593733
2
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/174
Pagina verder
NEDERLANDSTALIGE
HANDLEIDING
NEDERLANDSTALIGE
HANDLEIDING
CVP-209/207
CVP-209/207
Inleiding
SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSSYMBOLEN: De
elektronische producten van Yamaha zijn voorzien van
labels, zoals hieronder afgebeeld, of stempels, met deze
symbolen. De uitleg hiervan vindt u op deze bladzijde.
Neem nota van alle hier genoemde waarschuwingen alsook
van de waarschuwingen in het veiligheidsinstructiegedeelte.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafische symbolen.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige
driehoek is bedoeld om u te wijzen op
de aanwezigheid van belangrijke be-
dienings- en onderhoudsinstructies in
de handleiding van het product.
De bliksemflits met pijlpunt in de ge-
lijkzijdige driehoek is bedoeld om u te
wijzen op de aanwezigheid van niet
geïsoleerde “gevaarlijke voltages” in
het instrument die het risico van een
elektrische schok kunnen vormen.
BELANGRIJKE MEDEDELING: Alle elektronische
producten van Yamaha zijn getest en goed bevonden door een
onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, mits
het product op de juiste wijze geïnstalleerd is en gebruikt
wordt, er geen voorspelbare risico’s zijn. Modificeer het
instrument NIET en vraag ook anderen niet om het
instrument te modificeren wanneer Yamaha zelf hier niet de
toestemming voor heeft gegeven. Hierdoor kunnen de
prestaties en/of veiligheid van het product afnemen. Claims
die normaal gesproken binnen de garantiebepalingen vallen,
kunnen worden afgewezen als het product toch gemodificeerd
blijkt te zijn. Dit kan ook van invloed zijn op andere garanties.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding was correct op het
moment dat deze gedrukt werd. Yamaha behoudt zich
echter het recht voor om specificaties te veranderen of te
modificeren zonder voorafgaande mededeling of de
verplichting om voorgaande modellen aan te passen.
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft ernaar om
producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk
zijn. Wij zijn er oprecht van overtuigd dat onze producten
en productiemethoden aan deze doelstellingen voldoen.
Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen
wij u van het volgende op de hoogte brengen:
Batterij: Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare
batterij bevatten, die (indien aanwezig) vast gesoldeerd
is. De gemiddelde levensduur van deze batterij is onge-
veer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk is, neem dan
contact op met een erkend servicebedrijf om de
vervanging uit te voeren.
Waarschuwing: Probeer deze batterij niet op te laden, te
demonteren of te verbranden. Bewaar batterijen buiten
het bereik van kinderen. Gooi gebruikte batterijen me-
teen, en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen,
weg. Opmerking: In sommige landen bent u volgens de
wet verplicht, defecte onderdelen te retourneren. U kunt
de servicemonteur verzoeken deze onderdelen voor u
weg te gooien.
Afvalvoorschrift: Wanneer dit product beschadigd raakt
en niet meer te repareren is, of zijn maximale levensduur
bereikt heeft, gooi het dan weg volgens de plaatselijke
wettelijke bepalingen voor producten die lood, batterijen,
plastic e.d. bevatten.
OPMERKING: Servicekosten die te wijten zijn aan ge-
brek aan kennis over hoe een functie of een effect werkt
(mits het apparaat naar behoren werkt), vallen niet onder
de aankoopgarantie maar onder uw eigen verantwoorde-
lijkheid. Bestudeer de handleiding derhalve zorgvuldig
en neem eerst contact op met uw dealer voordat u een
beroep doet op service.
NAAMPLAATJE: De onderstaande illustratie geeft de
lokatie van het naamplaatje aan. Het typenummer,
serienummer, stroomspecificaties, etc. staan op dit
plaatje. Noteer hieronder het model, het serienummer en
de aankoopdatum en bewaar deze handleiding, zodat u
deze belangrijke gegevens van uw aankoop altijd bij de
hand heeft.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
CVP-209
Model
Serienummer
Aankoopdatum
CVP-207
92-4691(bottom)
3
CVP-209/207
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor latere raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorko-
men dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade,
brand of andere gevaren. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Gebruik alleen het voltage dat voor het instrument is
voorgeschreven. Het vereiste voltage staat aangegeven op het
naamplaatje van het instrument.
Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat
zich daarop heeft verzameld.
Gebruik uitsluitend het bijgeleverde netsnoer/stekker.
Leg het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
kachels of radiatoren, buig het niet te zeer, beschadig het niet,
zet er geen zware voorwerpen op en leg het zo dat niemand
erop zal gaan staan, erover kan struikelen, of dat er iets over
heen kan rollen.
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit
elkaar en modificeer het instrument op geen enkele manier. Het
instrument bevat geen door de gebruiker zelf te vervangen on-
derdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan onmid-
dellijk het gebruik ervan en laat het nakijken door gekwalificeerd
Yamaha servicepersoneel.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de
buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en
plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevat-
ten die in de openingen kunnen vallen.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen
heeft.
Plaats geen brandende voorwerpen op het apparaat, zoals
kaarsen.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, er plot-
seling geluidsverlies optreedt tijdens het gebruik van het
instrument, of als er plotseling een ongewone geur of rook uit het
instrument komt, moet u het onmiddellijk uitzetten, de stekker uit
het stopcontact trekken en het instrument laten nakijken door ge-
kwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorko-
men dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen bescha-
digd raken. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Als u de stekker uit het stopcontact trekt, moet u altijd aan de
stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan
het beschadigen.
Trek de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange tijd
niet gebruikt, of tijdens een elektrische storm of onweer.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een T-stuk.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en kan het
stopcontact oververhitten.
Lees de bijgevoegde assembleerinstructies zorgvuldig door.
Het in verkeerde volgorde assembleren van het instrument kan
schade aan het instrument of zelfs persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken, stof,
extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij de
verwarming, of overdag in een auto) om vervorming van het
paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, stereo
installatie, mobiele telefoon, of andere elektrische apparaten.
Anders kunnen het instrument, de TV of de radio elkaar storen.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan
omvallen.
Trek alle aangesloten kabels en het adaptorsnoer eruit alvorens
het instrument te verplaatsen.
Plaats het instrument niet direct tegen een wand (laat minimaal
3 cm tussenruimte), aangezien onvoldoende luchtcirculatie
oververhitting kan veroorzaken.
Netvoeding/Netsnoer
Niet openen
Pas op met water
Pas op voor brand
Als u iets abnormaals opmerkt
Netvoeding/Netsnoer
Assembleren
Lokatie
(1)B-7
1/2
CVP-209/207
4
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische
componenten moet u deze allemaal uitzetten. Voordat u alle
componenten aanzet moet u alle volumes op hun minimum zet-
ten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten,
geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Verwijder stof en vuil op de CVP-209 voorzichtig met een zachte
doek. Wrijf niet te hard, aangezien kleine stofdeeltjes het opper-
vlak van het instrument kunnen bekrassen.
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte
droge of klamvochtige doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v.
thinner), oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische
schoonmaakdoekjes.
Pas op dat u uw vingers niet afknelt met de toetsendeksel en
steek nooit een vinger of hand in een spleet van de deksel of van
het instrument.
Stop geen papier, metaal of wat voor voorwerpen maar ook in de
openingen van het bedieningspaneel of toetsenbord. Gebeurt dit
toch, zet het instrument dan onmiddellijk uit en trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het instrument nakijken door
gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
Plaats geen voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het
instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kun-
nen doen verkleuren.
Het met metalen, porseleinen of andere harde voorwerpen
stoten tegen het oppervlak van de CVP-209 kan barsten of
krassen veroorzaken. Wees voorzichtig.
Leun niet op het instrument en plaats er geen zware voorwerpen
op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aan-
sluitingen.
Gebruik het instrument niet te lang op een niet-comfortabel ge-
luidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan ver-oor-
zaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of
gehoorverlies constateert.
Plaats de bank niet op een onstabiele plek waar hij kan
omvallen.
Ga niet roekeloos om met de bank en ga er niet op staan. Als u
hem als gereedschap of "trapladder" of ergens anders voor zou
gebruiken, dan kunnen er ongelukken gebeuren of kunt u letsel
oplopen.
Er mag slechts één persoon tegelijk op de bank zitten, om de
mogelijkheid van ongelukken en letsel te voorkomen.
Probeer de bank van de CVP-209 niet in hoogte te verstellen ter-
wijl u erop zit, aangezien dit te veel druk kan uitoefenen op het
mechanisme, wat mogelijkerwijs schade aan dit mechanisme of
zelfs persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Als de schroeven van de bank na enige tijd los gaan zitten, draai
ze dan aan met het bijgeleverde gereedschap.
Het opslaan en backuppen van uw data
Current Memory data (zie blz. 40) gaat verloren als u het
instrument uitzet. Sla de data op een diskette/User Drive op (zie
blz. 40).
Opgeslagen data kan verloren gaan door storingen of een be-
dieningsfout. Sla belangrijke data op op een diskette.
Backup maken van de diskette
Om het verloren gaan van data als gevolg van een defecte
diskette te voorkomen adviseren wij om uw belangrijke data op
twee diskettes op te slaan.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Aansluitingen
Onderhoud
Wat u beslist moet vermijden
Het gebruik van de bank (Indien bijgeleverd)
Het opslaan van data
Wanneer u instellingen in een schermpagina verandert en
deze pagina hierna verlaat, dan wordt de System Setup data
(zie de Parameter Chart in de aparte Data List) automatisch
bewaard. Deze bewerkte data gaat echter verloren als u het
instrument uitzet zonder dat u op juiste wijze het betreffende
scherm verlaten heeft.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan onjuist gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan
het instrument, of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
(1)B-7
2/2
5
CVP-209/207
Hartelijk dank voor uw aankoop van de Yamaha Clavinova!
Wij adviseren deze handleiding zorgvuldig door te
lezen, zodat u volledig voordeel kunt trekken van de
geavanceerde en handige functies van de Clavinova.
Ook raden wij u aan om deze handleiding op een veilige
en handige plaats te bewaren voor latere raadpleging.
Omtrent deze Handleiding en de Data List
Deze handleiding bestaat uit vier onderdelen: Inleiding, Beknopte Handleiding, Basisprocedures en
Verwijzingen.
Tevens is er voorzien in een aparte Data List.
Inleiding (blz. 2): Lees dit gedeelte alstublieft eerst.
Beknopte Handleiding (blz. 20): Dit gedeelte beschrijft hoe de basisfuncties kunnen worden gebruikt.
Basisprocedures (
blz.
39): Dit gedeelte beschrijft hoe de basisprocedures kunnen worden uitgevoerd, met inbegrip
van de schermbediening.
Verwijzingen (
blz.
53): Deze beschrijven hoe er gedetailleerde instellingen kunnen worden gemaakt voor de
verschillende functies van de Clavinova.
Data List (alleen Engelstalig): Voice List, MIDI Data Format, etc.
* Met CVP/Clavinova wordt in deze handleiding verwezen naar de modellen CVP-209/207.
* De illustraties en LCD schermen die in deze handleiding voorkomen zijn voor louter instructiedoeleinden en kunnen er op uw instrument
enigszins anders uitzien.
* Voorbeeldschermen met bedieningsinstructies in deze handleiding zijn genomen van de CVP-209, in de Engelse taal.
* Het zonder toestemming kopiëren van software met auteursrechten, voor andere dan persoonlijke doeleinden van de koper, is verboden.
Handelsmerken:
Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
IBM-PC/AT is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft® Corporation.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
* De foto’s van de harpsichord, bandoneon, hackbrett, music box, dulcimer en de cimbalom, die in de schermen van de CVP-209/207
verschijnen, zijn eigendom van Gakkigaku Shiryokan (Collection for Organolgy), Kunitachi College of Music.
* De volgende instrumenten, getoond in het scherm van de CVP-209/207, zijn afkomstig van Hamamatsu Museum of Musical Instruments:
balafon, gender, kalimba, kanoon, santur, gamelan gong, harp, hand bell, bagpipe, banjo, carillon, mandolin, oud, pan flute, pungi, rabab.
shanai, sitar, steel drum, tambra.
* Dit product is gefabriceerd onder licentie van U.S. Patents No.5231671, No.5301259, No.5428708, en No.5567901 van IVL Technologies Ltd.
* De bitmap lettertypes die in dit instrument worden gebruikt zijn geleverd door, en eigendom van Ricoh Co., Ltd.
CVP-209/207
6
Accessoires
“50 greats for the Piano” Diskette (plus Muziekboek)
Lege diskette
Gebruik deze lege diskette om uw eigen spel op te slaan.
Handleiding
Deze handleiding bevat alle nodige instructies om uw Clavinova te kunnen bedienen.
Data List (Engelstalig)
Dit handboek bevat lijsten met alle voices, stijlen, parameters, etc.
Bank
Afhankelijk van het land van bestemming kan er een bank bijgeleverd of optioneel zijn.
Omgaan met de Floppy Disk Drive (FDD) en
Diskettes
Voorzorgsmaatregelen
Behandel diskettes en de disk drive altijd met zorg. Volg de onderstaande waarschuwingen nauwkeurig op.
De diskettetypes 3,5" 2DD en 2HD kunnen worden
gebruikt.
Een diskette in de disk drive doen:
Houd de diskettes met het label naar boven en met
het schuifkapje in de richting van de opening van de
disk drive. Schuif de diskette voorzichtig in de drive
en druk zacht totdat hij op zijn plaats “klikt” en de
uitwerpknop naar buiten springt.
Een diskette uitwerpen:
Controleer, voordat u de diskette uitwerpt, of er geen
data meer op de diskette wordt geschreven.
Op momenten dat er tijdens de hieronder genoemde
handelingen data op de diskette wordt geschreven
verschijnen de volgende schermmededelingen: “Now
executing”, “Now copying” of “Now formatting”.
Verplaatsen, kopiëren, plakken, opslaan of wissen
van data (blz. 43 - 45).
Files en mappen namen geven (blz. 42); nieuwe
map creëren (blz. 45).
Diskette naar andere diskette (blz. 150) kopiëren;
diskette formatteren (blz. 150).
Compatibel Diskette type
Diskettes Inleggen/Uitwerpen
Drive lampje
Wanneer het instrument aan staat, brandt het
drive lampje (links onder de diskette-opening), om
aan te geven dat de drive klaar is voor gebruik.
