
ontwikkeld door Yamaha om in meer voices en variaties te voorzien, alsook in een grotere
expressiebesturing van de voices en effecten, en om compatibiliteit van de data te
waarborgen tot ver in de toekomst.
• De PSR-550 is compatibel met XG.
DOC
Dit voice allocatie format is compatibel met veel van de Yamaha MIDI apparaten, inclusief de
Clavinova serie instrumenten.
Dit is ook een algemeen format gebruikt bij verscheidene Yamaha software.
• De PSR-550 is compatibel met DOC.
Zelfs als de gebruikte apparaten
en data aan alle hiervoor
genoemde voorwaarden voldoen,
kan het zijn dat de data nog
steeds niet volledig compatibel is,
afhankelijk van de specificaties
van de apparaten en bepaalde
data opname methodes.
110
108
Op een Personal Computer aansluiten
Sluit uw PSR-550 op een computer aan en maak gebruik van de uitgebreide reeks aan
krachtige en veelzijdige software voor het creëren en bewerken van muziek. De PSR-
550 kan op twee manieren worden aangesloten:
• De MIDI aansluitingen gebruiken
• De TO HOST aansluiting gebruiken
Als u een MIDI interface en een Macintosh computer gebruikt, moet u de RS-422
aansluiting van de computer (modem of printer aansluiting) aansluiten op de MIDI
interface, en vervolgens de MIDI OUT aansluiting van de MIDI interface aansluiten op de
MIDI IN aansluiting van de PSR-550, zoals getoond wordt in onderstaande illustratie. Stel
de HOST SELECT schakelaar op de PSR-550 in op “MIDI.
Als de HOST SELECT schakelaar is ingesteld op de “MIDI” positie, worden
in- en uitgangssignalen op de TO HOST aansluiting genegeerd.
Als u een Macintosh computer gebruikt, stel dan de clock van de MIDI
interface dan zo in dat deze overeenkomt met die van de gebruikte MIDI-
interface. Lees voor de details zorgvuldig de gebruiksaanwijzing van de
gebruikte software door.
Aansluiten met gebruikmaking van de PSR-550 MIDI aansluitingen
Als u een MIDI interface op de computer heeft aangesloten en geïnstalleerd, moet u de
MIDI aansluitingen van de personal computer met de MIDI aansluitingen van de PSR-
550 verbinden.
Gebruik als aansluitkabel uitsluitend de speciale MIDI kabel.
Als de computer over een MIDI interface beschikt, sluit dan de MIDI OUT
aansluiting van de personal computer aan op de MIDI IN aansluiting van de
PSR-550. Stel de HOST SELECT schakelaar in op “MIDI.
MIDI INMIDI OUT
MIDI OUTMIDI IN
PSR-550
MIDI IN
RS-422
MIDI OUT
PSR-550
Als uw computer over een
USB interface beschikt,
bevelen we het gebruik van
de Yamaha UX256 aan.
111
MIDI Functies
109
Sluit de seriële poort van de personal computer (RS-232C aansluiting of RS-422
aansluiting) aan op de TO HOST aansluiting van de PSR-550.
Gebruik als aansluitkabel uitsluitend de hieronder genoemde kabel (apart te koop) die
overeenkomt met het type personal computer.
Aansluiten met gebruikmakling van de TO HOST aansluiting
IBM-PC/AT Serie
Sluit de RS-232C aansluiting van de computer aan op de TO HOST aansluiting van de
PSR-550 met gebruikmaking van een seriële kabel (D-SUB 9P MINI DIN 8P.
gekruiste kabel). Stel de PSR-550 HOST SELECT schakelaar in op de “PC-2” positie.
Als u een D-SUB 25P MINI DIN 8P kruislingse kabel gebruikt, aansluiten met
gebruikmaking van een D-SUB 9P verloopadapter aan de computerkant van de kabel.
Macintosh Serie
Sluit de RS-422 aansluiting (modem of printer aansluiting) van de computer aan op
de TO HOST aansluiting van de PSR-550 met een seriële kabel (systeem
randappartuurkabel, 8 polig). Stel de PSR-550 HOST SELECT schakelaar in op de
“Mac” positie.
Stel de MIDI interface clock van de sequencer software die u gebruikt in op 1 MHz.
Lees voor de details zorgvuldig de gebruiksaanwijzing van de gebruikte software door.
Zie voor details over de nodige MIDI instellingen voor de computer en de
sequencer software die u gebruikt, de relevante handleidingen.
Macintosh is een geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
IBM PC/AT is een handelsmerk van International Business Machines Corp.
Andere bedrijfsnamen en productnamen, enz. in deze handleiding zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van de
betreffende bedrijven.
PSR-550
mini DIN 8-pin
D-SUB 9-pin
YAMAHA CCJ-PC2
PSR-550
mini DIN 8-pin
D-SUB 25-pin
D-SUB 9-pin
YAMAHA CCJ-PC2
PSR-550
mini DIN 8-pin mini DIN 8-pin
YAMAHA CCJ-MAC
112
MIDI Functies
110
MIDI Template (voorinstelling)
De PSR-550 is in staat MIDI data over zestien onafhankelijke kanalen te zenden en
ontvangen. Voor juiste werking van de MIDI, is het nodig te bepalen welke data is
ingesteld voor welk kanaal.
De MIDI Template functie maakt het u mogelijk onmiddellijk alle geschikte zend/
ontvangst instellingen met een enkele druk op een knop te configuren.
2
Selecteer “Midi.”
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI scherm weer te geven.
4
Selecteer “Template.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
5
Druk op [NEXT] om het MIDI Template scherm weer te geven.
6
Selecteer een MIDI Template.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Zie voor details het MIDI Template Overzicht (blz. 113).
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
F4 Midi
Midi:Template
Temp=Acmp Out
Temp=XG Module
113
MIDI Functies
111
7
Druk op de [NEXT] knop.
8
Laad de geselecteerde MIDI Template.
Druk op de [+/YES] knop om de geselecteerde MIDI Template instellingen
daadwerkelijk te laden.
Druk op de [-/NO] knop om de handeling af te breken.
MidiTemplatLoad?
MIDI Template Overzicht
Keyboard Out De verzendkanalen zijn als volgt ingesteld:
kan. 1: Right1, kan. 2: Right2, kan. 3: Left, kan. 4-16: Uit
Bij het naarbuiten voeren van de speeldata (noot aan/uit
boodschappen).
Wordt gebruikt om met de PSR-550 noot aan/uit data een externe
toongenerator te bespelen en om de PSR-550 noot aan/uit data op
te nemen in een externe sequencer.
Acmp Out De zendkanalen 9-16 zijn ingesteld met de Begeleiding tracks.
kan. 1-8: Uit, kan. 9-10: Ritmes, kan. 11: Bass,
kan. 12-13: Akkoorden, kan. 14: Pad, kan. 15-16: Frases
Bij het naar buiten voeren van de stijl data. Wordt gebruikt om met
de PSR-550 automatische begeleiding data een externe
toongenerator aan te sturen en om de PSR-550 automatische
begeleiding data op te nemen in een externe sequencer.
Song Out Alle zendkanalen zijn ingesteld op de Song tracks 1-16.
Bij het naar buiten voeren van de song data. Wordt gebruikt om
met de PSR-550 song data een externe toongenerator te bespelen
en om uw complete spel op de PSR-550 op te nemen in een
externe sequencer.
Master Keyboard Bij gebruik van de PSR-550 als een Master Keyboard; met andere
woorden, deze uitsluitend gebruiken als een besturing voor het
uitvoeren van MIDI data, zonder de interne geluiden te gebuiken.
XG Module Alle ontvangstkanalen zijn ingesteld op “XG/GM.”
Bij gebruik van de PSR-550 als een multitimbrale XG
toongenerator.
Accordion De ontvangstkanalen zijn als volgt ingesteld:
kan. 1: Remote, kan. 2: Akkoord, kan. 3: Bass, kan. 4-16: Uit
Als de PSR-550 wordt bespeeld door een externe MIDI Accordeon.
De aangesloten MIDI accordeon kan de PSR-550 bespelen daarbij
worden de akkoorden en bassen in het automatische
begeleidingsgedeelte gedetecteerd.
Midi Pedal Alle ontvangstkanalen zijn ingesteld op “Root.”
Als u de PSR-550 bespeeld met behulp van een aangesloten
(optioneel) MIDI pedaal. De akkoorden en bassen in het
automatische begeleidingsgedeelte van het aangesloten MIDI
pedaal worden gedetecteerd, waardoor u op-bas akkoorden kunt
spelen.
MIDI Verzend Instelling
Completed
114
MIDI Functies
112
MIDI Verzend Instelling
De PSR-550 kan tegelijkertijd data verzenden op alle 16 MIDI kanalen. De
Zendkanaal- en Zendtrack functies bepalen welke PSR-550 data wordt verzonden via
welke MIDI kanalen.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
2
Selecteer “Midi.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI scherm weer te geven.
4
Selecteer “Transmit Ch.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
5
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI zendenkanaal scherm
weer te geven.
6
Stel een MIDI Zendkanaal en Zendtrack in.
Druk op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen om een MIDI kanaal
te selecteren.
Selecteer een track met de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Off Er wordt niets verzonden.
R1 Rechterhand toetsenbordspel* (VOICE R1)**
R2 Rechterhand toetsenbordspel* (VOICE R2)**
L Linkerhand toetsenbordspel* (VOICE L)**
Upper Rechterhand toetsenbordspel*
(Voert de MIDI noot data normaal uit zoals verklaard op blz. 29.)
Lower Linkerhand toetsenbordspel* met de Automatische Begeleiding
aan
(Voert de MIDI noot data normaal uit zoals verklaard op blz. 29.)
RhM Automatische begeleiding RHYTHM MAIN track
RhS Automatische begeleiding RHYTHM SUB track
Bas Automatische begeleiding BASS track
Cd1 Automatische begeleiding CHORD1 track
Cd2 Automatische begeleiding CHORD2 track
Pad Automatische begeleiding PAD track
Ph1 Automatische begeleiding PHRASE1 track
Ph2 Automatische begeleiding PHRASE2 track
T01-16 Song track 1-16
Als een track aan meer dan
één MIDI kanaal is
toegewezen, wordt de data van
die track verzonden via het
laagst genummerde kanaal.
MIDI zendtrack instellingen
zullen zelfs worden
vastgehouden als het
instrument wordt uitgezet. Zie
voor details blz. 136.
De initiële standaard kanaal/
track instellingen zijn:
• Kan. 1 = R1
• Kan. 2 = R2
• Kan. 3 = L
• Kan. 4 = Uit
• Kan. 5 = Uit
• Kan. 6 = Uit
• Kan. 7 = Uit
• Kan. 8 = Uit
• Kan. 9 = RhS
• Kan. 10 = RhM
• Kan. 11 = Bas
• Kan. 12 = Cd1
• Kan. 13 = Cd2
• Kan. 14 = Pad
• Kan. 15 = Ph1
• Kan. 16 = Ph2
Controleer, om MIDI lussen te
vermijden, die fouten in de
verwerking kunnen veroorzaken,
de PSR-550 Local Besturing
instelling (blz. 116), en de MIDI
THRU instellingen van elk van de
externe MIDI apparaten.
* “Rechterhand toetsenbordspel” en “Linkerhand toetsenbordspel” geven datgene aan
dat respectievelijk aan de rechter en linkerkant van het splitpunt op het toetsenbord
wordt gespeeld.
** Voert MIDI noot data uit volgens de respectievelijk octaaf instellingen voor de voices
R1, R2 en L.
Midi:Transmit Ch
Trans Ch16=R1
115
MIDI Functies
113
MIDI Ontvangst Instelling
De PSR-550 kan gelijktijdig data ontvangen op alle 16 MIDI kanalen, waardoor deze
als een 16 kanaals multitimbrale toongenerator kan werken. Het ontvangstkanaal
(Receive Channel) en de Ontvangst Mode functies bepalen hoe elk kanaal op de
ontvangen MIDI data zal reageren.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
2
Selecteer “Midi.”
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI scherm weer te geven.
4
Selecteer “Receive Ch” (Ontvangstkanaal)
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
5
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI ontvangstkanaal weer
te geven.
6
Stel een MIDI ontvangstkanaal en ontvangst mode in.
Druk op één van de [TRACK1]-[TRACK16] knoppen om een MIDI kanaal
te selecteren.
Selecteer een ontvangstmode met de data dial, de [+/YES] knop of de [-/
NO] knop.
Off Er wordt geen MIDI data ontvangen op de kanalen die op “Off”
staan.
XG/GM Ontvangen MIDI data wordt direct doorgestuurd naar de PSR-
550 toongenerator. Als alle kanalen staan ingesteld op “XG/
GM”, functioneert de PSR-550 als een 16-kanaals multitimbrale
toongenerator.
Keybd Ontvangen MIDI data wordt op dezelfde manier verwerkt als de
data afkomstig van het PSR-550 toetsenbord. Met andere
woorden, er kan een ander toetsenbord worden gebruikt om de
PSR-550 Automatische begeleidingsfuncties, etc. aan te sturen.
Chord De noot aan/uit boodschappen die op de kanalen die op
“Chord” staan ingesteld wordt ontvangen, worden herkend als
vingerzettingen in het begeleidingsgedeelte. Welke
akkoordenworden herkend hangt af van de fingering mode op
de PSR-550. De akkoorden worden herkend, ongeacht de
begeleiding aan/uit en splitpunt instellingen op het PSR-550
paneel.
Root De noot aan/uit boodschappen die op de kanalen die op “Root”
staan ingesteld wordt ontvangen, worden herkend als basnoten
in het begeleidingsgedeelte. De basnoten worden herkend,
ongeacht de begeleiding aan/uit en splitpunt instellingen op het
PSR-550 paneel.
De standaard initiële
instelling (fabrieksinstelling)
voor alle kanalen is “XG/GM.”
MIDI ontvangst mode
instellingen worden zelfs in het
geheugen vastgehouden als
het instrument wordt uitgezet.
Zie voor details blz. 128.
Midi:Receive Ch
Reciv Ch01=XG/GM
116
MIDI Functies
114
Local (=Lokale) Besturing
“Local Control” gaat uit van het feit dat normaal gesproken het PSR-550 toetsenbord intern de
toongenerator bestuurt, waardoor de interne voices direct vanaf het toetsenbord gespeeld kunnen
worden. Deze situatie is “Local Control on” aangezien de intern toongenerator locaal wordt
bestuurd door zijn eigen toetsenbord. Local control kan echter worden uitgezet, zodat het
toetsenbord niet de intern voices bespeelt, maar de betreffende MIDI informatie wordt nog wel
verzonden via de MIDI OUT aansluiting als er noten op het toetsenbord worden gespeeld.
Tegelijkertijd, kan de interne toongenerator reageren op ontvangen MIDI informatie die op de op
“XG/GM” mode ingestelde kanalen wordt ontvangen via de MIDI IN aansluiting. Dit betekent
dat, terwijl bijvoorbeeld een externe MIDI sequencer de PSR-550 interne voices bespeeld, een
externe toongenerator via het PSR-550 toetsenbord kan worden bespeeld.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Local Control scherm weer te geven.
6
Zet de Local Control aan of uit.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Clock
Ontvangst van een extern MIDI clock signaal kan desgewenst aan of uitgezet worden.
Bij uit (“Int”), worden alle tijdbasisfuncties (Automatische Begeleiding, SONG
opname en afspelen, enz.) bestuurd door de eigen interne clock. Als MIDI clock
ontvangst echter aan staat (“Ext”), wordt alle timing bestuurd door een extern MIDI
clock signaal ontvangen via de MIDI IN aansluiting (in dit geval heeft de PSR-550
TEMPO instelling geen effect). De standaard instelling is “Int”.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
2
Selecteer “Midi.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
De standaard Local Control
instelling (fabriek instelling) is
“On”.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
2
Selecteer “Midi”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI scherm weer te geven.
4
Selecteer “LocalContrl.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Midi:LocalContrl
Midi Local =Off
117
MIDI Functies
115
3
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI scherm weer te geven.
4
Selecteer “Clock.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
Initiële Data Verzenden
Verzendt alle huidige paneel instellingen naar een tweede PSR-550 of een MIDI data
opslag apparaat.
Als u wilt dat de song wordt afgespeeld met de paneelinstellingen van tijdens de
opnamen, voer dan de Initiële Data Verzenden functie voordat u uw spel op PSR-550
opneemt op een externe sequencer.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
2
Selecteer “Midi.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
3
Druk op de [NEXT] knop om het MIDI scherm weer te geven.
4
Selecteer “Init Send”.
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
De standaard Clock instelling
(fabrieksinstelling) is “Int.”
Als de Clock instelling “Ext” is,
kan de automatische
begeleiding afspelen niet
worden gestart via de paneel
[START/STOP] knop. Ook, kan
een Multi Pad afspelen niet
worden gestart door op een
van de Multi Pads te drukken.
Als de Clock instelling “Ext” is,
zal er “EC” in het tempo display
verschijnen, en het tempo kan
niet worden gewijzigd met de
paneel knop.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Clock scherm weer te geven.
6
Stel de Clock in op “Int” of “Ext.”
Gebruik de data dial, de [+/YES]knop of de [-/NO]knop.
5
Druk op de [NEXT] knop om het Init Verzend scherm weer te geven.
Midi:Clock
Midi Clock =Int
Midi:Init Send
Init Send OK?
Completed
6
Voer de Init Verzend
handeling uit.
Druk op de [+/YES] knop
om het Init Verzenden uit te
voeren.
Druk op de [-/NO] knop om
de handeling af te breken.
118
116
Andere Functies (Utility)
Dit gedeelte van de handleiding behandelt enkele belangrijke functies van de PSR-550 die nog niet in de voorgaande
gedeelten zijn uitgelegd. Deze zijn allemaal samengevoegd in het Utility menu van de “Functie” sectie.