Eject button
uitwerpknop
7
CVP-209/207
Probeer nooit een diskette te verwijderen of het instru-
ment uit te zetten terwijl er nog data op de diskette
wordt geschreven. Daardoor zou de diskette en moge-
lijk ook de disk drive kunnen worden beschadigd.
Druk voorzichtig de uitwerpknop zo diep mogelijk in;
de diskette komt er vanzelf uit. Als hij er helemaal
uitgekomen is, kunt u hem er voorzichtig uitpakken.
Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet
diep genoeg, zal de diskette niet goed worden uitge-
worpen. De uitwerpknop zal dan blijven hangen in
half ingedrukte positie waarbij de diskette slechts
enkele millimeters naar buiten steekt. Als dit zou
gebeuren, probeer dan niet aan de er gedeeltelijk
uitstekende diskette te trekken, aangezien dit het
mechanisme van de drive of de diskette kan bescha-
digen. Om een diskette in zo’n situatie te verwijderen
kunt u opnieuw op de uitwerpknop drukken, of de
diskette terug in de drive duwen om de uitwerp-
procedure te herhalen.
Verwijder een diskette altijd voordat u het instrument
uitzet. Een diskette die lange tijd in de disk drive blijft
zitten kan gemakkelijk stof en vuil oppakken die data
lees- en schrijffouten kunnen veroorzaken.
Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Het gaat hier om
een precisie magnetische lees/schrijfkop die geduren-
de een langere gebruiksperiode een laagje van mag-
netische deeltjes oppakt van de gebruikte diskettes,
dat eventueel lees- en schrijffouten kan veroorzaken.
Om de disk drive in optimale conditie te houden, be-
veelt Yamaha aan om een commercieel verkrijgbare
reinigingsdiskette (droog systeem) te gebruiken om de
kop ongeveer eens per maand te reinigen. Vraag uw
Yamaha dealer naar de verkrijgbaarheid van geschikte
reinigingsdiskettes.
Stop nooit iets anders dan diskettes in de disk drive.
Andere voorwerpen zouden de disk drive of de dis-
kettes kunnen beschadigen.
Hoe diskettes voorzichtig te behandelen:
Plaats geen zware voorwerpen op, buig geen, en
oefen op geen enkele manier druk uit, op diskettes.
Bewaar diskettes, als u ze niet gebruikt, altijd in hun
beschermdoosjes.
Stel een diskette niet bloot aan direct zonlicht, ex-
treem hoge of lage temperaturen, hoge luchtvoch-
tigheid, stof of vloeistoffen.
Open het schuifkapje niet en raak nooit het oppervlak
van de schijf aan, achter het kapje.
Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden,
zoals geproduceerd door televisies, luidsprekers,
motoren, etc., aangezien dit de data op de diskette
geheel of gedeeltelijk zou kunnen wissen, dus
onleesbaar maken.
Gebruik nooit een diskette waarvan het schuifkapje of
de behuizing vervormd is.
Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op een
diskette. Zorg ook dat de labels op de juiste plaats
worden aangebracht.
Uw belangrijke data beschermen (Write-
protect schuifje):
Zet het write-protect schuifje in de protect positie
(open) om het per ongeluk wissen van belangrijke
data te voorkomen.
Data backup
Voor een maximale data beveiliging adviseert Yamaha
om van belangrijke data twee kopieën te bewaren, op
afzonderlijke diskettes. Dit voorziet in een backup als
één diskette verloren zou gaan of beschadigd wordt.
Gebruik de Disk naar Disk functie op blz. 150.
De Lees/Schrijfkop van de Disk Drive
Omtrent Diskettes
write-protect tab open
(protect position)
write-protect schuifje open
(protect positie)
CVP-209/207
8
Omtrent de Schermmededelingen
Soms verschijnt er, om de bediening te vereenvoudigen, in het scherm een mededeling
(ter informatie, of een verzoek om uw bevestiging).
Volg in zo’n geval gewoon de instructies op die verschijnen na het drukken op de
betreffende knop.
Onderhoud
Reinig het instrument met een droge, zachte doek of een licht bevochtigde, zachte doek (goed uitwringen).
PAS OP
Gebruik geen benzine, thinner, reinigingsmiddelen, of chemische doekjes. Plaats geen vinyl, plastic, of
rubberen voorwerpen op het instrument.
Anders kan het bedieningspaneel of de toetsen verkleuren of vlekken gaan vertonen.
PAS OP
Lees beslist, voordat u de Clavinova in gebruik neemt, de “Voorzorgsmaatregelen” op bladzijde 3 - 4.
Stemmen
In tegenstelling tot een akoestische piano, hoeft de Clavinova niet gestemd te worden. Hij blijft altijd perfect
gestemd.
Transport
Als u naar een andere plaats zou verhuizen, dan kunt u de Clavinova transporteren, samen met uw andere bezittingen.
U kunt hem in zijn geheel (geassembleerd) transporteren of u kunt hem uit elkaar halen, zoals u hem in de doos heeft
aangetroffen. Transporteer het toetsenbord horizontaal. Laat het niet tegen een wand steunen en zet het ook nooit
rechtop op een zijkant.
Stel het instrument niet bloot aan extreme trillingen of schokken.
“The Clavinova-Computer Connection” is een aanvullend handboek dat aan beginners uitlegt wat u allemaal kunt
doen met uw Clavinova en een personal computer alsook hoe u een Clavinova-Computersysteem kunt installeren
(de handleiding is niet geschreven voor afzonderlijke modellen). Het document is beschikbaar als PDF file
(Engelstalig) op de volgende Internet adressen:
Clavinova Home Page.......................... http://www.yamahaclavinova.com/
Yamaha Manual Library
(Electronic Musical Instruments)......... http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/
In het Helpscherm kunt u de
gewenste taal selecteren
(blz. 50).
OPM.
F
J
I
H
G
Druk, in dit voorbeeld, op
de [G] (YES) knop om het
formatteren uit te voeren.
9
CVP-209/207
Inhoudsopgave
Inleiding
SPECIALE MEDEDELINGEN................................................ 2
VOORZORGSMAATREGELEN ............................................ 3
Omtrent deze Handleiding en de Data List...................... 5
Accessoires......................................................................... 6
Omgaan met de Floppy Disk Drive (FDD)
en Diskettes.................................................................... 6
Omtrent de Schermmededelingen ................................... 8
Onderhoud ........................................................................ 8
Toepassingen Index ........................................................ 12
Wat kunt u met de Clavinova doen?............................... 14
De Clavinova Gebruiksklaar Maken ............................... 16
Paneelknoppen en Aansluitingen ................................... 18
Beknopte Handleiding
Het Afspelen van de Demo’s........................................... 20
Het Afspelen van Songs .................................................. 21
Songs Afspelen ................................................................ 21
Het Bespelen van Voices ................................................. 25
Een Voice Bespelen .......................................................... 25
Twee Voices Tegelijk Bespelen ..........................................26
Met uw Linker- en Rechterhand Verschillende Voices Bespelen....27
Het Gebruik van Stijlen ................................................... 28
Een Stijl Afspelen .............................................................. 28
Stijlsecties ......................................................................... 30
One Touch Setting ........................................................... 32
Music Finder .................................................................... 33
Het Gebruik van de Music Finder ......................................33
Zoeken in de Music Finder Bestanden............................... 34
Music Finder Data Opslaan en Terugzetten.......................35
Spelen en Oefenen met de Songs................................... 36
Meespelen met de Clavinova ............................................ 36
Opnemen......................................................................... 37
Uw Favoriete Muziekstukken Instuderen ........................... 38
Basisprocedures — Het
Organiseren van Uw Data ...........39
Het Selecteren van Files en Mappen............................... 41
File/Map-gerelateerde Procedures ................................. 42
Files/Mappen een Naam Geven ........................................ 42
Files/Mappen Verplaatsen ................................................. 43
Files/Mappen Kopiëren ..................................................... 44
Files/Mappen Wissen ........................................................ 44
Files Opslaan .................................................................... 45
Files Organiseren door het Creëren van een Nieuwe Map .45
Het Weergeven van Bovenste Pagina’s .............................. 45
Het Ingeven van Tekens en het Wijzigen van Iconen ......... 45
Het Gebruik van de [DATA ENTRY] Knop....................... 47
Direct Access — Rechtstreekse Selectie van Schermpagina’s . 48
Helpmededelingen.......................................................... 50
Het Gebruik van de metronoom..................................... 51
Het Tempo Instellen........................................................ 51
Tap Tempo....................................................................... 52
Referentie
Het Afspelen van de Demo’s....... 53
Voices.......................................... 55
Het Selecteren van een Voice ..........................................55
De PIANO Knop ............................................................... 56
Layer/Left — Verschillende Geluiden
Tegelijk Bespelen .........................................................57
Layer — Twee verschillende Voices Layeren (stapelen)...... 57
Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker
en Rechter Gedeelte van het Toetsenbord.................... 58
Voice Effecten Toevoegen ...............................................58
Het Gebruik van de Pedalen ............................................59
Stijlen.......................................... 60
Een Stijl Afspelen..............................................................60
Het Afspelen van Uitsluitend de Rhythm Kanalen.............. 62
Het Instellen van de Volumebalans/Kanalen Uitschakelen . 62
Akkoordvingerzettingen ..................................................63
De Stijl Patterns Arrangeren (SECTIES:
MAIN A/B/C/D, INTRO, ENDING, BREAK) ...................65
Het Afspelen van een Stijl Stoppen door het
Loslaten van Toetsen (SYNC. STOP) .............................. 66
Het Selecteren van Intro en Ending Types
(INTRO/ENDING) ......................................................... 67
Het automatisch afspelen van Fill in patterns bij het omscha-
kelen naar een andere Begeleidingssectie — Auto Fill In .. 67
Geschikte Paneelinstellingen voor de Geselecteerde Stijl
(ONE TOUCH SETTING) ...............................................68
Het Automatisch Veranderen van One Touch Settings
met de Secties — OTS Link ........................................... 69
De Paneelknoppen in een One Touch
Setting Registreren (ONE TOUCH SETTING) ................. 69
De Ideale Paneelinstellingen voor uw Muziek Oproepen
— Music Finder .............................................................70
De Ideale Instellingen Zoeken — Music Finder Search ...... 71
Bestanden Bewerken — Music Finder Record Edit............. 72
Het Afspelen van Songs .............. 74
Compatibele Song Types .................................................74
Het Afspelen van Songs ...................................................75
Het Afspelen van de Interne Songs ................................... 75
Songs op Diskette Afspelen .............................................. 77
Andere Afspeel-gerelateerde Procedures ........................... 77
Specifieke Parts Uitschakelen
— Track1/Track2/Extra Tracks.....................................78
Een Specifiek Gedeelte Herhaaldelijk Afspelen ..............78
Het Gebruik van de Oefenfuncties —Guide ....................79
Oefenfuncties ................................................................... 79
Het Instuderen van Muziek met de Guide Functies ........... 80
Het Weergeven van Muzieknoten — Score.....................81
Het Weergegeven Song Teksten .....................................84
CVP-209/207
10
Het Opslaan en Oproepen van
Paneelinstellingen
— Registration Memory ..............85
Het Registreren van Paneelinstellingen
— Registration Memory............................................... 85
Het Opslaan van Uw Registration Memory Instellingen .....86
Het Oproepen van een Registration Memory Instelling...87
Het Bewerken van Voices
— Sound Creator .........................88
Procedure ........................................................................ 88
SOUND CREATOR Parameters
(Natural/Regular Voices) ............................................. 89
Organ Flutes .................................................................... 93
Het Opnemen van Uw Spel en het
Creëren van Songs
— Song Creator ...........................94
Omtrent Het Opnemen van Songs ................................. 94
Quick Record ................................................................... 95
Multi Record .................................................................... 96
Het Opnemen van Individuele Noten — Step Record.... 98
Procedure ......................................................................... 98
Het Opnemen van Melodieën — Step Record (Note)......100
Het Opnemen van Akkoordveranderingen voor de
Automatische Begeleiding — Step Record (Chord) ......101
Selecteer de Opname-opties: Starten, Stoppen,
Punch In/Out — Rec Mode ......................................... 103
Het Bewerken van een Reeds Opgenomen Song......... 104
Het Bewerken van Kanaal-gerelateerde Parameters — Channel ...104
Het Bewerken van Noot Events — 1 - 16 ........................107
Het Bewerken van Akkoord Events — CHD .....................108
Het Bewerken van System Events — SYS/EX.
(System Exclusive) ....................................................... 108
Het Ingeven en Bewerken van Song Teksten ................... 109
Het Bewerken van de Event Lijst — Filter ........................ 109
Het Creëren van Begeleidings-
stijlen — Style Creator ..............110
Omtrent Het Creëren van Begeleidingsstijlen.............. 110
Style File Format............................................................ 111
Procedure ...................................................................... 111
Realtime Record — Basic............................................... 112
Step Record ................................................................... 113
Het Assembleren van een Begeleidingsstijl
— Assembly ................................................................ 114
Het Bewerken van de Gecreëerde Begeleidingsstijl..... 115
De Rhythmic Feel Veranderen
— Groove and Dynamics ............................................ 115
Het Bewerken van de Kanaal Data .................................. 117
Het Maken van Style File Format Instellingen — Parameter . 118
Het Instellen van de Volumebalans
en van Voice Veranderen
— Mixing Console ..................... 120
Procedure .......................................................................120
Het Instellen van Volumebalans en Voice
— Volume/Voice .........................................................121
Het Wijzigen van de Toon van de Voice — Filter..........122
Het Wijzigen van de Toonhoogte-gerelateerde
Instellingen — Tune....................................................122
Het Instellen van de Effecten.........................................123
Het Instellen van het Geluid om dit Aan te Passen
aan de Speelomgeving — EQ .....................................125
Effectstructuur ................................................................ 126
Het Gebruik van een Microfoon
— MIC. ...................................... 128
Het Selecteren van een Vocal Harmony Type ...............128
Het Maken van Instellingen voor de Vocal Harmony
en de Microfoon — MICROPHONE SETTING.............130
Het Instellen van de Vocal Harmony Instellingen en
Microfooneffecten — OVERALL SETTING .................... 130
Het Instellen van het Microfoonvolume en Bijbehorende
Effecten — TALK SETTING........................................... 132
Het Maken van Globale en Andere
Belangrijke Instellingen
— Function................................ 133
Procedure .......................................................................133
Fijnstemming Toonhoogte/Selecteren Toonladder
— Master Tune/Scale Tune ........................................135
Het Stemmen van de Algehele Toonhoogte — Master Tune . 135
Het Selecteren van een Toonladder — Scale Tune .......... 135
Het Instellen van Song-gerelateerde Parameters
— Song Setting...........................................................137
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting, Split Point,
en Chord Fingering.....................................................138
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting en Split Point ................... 138
Het Instellen van de Vingerzettingsmethode
— Chord Fingering ..................................................... 139
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen en het
Toetsenbord — Controller..........................................139
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen .................. 139
Het Wijzigen van de Aanslaggevoeligheid en Transpose
— Keyboard/Panel ...................................................... 141
Het Instellen van Registration Sequence, Freeze
en Voice Set ................................................................142
Het Specificeren van de Volgorde van het Oproepen van
Registration Memory Presets — Registration Sequence 142
Het Bevriezen van Paneelinstellingen — Freeze ............... 142
Het Wijzigen van de Automatisch Geselecteerde Voice
Instellingen — Voice Set ............................................. 143
11
CVP-209/207
Introduction
Quick Guide
Basic Operations - Organizing Your Data
Playing the Demos
Voices
Styles
Song Playback
Saving and Recalling Custom
Panel Setups - Registration Memory
Editing Voices - Sound Creator
Recording Your Performances
and Creating Songs - Song Creator
Creating Accompaniment Styles
- Style Creator
Adjust the Volume Balance
and Changing Voices - Mixing Console
Making Global and Other Important
Settings - Function
Using Your Clavinova with Other Devices
Using a Microphone - MIC.