• Metronoom .......................... Metronom .................................................. blz. 118
• Upper Octaaf ....................... UpperOct .................................................. blz. 119
• Master Tuning (stemming) ... Tuning ....................................................... blz. 119
• Scale Tuning (stemming) ..... SC.Tune..................................................... blz. 119
• Splitpunt ............................... Split ......................................................... blz. 120
• Fingering .............................. Fingerng .................................................... blz. 38
• Aanslaggevoeligheid ............ TouchSns .................................................. blz. 120
• Voice Set .............................. VoiceSet ............................................... blz. 120
• Voetschakelaar .................... Pedal ....................................................... blz. 121
• Pitch Bend Bereik ................ PitchBnd ............................................... blz. 122
• Toewijsbaar .......................... Assignbl ............................................... blz. 122
• Achtergrondverlichting ......... “BackLigt ............................................... blz. 122
Metronoom
Als dit is ingesteld op “ON,” klinkt de metronoom in het ingestelde tempo onder de
volgende omstandigheden.
• Begeleiding afspelen
• Song afspelen
• Klaar voor Synchroon starten
• Klaar voor opname
• Opnemen
Zet de Metronoom op ON of OFF met de data dial, de [+/YES] knop of de
[-/NO] knop.
1
Druk op de [FUNCTION] knop.
2
Selecteer “Utility.”
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of
de [-/NO] knop.
3
Druk op de [NEXT] knop.
4
Selecteer een functie.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Kijk naar het voorgaande overzicht voor beschikbaar
Utility menu items.
5
Druk op de [NEXT] knop.
6
Stel de waarde in.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of
de [-/NO] knop.
Alle hiervoor genoemde functies kunnen op onderstaande wijze worden ingesteld.
De handelingen voor elke functie die overeenkomen met stap 6 worden behandeld in de volgende uitleggingen.
Metronome =On
F5 Utility
F5 Util:Metronom
Metronome =Off
De Metronoom kan niet worden
aangezet als free-tempo song
data is geselecteerd in de
Song Mode.
De tempo instelling van enkele
commercieel beschikbare
songs ligt vast. Deze songs
worden “free-tempo” software
genoemd. Als u free-tempo
song data op de PSR-550
afspeeld, laat de tempo display
“- - -” zien en de beat display
knippert niet. Ook komt het
maatnummer in de display niet
overeenkomen met het
daadwerkelijke maatnummer
dat wordt gespeeld, en geeft u
alleen een indicatie van
hoeveel er van de song is
afgespeeld.
119
117
Upper Octaaf
Dit bepaalt de Octaaf instelling voor het rechterhand bereik van het toetsenbord,
waardoor u over verschillende instellingen voor de linker- en de rechterhand kunt
beschikken. Het bereik is van -1 tot 1.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop om de octavering in te stellen.
Master Tuning (Hoofdstemming)
De Master Tuning (Hoofdstemming) functie stelt de totale toonhoogte van de PSR-550 in.
Het bereik is van 414,6 Hz tot 466,8 Hz.
Stel de waarde in met de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
Scale Tuning (nootstemming)
Scale Tuning (nootstemming) maakt het mogelijk elke individuele noot van het octaaf te
stemmen over een bereik van -64 tot +63 cents in stappen van 1 cent (1 cent = 1/100 van
een halve noot). Dit maakt het mogelijk om subtiele stemmingvariaties te produceren, of
het instrument totaal anders te stemmen (bijvoorbeeld klassieke of Arabische stemmingen).
De PSR-550 voorziet ook in negen verschillende stemmingen (zie hierna) die u onmiddellijk
de stemming van het instrument opnieuw te configureren zodat u met verschillende
stemmingen kunt spelen. U kunt het instrument op twee manieren stemmen: selecteer het
gewenst stemming template, of stem elke toets individueel door middel van Note Edit.
De stemmingsinstellingen zijn
hetzelfde voor elke octaaf van
het toetsenbord.
Negatieve waarden kunnen
worden ingevoerd door de
nummer knoppen te gebruiken
terwijl de [-/NO] knop wordt
vastgehouden.
Andere Functies (Utility)
Upper Octave = 1
Tuning =414.6
De normaal tuning
(stemming) van
±
0 cents kan
worden teruggroepen door
de instelling “Equal”.
Gebruik dezelfde handelwijze als bij stappen 1-5 op blz. 118 en:
• Selecteer het template • Individuele noot tuning stemming
Template C C# DEb EFF# GAb ABb B
Bayat-G 0 0 0 0 -50 0 0 0 0 -50 0 0
Bayat-A 0 0 0 0 0 0 -50 0 0 0 0 -50
Bayat-E 0 -50 0 0 0 0 -50 0 0 0 0 0
Bayat-C 0 0 -50 0 0 0 0 0 0 -50 0 0
Rast-G 0 0 0 0 0 0 -50 0 0 0 0 -50
Rast-A 0 -50 0 0 0 0 0 0 -50 0 0 0
Rast-E 0 0 0 -50 0 0 0 0 -50 0 0 0
Rast-C 0 0 0 0 -50 0 0 0 0 0 0 -50
Equal 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
ScTuneEdt C#= 63
Completed
SC.Tune:NoteEdit
Template=Bayat-G
SC.Tune:Template
[NEXT] knop
Gebruik de data dial, de [+/
YES] knop of de [-/NO]
knop om het template te
selecteren. Zie voor details,
de voorgaande tabel.
[NEXT] knop
Data dial
[+/YES] knop
[-/NO] knop
Gebruik de [NEXT] knop om de
gewenste toets te selecteren, stem
vervolgens elke toets met de data dial,
de [+/YES] knop, of de [-/NO] knop.
[NEXT] knop
120
118
Aanslaggevoeligheid
Het toetsenbord van de PSR-550 is voorzien van aanslaggevoeligheid, die u in staat
stelt om dynamisch en expressief het niveau van de voices met uw speelsterkte te
regelen — net als op een akkoestisch instrument. De Aanslaggevoeligheid (Touch
Sensitivity) parameter geeft u gedetailleerde regeling over de aanslaggevoeligheid
eigenschap door u de mate van aanslag in laten te stellen.
Voice Set
De Voice Set eigenschap haalt het beste uit elke individuele voice door automatisch een reeks
aan belangrijke voice gerelateerde paramaters in te stellen, elk keer als er een R1 voice wordt
geselecteerd. The parameters die kunnen worden ingesteld door de Voice Set eigenschap
worden hierna opgesomd. Deze functie laat u Voice Set naar wens aan of uit zetten.
Voice Set Parameter overzicht
• Voice R1 (Volume, octaaf, pan, reverb diepte, chorus diepte, DSP diepte)
Voice R2 (Voicenummer, volume, octaaf, pan, reverb diepte, chorus diepte, DSP diepte)
• Harmonie Type, Volume, Part instelling
• DSP aan/uit, type, retour niveau en FAST/SLOW
Stel de waarde in met de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO] knop of de
nummerknoppen [1]-[0].
Het bereik is van 0 tot 127. Des te groter de waarde, des te gevoeliger is het
toetsenbord voor uw speelsterkte, en des te meer dynamisch bereik u de voices geeft.
De instelling “0” geeft een vaste aanslagwaarde, oftewel geen niveau wijzigingen
ongeacht hoe hard of hoe zacht u de toetsen bespeelt. (Deze instelling is goed voor
instrumentgeluiden zoals orgel of clavecimbel, die normaal ook niet op verschil in
aanslag reageren.) U kunt hetzelfde effect bereiken door de touch response uit te zetten
met de [TOUCH] knop op het paneel (de indicator gaat uit).
Zet Voice Set aan of uit met de data dial, de [+/YES] knop of de
[-/NO] knop.
Andere Functies (Utility)
Voice Set =On
Touch Sense =127
DSP(FAST)
SUSTAIN
HARMONY
TOUCH
Splitpunt
Het punt op het toetsenbord dat het automatische begeleidingsgedeelte en de
rechterhand sectie van het toetsenbord scheidt, wordt het “splitpunt” genoemd.
Als de automatische begeleiding aan is, worden toetsen die links van het splitpunt
worden bespeeld gebruikt voor het bedienen van de automatische begeleiding (blz. 33).
Als de automatische begeleiding uit is, worden toetsen die links van het splitpunt
worden bespeeld gebruikt voor het bespelen van voice L (blz. 28).
Stel de waarde in met de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop.
De standaard instelling
(fabrieksinstelling) is “F#2.”
Split Point =C3
121
119
Voetschakelaar
Verscheidene functies kunnen aan de voetschakelaar worden toegewezen, die is aangesloten op
de FOOTSWITCH aansluiting. De polariteit van de voetschakelaar kan ook worden gewijzigd.
Selecteer de Functies die door de voetschakelaar geregeld moeten worden.
Stel de polariteit van de voetschakelaar in op NORMAL of REVERSE
(andersom).
Functies die geregeld kunnen worden door de voetschakelaar
Sustain Als u op de voetschakelaar trapt,
krijgen de via het toetsenbord gespeelde noten
sustain.
Sostenuto Als u op de voetschakelaar trapt,
wordt sostenuto effect toegevoegd aan
de via het toetsenbord gespeelde noten.
Soft Als u op de voetschakelaar trapt, wordt soft effect toegevoegd aan de via het
toetsenbord gespeelde noten.
Regist + Drukken op de voetschakelaar zorgt voor verder gaan in de Registration
Memory nummers. Als u, bijvoorbeeld op de voetschakelaar trapt met bank 1-3
actief, dan zal 1-4 worden opgeroepen, daarna zal 2-1 worden opgeroepen.
Start/Stop Drukken op de voetschakelaar heeft hetzelfde effect als drukken op de START/
STOP knop op het paneel.
Synchro Stop Drukken op de voetschakelaar heeft hetzelfde effect als drukken op de SYNC
STOP knop op het paneel.
Bass Hold De grondtoon zal worden aangehouden zolang als u de voetschakelaar
iungedrukt houdt.
Break Als u op de voetschakelaar drukt, zal de begeleiding stoppen. De
voetschakelaar weer loslaten zorgt ervoor dat er verder wordt gespeeld vanaf de
volgende maat.
Tap Tempo Drukken op de voetschakelaar heeft hetzelfde effect als drukken op de TAP
TEMPO knop op het paneel.
Polariteit
Deze parameter laat u de voetschakelaar reactie van de PSR-550 configureren
zodat deze overeenkomt met dat van de specifieke voetschakelaar die u
gebruikt. Als de voetschakelaar precies verkeerd om werkt (dat wil zeggen,
indrukken van de voetschakelaar heeft geen effect, maar loslaten wel), probeer
deze instelling dan eens te wijzigen. De standaard instelling is “Norm.”
Andere Functies (Utility)
Bij “Sostenuto” geldt dat als u hier op de voetschakelaar
drukt en deze vasthoudt, alleen de eerst noot sustain zal
krijgen (de noot die u speelde en ingedrukt hield toen u
op de voetschakelaar trapte).
Bij “Sustain” geldt, dat als u hier op de voetschakelaar
trapt en deze vasthoudt, alle noten sustain krijgen.
Pedl=Sustain
Gebruik de data dial, de [+/YES]
knop of de [-/NO] button.
Polarity =Norm
Druk op de [NEXT] knop.
Gebruik de data dial, de [+/YES]
knop of de [-/NO] button.
Als de voetschakelaar het
Registration Memory nummer
(Regist +) wijzigt, zal de
voetschakelaarfunctie instelling
in de geselecteerde
Registration Memory worden
genegeerd. Zelfs als
bijvoorbeeld de voetschakelaar
is ingesteld op het regelen van
Sustain in de geselecteerde
Registration Memory, zal bij de
instelling “Regist +” hier, de
voetschakelaar NIET de
Sustain regelen.
122
120
Pitch Bend bereik
Dit bepaalt het maximale pitch bend bereik voor het PITCH BEND wiel.
Het bereik is van “0” tot “12”. Elke stap toename komt overeen met één halve noot.
Stel het Pitch Bend bereik in met de data dial, de [+/YES] knop, de [-/NO]
knop of de nummer knoppen [1]-[0].
Andere Functies (Utility)
PitchBndRange= 4
Assign (Toewijzen)
Functies opgeroepen via de Direct Access (Directe Toegang) kunnen worden
toegewezen aan de [+/YES] knop, [-/NO] knop en de nummer knoppen [1]-[0]. Zie het
functieboom overzicht voor details (blz. 22-23).
Een andere manier om de Direct Access in te stellen:
1
Selecteer de functie of parameter die u wilt toewijzen.
Zie het functieboom overzicht voor details (blz. 22-23).
In dit voorbeeld, is
“Clock = Int”
toegewezen aan de
[+] knop.
Backlight (Achtergrond verlichting)
U kunt de achtergrondverlichtingskleur van de display instellen.
Gebruik de data dial, de [+/YES] knop of de [-/NO] knop om de achtergrond-
verlichtingskleur in te stellen
Auto ...................................... De kleur wijzigt volgens de mode van de PSR-550. In de Stijl Mode, is de
achtergrondverlichtingskleur ingesteld op blauw. In de Song Mode, is de
achtergrondverlichtingskleur ingesteld op paars. In de Record mode, is de
achtergrondverlichtingskleur ingesteld op rood.
Blue, Red, Purple ................. De achtergrondverlichtingskleur wordt niet gewijzigd ondanks de mode.
Off ......................................... De achtergrondverlichtingskleur is uitgezet.
BackLight=Auto
Druk op één van
de nummer
knoppen om de
toewijzing te
maken.
Selecteer de functie/parameter die u wilt
toewijzen met de data dial, de [+/YES]
knop, of de [-/NO] knop.
AssignButton =1
AssignButton =+ Ass=HarmPart
2
Druk op één van de nummer knoppen, terwijl u de [MEMORY] knop
ingedrukt houdt.
123
131
PSR-550 Voices - Het overzicht zelf vindt u vanaf blz. 123 van de Meertalige Handleiding
De PSR-550 bevat in feite twee voice sets: de “paneel” voices en percussie kits, en de XG voices. De paneel voices
bevatten 219 “gestemde” voices en 14 drum kits, terwijl de XG voice set 480 voices bevat.
De paneel voices zijn speciaal opgenomen en geprogrammeerde voices, exclusief voor de PSR-550 en andere PortaTone
instrumenten. De XG voices voldoen aan het Yamaha XG format; ze voldoen ook aan de GM (General MIDI) standaard.
Dit maakt u het mogelijk om elke GM- of XG-compatibele song data direct op de PSR-550 zelf accuraat af te spelen,
zonderdat u voices moet wijzigen of speciale instellingen moet maken. Het maakt het u ook mogelijk om songs voor andere
GM- of XG-compatibele instrumenten op te nemen, en op die instrumenten af te spelen, zoals ze bedoeld zijn.
Appendix Voice- en MIDI Implementatie Overzicht Toelichting
Het Voice Overzicht bevat
ook de MIDI
programmawisselingsnummers
voor elke voice. Gebruik
deze programmawis-
selingsnummers als u de
PSR-550 via een extern
MIDI apparaat bespeelt.
Als de sustain of sostenuto
pedaal functies worden
gebruikt (blz. 121), kan het
zijn dat enkele voices
continu geluid geven of
een lange uitsterftijd
hebben als u de noten
heeft losgelaten, terwijl de
pedaal wordt ingehouden.
Maximale Polyfonie
De PSR-550 is maximaal 32 noten polyfoon. De automatische begeleiding gebruikt een aantal van deze beschikbare
noten, dus als de automatische begeleiding wordt gebruikt, is het aantal beschikbare noten om via het toetsenbord te
kunnen bespelen overeenkomstig verminderd. Hetzelfde geldt voor de Voice R2, Voice L, Multi Pad, en Song functies. Als
de maximale polyfonie wordt overschreden, worden de noten zo gespeeld dat de laatste noot voorrang krijgt.
Voices
Paneel Voices Drum Kits XG Voices
(Paneel Voices)
PSR-550 001-219 220-233 234-713
*1 De tracks voor elke kanaal kunnen op het paneel worden
geselecteerd.
Zie blz. 114 voor meer informatie.
*2 Binnenkomende MIDI boodschappen sturen de PSR-550 als 16
kanaals multitimbrale toongenerator af fabriek (fabrieksinstelling).
De MIDI boodschappen hebben geen effect op de
paneelregelaars, inclusief de paneel Voice selectie, aangezien ze
direct naar de toongenerator van de PSR-550 worden gestuurd.
De volgende MIDI boodschappen echter hebben invloed op de
paneel regelaars zoals Paneel Voice, Stijl, Multi Pad en Song
instellingen:
MIDI MASTER TUNE, MASTER TUNE (XG Systeem
Parameter).
TRANSPONEREN (XG Systeem Parameter).
Systeem Exclusieve boodschappen met betrekking tot de
REVERB, CHORUS en DSP effect instellingen.
Ook hebben de MIDI mededelingen invloed op de paneel
instellingen als één van de volgende MIDI ontvangst modes is
geselecteerd.
Deze modes kunnen op het paneel worden geselecteerd (zie blz.
115).
Toetsenbord : De Noot aan/uit boodschappen die worden
ontvangen op het toegewezen Toetsenbord
(ontvangst) kanaal wordne op dezelfde manier
verwerkt als de noten die normaal op het toetsenbord
worden gespeeld.
In deze mode, zullen alleen de volgende
Kanaalboodschappen (Channel Messages) worden
herkent:
• Noot aan/uit
• Besturings Wijzigingen
Bank Selectie (alleen R1 voice)
Modulatie
Volume(alleen R1 voice)
Data Invoer
Pan (alleen R1 voice)
Expressie
Sustain
Sostenuto
Soft Pedaal
Harmonische Inhoud
Release Tijd
Helderheid
Reverb zendniveau (alleen R1 voice)
Chorus zendniveau (alleen R1 voice)
Variatie zendniveau (alleen R1 voice)
RPN (Pitch Bend Gevoeligheid)
Alle Noten Los
• Programma wijziging (alleen R1 voice)
• Pitch Bend
Grondtoon :De Noot aan/uit mededelingen die op het
kana(a)l(en) worden ontvangen dat is ingesteld
“Root” (grondtoon) worden herkend als de basnoten
in het begeleidingsgedeelte.