Appendix
Het Instellen van Harmony en Echo ............................. 143
Het Clavinova Scherm op een TV Weergeven
Video out ............................................................... 144
Het Instellen van de MIDI Parameters ................ 145
Het Maken van Algemene Systeeminstellingen
(Local control, Clock, etc.) — System..................145
Het Verzenden van MIDI Data — Transmit.............146
Het Ontvangen van MIDI Data — Receive..............147
Het Instellen van Root Nootkanalen — Root...........147
Het Instellen van Akkoordkanalen — Chord Detect ... 147
Andere Instellingen Utility .............................. 148
Het Maken van Instellingen voor Fade In/Out,
Metronoom, Parameter Lock en Tap — CONFIG 1 ...
148
Het Maken van Instellingen voor het Scherm het
Luidsprekersysteem en de Voice Nummerindicatie
— CONFIG 2 ......................................................149
Het Kopiëren en Formatteren van Diskettes — Disk... 150
Het Ingeven van Uw Naam en Taalkeuze
— Owner............................................................151
Het Terugzetten van de Fabrieksinstellingen
van de CVP-209/207 — System Reset.................151
Uw Clavinova Gebruiken Samen
met Andere Apparaten ....... 152
Het Gebruik van een Hoofdtelefoon
(PHONES Aansluitingen).....................................152
Het Aansluiten van een Microfoon of Gitaar
(MIC/LINE IN aansluiting)...................................152
Het Aansluiten van Audio & Video Apparaten ........153
Het Gebruik van het Pedaal (voetschakelaar) of Foot
Controller (AUX PEDAL aansluiting) ....................154
Het Aansluiten van Externe MIDI Apparaten
(MIDI aansluitingen) ...........................................154
Het Aansluiten op een Computer
(MIDI aansluitingen/TO HOST aansluiting) .........154
Wat is MIDI? ..........................................................156
Wat U met MIDI Kunt Doen...................................158
Data compatibiliteit ............................................. 159
Diskette Format .....................................................159
Sequence Format...................................................159
Voice Allocation Format .........................................160
CVP-209/207: Het Assembleren
van het Piano-Onderstel .... 161
Problemen Oplossen ........... 163
Specificaties ........................ 165
Index .................................. 167
Inleiding
Beknopte Handleiding
Basisprocedures — Het Organiseren
van Uw Data
Het Afspelen van de Demo’s
Voices
Stijlen
Het Afspelen van Songs
Het Opslaan en Oproepen
van Paneelinstellingen —
Registration Memory
Appendix
Uw Clavinova Gebruiken Samen met
Andere Apparaten
Het maken van Globale en andere
Belangrijke Instellingen — Function
Het Instellen van de Volumebalans en
van Voice Veranderen — Mixing Console
Het Creëren van Begeleidingsstijlen —
Style Creator
Het Opnemen van Uw Spel en het
Creëren van Songs — Song Creator
Het Bewerken van Voices
— Sound Creator
Het Gebruik van een Microfoon — MIC.
CVP-209/207
12
Toepassingen Index
Gebruik deze index om bladzijdeverwijzingen te vinden die u wellicht kunnen
helpen bij uw specifieke toepassing en situatie.
Luisteren
Het luisteren naar de interne songs ..........................................................................................................blz. 75
Het luisteren naar diskette songs...........................................................“Songs op Diskette Afspelen” op blz. 77
Het luisteren naar demo songs.................................................................................................................blz. 53
Het luisteren naar de demo van een geselecteerde voice .........................................................................blz. 55
Het luisteren naar songs met gebruik van de speciale voices van de Clavinova ......................................blz. 121
Spelen
Het oproepen van de piano-instelling ......................................................................................................blz. 56
Het gebruik van de drie pedalen..............................................................................................................blz. 59
Het spelen van een begeleiding in de juiste toonsoort ....................................... “Transpose Assign” op blz. 141
Twee voices combineren.................................... “Layer
— Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)” op blz. 57
Afzonderlijke voices bespelen met de rechter- en de linkerhand ........................................................................
...............“Left
— Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en Rechter gedeelte van het Toetsenbord” op blz. 5
8
Het geluid veranderen
Het geluid verbeteren met reverb en andere effecten .............................. “Voice Effecten Toevoegen” op blz. 58
“Het Instellen van de Effecten” op blz. 123
Het instellen van de volumebalans.........................................................................................................blz. 121
Twee voices combineren.................................... “Layer
— Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)” op blz. 57
Afzonderlijke voices bespelen met de rechter- en de linkerhand ........................................................................
...............“Left
— Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en Rechter gedeelte van het Toetsenbord” op blz. 5
8
Het creëren van voices.............................................................................................................................blz. 88
Het afspelen van de Automatische Begeleiding
Het automatisch spelen van begeleiding ..................................................................................................blz. 60
De ideale paneelinstellingen voor uw muziek oproepen..........................................................................blz. 70
Oefenen
De rechter- of linkerhandpartij uitschakelen.............................................................................................blz. 80
Oefenen met een nauwkeurig en regelmatig tempo ....................... ”Het Gebruik van de Metronoom
” op blz. 51
Opnemen
Uw spel opnemen..............................................................................................................................blz. 95, 96
Het creëren van een song door het ingeven van noten .............................................................................blz. 98
Uw eigen instellingen creëren
Het creëren van voices.............................................................................................................................blz. 88
Het creëren van begeleidingsstijlen........................................................................................................blz. 110
13
CVP-209/207
Toepassingen Index
Het Gebruik van een microfoon
Aansluiten van een microfoon ...........................................................................................................................
.............................................. ”Het Aansluiten van een Microfoon of Gitaar (MIC./ IN aansluiting)” op blz. 152
Automatische harmonieën aan uw zang toevoegen................................................................................blz. 128
Instellingen
Het Registreren van Paneelinstellingen.....................................................................................................blz. 85
Fijnstemming van de toonhoogte/Het selecteren van een toonladder .....................................................blz. 135
Het maken van gedetailleerde instellingen voor het afspelen van songs .................................................blz. 137
Het maken van gedetailleerde instellingen voor de Automatische Begeleiding .......................................blz. 138
Het maken van instellingen voor de pedalen.................“Het Maken van
Instellingen voor de Pedalen” op blz. 139
Het maken van gedetailleerde instellingen voor de toetsenbord voices ..................................................blz. 141
Het scherm weergeven op een TV.........“Het Clavinova Scherm op een TV Weergeven
— Video Out” op blz. 144
Het maken van gedetailleerde instellingen voor MIDI ............................................................................blz. 145
De Clavinova op andere apparaten aansluiten
Basisinformatie over MIDI.......................................................................................... ”Wat is MIDI?
” op blz. 156
Het opnemen van uw spel ..........................................”Het weergeven van het geluid van de Clavinova via een
extern audio systeem, en het opnemen ervan met een externe recorder (AUX OUT aansluitingen)” op blz. 153
Het volume verhogen .................................................”Het weergeven van het geluid van de Clavinova via een
extern audio systeem, en het opnemen ervan met een externe recorder (AUX OUT aansluitingen)” op blz. 153
Het uitsturen van het geluid van een ander instrument door de Clavinova ................”Het geluid van een extern
apparaat weergeven via de ingebouwde luidsprekers van de Clavinova (AUX IN aansluitingen)” op blz. 153
Het aansluiten van een computer.......................................................................................................................
............................... ”Het aansluiten op een Computer (MIDI aansluitingen/TO HOST aansluiting)” op blz. 154
Montage
Het assembleren en uit elkaar halen van de Clavinova.......................................................................................
.............................................................. ”CVP-209/207: Het Assembleren van het Piano-Onderstel
” op blz. 161
Snelle oplossing
Basisfuncties van de Clavinova en hoe u hem het beste kunt gebruiken .............................................blz. 12, 14
De Clavinova terugzetten op zijn aanvangsinstellingen......................................................................................
....................... “Het Terugzetten van de Fabrieksinstellingen van de CVP-209/207
— System Reset” op blz. 151
Schermmededelingen ................................................................... ”Omtrent de Schermmededelingen
” op blz. 8
Contrast/brightness (helderheid) Instellen.................................................................................. ”Het Maken van
Instellingen voor het Scherm, het Luidsprekersysteem en de Voice Nummerindicatie – CONFIG 2” op blz. 149
Problemen Oplossen..............................................................................................................................blz. 163
CVP-209/207
14
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
DIRECT ACCESS
12345
START STOP
SYNC. STARTNEW SONG
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
DIGITAL
STUDIO
Wat kunt u met de Clavinova doen?
SONG
Het afspelen van eerder opge-
nomen songs (blz. 21, 36, 74)
Geniet van een grote verscheiden-
heid aan preset songs alsook van
songs op commercieel verkrijgbare
diskettes.
VOCAL HARMONY
Automatische zangbegeleiding
(blz. 128)
Deze geavanceerde functie voegt
automatisch passende zangharmo-
nieën toe aan uw zang.
DEMO
Ontdek de Demo’s
(blz. 20, 53)
Deze etaleren niet alleen de
verbazingwekkende voices
en stijlen van het instrument,
u maakt ook kennis met de
vele functies en mogelijk-
heden — waardoor u erva-
ring kunt opdoen in het
gebruik van de Clavinova!
STYLE
Ondersteun uw spel met
Automatische Begeleiding
(blz. 28, 60)
Een met uw linkerhand gespeeld
akkoord resulteert in een volledige
automatische begeleiding.
Selecteer een begeleidingsstijl —
zoals pop, jazz, Latin, etc. — en
de Clavinova is uw begeleidings-
orkest!
DIGITAL RECORDING
Neem uw spel op
(blz. 94, 110)
Met de krachtige en toch eenvou-
dig te bedienen song opname-
functies kunt u uw eigen toetsen-
bordspel opnemen en uw eigen
complete, volledig georkestreerde
composities creëren — die u dan
op een USER drive of op een
diskette kunt opslaan voor later
gebruik.
GUIDE
Leer en oefen met de Guide
functies (blz. 38, 79)
Speel de preset songs af, of ge-
schikte diskette software, en laat
het scherm en de Guide lampjes u
tonen wanneer en waar u de juiste
noten moet spelen. Het is nog
nooit zo makkelijk of leuk geweest
om nieuwe muziek te leren!
15
CVP-209/207
F
J
I
45678
EXIT
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REGISTRATION MEMORY
REVERB DSP VARIATION
LCD
De grote LCD (samen met
de diverse paneelknop-
pen) voorziet in een uit-
gebreide en gemakkelijk te
begrijpen bediening van
alle Clavinova procedures.
MUSIC FINDER
Roep de perfecte begeleidingsstijl
op (blz. 33, 70)
Als u weet welke song u wilt spelen,
maar niet welke stijl of voice er bij past,
laat de MUSIC FINDER u dan helpen. U
hoeft slechts de song titel te selecteren en
de Clavinova selecteert er automatisch
de meest geschikte stijl en voice bij.
TO HOST aansluiting
Maak muziek met een computer
— snel en gemakkelijk (blz. 154)
Begin ermee en trek voordeel van de
wijde wereld van computermuziek
software. Het aansluiten en instal-
leren zijn uitzonderlijk eenvoudig en
u kunt uw met de computer opge-
nomen partijen door verschillende
instrumentgeluiden laten afspelen —
allemaal door één enkele Clavinova!
PIANO
Stelt de piano in — direct
(blz. 56)
U kunt alle optimale piano-
instellingen voor de
Clavinova instellen door het
drukken op slechts één knop
— bespeel daarna de
uitzonderlijk realistische
Grand Piano voice.
VOICE
Geniet van een grote verschei-
denheid aan realistische
voices (blz. 25, 55)
De Clavinova heeft een massa
uitzonderlijk authentieke en
dynamische voices (meer dan
800) — waaronder piano,
strijkers, houtblazers en meer!
PC-1 PC-2
MIDIMac
HOST SELECT
TO HOST
AUX PEDAL
IN
OUTTHRU
MIDI
L L+R R L L+R R
VIDEO OUT
AUX IN AUX OUT
(
LEVEL FIXED
)
LR
Organ Flutes
Creëer uw eigen organ voices
(blz. 93)
Deze speciale functie biedt niet
alleen een heleboel brede en
fraaie orgelgeluiden, maar u kunt
er ook uw eigen organ voices
mee creëren, net als op een tradi-
tioneel orgel, door het versterken
of verzwakken van fluitregisters
en door percussiegeluiden toe te
voegen.
CVP-209/207
16
De Clavinova Gebruiksklaar Maken
De toetsendeksel openen:
Til de deksel een beetje op, schuif hem hierna open.
De toetsendeksel sluiten:
Schuif de deksel naar u toe en laat hem zachtjes over
de toetsen zakken.
PAS OP
Houd de deksel met twee handen vast als u hem opent of sluit. Laat
hem niet los totdat hij geheel geopend of gesloten is. Pas op dat uw
vingers (of die van anderen, vooral die van kinderen) niet bekneld
raken tussen de deksel en het instrument.
PAS OP
Leg geen voorwerpen zoals een stuk metaal of papier op de toetsen-
deksel. Als de deksel wordt geopend, kunnen kleine voorwerpen
daarop in het binnenste van het instrument terechtkomen, waar u ze
bijna niet meer uit krijgt. Dit kan leiden tot elektrische schokken,
kortsluiting, brand of andere ernstige schade aan het instrument.