De basnoten zullen worden gedetecteerd of de
begeleiding van de PSR-550 nu aan of uit staat.
De MIDI boodschappen worden echter wel
beïnvloed door de splitpunt instellingen op het PSR-
550 paneel.
Akkoord : De noot aan/uit boodschappen die worden
ontvangen op het op “Chord” (akkoord) ingestelde
kanaal of kanalen worden herkend als
vingerzettinngen in het begeleidingsgedeelte.
Welke akkoorden herkend worden is afhankelijk van
de de fingering mode op de PSR-550.
De akkoorden zullen worden gedetecteerd of de
begeleiding nu aan of uit staat en ongeacht de
splitpuntinstelling op het PSR-550 paneel.
Uit : De MIDI kanaal boodschappen zullen niet worden
ontvangen op het betreffende kanaal.
Toelichting bij het MIDI Implementatie overzicht op blz. 151 van de Meertalige Handleiding
124
140
Reverb (Systeem effect)
Reverb effect type/diepte kan worden ingesteld via de paneelbediening.
Als u een andere stijl selecteert, zal overeenkomstig het passende reverb type worden
geselecteerd.
Chorus (Systeem effect)
Chorus effect type/diepte kan worden ingesteld via de paneelbediening.
Als u een andere stijl selecteert, zal overeenkomstig het passende chorus type worden
geselecteerd.
DSP (Systeem/Insertie effect)
DSP effect aan/uit status, type en diepte kunnen worden ingesteld via de
paneelbediening.
DSP effect zal of als Systeem of als Insertie effect functioneren. Of DSP
effect een Systeem of Insertie is hangt af van het geselecteerd type. De DSP effect
configuratie zal als volgt verschillen tussen Systeem en Insertion effect:
Over de Digitale Effecten (Reverb (nagalm)/Chorus/DSP)
Ofschoon niet alle effect
instellingen gemaakt kunnen
worden door het PSR-550
paneel te bedienen, zijn
enkele ervan toegankelijk via
MIDI.
Zie het MIDI data format voor
de details.
125
141
Reverb type Overzicht
Reverb Type Systeem/Insertie Beschrijving
Hall1-5 Systeem Concertzaal nagalm.
Room1-7 Systeem Kleine ruimte nagalm.
Stage1-4 Systeem Nagalm voor solo instrumenten.
Plate1-3 Systeem Gesimuleerde stalen platen galm.
White Room Systeem Een unieke korte nagalm met iets aan initiële vertraging.
Tunnel Systeem Simulatie van een tunnelruimte die uitbreidt naar links en rechts.
Canyon Systeem Een hypothetische akkoestische ruimte die grenzeloos uitbreidt.
Basement Systeem Iets van een initiële vertraging, gevolgd door een nagalm met een unieke resonantie.
No effect Geen effect.
Chorus Type Overzicht
Chorus Type Systeem/Insertie Beschrijving
Chorus1-8 Systeem Conventioneel chorus effect met een rijke warme chorus.
Celeste1, 2 Systeem Een 3-fase LFO die modulatie en ruimtelijkheid aan het geluid toevoegd.
Flanger1-5 Systeem Nadrukkelijke drie-fase modulatie met een licht metalig geluid.
No effect Geen effect.
DSP Type Overzicht
DSPType Systeem/Insertie Beschrijving
Hall1-5 Systeem Concertzaal nagalm.
Room1-7 Systeem Kleine ruimte nagalm.
Stage1-4 Systeem Nagalm voor solo instrumenten.
Plate1-3 Systeem Gesimuleerde stalen platen galm.
Delay Left - Center - Systeem Drie onafhankelijke vertragingen, voor links, rechts en de centrale stereo posities.
Right1, 2
Delay Left - Right Systeem Begin vertraging voor elk stereokanaal, en twee aparte terugkoppelingsvertragingen.
Echo Systeem Stereo vertraging, met onafhankelijke terugkoppelniveau instellingen voor elk kanaal.
Cross Delay Systeem Complex effect dat vertraagde herhalingen laat “stuiteren” tussen de linker- en rechterkanalen.
ER1, 2 Systeem Dit effect isoleert alleen de Early Reflection componenten van de reverb.
Gate Reverb Systeem Gated reverb effect, waarin de nagalm vroeg wordt afgekapt voor speciale effecten.
Reverse Gate Systeem Gelijk aan Gate Reverb, maar met een achterwaartse toename in de nagalm.
Karaoke1-3 Systeem Een vertraging met terugkoppeling van hetzelfde type als bij karaoke reverb.
Chorus1-8 Systeem Conventioneel chorus effect met een rijke warme chorus.
Celeste1, 2 Systeem Een 3-fase LFO die modulatie en ruimtelijkheid aan het geluid toevoegd.
Flanger1-5 Systeem Nadrukkelijke drie-fase modulatie met een licht metalig geluid.
Symphonic1, 2 Systeem Een multifase versie van Celeste.
Rotary Speaker 1-6 Insertie Rotarerende luidspreker simulatie
Tremolo1-3 Insertion Rijk Tremolo effect met zowel volume als pitch modulatie.
Guitar Tremolo Insertie Gesimuleerde elektrische gitaar tremolo.
Auto Pan1, 2 Insertie Verscheidene panorama effecten die automatisch de geluidspositie verplaatsten (links, rechts, voor,
achter).
Phaser 1, 2 Systeem Uitgesproken metalige modulatie met een periodieke faseverandering.
Distortion Hard Insertie Distortie met scherpe randjes.
Distortion Soft Insertie Een zachte warme distortie.
Distortion Heavy Insertie Zware distortie.
Overdrive Insertie Voegt een milde distortie toe aan het geluid.
Amp Simulator Insertie Een simulatie van een gitaar versterker.
EQ Disco Insertie Equalizer effect dat zowel de hoge als de lage frequenties opkrikt, zoals gebruikelijk bij de meeste
disco music.
EQ Telephone Insertie Equalizer effect dat zowel de hoge als de lage frequenties onderdrukt, om zo het geluid te simuleren
dat je door een telefoon hoort.
3Band EQ (MONO) Insertie Een mono EQ met instalbare LOW, MID en HIGH toonregeling.
2Band EQ (STEREO) Insertie Een stereo EQ met instelbare LOW en HIGH. Ideaal voor drum Parts.
Auto Wah1, 2 Insertie Modulert de midden frequentie van een wah filter cyclisch.
No effect Geen effect.
Through Doorvoer zonder toevoeging van een effect.
Over de Digitale Effecten (Reverb/Chorus/DSP)
126
142
Harmonie/Echo Type Overzicht
Categorie Type Beschrijving
Harmony Duet Er wordt een extra noot toegevoegd aan de noot die op het toetsenbord wordt gespeeld, om een duet type harmonie te maken.
1+5 Er wordt een parallelle voice een kwint boven de op het toetsenbord gespeelde noot geproduceerd.
Country Er wordt één noot toegevoegd boven de noot die op het toetsenbord wordt gespeeld voor een country-stijl harmonie gevoel.
Trio Twee noten worden toegevoegd lager dan de noot die op het toetsenbord wordt gespeeld
voor een drie-delige harmonie.
Block Drie of vier noten worden toegevoegd aan de noot die op het toetsenbord wordt gespeeld,
om vier of vijf-noten akkoorden te maken.
4Way Close1 Drie harmonie noten worden geprodudceerd om een vier-noten akkoord te maken.
4Way Close2 Gelijk aan het voorgaande type, maar afhankelijk van de gespeelde akkoorden zal dit type
soms een kleurrijker geluid maken.
4Way Open Vier-noten akkoorden met open voice (lange intervallen tussen de noten). Het resultaat is een
zeer “open” geluid. Vermijd het in de lagere registers te spelen, aangezien de harmonie noten
wel tot twee octaven lager kunnen zijn als de noot gespeeld op het toetsenbord.
Octave Één noot wordt een octaaf lager toegevoegd dan de noot gespeeld op het toetsenbord.
Strum De noten en toewijzingen zijn dezelfde als bij het Block type, maar de noten zijn arpeggio.
Echo Echo 1/4 Een echo effect wordt toegevoegd aan de noot gespeeld op het toetsenbord op het
Echo 1/6 momenteel ingestelde tempo.
Echo 1/8
Echo 1/12
Tremolo Tremolo 1/8 Er wordt een tremolo effect is toegepast op de noot gespeeld in het toetsenbord op het
Tremolo 1/12 momenteel ingestelde tempo.
Tremolo 1/16
Tremolo 1/32
Trill Trill 1/12 Twee noten gespeeld op het toetsenbord worden beurtelings gespeeld in het momenteel
Trill 1/16 ingestelde tempo.