De muzieklessenaar oprichten:
1
Trek de lessenaar omhoog en zover mogelijk naar u
toe.
2
Laat de muzieklessenaar voorzichtig zakken, totdat
hij op zijn plaats steunt.
De muzieklessenaar plat leggen:
1
Trek de lessenaar omhoog en zover mogelijk naar u
toe.
2
Laat de muzieklessenaar voorzichtig naar achteren
zakken, totdat hij helemaal plat ligt.
PAS OP
Gebruik de muzieklessenaar nooit in een half opgerichte positie.
Insgelijks, bij het platleggen van de lessenaar: laat hem niet los voor-
dat hij geheel beneden is.
Deze klemmen zijn om de bladzijden van
muziekboeken op hun plaats te houden.
Openen
Sluiten
Toetsendeksel
CAUTION
Be careful to avoid catching
your fingers when opening or
closing the cover.
Pas op dat uw vingers er niet
tussen komen als u de deksel
opent of sluit
PAS OP
Muzieklessenaar
Bladmuziekklemmen
17
CVP-209/207
Sluit het netsnoer aan.
1
Steek de plug aan het ene uiteinde van het snoer in
de AC INLET van de Clavinova en de stekker aan het
andere uiteinde in het stopcontact.
In sommige landen wordt er een stekkeradaptor
meegeleverd om de stekker aan te passen aan uw
stopcontact.
(De vorm van stekkers kan per land verschillen.)
2
Druk op de [POWER] schakelaar.
Het Main scherm verschijnt in het LCD scherm.
Het drive lampje geheel rechts onder het
toetsenbord gaat ook branden.
Als u het instrument weer uit wilt zetten, druk dan
opnieuw op de [POWER] schakelaar.
Zowel het scherm als het drive lampje, geheel
rechts onder het toetsenbord, gaan uit.
Het volume instellen
Gebruik de [MASTER VOLUME] knop om het volume op
een geschikt niveau in te stellen.
PAS OP
Gebruik de Clavinova niet gedurende langere tijd op een hoog
volumeniveau, wat uw gehoor zou kunnen beschadigen.
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]
aansluitingen.
Er zijn twee [PHONES] aansluitingen.
Er kunnen twee standaard stereo hoofdtelefoons tegelijk
worden aangesloten. (Als u slechts één hoofdtelefoon
gebruikt, kunt u willekeurig één van deze aansluitingen
gebruiken.)
Het Instrument Aan- en
Uitzetten
The drive lamp lights.
POWER
ON
OFF
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
PART
A
E
D
C
B
BACK
Het drive lampje brandt
MIN
MAX
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
Hoofdtelefoon Gebruiken
MIN MAX
INPUT
MIC.
MIC. LINE PHONES
VOLUME
LINE IN
CVP-209/207
18
Paneelknoppen en Aansluitingen
POWER
[ON / OFF] knop (POWER)................................................blz. 17
METRONOME
[START / STOP] knop (METRONOME) ................................... 51
MASTER VOLUME
[MASTER VOLUME] knop ....................................................... 17
[FADE IN / OUT] knop.............................................................. 66
MIC.
[VOCAL HARMONY] knop..................................................... 128
[TALK] knop............................................................................ 128
[EFFECT] knop ...................................................................... 128
[VH TYPE SELECT] knop ...................................................... 128
[MIC. SETTING] knop ............................................................128
SONG
[EXTRA TRACKS (STYLE)] knop ............................................ 78
[TRACK 2 (L)] knop.................................................................. 78
[TRACK 1 (R)] knop ................................................................. 78
[REC] knop............................................................................... 94
[TOP] knop............................................................................... 77
[START / STOP] knop(SONG) ................................................. 75
[REW] knop.............................................................................. 77
[FF] knop.................................................................................. 77
[REPEAT] knop ........................................................................ 78
[GUIDE] knop........................................................................... 79
TEMPO
[E] [F] knoppen (TEMPO)................................................. 51
[TAP TEMPO] knop .................................................................. 52
TRANSPOSE
[E] [F] knoppen (TRANSPOSE) .....................................141
STYLE
[ACMP] knop............................................................................ 61
[AUTO FILLIN] knop................................................................. 67
[OTS LINK] knop...................................................................... 69
[BREAK] knop .......................................................................... 65
[INTRO] knop ...............................................................blz. 31, 67
MAIN [A] knop.......................................................................... 65
MAIN [B] knop.......................................................................... 65
MAIN [C] knop ......................................................................... 65
MAIN [D] knop ......................................................................... 65
[ENDING / rit.] knop ........................................................... 31, 67
[SYNC.STOP] knop,................................................................. 66
[SYNC.START] knop, ............................................................... 61
[START / STOP] knop(STYLE) ................................................ 61
MENU
[DEMO] knop ........................................................................... 53
[HELP] knop............................................................................. 50
[FUNCTION] knop ................................................................. 133
DIGITAL STUDIO
[SOUND CREATOR] knop ....................................................... 88
[DIGITAL RECORDING] knop ......................................... 94, 110
[MIXING CONSOLE] knop..................................................... 120
DISPLAY CONTROL
[A] - [J] knoppen....................................................................... 41
[BALANCE] knop ..................................................................... 62
[CHANNEL ON / OFF] knop .............................................. 62, 77
[DIRECT ACCESS] knop......................................................... 48
[BACK] knop ...................................................................... 41, 47
[NEXT] knop ...................................................................... 41, 47
VOICE PART ON / OFF [LAYER] knop.................................... 57
VOICE PART ON / OFF [LEFT] knop....................................... 57
[1▲▼] - [8▲▼] knoppen ................................................... 39 - 46
[ENTER] knop.......................................................................... 47
[DATA ENTRY] knop ................................................................ 47
[EXIT] knop .............................................................................. 41
VOICE EFFECT
[REVERB] knop ....................................................................... 58
[DSP] knop............................................................................... 58
[VARIATION] knop ................................................................... 58
[HARMONY / ECHO] knop ...................................................... 59
[MONO] knop........................................................................... 59
[LEFT HOLD] knop .................................................................. 59
PC-1 PC-2
MIDIMac
HOST SELECT
TO HOST
AUX PEDAL
IN
OUTTHRU
MIDI
L L+R R L L+R R
VIDEO OUT
AUX IN AUX OUT
(
LEVEL FIXED
)
LR
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PAR T
PAR T
A
E
D
C
B
DIRECT ACCESS
12345
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
DIGITAL
STUDIO
MIN MAX
INPUT
MIC.
MIC. LINE PHONES
VOLUME
LINE IN
SYNC. STARTNEW SONG
1
2
3 4
5
7
6
13 14
8 9
15 16 17
10 11 12
18 19
20 21 22
23
25
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
50
24
73747576
77 78 79 80
69 70 7271
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
19
CVP-209/207
VOICE
VOICE knoppen .................................................................blz. 55
MUSIC FINDER
[MUSIC FINDER] knop ............................................................ 70
ONE TOUCH SETTING
[1] - [4] knoppen (ONE TOUCH SETTING).............................. 68
PIANO Instelling
[PIANO] knop ........................................................................... 56
REGISTRATION MEMORY
[FREEZE] knop ........................................................................ 87
[1] – [8] knoppen (REGISTRATION MEMORY) ....................... 85
[MEMORY] knop ...................................................................... 85
Floppy disk drive (3,5”)............................................................... 6
Guide toetslampjes .................................................................. 79
Microfoon- en Hoofdtelefoonaansluitingen
[INPUT VOLUME] knop.......................................................... 152
[MIC. LINE IN] aansluiting ...................................................... 152
[MIC. LINE] schakelaar ..........................................................152
[PHONES] aansluitingen........................................................ 152
Aansluitingen
MIDI [THRU] [OUT] [IN] aansluitingen ................................... 154
[HOST SELECT] schakelaar.................................................. 154
[TO HOST] aansluiting........................................................... 155
[AUX PEDAL] aansluiting....................................................... 154
[VIDEO OUT] aansluiting ....................................................... 153
AUX IN [L / L+R] [R] aansluitingen......................................... 153
AUX OUT [L / L+R] [R] aansluitingen..................................... 153
AUX OUT (LEVEL FIXED) [L] [R] aansluitingen .................... 153
Pedalen
Linkerpedaal ............................................................................ 59
Sostenuto pedaal ..................................................................... 59
Damper pedaal ........................................................................ 59
De Logo’s op het Bedieningspaneel
De logo’s afgebeeld op het bedieningspaneel van de Clavinova tonen welke
standaards/formats ondersteund worden en welke speciale mogelijkheden er
beschikbaar zijn.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een aanvulling op de MIDI standaard die garandeert
dat data, die aan deze standaard voldoet, probleemloos afspeelt op elke
toongenerator of synthesizer die GM-compatibel is.
XG Format
XG is een nieuwe Yamaha MIDI specificatie die een enorme uitbreiding en
verbetering is ten opzichte van de “GM System Level 1” standaard, met een
grotere voice verwerkingscapaciteit, een expressievere bediening en meer
effectmogelijkheden, maar toch volledig compatibel met GM. Bij gebruik
van de XG voices van de Clavinova is het mogelijk om XG-compatibele song
files op te nemen.
XF Format
Het Yamaha XF format geeft de SMF standaard (Standard MIDI F ile) grotere
functionaliteit met een open architectuur voor uitbreiding in de toekomst. De
Clavinova is in staat om song teksten (lyrics) weer te geven wanneer een XF
file die wordt afgespeeld lyric data bevat. (SMF is het meest gebruikte format
voor MIDI sequence files. De Clavinova is compatibel met de SMF Formats 0
en 1, en neemt “song” data op in SMF Format 0.)
Vocal Harmony
Vocal Harmony omvat een speciaal ontworpen digitale signaalverwerkings-
technologie om automatisch geschikte zangstemmen toe te voegen aan de
door de gebruiker zelf gezongen melodielijn. Vocal Harmony kan tevens het
hele karakter van zijn/haar stem veranderen en een mannenstem zelfs laten
klinken als een vrouwenstem of omgekeerd, en dit is ook mogelijk met de
toegevoegde stemmen, waardoor het mogelijk is om een enorme verschei-
denheid aan Vocal Harmony effecten te creëren.
Disk Orchestra Collection
Het DOC voice allocation format voorziet in data afspeelcompatibiliteit met
een groot aantal Yamaha instrumenten en MIDI apparaten.
Style File Format
Het Style File Format (SFF) is Yamaha’s originele Style File format dat een
uniek conversiesysteem gebruikt om Automatische Begeleiding van hoge
kwaliteit te genereren, gebaseerd op een grote verscheidenheid aan akkoord-
types. De Clavinova gebruikt SFF intern, leest optionele SFF stijldiskettes en
creëert SFF stijlen met de Style Creatorfunctie.
F
J
I
45678
EXIT
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REGISTRATION MEMORY
REVERB DSP VARIATION
53
46
42
48
68
67
51
52
54
60
61
62
63
64
65
66
55 56 58 5957
49
47
81
82
83
50
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
Beknopte Handleiding
20
Beknopte Handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het Afspelen van de Demo’s
De Clavinova heeft een grote hoeveelheid Demo songs,
die u een indruk geven van zijn rijke, authentieke voices
en zijn dynamische ritmes en stijlen.
Belangrijker nog is dat er ook heel wat Demo functies
zijn. Deze nemen u bij de hand op een rondreis langs
alle belangrijke mogelijkheden van het instrument —
terwijl u uit de eerste hand kunt zien hoe u de Clavinova
effectief kunt gaan gebruiken in uw eigen muziek.
Druk op de [EXIT] knop om de demo mode te verlaten en naar het MAIN scherm terug te keren, als u geen demo songs
meer wilt afspelen.
Wanneer u de Demo’s beluisterd heeft, kunt u de Clavinova nog beter leren kennen met deze functies:
• Preset song (Song Book) afspelen (blz. 21)
• Diskette song afspelen (blz. 21)
Afspelen van korte demo’s van de geselecteerde voice (in het Voice Open scherm; blz. 26).
Zie ook
blz. 53
Demo knop
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2 Druk op de [Back]/[NEXT] knop om de Demo
categorieën te selecteren.
BACK NEXT
Voice Demo’s geven een in-
druk van de voices van de
CVP-209/207. Stijl Demo’s
laten u kennismaken met de
ritmes en begeleidingsstijlen
van de CVP-209/207
(blz.53).
OPM.
In dit voorbeeld is [FUNCTION]
geselecteerd. Function Demo’s
demonstreren veel van de
functies van de CVP-209/207.
1
Door op de [DEMO] knop te
drukken spelen de Demo songs
automatisch af in willekeurige
volgorde.
3
Druk op één van de [A] - [J] knoppen of op de [8] (AUTO) knop (alleen
FUNCTION pagina) om de Demo songs te selecteren.
Druk, in dit voorbeeld, op de [8] (AUTO) knop.
Alle function demo’s worden in volgorde afgespeeld.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
Zie blz. 53 voor details over
de digitale effecten.
OPM.
Het Afspelen van Songs
Beknopte Handleiding
21
Het Afspelen van Songs
Hier is het waar alle verbazingwekkende voices, effecten, stijlen en andere geavanceerde
mogelijkheden van de Clavinova bij elkaar komen — in songs!
Zoals u met de Demo’s heeft gehoord, bevat de Clavinova vele ingebouwde opnames. Maar er is meer. Roep het Song
Open (PRESET) scherm op. En er opent zich zelfs een nog groter arsenaal van song materiaal waarvan u kunt genieten
met uw Clavinova — via commercieel verkrijgbare software.
De volgende songs zijn compatibel voor afspelen op de CVP-209/207. Zie ook bladzijde 74 en 159 voor meer details
over de logo’s.
Songs Afspelen
1 Als u een diskette song wilt afspelen, leg dan de diskette waarop de song data zich bevindt in de disk drive.
Zie ook
blz. 74
Song knoppen
Floppy disk drive
BALANCE en
CHANNEL knoppen
Diskettes met dit logo bevatten song data voor voices die zijn gedenieerd in de GM
standaard.
Diskettes met dit logo bevatten song data die het XG format gebruikt, een uitbreiding van
de GM standaard die een grotere verscheidenheid aan voices en een uitgebreidere
klankbeïnvloeding biedt.
Diskettes met dit logo bevatten song data voor voices die zijn gedenieerd in het Yamaha
DOC format.
Lees eerst het gedeelte
Omgaan met de Floppy
Disk Drive (FDD) en Dis-
kettes op blz. 6.
PAS OP
Beknopte Handleiding
Het Afspelen van Songs
22
2 Druk op de LCD [A] knop om het Song Open scherm op te roepen.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT ACCESS] knop gevolgd door de
[EXIT] knop.
3 Druk op de [A] knop om de preset songs (Song Book) map te selecteren.
A
E
D
C
B
Druk op de [BACK]/[NEXT] knop om de drive te
selecteren.
PRESET FLOPPY DISK
Vanuit het MAIN scherm (dat
verschijnt als het instrument
wordt aangezet), kunt u
songs, voices, begeleidings-
stijlen, etc. selecteren.
OPM.
A
E
D
C
B
Het Afspelen van Songs
Beknopte Handleiding
23
4 Druk op één van de [A] - [J] knoppen om een song te selecteren.
5 Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te starten.
6 Probeer, terwijl de song afspeelt, de Channel On/Off functie eens uit om bepaalde instrumentkanalen uit of
aan te schakelen — waardoor u onder het spelen dynamische arrangementen kunt realiseren!
1) Druk op de [CHANNEL ON/OFF] knop.
2) Druk op de [1 - 8]▲▼ LCD knop die bij het kanaal hoort dat u wilt uitschakelen.
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Druk op de [REW] of [FF] knop om het afspeelpunt van de song terug of vooruit te spoelen.
Met song data software (Standaard MIDI format 0) die song teksten bevat, kan de tekst
tijdens het afspelen in het scherm worden weergeven. U kunt ook de noten weergeven. Zie
bladzijde 81 en 84 voor details.
OPM.
PART
CHANNEL
ON / OFF
1234567812345678
Mocht de STYLE tab ge-
selecteerd zijn, druk dan
nogmaals op deze knop.
Beknopte Handleiding
Het Afspelen van Songs
24
7 Neem tenslotte plaats in de stoel van de producer en ga mixen. Met deze Balance knoppen kunt u de
volumeniveaus van de individuele parts instellen — voor de song, de stijl, uw eigen zang en uw eigen spel.
1) Druk op de [BALANCE] knop.
2) Druk op de [1 - 8▲▼] knop die bij de part hoort waarvan u het volume wilt instellen.
8 Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen.
BALANCE
12345678
U kunt een volledig uitge-
ruste mixer oproepen door
op de [MIXING CONSOLE]
knop te drukken (blz. 120).
OPM.
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
De [FADE IN/OUT] knop
(blz. 66) kan worden ge-
bruikt om geleidelijke
fade-ins en fade-outs te
produceren bij het starten
of stoppen van de song of
begeleiding.
OPM.
Het Bespelen van Voices
Beknopte Handleiding
25
Het Bespelen van Voices
De Clavinova heeft de verbazingwekkende hoeveelheid van meer dan 800 dynamische, brede en
realistische voices. Probeer er nu meteen maar eens enkele uit en stel u voor hoe u ze in uw muziek
kunt gebruiken. Hier zult u leren hoe u afzonderlijke voices kunt selecteren, twee voices in een “layer” kunt
combineren en twee voices kunt “splitten”: één voor uw linker- en één voor uw rechterhand.
Een Voice Bespelen
1 Druk op de [F] knop om het menu op te roepen voor het selecteren van de MAIN voice.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op [DIRECT ACCESS] gevolgd door de [EXIT] knop.
2 Selecteer een voice groep.
Zie ook
blz. 55
Voice knoppen
F
J
I
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
De voice die u hier selec-
teert hoort bij de MAIN part
en wordt de MAIN voice ge-
noemd. (Zie blz. 57 voor
meer informatie.)
OPM.
U zult alleen de MAIN voice willen
horen dus zorg dat de LAYER
en LEFT parts uitgeschakeld zijn.
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
VOICE
In dit voorbeeld wordt
STRINGS geselecteerd.
Druk op de [BACK]/[NEXT]
knop om de geheugen-
lokatie van de voice te
selecteren. In dit voorbeeld
is PRESET geselecteerd.
Beknopte Handleiding
Het Bespelen van Voices
26
3 Selecteer een voice.
4 Bespeel de voices.
Natuurlijk kunt u de voice eigenhandig bespelen vanaf het toetsenbord, maar u
kunt ook de Clavinova de voice aan u laten demonstreren. Druk gewoon op de
[8] knop in het scherm hierboven en de Demo van de voice begint auto-
matisch af te spelen.
Twee Voices Tegelijk Bespelen
1 Druk op de VOICE PART ON/OFF [LAYER] knop om
de LAYER part aan te zetten.
2 Druk op de [G] knop om de LAYER part te selecteren.
3 Selecteer een voice groep.
Hier zullen we een breed achtergrondgeluid selecteren om het geluid op te vullen. Roep de “CHOIR & PAD”
groep op.
4 Selecteer een voice.
Selecteer bijvoorbeeld “Hah Choir”.
5 Bespeel de voices.
Nu kunt u twee verschillende voices tegelijk spelen in
een breed klinkende layer — de MAIN voice die u in
het vorige gedeelte selecteerde, plus de nieuwe LAYER
voice die u hier selecteerde.
En dat is nog maar het begin. Probeer ook deze andere voice-gerelateerde mogelijkheden:
Directe instelling van de Clavinova voor piano-spelen — door het drukken op slechts één knop (blz. 56).
• Creëer zelf — snel en eenvoudig — uw eigen voices door de instellingen van bestaande voices te wijzigen (blz. 88).
• Maak uw favoriete paneelinstellingen — zoals voices, stijlen en meer — en roep ze op elk gewenst moment weer op
(blz. 85).
A
E
D
C
B
In dit voorbeeld is
Orchestra
geselecteerd.
Druk op de corresponderende knoppen om de
andere paginas te selecteren en ontdek zelfs
nog meer voices.
Druk op de [8] knop om de Demo
voor de geselecteerde voice te
starten. Druk opnieuw op deze knop
om de Demo te stoppen. De Demo
mogelijkheden reiken echter veel
verder dan voices zie daarom blz. 53
voor meer informatie.
U kunt onmiddellijk naar het
MAIN scherm springen door
op één van de [A] - [J] knop-
pen te dubbelklikken.
OPM.
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
VOICE
Het Bespelen van Voices
Beknopte Handleiding
27
Met uw Linker- en Rechterhand Verschillende Voices Bespelen
1 Druk op de VOICE PART ON/OFF [LEFT] knop om de
LEFT part aan te zetten.
2 Druk op de [H] knop om de LEFT part te selecteren.
3 Selecteer een voice groep.
Hier zullen we de “STRINGS” groep selecteren — zodat u rijke, orkestrale akkoorden met uw linkerhand
kunt spelen.
4 Selecteer een voice, druk daarna op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
Selecteer bijvoorbeeld “Symphon. Str”.
5 Druk op de [I] knop om het SPLIT POINT scherm op te roepen. U kunt van hieruit de toets van het
toetsenbord instellen die de twee voices scheidt — het splitpunt. Houd, om dit te doen, de [F] of [G] knop
ingedrukt en druk op de gewenste toets van het toetsenbord. (Zie blz. 138 voor meer informatie.)
6 Bespeel de voices.
Nu bespeelt uw linkerhand één, terwijl uw rechterhand een andere voice (of meerdere voices) bespeelt.
MAIN en LAYER voices zijn bedoeld om met de rechterhand bespeeld te worden. De LEFT voice wordt met
de linkerhand bespeeld.
7 Druk op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
VOICE
F
J
I
H
G
F
J
I
H
G
Split Point
LEFT
MAIN/LAYER
Splitpunt
EXIT
Beknopte Handleiding
Het Gebruik van Stijlen
28
Het Gebruik van Stijlen
De Clavinova heeft een grote hoeveelheid muzikale “stijlen” die u kunt oproepen om uw eigen spel
daardoor te laten begeleiden. Ze bieden u alles, van een eenvoudige maar effectieve piano-
begeleiding of percussiebegeleiding tot een complete band of orkest.
Een Stijl Afspelen
1 Druk op de [D] knop om de stijlgroep op te roepen.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT ACCESS] knop gevolgd door de
[EXIT] knop.
2 Selecteer een stijlgroep en een stijl.
Zie ook
blz. 60
Stijl-gerelateerde knoppen
A
E
D
C
B
Druk op de
[BACK]/[NEXT]
knop om de
geheugenlokatie
van de stijl te
selecteren. In dit
voorbeeld is
PRESET
geselecteerd.
A
E
D
C
B
A
E
D
C
B
In dit voorbeeld wordt
EuroTrance geselecteerd.
In dit voorbeeld wordt Dance
geselecteerd.
Het Gebruik van Stijlen
Beknopte Handleiding
29
3 Zet ACMP aan.
Het gespecificeerde linkerhandgedeelte van het toetsenbord wordt nu het Automatische Begeleidings-
gedeelte, en akkoorden gespeeld in dit gedeelte worden automatisch herkend en gebruikt als basis voor
een complete automatische begeleiding bij de geselecteerde stijl.
4 Activeer SYNC.START.
5 De stijl start zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt.
Speel voor dit voorbeeld een C majeurakkoord (zoals hieronder afgebeeld).
6 Wijzig indien nodig het tempo met de TEMPO [ ] [ ] knoppen.
Druk gelijktijdig op beide TEMPO [ ] [ ] knoppen om het tempo op zijn
originele tempo-instelling terug te zetten. Druk op de [EXIT] knop om het
TEMPO scherm te verlaten.
7 Probeer ook eens andere akkoorden te spelen met uw linkerhand.
Voor informatie over hoe akkoorden te spelen, zie “Akkoordvingerzettingen” op blz. 63.
8 Druk op de STYLE [START/STOP] knop om de stijl te stoppen.
En er is nog veel meer. Probeer ook deze andere stijl-gerelateerde mogelijkheden:
Creëer eenvoudig zelf uw eigen stijlen (blz. 110).
Maak uw favoriete paneelinstellingen — zoals stijlen, voices en meer — en roep ze op elk gewenst moment weer op
(blz. 85).
ACMP
Auto Accompaniment
section
Split Point
Het punt op het toetsen-
bord dat het Automatische
Begeleidingsgedeelte van
het rechterhandgedeelte
scheidt, wordt het split-
punt genoemd. Zie ook
blz. 138 voor instructies
over het instellen van het
splitpunt.
OPM.
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
SYNC.START
Split Point
Auto Accompaniment
section
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Het tempo kan ook worden
gewijzigd met behulp van de
[TAP TEMPO] knop (blz. 52).
OPM.
Beknopte Handleiding
Het Gebruik van Stijlen
30
Stijlsecties
Iedere stijl in de Automatische Begeleiding is opgebouwd uit “secties”. Aangezien iedere sectie een ritmische variatie is
van de basisstijl, kunt u ze gebruiken om uw spel en de begeleiding te verlevendigen — gewoon terwijl u speelt. Intro’s,
Endings, Main patterns, en Breaks — ze zijn er allemaal en bieden u de dynamische elementen die u nodig heeft om
professioneel klinkende arrangementen te creëren.
1 - 4 Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Een stijl afspelen” op bladzijde 28 en 29.
5 Druk op de [INTRO] knop.
6 Het Intro start zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt.
Speel voor dit voorbeeld een C majeurakkoord (zoals hieronder afgebeeld).
Als het intro is afgelopen, wordt er automatisch overgeschakeld op de Main sectie.
7 Druk op de gewenste MAIN [A] - [D] of [BREAK] knop. (Zie
“Begeleidingsstructuur” op de volgende bladzijde.)
Verfraai en verbreed uw melodieën — met de automatische Harmony en Echo-effecten
Met deze krachtige speelhulp kunt u automatische harmony noten aan de door u met uw rechterhand gespeelde melodieën
toevoegen — gebaseerd op de akkoorden van uw linkerhand. Tremolo, Echo en andere effecten zijn eveneens beschikbaar.
1 Zet HARMONY/ECHO aan.
2 Zet ACMP aan (blz. 28).
3 Speel een akkoord met uw linkerhand en speel enkele noten in het rechterhandgedeelte
van het toetsenbord.
De CVP-209/207 heeft heel wat Harmony/Echo types (blz. 143).
Het Harmony/Echo type kan veranderen, afhankelijk van de geselecteerde MAIN voice.
Harmony/echo is slechts één van de vele Voice Effecten die u kunt gebruiken. Probeer
ook de andere effecten om te zien hoe ze uw spel kunnen verfraaien (blz. 58).
INTRO Deze wordt gebruikt voor het begin van het muziekstuk. Als de intro is afgelopen, gaat de begeleiding over
naar de main sectie.
MAIN Deze worden gebruikt voor het grootste deel van het muziekstuk. Er wordt een begeleidings-pattern gespeeld
van een aantal maten die oneindig herhaald wordt, totdat er op een andere sectieknop wordt gedrukt.
BREAK Hiermee kunt u dynamische variaties invoegen in het ritme van de begeleiding, om uw spel nog professioneler
te laten klinken.
ENDING Deze wordt gebruikt voor het einde van het muziekstuk. Als de ending is afgelopen, stopt automatisch ook de
Automatische Begeleiding.
VOICE EFFECT
REVERB DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
Voor details over Harmony/
Echo types, zie de aparte
Data List.
OPM.
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
Split Point
Auto Accompaniment
section
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Splitpunt
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
or
of
Het Gebruik van Stijlen
Beknopte Handleiding
31
8 Druk op de [AUTO FILL IN] knop om indien nodig een Fill
in te voegen.
Telkens als u omschakelt naar een andere Main sectie, speelt
er automatisch een Fill in pattern af.
9 Druk op de [ENDING] knop.
Hiermee schakelt u over op de Ending. Als de ending
afgelopen is, stopt automatisch ook de stijl.
Begeleidingsstructuur
AUTO FILLIN
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
INTRO (page xx)
MAIN VARIATIE
Press the [ENDING] button.
INTRO A INTRO B INTRO C
ENDING (page xx)
ENDING A ENDING B ENDING C
INTRO D
ENDING D
You can have the
ending gradually slow
down (ritardando) by
pressing the [ENDING]
button again while the
ending is playing back.
MAIN
VARIATIE
A
MAIN
VARIATIE
C
MAIN
VARIATIE
B
MAIN
VARIATIE
D
via BREAK
via BREAK
via BREAK
via BREAK
(max. four patterns)
(max. four patterns)
INTRO (blz. 67)
ENDING (blz. 67)
(maximaal vier patterns)
(maximaal vier patterns)
Druk op de [ENDING] knop.