Trill 1/24
Trill 1/32
127
Problemen oplossen
MOGELIJKE OORZAAK/OPLOSSING
Dit is normaal en geen reden tot ongerustheid.
Het gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid van de PSR-550 kan interferentie veroorzaken.
Schakel de telefoon uit of gebruik deze verder uit de buurt van de PSR-550.
De batterijen moeten waarschijnlijk vervangen worden. Vervang of alle zes de
batterijen, of gebruik een netadapter.
De R1/R2/L voice volume (Mixer) instellingen kunnen te laag zijn ingesteld. Zorg
ervoor de voice volumes zijn ingesteld op geschikte niveaus (blz. 76).
De Local Control functie kan uitgezet zijn. Zorg ervoor dat de Local Control wordt
aangezet (blz. 116).
Controleer of de benamings functie van de Registration Memory of song opname
(blz. 21) in de display of niet. Als de benamings functie actief is, produceert de PSR-
550 geen enkel geluid, zelfs niet als de toetsen worden bespeeld.
U overschrijdt waarschijnlijk de maximale polyfonie van de PSR-550. De PSR-550 kan
tot 32 noten tegelijkertijd spelen — inclusief voice R2, voice L, automatische
begeleiding, song, en multi pad noten. Noten die deze grens overschrijden zullen geen
geluid geven.
Zorg ervoor dat Disk mode is geactiveerd.
In de Disk mode, kunnen geen paneel handelingen worden uitgevoerd (met
uitzondering van diskette handelingen), en het toetsenbord bespelen geeft geen geluid.
Verlaat de display door op de [EXIT] knop te drukken.
De MIDI clock kan op “Ext” zijn gezet. Zorg ervoor deze is ingesteld op “Int” (blz. 116).
Het kan zijn dat u probeert de automatische begeleiding te starten door een toets in te drukken in het
rechterhand gedeelte van het toetsenbord. Zorg ervoor dat u een toets bespeeld in het linkerhand
(begeleiding) gedeelte van het toetsenbord om de begeleiding te starten met Synchro Start.
Controleer of de Song mode (blz. 25) is geselecteerd of niet. Als de Song Mode actief
is, kan geen van de automatische begeleiding functies worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de scale tuning (stemming) waarde voor deze noten is ingesteld op “0.” Als dit niet het
geval is, selecteer dan het template “Equal” om de normale stemming ±0 cents op te roepen (blz. 119).
Controleer of de fingering mode is ingesteld op “Full” of niet. Als de Full fingering mode
is geselecteerd, worden akkoorden herkent over de gehele bereik van het toetsenbord,
ongeacht de splitpunt instelling.
Harmonie kan niet worden aangezet als de Full Keyboard fingering mode is
geselecteerd of als er een percussie kit voice is geselecteerd. Selecteer een
geschikte fingering mode of voice.
Harmonie kan niet worden aangezet als er een drum kit is geselecteerd voor voice R1.
De MIDI aansluitingen kunnen alleen worden gebruikt als de HOST SELECT
schakelaar is ingesteld op “MIDI.” Alle overige instellingen (“Mac,” “PC-1,” en “PC-2”)
zijn voor directe verzending/ontvangst met een computer.
PROBLEEM
De luidsprekers maken een “Plop” geluid zodra het
instrument wordt aan- of uitgezet.
Bij gebruik van een mobiele telefoon, wordt ruis
geproduceerd.
Het volume is minder en het geluid klinkt vervormd.
De kwaliteit van het geluid is steeds slechter geworden.
De Registration Memory werkt niet zoals het hoort.
Opgenomen song data worden niet goed
teruggespeeld.
De display is leeg en alle paneelregelaars zijn
gereset.
Geen geluid als het toetsenbord wordt gespeeld.
Niet alle tegelijkertijd-gespeelde noten klinken.
Automatische begeleiding lijkt “over te slaan” als
het toetsenbord wordt bespeeld.
Er gebeurt of er lijkt niets te functioneren, zelfs als
er op een paneelknop gedrukt wordt. Drukken op
de DEMO knop, bijvoorbeeld, start de Demo Song
niet, of het toetsenbord bespelen geeft geen enkel
geluid.
De begeleiding of de song speelt niet af, zelfs niet
als er op de [START/STOP] knop wordt gedrukt.
De Multi Pads spelen niet terug, zelfs niet als één
van de MULTI PAD knoppen wordt ingedrukt.
De automatische begeleiding niet start niet, zelfs
niet als de Synchro Start standby staat en er op
een toets wordt gedrukt.
De volgende knoppen die metde automatische
begeleiding hebben te maken werken niet.
[SYNC START] knop
[SYNC STOP] knop
[ACMP ON/OFF] knop
REGISTRATION MEMORY [FREEZE] knop
Bepaalde noten geven geluid op de verkeerde
toonhoogte.
Automatische begeleiding akkoorden worden
ongeacht het splitpunt of waard de akkoorden op
het toetsenbord worden gespeeld herkend.
Het Harmonie functie werkt niet.
Er wordt geen MIDI data verzonden of ontvangen,
zelfs niet als MIDI kabels goed zijn aangesloten.
143
128
144
Data Backup & Initialiseren
Data Backup
Afgezien van de hieronder vermelde gegevens, worden alle PSR-550
paneelinstellingen teruggezet in de standaardinstelling als de PSR-550 wordt
aangeschakeld. De gegevens hieronder worden veiliggesteld - d.w.z. in het geheugen
vastgehouden — zo lang als er een netadapter is aangesloten (ook op het lichtnet!) of
er zich volle batterijen in de PSR-550 bevinden.
Data Initialiseren
Alle gegevens kunnen worden geïnitialiseerd en worden teruggebracht naar de
fabrieksinstelling door de hoogste (meest rechtse) witte toets ingedrukt te houden terwijl
de PSR-550 wordt aangeschakeld. “Er verschijnt kort “Now Initializing” in de display.
• User Stijl data .................................................................blz. 96
• User Pad data................................................................. blz. 92
• Registration Memory data .............................................. blz. 54
• Registration Memory Bank Nummer.............................. blz. 56
• Registration Memory/One Touch Setting status ............ blz. 55
• Freeze aan/uit ................................................................. blz. 55
• MIDI Zend instellingen.................................................. blz. 114
• MIDI Ontvangst instellingen ......................................... blz. 115
• Voice Set aan/uit ...........................................................blz. 120
• Voice L (Voice Change, Mixer) ....................................... blz. 74
• Fingering mode .............................................................. blz. 38
• Splitpunt ........................................................................ blz. 120
• Sustain aan/uit ................................................................ blz. 30
• Upper Octaaf instelling .................................................blz. 119
• Pitch Bend bereik ......................................................... blz. 122
• Scale Tuning (nootstemming) .......................................blz. 119
• Transponering ................................................................. blz. 30
• Voetschakelaar Functie, Polariteit ................................ blz. 121
• Touch (aanslag) aan/uit, Gevoeligheid .........................blz. 120
• Multi Pad instelling .......................................................... blz. 43
• Master Tuning (Hoofdstemming) .................................. blz. 119
• Metronoom aan/uit ....................................................... blz. 118
PAS OP
Alle registratie en User
Stijl/Pad gegevens, alsook
alle andere hiervoor
genoemde instellingen
zullen worden gewist en/of
gewijzigd, als de data
initialisatie procedure
wordt uitgevoerd.
Het uitvoeren van de data
initialistatie procedure zal
normaal gesproken de
normale toestand van de
PSR-550 weer oproepen,
als de PSR-550 is
vastgelopen of om een of
andere reden verkeerd
functioneert.
Ofschoon deze instellingen in het geheugen worden vastgehouden, zou u deze — en
alle uw belangrijk data — moeten opslaan op diskette voor een veilige en permanente
opslag. Om alle data soorten die hierboven zijn aangegeven op te slaan op diskette,
gebruikt u de opslaghandeling (save) (blz. 60) en selecteert u “All” als file type.
Alle hiervoor opgesomde data zal verloren gaan als de spanning wordt onderbroken —
oftewel, als het instrument wordt uitgezet, de netadapter wordt losgekoppeld en de batterijen
zijn verwijderd. Als dit gebeurt, zal de volgende keer als u de PSR-550 aanzet, een “Clear
Backup” boodschap in de display verschijnen, de Data Initialisatie handeling (hierna) wordt
automatisch uitgevoerd, en de PSR-550 wordt ingesteld op de Stijl Mode (blz 25).
Now Initializing
129
Waarschuwingsboodschappen overzicht
No File
Unformatted Disk
Disk Error
Write-protected
File Protected
No Disk
Disk Removed
Disk Full
Wrong Disk
Same Name
Maximum 60 Songs
Memory Full
De file staat op een opzettelijke “kopiëer-beveiligde” diskette.
De Kopiëer functie is niet mogelijk.
De diskette bevat geen file die geladen, gekopieerd of gewist kan worden.
Plaatst de diskette die de file die geladen, gekopieerd of gewist moet worden bevat.
Er is een ongeformatteerde diskette geplaatst.