U kunt de ending ge-
leidelijk laten vertragen
(ritardando) door nog-
maals op de [ENDING]
knop te drukken terwijl
de ending afspeelt.
Een Intro hoeft niet altijd aan het begin te worden gebruikt! Als u wilt, kunt u een Intro sectie ook midden in een muziekstuk gebruiken,
gewoon door op het gewenste moment op de [INTRO] knop te drukken.
Let bij de Break secties goed op uw timing. Als u te dicht bij het einde van de maat (d.w.z. na de laatste achtstenoot) op een [BREAK]
knop drukt, dan begint de Break sectie pas vanaf de volgende maat te spelen. Dit geldt ook voor de Auto Fill In.
Varieer uw intros en gebruik welke sectie maar ook om de stijl te starten, als u dat wilt.
Als u na een Ending direct weer terug wilt keren naar de stijl, druk dan op de [INTRO] knop terwijl de Ending sectie nog speelt.
Als u op de [BREAK] knop drukt terwijl de ending nog speelt, begint de break onmiddellijk te spelen, gevolgd door de main sectie.
OPM.
Beknopte Handleiding
Het Gebruik van Stijlen
32
One Touch Setting
One Touch Setting is een krachtige, handige functie die de meest geschikte paneelinstellingen (voice nummer, etc.) voor
de geselecteerde stijl automatisch oproept, door het drukken op slechts één knop. Dit is een prachtige manier om snel
alle instellingen van de Clavinova perfect aan te passen aan de stijl die u wilt gebruiken.
1 Selecteer een stijl (blz. 28).
2 Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING]
knoppen.
Niet alleen worden hierdoor alle instellingen
(voices, effecten, etc.) die bij de betreffende stijl
passen direct opgeroepen (zie blz. 68) — ook
ACMP en SYNC. START worden er automatisch mee aangezet, zodat de stijl meteen kan worden gestart.
3 Zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt, zal de
Automatische Begeleiding starten.
4 Speel melodieën met uw rechterhand en speel enkele
akkoorden met uw linkerhand.
5 Probeer ook andere One Touch Setting
instellingen uit.
U kunt ook uw eigen One Touch Setting
instellingen creëren.
Zie blz. 69 voor details.
Er is nog een andere manier om wijzigingen verder te automatiseren en uw spel te verlevendigen: Gebruik de
handige OTS (One Touch Setting) Link functie om automatisch One Touch Setting Instellingen te wijzigen telkens
als u naar een andere Main sectie omschakelt (blz. 69).
Overige Knoppen
FADE IN/OUT De [FADE IN/OUT] knop kan worden gebruikt om geleidelijke fade-ins en fade-outs (blz. 66) te produceren als alter-
natieve manier om de stijl te starten of te stoppen.
TAP TEMPO De stijl kan op elk gewenst tempo gestart worden door het tempo in te tikken met de [TAP/TEMPO] knop. Zie blz. 52 voor
details.
SYNC.STOP Als Sync Stop geactiveerd is, kunt u de stijl stoppen of starten simpelweg door de toetsen los te laten of erop te spelen
(in het Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord). Dit is een fantastische manier om dramatische pauzes
en accenten in uw spel aan te brengen. Zie blz. 66 voor details.
FADE IN / OUT
TAP TEMPO
SYNC.STOP
ONE TOUCH SETTING
knoppen
ONE TOUCH SETTING
1234
Split Point
Auto Accompaniment
section
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
ONE TOUCH SETTING
1234
Music Finder
Beknopte Handleiding
33
Music Finder
Als u een bepaalde song wilt gaan instuderen, maar niet goed weet welke stijl en voice instellingen daarbij passen,
dan kan de handige Music Finder u hierbij helpen. Selecteer simpelweg de song naam in de Music Finder en de CVP-
209/207 maakt automatisch alle daarbij passende paneelinstellingen die u in staat stellen om in die muziekstijl te
spelen!
Het Gebruik van de Music Finder
1 Druk op de [MUSIC FINDER] knop.
2 Selecteer een bestand.
Druk in dit voorbeeld op de [1 - 3
▲▼] knop om het bestand te selecteren op song titel.
3 Speel mee met de afspelende stijl.
Druk op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
Zie ook
blz. 70
MUSIC FINDER knop
MUSIC FINDER
12345678
Selecteer het
gewenste bestand.
Druk op de [BACK]/[NEXT]
knop om de gewenste
pagina met bestanden te
selecteren. In dit voorbeeld
is ALL geselecteerd.
Split Point
Auto Accompaniment
section
U kunt de voice en andere
belangrijke instellingen ook
automatisch laten wijzigen
als u van stijl verandert. Zet
hiervoor OTS LINK (blz. 69)
aan en stel de OTS LINK
TIMING (blz. 138) in op
REAL.
OPM.
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Beknopte Handleiding
Music Finder
34
Zoeken in de Music Finder Bestanden
De Music Finder is ook uitgerust met een handige zoekfunctie waarin u een song titel of zoekwoord kunt ingeven —
om de bestanden die overeenkomen met uw zoekcriteria direct op te roepen.
1 Druk op de [MUSIC FINDER] knop.
2 Druk op de [I] knop om het MUSIC FINDER SEARCH 1 scherm op te roepen.
MUSIC FINDER
De resultaten van Zoekactie
1 en 2 verschijnen in de over-
eenkomstig genummerde
SEARCH 1 / 2 schermen.
OPM.
F
J
I
H
G
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
6
Druk op de [8](START
SEARCH) knop.
De zoekfunctie roept alle
bestanden op die het ingegeven
woord (of woorden) bevatten.
3
Druk op [F], [G]
en [H] om indien
nodig de voor-
gaande condities
te wissen.
4
Druk in dit
voorbeeld op de
[A] knop om het
scherm op te
roepen voor het
ingeven van de
song titel.
Zie ook blz. 46 voor instruc-
ties over het ingeven van
karakters.
OPM.
5
Geef de song titel in
en druk dan op de
[8] (OK) knop.
In dit voorbeeld is
ANY geselecteerd.
In dit voorbeeld is
ALL geselecteerd.
Music Finder
Beknopte Handleiding
35
7 Selecteer een bestand (zie stap 2 op blz. 33) en speel mee met de afspelende stijl.
Druk op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
U kunt ook uw eigen Music Finder instellingen creëren en opslaan op diskette (blz. 39, 45). Door onderlinge
uitwisseling met andere Clavinova gebruikers kunt u uw Music Finder collectie verder uitbreiden.
In het bovenstaande voorbeeld heeft u een song titel gespecificeerd, maar u kunt ook zoeken naar relevante
bestanden op zoekwoord of op muziekgenre — bijvoorbeeld Latin, 8-beat, etc. (blz. 71).
Split Point
Auto Accompaniment
section
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Music Finder Data Opslaan en Terugzetten
Roep, om uw Music Finder data op te slaan, het MUSIC FINDER Open/Save scherm
op vanuit de SYSTEM RESET pagina (blz. 151) van het UTILITY scherm, en volg
dezelfde procedure als die voor het Open/Save scherm voor Voice (blz. 39, 45).
Voer, om de opgeslagen data terug te zetten, de juiste procedure uit vanuit het MUSIC
FINDER Open/Save scherm. Bestanden kunnen worden vervangen of toegevoegd (blz.
72).
In de instructies hierboven wordt alle Music Finder data tezamen gehanteerd. Daarnaast wordt, als u stijl files
opslaat of laadt, de Music Finder data die de relevante stijl file(s) gebruikt automatisch bewaard of toegevoegd. Als u
een stijl file van een diskette naar een USER drive kopieert (blz. 43, 44), wordt het bestand dat werd opgenomen
toen de relevante stijl werd opgeslagen automatisch aan de CVP-209/207 toegevoegd.
Music Finder data is com-
patibel met zowel de CVP-
209 als de CVP-207.
OPM.
Beknopte Handleiding
Spelen en Oefenen met de Songs
36
Spelen en Oefenen met de Songs
Meespelen met de Clavinova
Probeer in dit gedeelte de song afspeelfuncties van de Clavinova te gebruiken om de rechterhandmelodie uit te
schakelen terwijl u deze partij zelf speelt. Het lijkt dan net of u door een getalenteerde, veelzijdige speelpartner
begeleid wordt terwijl u speelt. Heeft u de melodiepartij nog niet ingestudeerd, neem dan eens een kijkje in het
gedeelte “Uw Favoriete Muziekstukken Instuderen” op blz. 38 en oefen een tijdje.
1 - 4 Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Het Afspelen van Songs” op blz. 21 - 23.
5 Druk op de [TRACK 1] knop om de melodiepartij (rechterhand) uit te schakelen.
6 Als u wilt dat de noten op het scherm worden weergegeven terwijl u speelt, druk dan op de [C] knop. Wilt u
ook de song tekst zien, druk dan op de [B] knop.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op [DIRECT ACCESS] gevolgd door de [EXIT] knop.
7 Druk op de SONG [START/STOP] knop en speel de partij.
8 Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen.
Zie ook
blz. 74
Song-gerelateerde knoppen
TRACK 1
(R)
Druk, om de linkerhandpartij
uit te schakelen, op de
[TRACK 2] knop.
OPM.
A
E
D
C
B
Als de geselecteerde song
geen song tekst data bevat,
zal er geen tekst worden
weergegeven.
OPM.
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Spelen en Oefenen met de Songs
Beknopte Handleiding
37
Opnemen
Met de Clavinova kunt u ook snel en makkelijk opnemen. Probeer nu de Quick Record functie en leg uw spel vast.
1 - 3 Selecteer een voice voor de opname. Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Een Voice
Bespelen” op blz. 25, 26.
4 Druk gelijktijdig op de [REC] en [TOP] knoppen om “New Song” voor opname te selecteren.
5 Houdt de [REC] knop ingedrukt en druk op de [TRACK 1] knop.
6 De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
7 Druk, als u klaar bent met opnemen, op de [REC] knop.
8 Wilt u uw zojuist opgenomen spel beluisteren, zet de song dan terug op zijn
beginpunt met de [TOP] knop en druk op de SONG [START/STOP] knop.
9 Sla de opgenomen data indien nodig op een diskette op (blz. 39, 45).
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
REC
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC
De opgenomen data gaat
verloren als u het instrument
uitzet. Om uw belangrijke
opnames te behouden, dient
u ze op een User drive of dis-
kette op te slaan.
PAS OP
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Beknopte Handleiding
Spelen en Oefenen met de Songs
38
Uw Favoriete Muziekstukken Instuderen
De Clavinova heeft diverse zeer praktische mogelijkheden die u behulpzaam kunnen zijn
bij het instuderen van opgenomen songs. Hier gaat u de Follow Lights functie
uitproberen, waarbij de speciale Guide lampjes u helpen de juiste noten te spelen.
1 - 6 Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Met de Clavinova
Meespelen” op blz. 36.
In dit voor voorbeeld oefent u de rechterhandpartij van “Meespelen met
de Clavinova”.
7 Druk op de [GUIDE] knop.
8 Druk op de SONG [START/STOP] knop en oefen de ontbrekende (uitgeschakelde) part, op aanwijzing van
de Guide lampjes.
Als u wilt, kunt u het tempo wijzigen met behulp van de TEMPO[ ] [ ] knoppen.
9 U kunt de krachtige Repeat functie gebruiken om moeilijke partijen in te studeren. Specificeer gewoon een
korte frase waaraan u wilt werken en herhaal deze totdat u tevreden bent.
1) Druk, terwijl de song speelt, éénmaal op de [GUIDE] knop om de GUIDE functie uit te zetten.
2) Druk, vlak voordat de gewenste frase voorbijkomt, op de [REPEAT] knop om het beginpunt voor de
herhaling in te stellen.
3) Druk, direct na het einde van de frase, nogmaals op de [REPEAT] knop om het eindpunt in te stellen.
4) Zet de GUIDE functie opnieuw aan.
10
Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen.
Voordat U Gaat Oefenen
Speel, voordat u begint te
oefenen, de gehele song af
(zonder dat er partijen zijn
uitgeschakeld) en luister
oplettend. Hierdoor krijgt u
er een goede indruk van hoe
de song gespeeld dient te
worden, waardoor het instu-
deren soepeler zal ver-
lopen. Zet, als u alleen de
melodiepartij wilt horen, de
knoppen [TRACK 2] en
[EXTRA TRACKS] uit.
OPM.
GUIDE
TEMPO
RESET
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Zie blz. 79 en 137 voor meer
informatie over de Guide
functie.
OPM.
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
39
CVP-209/207
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
De CVP-209/207 maakt gebruik van een verscheidenheid aan data types, begeleidingsstijlen, songs en Registration
Memory instellingen. Veel van deze data is al voorgeprogrammeerd en in de CVP-209/207 aanwezig; met sommige
functies op het instrument kunt u ook zelf uw eigen data creëren en bewerken.
Al deze data wordt bewaard in afzonderlijke files — net als in een computer.
Hier zullen we u laten zien hoe de basisfuncties van de schermknoppen kunnen worden gebruikt voor het beheren en
organiseren van de data van de CVP-209/207 in files en mappen.
U kunt files openen, opslaan, een naam geven, verplaatsen of wissen in hun respectievelijke Open/Save schermen. U
kunt deze schermen selecteren afhankelijk van hun respectievelijke file types, zoals: Song, Voice, Stijl, etc. Bovendien
kunt u uw data efficiënt organiseren door een aantal files van hetzelfde type samen in één map te plaatsen.
De Open/Save schermen voor Song, Voice, Stijl, en Registratiebank kunnen worden opgeroepen vanuit het MAIN
scherm (het scherm dat verschijnt als het instrument wordt aangezet) door op de bijbehorende [A] - [J] knop te drukken.
A
E
D
C
B
F
J
I
H
G
De onderstaande Open/Save
schermtypes zijn ook beschikbaar;
deze worden echter niet vanuit het
MAIN scherm geselecteerd (blz. 151
).
SYSTEM SETUP
MIDI SETUP
USER EFFECT
MUSIC FINDER
MAIN PICTURE
LYRICS BACKGROUND PICTURE
(blz. 84)
Open/Save scherm voor Song (blz. 75)
beheert de song files.
Open/Save scherm voor Voice (blz. 55)
beheert de Voice files.
Open/Save scherm voor Stijl (blz. 60)
beheert de Stijl files.
Open/Save scherm voor Registratiebank (blz. 86)
beheert de Registratiebank files.
OPM.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-209/207
40
Voorbeeld — Open/Save scherm voor Voice
Elk Open/Save scherm bestaat uit PRESET, USER en FLOPPY DISK drive pagina’s.
BACK NEXT
De geselecteerde voice zelf (onbewerkt) kan ook in een file
worden opgeslagen in de USER of FLOPPY DISK drive.
PRESET drive
Hier worden de files bewaard die
voorgeprogrammeerd en intern
geïnstalleerd zijn in de CVP-209/
207. Preset files kunnen worden
geladen maar niet opnieuw wor-
den weggeschreven. U kunt een
preset file echter wel gebruiken
als basis om zelf uw eigen file te
creëren (die dan weer kan wor-
den opgeslagen in de USER of
FLOPPY DISK drive).
USER drive
Files die hier worden bewaard
zijn die welke uw eigen data be-
vatten, gecreëerd of bewerkt met
behulp van de vele functies van
de CVP-209/207. Ze worden in-
tern bewaard in de CVP-209/207.
FLOPPY DISK drive
U kunt uw eigen data ook op-
slaan op een diskette. Ook kan
hier commercieel verkrijgbare
software opgeroepen worden.
Natuurlijk zijn dergelijke files
uitsluitend beschikbaar wan-
neer de juiste diskette zich in
de disk drive bevindt.
File
Alle data, zowel voorgepro-
grammeerde als de door u
zelf gecreëerde, worden
bewaard als “files”.
Current Memory
“Current Memory” is de lokatie waarin de voice
wordt opgeroepen als u een voice selecteert. Ook is
dit de lokatie waar u uw voice bewerkt met behulp
van de SOUND CREATOR functie. Uw bewerkte
voice moet hierna als file worden opgeslagen in de
USER of FLOPPY DISK drive.
Roept de bovenste
directory pagina op.
In dit voorbeeld kan
de voice map selec-
tiepagina worden
opgeroepen.
Om van drive te veran-
deren: PRESET, USER
en FLOPPY DISK.
OPM.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
41
CVP-209/207
Selecteer een file in het scherm. In dit voorbeeld zullen we een voice file selecteren.
Druk allereerst op de VOICE [PIANO & HARPSI] knop om het scherm op te roepen dat de files bevat.
Dit (“Open/Save” scherm) is een typisch voorbeeld van een scherm dat wordt gebruikt om files op te roepen en op te slaan (voice files).
De CVP-209/207 beschikt al over vele voices in het PRESET gedeelte. U kunt uw eigen voices die zijn gecreëerd met de SOUND
CREATOR functie opslaan in de USER of FLOPPY DISK sectie.
Het Selecteren van Files en Mappen
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
BACK NEXT
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
DATA
ENTRY
ENTER
END
1
Selecteer “PRESET”, “USER” of
“FLOPPY DISK” met de
[BACK][NEXT] knop.
2
Gebruik de [1] - [7] knoppen
om pagina’s "om te slaan".
Wanneer het aantal beschikbare les of
mappen de tien overschrijdt, verandert het
scherm, zoals hieronder.
Druk op Next
Druk op Prev. (vorige)
3
Selecteer de file/map.
Er zijn twee manieren om de le/
map te selecteren:
Druk op de [A] - [J] knop.
Druk op de (letter)knop die hoort bij
de le/map die u wilt oproepen. (In
het voorbeeldscherm, hieronder,
worden de voice les getoond.)
Gebruik de [DATA ENTRY] en
[ENTER] knop.
Als u aan de [DATA ENTRY knop
draait, wordt één voor één een an-
dere beschikbare le/map geaccen-
tueerd. Accentueer de gewenste le
of map (in het bovenstaande voor-
beeld worden voice les getoond) en
druk op de [ENTER] knop om het
geselecteerde item op te roepen.
Dubbelklikken op de juiste [A] - [J]
knop roept de bijbehorende le op,
waarna u terugkeert naar het MAIN
scherm.
OPM.
Door het accentueren van de
gewenste le en te dubbelklikken op
de [ENTER] knop roept u de
betreffende le op en keert u terug
naar het MAIN scherm.
OPM.
Druk op de [EXIT] knop om terug te keren naar het MAIN scherm.
Door op de [EXIT] knop te drukken kunt u ook naar het vorige scherm terugkeren.
Als JAPANESE als Language
(taal) parameter (blz. 50, 151)
geselecteerd is en u verandert dit in
één van de westerse talen, zullen
ook de kanji en kana karakters van
le namen die zijn opgeslagen in de
disk drive, veranderen in westerse
karakters. In het tegenovergestelde
geval, zullen speciale Latin
karakters en hun toevoegingen
veran-deren in normale karakters.
Daarbij zal in het geval van diskette
data, tekst in de les worden veran-
derd in karakters die niet door het
instrument kunnen worden gelezen.
Houd in gedachte dat dergelijke
problemen ook kunnen voorkomen
als u toegang probeert te verkrijgen
tot les die zijn gecreëerd of be-
werkt door een computer met een
besturingssysteem in een andere
taal. Wees dus voorzichtig met het
omschakelen naar een andere taal
u loopt het risico dat u geen
toegang tot uw data meer heeft.
OPM.
Hoe u kleine pop-up vensters kunt
verlaten
Door op de [EXIT] knop te drukken
kunt u ook kleine pop-up vensters
(zoals in de illustratie hiernaast)
verlaten.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-209/207
42
Files/Mappen een Naam Geven
U kunt files en mappen een naam geven. Elke file/map in de secties USER en FLOPPY DISK kunt u een naam geven of
deze wijzigen. Voer de volgende stappen uit als er zich data in de User drive bevindt, als er Preset files/mappen zijn die
u een nieuwe naam wilt geven, van te voren wilt kopiëren, (blz. 44) en wilt gebruiken als User files/mappen.
File/Map-gerelateerde Procedures
END
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
1
Druk op de [1] (NAME) knop.
Het NAME scherm verschijnt.
2
Selecteer de gewenste file/map en druk op de [7] (OK) knop.
De momenteel geselecteerde le/map wordt geaccentueerd. Druk, om een andere le/map
te selecteren, op één van de [A] - [J] knoppen.
Een le/mapnaam kan
maximaal 25 letters van
halve grootte (of 25
Hiragana en kanji letters)
bevatten, inclusief de icoon
ID (zie opmerking hieronder)
en de extensie.
OPM.
De le naam verschijnt als
volgt op uw computer. Als u
de Icoon ID of de extensie
zou wijzigen, kan er een
andere icoon verschijnen, of
de le wordt wellicht niet
correct herkend.
ABCDE.S002.MID
File ID Icoon ID
Extensie
OPM.
Voer de nieuwe naam in (blz. 46).
Druk op de [8] (OK) knop. Druk, om te
annuleren, op de [8] (CANCEL) knop.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
43
CVP-209/207
Files/Mappen Verplaatsen
U kunt files en mappen naar wens verplaatsen om uw data te organiseren. Elke file/map in de secties USER en FLOPPY
DISK kan worden verplaatst met de hieronder beschreven knip-en-plakhandeling.
END
1
Druk op de [2] (CUT) knop.
Het CUT scherm verschijnt.
2
Selecteer de file/map die u wilt verplaatsen.
Selecteer de gewenste le/map en druk op de [7] (OK) knop.
De momenteel geselecteerde le/map wordt geaccentueerd. Druk, om een andere le/map te
selecteren, op één van de [A] - [J] knoppen.
Er kunnen verscheidene les/mappen tegelijk worden geselecteerd, zelfs van andere paginas.
Druk, om de selectie ongedaan te maken, nogmaals op de knop van de geselecteerde le/map.
Druk op de [6] (All) knop om alle les/mappen in de weergegeven pagina te selecteren (USER/
FLOPPY DISK). Als de [6] (All) knop wordt ingedrukt, verandert de [6] knop in “ALL OFF”
waarmee de selectie kan worden geannuleerd.
3
Druk op de [7] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8] (CANCEL) knop.
Deze handeling kan niet wor-
den gebruikt om een le/map
van de ene diskette naar een
andere te verplaatsen. Als u
dit wilt, knip (cut) en plak
(paste) de le of map van de
eerste diskette dan naar de
USER pagina, verander dan
van disk en plak (paste) hem
vervolgens in de FLOPPY
DISK pagina.
OPM.
Alle les/mappen op een dis-
kette kunnen in één beweging
naar een andere diskette
worden gekopieerd (blz. 150).
OPM.
4
Roep het bestemmingsscherm op.
Als bestemming kunnen uitsluitend de USER en FLOPPY DISK paginas worden geselecteerd.
Druk op de [4] (PASTE) knop.
De le/map die u heeft geknipt is nu op de bestemming geplakt.
Na het plakken worden de
les automatisch opnieuw
alfabetisch gerangschikt en
weergegeven.
OPM.
Omtrent files/mappen op
een diskette
In de FLOPPY DISK pagi-
nas van het Open/Save
scherm, kunnen uitsluitend
les worden beheerd die in
dat scherm zichtbaar zijn
hoewel een map op een
diskette verschillende soor-
ten les kan bevatten.
In het geval van een knip-en-
plakhandeling van een map
(voor diskette), kan ineens
een hele map worden ge-
knipt; hoewel, alleen de spe-
cieke les die in het Open/
Save scherm kunnen wor-
den herkend zullen worden
geplakt.
OPM.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-209/207
44
Files/Mappen Kopiëren
Om uw data te organiseren kunt u naar wens ook files en mappen kopiëren. Met de hieronder beschreven knip-en-
plakhandeling kan elke file/map in de secties PRESET, USER en FLOPPY DISK worden gekopieerd.
Files/Mappen Wissen
Om uw data te organiseren kunt u naar wens ook files en mappen wissen. Met de hieronder beschreven handeling kan
elke file/map in de secties USER en FLOPPY DISK worden gewist.
END
1
Druk op de [3] (COPY) knop.
Het COPY scherm verschijnt.
2
Selecteer de gewenste file/
map.
Selecteer de gewenste le/map en
druk op de [7](OK) knop. De mo-
menteel geselecteerde le/map
wordt geaccentueerd. Druk, om een
andere le/map te selecteren, op
één van de [A] - [J] knoppen. Er
kunnen verscheidene les/mappen
tegelijk worden geselecteerd, zelfs
van andere paginas. Druk, om de
selectie ongedaan te maken, nog-
maals op de knop van de geselec-
teerde le/map. Druk op de [6]
(All) knop om alle les/mappen in
de weergegeven pagina te selec-
teren (PRESET/USER/FLOPPY
DISK). Als de [6] (All) knop wordt
ingedrukt, verandert de [6] knop
in ALL OFF, waarmee de selectie
kan worden geannuleerd.
3
Druk op de [7] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8]
(CANCEL) knop.
Deze handeling kan niet wor-
den gebruikt om een le/map
van de ene diskette naar een
andere te kopiëren. Als u dit
wilt, kopieer (copy) en plak
(paste) de le of map van de
eerste diskette dan naar de
USER pagina, verander dan
van disk en plak (paste) hem
vervolgens in de FLOPPY
DISK pagina.
OPM.
4
Roep het bestemmingsscherm op.
Als bestemming kunnen uitsluitend de USER en
FLOPPY DISK paginas worden geselecteerd.
Druk op de [4] (PASTE) knop.
De le/map die u heeft gekopieerd is nu op de bestemming
geplakt.
END
1
Druk op de [5] (DELETE) knop.
Het DELETE scherm verschijnt.
2
Selecteer de gewenste file/map.
Selecteer de gewenste le/map en druk op de [7](OK)
knop.
De momenteel geselecteerde le/map wordt geaccen-
tueerd. Druk, om een andere le/map te selecteren, op
één van de [A] - [J] knoppen.
Er kunnen verscheidene les/mappen tegelijk worden
geselecteerd, zelfs van andere paginas. Druk, om de
selectie ongedaan te maken, nogmaals op de knop van
de geselecteerde le/map.
Druk op de [6] (ALL) knop om alle les/mappen in de
weergegeven pagina te selecteren (USER/FLOPPY
DISK). Als de [6] (ALL) knop wordt ingedrukt, veran-
dert de [6] knop in ALL OFF, waarmee de selectie
kan worden geannuleerd.
Druk op de [7] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8]
(CANCEL) knop.
De vraag: “Are you sure you want to delete the
“******” file (or data/folder)?YES/NO” verschijnt.
YES ..........Wist het geaccentueerde item.
NO............Haalt deze vraag van het scherm, zonder
iets te wissen.
Als er meerdere les worden geselecteerd, verschijnt
de vraag: “Are you sure you want to delete the
“******” file (or data/folder)? YES/YES ALL/NO/
CANCEL
YES/NO...... Wist het geaccentueerde item (YES), of
slaat het geaccentueerde item over zonder
deze te wissen (NO).
YES ALL .... Wist alle geselecteerde items tegelijk.
CANCEL .... Haalt deze vraag van het scherm, zonder
iets te wissen.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
45
CVP-209/207
Files Opslaan
Met deze handeling kunt u uw belangrijke data opslaan in files. Files kunnen uitsluitend
worden bewaard in de USER en FLOPPY DISK secties.
Files Organiseren door het Creëren van een Nieuwe Map
Via deze handeling kunt u uw files sorteren in categorieën door voor iedere categorie een
nieuwe map te creëren. Mappen kunnen uitsluitend worden gecreëerd in de secties USER
en FLOPPY DISK.
Het Weergeven van Bovenste Pagina’s
Druk op de [8] (UP) knop om de bovenste pagina’s op te roepen. U kunt hiermee bijvoorbeeld de mapniveau-
pagina’s van de file niveau pagina’s oproepen.
Het Ingeven van Tekens en het Wijzigen van Iconen
De interne geheugencapaciteit
van de Clavinova is ongeveer
3,3MB. De geheugencapaciteit
voor 2DD en 2HD diskettes is
respectievelijk ongeveer 720KB
en 1,44MB. Als u data in deze
lokaties opslaat, worden alle le
types van de Clavinova (Voice,
Stijl, Song, Registration, etc.) bij
elkaar bewaard.
OPM.
De les van commercieel
verkrijgbare DOC software
en Yamaha Disklavier
software en hun op de CVP-
209/207 bewerkte les, kun-
nen worden opgeslagen in
de USER pagina, maar kun-
nen niet naar een diskette
worden gekopieerd.
OPM.
Map directories kunnen uit
maximaal vier niveaus
bestaan.
Het maximum aantal les en
mappen die kunnen worden
opgeslagen is 3.200, maar
dit hangt af van de lengte
van de le namen.