Er heeft een fout plaats gevonden tijdens het uitvoeren van een diskette handeling.
Probeer een andere diskette.
Deze mededeling kan ook verschijnen als de Laad handeling wordt
uitgevoerd en het interne geheugen vol raakt.
De diskette’s schrijfbeveiligingsnokje is ingesteld op ON.
Verwijder de diskette, stel de schrijfbeveiliging in op off, plaats de diskette
weer terug en probeer het nog eens.
Er is geen diskette in de diskdrive geplaatst.
Plaatst een diskette.
Er heeft een zich een fout voorgedaan omdat de diskette is verwijderd
tijdens een diskette handeling.
Verwijder nooit een diskette tijdens een diskette handeling aangezien dit
zowel de diskette als de drive kan beschadigen.
Deze boodschap verschijnt als het interne geheugen vol raakt en er geen
verdere data meer kan worden opgenomen.
Wis één of meer overbodige songs (met Delete), en probeer het nog eens.
Als u de Kopieer handeling gebruikt, is de geplaatste diskette niet de bron
of de bestemmingsdiskette.
Verwijder de diskette en plaats de juiste diskette.
Meer dan één file heeft dezelfde naam op de diskette.
Wijzigen de naam.
Er kunnen maximaal 60 songs worden opgenomen.
Wis één of meer overbodige songs (met Delete), en probeer het nog eens.
Als het interne geheugen vol raakt tijdens Stijl/Pad opnemen, zal deze
mededeling in de display verschijnen en het opnemen zal stoppen.
Insert Song Disk
Deze mededeling verschijnt als u op de [SONG] knop drukt zonder dat er
een diskette in de diskdrive zit.
145
130
146
Clear Backup
Now Initializing
Cannot Operate
Cannot Set MIDI
CannotTurnHar.On
CannotTurnDSP On
Waarschuwingsboodschappen overzicht
Deze mededeling verschijnt als u probeert de track die geen data bevat in
de Opname mode te bewerken, quantizeren of wissen.
Deze mededeling geeft aan dat er geen nieuwe User stijl kan worden opgenomen,
aangezien alle drie User stijlen al data bevatten. Zorg ervoor dat minstens één van
de drie User stijlen wordt gewist, voordat u een nieuwe User stijl opneemt.
Deze mededeling verschijnt als u probeert een track (geen RHYTHM) te
bewerken of quantizeren in de Stijl Record mode, die preset data bevat.
Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens Song/Stijl/Pad opnemen.
De MIDI functie kan niet worden ingesteld tijdens opnemen, terugspelen,
en diskette handelingen.
Harmonie kan niet worden aangezet tijdens Stijl/Pad opnemen.
DSP kan niet worden aangezet tijdens Stijl/Pad opnemen.
Deze mededeling verschijnt om aan te geven dat u de functie niet kunt activeren,
als u een Multi Pad functie in de Multi Pad Opnemen mode selecteert.
Deze mededeling kan verschijnen als de PSR-550 wordt aangezet, en
aangeeft dat de tijdelijk in het interne geheugen opgeslagen user data
verloren is gegaan (blz. 128). Als dit gebeurt, wordt automatisch de
Data Initialisatie handeling (blz. 128) uitgevoerd, en de PSR-550 wordt
ingesteld op de Stijl Mode (blz. 25).
Als deze mededeling zelfs verschijnt als de netadapter is aangesloten
of de batterijspanning in orde is, dan is de backup data (blz. 128) niet in
orde. Gebruik de Data Initialisatie functie (blz. 128).
CannotEnterFunc.
Alle gegevens kunnen worden geïnitialiseerd en worden teruggebracht
naar de fabrieksinstelling door de hoogste (meest rechtse) witte toets
ingedrukt te houden terwijl de PSR-550 wordt aangeschakeld.
Als de batterijen leeg raken verschijnt deze mededeling om de paar
seconden. Vervang alle batterijen door nieuwe volgens de instructies op
blz. 12.
Battery Low
Data Not Found
User Style Full
Preset Data
Deze mededeling verschijnt als de Quantize of Opname handelingen wordt
uitgevoerd (in de Stijl Opnemen mode) en het interne geheugen vol is.
Memory Over
131
Index
A
Aanslaggevoeligheid.....................................................120
Aanslagsnelheid ............................................................106
Achtergrondverlichting .................................................122
ACMP .............................................................................33
Akkoord ..............................................................16, 33, 38
Akkoord Fingerings ........................................................38
Assignable/Toewijsbaar ................................................122
Automatische begeleiding ..............................................32
Automatische begeleiding aan/uit ............................25, 33
Automatische begeleidingsgedeelte .........................33, 34
Auto Fill..........................................................................34
B
BACK .............................................................................17
Backup ..........................................................................128
Bank ..........................................................................44, 56
BASS ........................................................................37, 96
Bass Hold......................................................................121
Batterijen ........................................................................12
Begeleiding .....................................................................32
Begeleidingsstijl .............................................................32
Begeleidingstrack ...........................................................37
Begeleidingsvolume .......................................................37
Besturings Wijziging ....................................................107
Bewerk/Edit ..........................................86, 88, 91, 94, 102
Bijgeleverde Data Diskette .............................................59
Break.............................................................................121
C
Chord Match .............................................................43, 94
CHORD1 ..................................................................37, 96
CHORD2 ..................................................................37, 96
Chorus.............................................................................48
Clock.............................................................................116
D
Data dial..........................................................................20
DC IN 10-12V aansluiting..............................................12
Demo Song .....................................................................13
Digitaal effect .........................................................46, 124
Direct Access (Directe Toegang) ..............................21, 24
DISK IN USE .................................................................58
Diskdrive ........................................................................58
Diskette ...........................................................................58
Disk mode .......................................................................25
Display ............................................................................16
DOC ....................................................................9, 68, 109
Drum Annuleer ...............................................................99
Drum Kit.........................................................................31
Drum Kit Overzicht ...............................................128MH
DSP .................................................................................49
E
Easy (Makkelijke) Navigator....................................16, 18
Echo ........................................................................51, 126
Edit/Bewerk ..........................................86, 88, 91, 94, 102
Ending.............................................................................34
ESEQ ............................................................................109
EXIT ...............................................................................17
Externe ..........................................................................116
F
FAST .................................................................. 16, 46, 49
Fingered1 ................................................................. 38, 39
Fingered2 ................................................................. 38, 40
Fingering ................................................................. 17, 38
Format.............................................................................60
Freeze .............................................................................55
Functie ............................................................17, 106, 118
Functieboom ...................................................................22
G
GM (General MIDI) ...........................................9, 68, 109
Grondtoon .....................................................................115
H
Harmonie ..................................................................16, 50
Harmonie Volume ...........................................................52
Harmonie/Echo Type Overzicht ...................................126
Hoofdtelefoon .................................................................10
HOST SELECT ....................................................110, 111
I
Initialiseren ...................................................................128
Initiële verzending ........................................................117
Insertie effect ..........................................................50, 124
Intern.............................................................................116
Intro ................................................................................34
K
Klaar voor Gesynchroniseerde Start ...............................25
Kopiëer ...........................................................................64
L
Laden ..............................................................................62
Links ...............................................................................29
Local (=Lokale) Besturing ...........................................116
Loop Opnemen ...............................................................97
Lower (Linkerhandgedeelte) ........................................112
161147
132
Index
M
Maat ....................................................................16, 71, 84
Maatsoort ........................................................................80
Main ................................................................................34
Master Tuning...............................................................119
Master Volume ................................................................15
Maximum Polyfonie .....................................................123
Menu .........................................................................16, 17
Metronoom ...................................................................118
MIDI .............................................................................106
MIDI aansluitingen .......................................................107
MIDI Data Format ................................................. 139MH
MIDI Implementatie Overzicht ..................... 123, 151MH
Mixer ..................................................................17, 74, 76
Mode ...............................................................................25
Multi Finger ..............................................................38, 40
Multi Pad ..................................................................43, 92
Multi Track Opnemen.........................................78, 79, 82
Muziek Database ............................................................14
Muziek Database Overzicht...................................131MH
Muziekstandaard...............................................................9
N
Naam/benoemen .............................21, 56, 65, 90, 94, 104
Netadapter.......................................................................12
NEXT .............................................................................17
Noot aan/uit ..................................................................106
Nummer knoppen ...........................................................20
O
Octavering ..................................................74, 77, 88, 119
One Touch Setting ..........................................................42
Ontvangst ......................................................................115
Opnemen.......................................................17, 78, 92, 96
Opslaan ...........................................................................60
Opstellen .........................................................................12
Overdub ..........................................................................97
P
Paklijst ..............................................................................4
Pan ......................................................................74, 77, 88
Paneel voice ................................................... 123, 123MH
PART ON/OFF ...................................................27, 28, 29
Pitch Bend ......................................................................30
Pitch Bend bereik .........................................................122
Polariteit .......................................................................121
Problemen oplossen ......................................................127
Programma Wisseling ...................................................107
Punch In/Out ...................................................................84
Q
Quantizeren.............................................................86, 102
Quick (Snel) Opnemen .......................................78, 79, 80
R
Rechter ............................................................................29
Record...........................................................17, 78, 92, 96
Record mode ...................................................................25
Regist +.........................................................................121
Regist -..........................................................................121
Registration Memory ......................................................54
Rehearsal (oefen) mode ..................................................25
Repeat (herhaling) ..............................................45, 69, 72
Retour Niveau .....................................................47, 48, 49
Reverb .............................................................................46
RHYTHM MAIN .....................................................37, 96
RHYTHM SUB ........................................................37, 96
Ritardando ......................................................................35
S
Scale Tuning (nootstemming).......................................119
Schrijfbeveiligingsnokje .................................................58
Sectie ..............................................................................34
Shift ................................................................................21
Single Finger ..................................................................38
SLOW .................................................................16, 46, 49
Soft ...............................................................................121
Song Kopiëren ................................................................64
Song Menu......................................................................72
Song mode ......................................................................25
Song Play mode ..............................................................69
Songvolume ....................................................................70
Sostenuto ......................................................................121
Specificatie ...................................................................134
Splitpunt ...........................................................29, 40, 120
STANDBY/ON schakelaar .............................................15
Standaard ........................................................................20
Standaard MIDI ............................................................109
Startmaat .........................................................................71
START/STOP .............................25, 32, 69, 81, 83, 93, 99
Stijl ...........................................................................32, 96
Stijl File ..............................................................9, 57, 109
Stijl mode........................................................................25
Stijl Overzicht ........................................................ 130MH
Sustain ....................................................................16, 121
SYNC START ..........................................................25, 33
SYNC STOP ...................................................................41
Synchro Start ............................................................25, 33
Synchro Stop ..........................................................41, 121
Systeem effect.........................................................50, 124
162
133
Index
T
Tap ..........................................................................36, 121
Tel indicator ....................................................................16
Tempo .............................................................................36
TO HOST .....................................................................107
Toetsenbord ....................................................................29
Toetsenbord Percussie ....................................................31
TOUCH ..................................................................16, 120
Track ...................................................................37, 70, 82
Transponeren ......................................................16, 30, 73
Tremolo ..................................................................51, 126
Trill .........................................................................51, 126
U
Upper ............................................................................112
Upper Octaaf ................................................................119
User Pad..........................................................................92
User Song .......................................................................78
User stijlen ......................................................................96
Utility ....................................................17, 60, 64, 67, 118
V
Verzenden .....................................................................114
Voetschakelaar ........................................................10, 121
Voice ...............................................................................26
Voice Change ......................................................17, 74, 75
Voice L......................................................................28, 29
Voice Overzicht ............................................................123
Voice R1 .............................................................26, 27, 29
Voice R2 ...................................................................27, 29
Voice Set .......................................................................120
Volledig toetsenbord .................................................38, 40
Volume ..............................................26, 37, 70, 74, 88, 89
W
Wissen (Clear) ..................................................91, 95, 104
Wissen (Delete) ........................................................21, 67
X
XG ......................................................................9, 68, 109
XG/GM .........................................................................115
Z
Zend Niveau........................................................47, 48, 49
163
134
Specificaties
Toetsenbord
61 standaard-maat toetsen (C1 - C6), met
aanslaggevoeligheid.
Display
Grote multi-functionele LCD display (met
achtergrond verlichting)
Setup
STANDBY/ON
Master Volume : MIN - MAX
Demo
9 Songs
Realtime Regelaars
Pitch Bend wiel
Besturing & Nummer knoppen
SONG
STYLE
MUSIC DATABASE
VOICE L
VOICE R1
VOICE R2
VOICE CHANGE
MIXER
NEXT/BACK
DIRECT ACCESS
EXIT
Data dial, [1] — [0], [+/YES], [-/NO]
Overall regelaars
Tempo : 32 — 280
Transponering
Voice
219 paneel voices + 14 Drum Kits + 480 GM Voices
Polyfonie : 32
Voice Set
R1/R2/L Voices
Part aan/uit (R1/R2/L)
Voice Change (Voice Wijziging) :
Voicenummer
Mixer : Volume, Octaaf, Pan, Reverb
diepte, Chorus Diepte, DSP Diepte
Automatische begeleiding
112 Stijlen
Begeleiding track : RHYTHM SUB/MAIN,
BASS, CHORD 1/2, PAD, PHRASE1/2
Begeleiding Track Instellingen : ON/OFF
Begeleidingsregelaars : ACMP ON/OFF,
SYNC START, SYNC STOP, START/
STOP, INTRO, MAIN A/B (AUTO FILL),
ENDING/rit
Tel indicator
Begeleidings volume
Voice Change (Voice Wijziging) :
Voicenummer
Mixer : Volume, Octaaf, Pan, Reverb
diepte, Chorus Diepte, DSP Diepte
One Touch Setting
Fingering Mode : Multi Finger/Single
Finger/Fingered 1/Fingered 2/Full
Keyboard
Muziek Database
220
Multi Pads
40 Multi Pad Banken
4 Pads + STOP
Chord Match
Benoemen
Digitale Effecten
Reverb : 24 types
Chorus : 16 types
DSP (systeem/insertie) : 74 types
Harmonie/Echo : 22 types
Registration Memory
32 Registratie Banken : 1 — 4
Benoemen
Begeleiding Freeze
Diskette Handelingen
Song afspelen/opnemen
Laad
(Stijl/Multi Pad/Registration Memory)
Opslaan
(Stijl/Multi Pad/Registration
Memory)
Utility : Format, Song Kopiëren, File
Wissen
Song
Songvolume
Song Track Instellingen : ON/OFF
Repeat Play (herhaald afspelen)
Song Transponeren
Song Opname
Quick Opname, Multi Opname
Opname Tracks: 1 — 16
Punch In/Punch Out
Quantizeren
Benoemen
Wissen
Setup data : Volume, Octaaf, Pan, Reverb
diepte, Chorus diepte, DSP diepte
Multi Pad Opnemen
User Pad Bank : 4 (41 — 44)
Benoemen
Wissen
Chord Match
Stijl opname
User Stijlen : 3 (113 — 115)
Opname Tracks : 6 Secties x 8 tracks
Drum Annuleer
Quantizeren
Benoemen
Wissen
MIDI
Verzenden instellingen
Ontvangst instellingen
Local Control
Clock
Initiële Data Verzenden
MIDI Template
Andere functies
Metronoom
Upper Octaaf
Master Tuning
Scale Tuning
Splitpunt
Aanslaggevoeligheid
Voice Set
Voetschakelaar functie
Pitch Bend bereik
Aansluitingen voor optionele
accessoires
DC IN 10-12V, PHONES/UITGANG,
SUSTAIN, MIDI IN/OUT, TO HOST
Versterkers
6W + 6W (bij gebruik van een PA-6
netadapter)
4,5W + 4,5W (bij gebruik van batterijen)
Luidsprekers
12 cm x 2, 3 cm x 2
Vermogensdissipatie
22W (bij gebruik van een PA-6
netadapter)
Spanningsvoorziening
Adapter : Yamaha PA-6 netadapter
Gebruikelijke Voltage DC
10-12V
Gebruikelijk stroomverbuik
2A
Batterijen : Zes maat “D”, R20P(LR20) of
equivalent batterijen
Afmetingen (B x D x H)
952 x 387 x 169 (mm)
Gewicht
8,7 Kg exclusief batterijen
Bijgeleverde accessoires
Data Diskette
Muziekstandaard
Gebruiksaanwijzing
Optionele Accessoires
Hoofdtelefoon : HPE-150
Netadapter : PA-6
Voetschakelaar : FC4, FC5
Keyboardstandaard : L-6, L-7
* De specificaties en beschrijvingen in de
handleiding zijn uitsluitend voor informatieve
doeleinden. Yamaha Corp. houdt zich het recht
voor om producten of hun specificaties op elk
gewenst moment te wijzigen of modificeren,
zonder kennisgeving. Aangezien specificaties,
apparatuur en opties per lokatie kunnen
verschillen, kunt u het best contact opnemen met
uw Yamaha dealer.
164
135
M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation
© 2001 Yamaha Corporation
Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (www.terracts.nl) i.o.v. Yamaha
Deze handleiding is geprint in Nederland
Yamaha PK CLUB (Portable Keyboard Home Page, alleen Engels)
http://www.yamaha.co.jp/english/product/pk
Yamaha Handleidingen Bibliotheek (alleen Engelstalige versies)
http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/
132

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Yamaha-PSR-550
  • Mijn naam Arie Ik zoek de een handleiding Yamaha Keyboard PS-55 ser.no 001905
    is die nog te verkrijgen .
    gr Arie Gesteld op 16-1-2020 om 13:01

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Yamaha PSR-550 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Yamaha PSR-550 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 12,84 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Yamaha PSR-550

Yamaha PSR-550 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 161 pagina's

Yamaha PSR-550 Gebruiksaanwijzing - English - 160 pagina's

Yamaha PSR-550 Gebruiksaanwijzing - Français - 161 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info