Het maximum aantal les
dat een map kan bevatten
bedraagt 250.
OPM.
Voer een naam in voor de nieuwe file (blz. 46).
Druk op de [8] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren,
op de [8] (CANCEL) knop.
1
Druk op de [6]
(SAVE) knop.
Voer de naam in van de nieuwe map (blz. 46).
1
Roep de pagina op
waarin u een nieuwe
map wilt creëren en
druk op de [7]
(NEW) knop.
Druk op de [8] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren,
op de [8] (CANCEL) knop.
Als u Japanese als Language (taal) selecteert
in het FUNCTION scherm (blz. 151), dan kun-
nen de volgende verschillende karaktertypes
en groottes worden ingegeven:
(kana-kan)
Hiragana en kanji, symbolen (normale grootte)
(kana)
Katakana (normale grootte), symbolen (groot)
(kana)
Katakana (halve grootte), symbolen (halve grootte)
A B C Alfabet (hoofdletters en kleine letters, groot), cijfers (groot), symbolen (groot)
ABC Alfabet (hoofdletters en kleine letters, halve grootte), cijfers (halve grootte), symbolen
(halve grootte)
Als u een andere taal dan Japanese heeft geselecteerd in het FUNCTION scherm (blz. 151),
dan zijn de volgende verschillende karaktertypes beschikbaar:
CASE Alfabet (hoofdletters, halve grootte), cijfers (halve grootte), symbolen (halve grootte)
case Alfabet (kleine letters, halve grootte), cijfers (halve grootte), symbolen (halve grootte)
Wijzig het karaktertype met de [1] knop.
Roep het ICON SELECT scherm op door op
de [1] knop te drukken. Hiermee kunt u de
icoon links van de le naam wijzigen.
1
Druk op de
[1] (NAME),
[6] (SAVE), of
[7] (NEW) knop.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-209/207
46
Het Ingeven van Karakters
De instructies die nu volgen tonen u hoe u karakters kunt ingeven om uw files en mappen een naam te geven. De
methode lijkt veel op het invoeren van namen in uw mobiele telefoon.
1
Verplaats de cursor naar de gewenste positie met de [DATA ENTRY] knop.
2
Druk op de juiste knop: [2] - [7] en [2]- [6], behorend bij het karakter dat u wenst in te geven. Er zijn
aan iedere knop diverse karakters toegewezen en deze wisselen elkaar beurtelings af, telkens als u opnieuw op de
knop drukt. Verplaats, om het geselecteerde karakter daadwerkelijk in te geven, de cursor of druk op een andere
letter-ingeefknop.
Zet, als u een foutief karakter heeft ingegeven, de cursor op het karakter dat u wilt wissen en druk op de [7]
(DELETE) knop. Als u alle karakters van een regel in één keer wilt wissen, houd dan de [7] (DELETE) knop een
tijdje ingedrukt, of druk op de [8] (CANCEL) knop. Als de cursor in een diapositief scherm (geaccentueerd)
staat, dan wordt alleen het geaccentueerde gebied gewist.
3
Druk, om de nieuwe naam daadwerkelijk in te voeren op de [8] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8] (CANCEL) knop.
Het Converteren naar Kanji (Japanse taal)
Dit is alleen van toepassing als u de “ (kana-kan)” knop (in het Japans) gebruikt.
Bij het ingeven van “hiragana” worden karakters in een diapositief (geaccentueerd)
scherm weergegeven, druk één of meermalen op de [ENTER] knop om de karakters te
converteren naar de juiste kanji. Het diapositieve gebied kan worden veranderd door
de [DATA ENTRY] knop. Het geconverteerde gebied kan worden terug veranderd in
“hiragana” door de [7] (DELETE) knop. Het diapositieve gebied kan in één keer
worden gewist met de [8] (CANCEL) knop. Druk, om de wijziging te bevestigen op
de [8] (OK) knop of geef het volgende karakter in. Druk, om de “hiragana” zelf in te
geven (zonder deze te converteren), op de [8] (OK) knop.
Het ingeven van speciale karaktertoevoegingen (umlaut, accent, Japanse ” en ”)
Selecteer een karakter waaraan een karaktertoevoeging moet worden toegevoegd en druk op de [6] knop (voordat
het karakter daadwerkelijk is ingegeven).
Het ingeven van diverse karakters (symbolen)
U kunt deze lijst oproepen door op de [6] knop te drukken nadat een karakter
daadwerkelijk is ingegeven.
Verplaats de cursor met de [DATA ENTRY] knop naar het gewenste
symbool, en druk op de [8] (OK) of [ENTER] knop.
Het ingeven van cijfers
Maak eerst een keuze uit: “A B C” (alfabet met grote letters), “ABC” “CASE”
(hoofdletteralfabet halve grootte) en “case” (kleine letteralfabet, halve grootte). Houd
vervolgens de juiste knop een tijdje ingedrukt: [2] - [7] en [2] - [5] of druk er
herhaaldelijk op totdat het gewenste cijfer is geselecteerd.
De volgende symbolen van
halve grootte kunnen niet
worden gebruikt in les en
mappen:
¥ \ / : * ? < > |
OPM.
In het geval van karakters
die niet vergezeld gaan van
speciale karaktertoevoeging-
en (met uitzondering van
kana-kan en katakana halve
grootte), kunt u de karakter-
toevoegingen oproepen door
op de [6] knop te drukken
nadat u het karakter heeft
geselecteerd (maar voordat
deze daadwerkelijk is inge-
geven).
OPM.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
47
CVP-209/207
Het veranderen van de Icoon
U kunt de icoon die links van de file
naam verschijnt ook wijzigen.
Roep het ICON SELECT scherm op
door op de [1] (ICON) knop te
drukken vanuit het karakteringeef-
scherm (blz. 46).
Selecteer de gewenste icoon met de
[A] - [J] knoppen, of met de [3▲▼] -
[5▲▼] knoppen, bevestig vervolgens
de geselecteerde icoon door op de
[8] (OK) knop te drukken.
Deze handige knop maakt het u gemakkelijker om items in het scherm te selecteren of om parameterwaardes te
wijzigen. De actuele functie van de [DATA ENTRY] knop is afhankelijk van het geselecteerde scherm.
Waardes wijzigen
U kunt de parameterwaardes wijzigen
door aan de [DATA ENTRY] knop te
draaien. In het voorbeeldscherm
[BALANCE] zal het draaien aan deze
knop het volume regelen van de
diapositieve (geaccentueerde) part in
het scherm. Selecteer, om het volume
van een andere part te regelen, deze
part eerst door op de [
▲▼] knop te
drukken die bij deze part hoort, draai
hierna aan de [DATA ENTRY] knop.
Items selecteren
U kunt een gewenst item of een
functie in het scherm selecteren door
aan de [DATA ENTRY] knop te
draaien. Het geselecteerde item kan
hierna worden opgeroepen of uitge-
voerd met de [ENTER] knop.
In het voorbeeldscherm VOICE kunt u
de gewenste voice file selecteren met
de [DATA ENTRY] knop en het gese-
lecteerde item oproepen met de
[ENTER] knop op het bedienings-
paneel.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
BACK NEXT
H
G
Annuleert de icoonselectiehandeling.
Slaat paginas
om voor de
icoonselectie.
Bevestigt de
geselecteerde icoon.
Het Gebruik van de [DATA ENTRY] Knop
DATA
ENTRY
ENTER
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-209/207
48
Met de handige Direct Access functie, kunt u de gewenste schermpagina rechtstreeks oproepen — door het drukken op
slechts één extra knop. Druk op de [DIRECT ACCESS] knop waarna er een schermmededeling verschijnt die u vraagt
om op de juiste knop te drukken. Druk vervolgens op de knop die bij het gewenste instellingenscherm hoort om dit
rechtstreeks op te roepen. In het voorbeeld hieronder, wordt Direct Access gebruikt om het scherm voor het selecteren
van de Chord Fingering (Akkoordvingerzettingsmethode) (blz. 139) op te roepen.
Zie ook het Direct Access Overzicht (blz. 49) voor een lijst van alle schermen die met de
Direct Access functie kunnen worden opgeroepen.
Direct Access — Rechtstreekse Selectie van Schermpagina’s
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
DIRECT ACCESS
ACMP
DIRECT ACCESS
Hier volgt een handige
manier om vanuit elk ander
scherm naar het MAIN
scherm terug te keren:
Druk gewoon op de
[DIRECT ACCESS] knop,
daarna op de [EXIT] knop.
OPM.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
49
CVP-209/207
Direct Access Overzicht
Procedure: [DIRECT ACCESS] knop + knop hieronder Bijbehorend LCD scherm en functie Zie blz.
STYLE [ACMP] FUNCTION CHORD FINGERING FINGERING TYPE selectie 139
[BREAK]
MIXING CONSOLE (STYLE
PAR T)
VOLUME/VOICE
VOICE instellingen
121[INTRO] PANPOT instellingen
MAIN [A] VOLUME instellingen
MAIN [B]
FILTER
HARMONIC CONTENT instellingen
122
MAIN [C] BRIGHTNESS instellingen
MAIN [D]
EFFECT
REVERB instellingen
123[ENDING] CHORUS instellingen
[AUTO FILL IN] DSP instellingen
[OTS LINK]
FUNCTION STYLE SETTING/SPLIT POINT 138
[SYNC. STOP] SYNC. STOP WINDOW instelling
[SYNC. START]
[START/STOP]
SONG [TRACK1]
FUNCTION SONG SETTING
TRACK1 CHANNEL selectie
137
[TRACK2] TRACK2 CHANNEL selectie
[EXTRA TRACKS]
[REPEAT]
[GUIDE] GUIDE MODE selectie
[REC]
[TOP]
[START/STOP]
[REW]
[FF]
METRONOME [START/STOP]
FUNCTION
UTILITY
METRONOME instellingen
148[FADE IN/OUT] FADE IN/OUT instellingen
TEMPO [TAP TEMPO] TAP instellingen
[]
MIDI MIDI CLOCK instelling 146
[]
TRANSPOSE [ ] CONTROLLER TRANSPOSE toewijzing 141
[] MIXING CONSOLE TUNE TRANSPOSE instellingen 122
MENU [DEMO]
FUNCTION
UTILITY
LANGUAGE (taal) selectie 151
[HELP] LCD BRIGHTNESS instellingen 149
[FUNCTION] MIDI MIDI instellingen 145
DIGITAL STUDIO [SOUND CREATOR]
MASTER TUNE/SCALE TUNE
MASTER TUNING instelling
135
[DIGITAL RECORDING] SCALE TUNING instelling
[MIXING CONSOLE] MIXING CONSOLE EQ instellingen 125
[BALANCE]
MIXING CONSOLE (SONG
PAR T)
VOLUME/VOICE
VOLUME instellingen
121
[CHANNEL ON/OFF] VOICE instellingen
[DIRECT ACCESS] De Direct Access mode verlaten
[NEXT]
[BACK]
[ENTER]
[EXIT] Terugkeren naar het MAIN scherm
VOICE PART [LAYER]
MIXING CONSOLE
TUNE OCTAVE instellingen 122
[LEFT]
VOICE EFFECT [REVERB]
EFFECT
REVERB instellingen
123[DSP] DSP instellingen
[VARIATION] EFFECT TYPE selectie
[HARMONY/ECHO] FUNCTION HARMONY/ECHO 143
[MONO] MIXING CONSOLE TUNE PORTAMENTO TIME instellingen 122
[LEFT HOLD]
FUNCTION
STYLE SETTING/SPLIT POINT SPLIT POINT (LEFT) instelling 138
VOICE [PIANO & HARPSI]
VOICE SET 143
[E.PIANO]
[ORGAN & ACCORDION]
[PERCUSSION]
[GUITAR]
[BASS]
[BRASS]
[WOODWIND]
[STRINGS]
[CHOIR & PAD]
[SYNTH.]
[XG]
[USER]
ORGAN FLUTES MIXING CONSOLE EQ instellingen 125
[MUSIC FINDER] MUSIC FINDER MUSIC FINDER SEARCH1 (Bestanden zoeken) 71
ONE TOUCH SETTING [1]
[2]
[3]
[4]
MIC. [VOCAL HARMONY] MIXING CONSOLE EFFECT MIC. REVERB instelling 123
[TALK] MIC. SETTING TALK SETTING 132
[EFFECT] MIXING CONSOLE EFFECT MIC. DSP instelling 123
[VH TYPE SELECT] VOCAL HARMONY VOCAL HARMONY EDIT (Het bewerken van de VOCAL HARMONY parameters) 128
[MIC. SETTING] MIXING CONSOLE EFFECT MIC. EFFECT TYPE selectie 123
[PIANO]
FUNCTION
CONTROLLER
KEYBOARD TOUCH selectie
141
REGISTRATION MEMORY [FREEZE] FREEZE 142
[1]
REGISTRATION BANK REGISTRATION EDIT (Registratiegeheugens bewerken) 86
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[MEMORY]
FUNCTION
REGISTRATION SEQUENCE (De REGISTRATION SEQUENCE creëren) 142
PEDAL RIGHT
CONTROLLER
RIGHT PEDAL functietoewijzing
139
CENTER CENTER PEDAL functietoewijzing
LEFT LEFT PEDAL functietoewijzing
AUX AUX PEDAL functietoewijzing
E
E
E
E
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-209/207
50
De Helpmededelingen geven uitleg aan, en beschrijvingen van, alle belangrijke functies en mogelijkheden van de CVP-209/207.
Helpmededelingen
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
HELP
12345678
BACK NEXT
DATA
ENTRY
ENTER
EXIT
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2-1 Selecteer het gewenste
Helponderwerp.
2-2 Roep het
onderwerp op.
Selecteer indien nodig een andere taal (Language). De
hier geselecteerde taal wordt ook gebruikt voor de tijdens
procedures verschijnende Schermmededelingen.
Helpmededelingen kunnen verschij-
nen in één van de volgende talen:
ENGLISH (Engels)
JAPANESE (Japans)
GERMAN (Duits)
FRENCH (Frans)
SPANISH (Spaans)
ITALIAN (Italiaans)
OPM.
Gebruik deze om andere
paginas te selecteren.
Helpmededelingen bieden ook de mogelijkheid om koppelingen te maken met de
gedetailleerde uitleg of met het instellingenscherm van het geselecteerde onderwerp.
Selecteer gewoon het geaccentueerde woord (met de [DATA ENTRY] knop), en druk op
de [ENTER] knop om naar de gedetailleerde uitleg of naar het instellingenscherm van het
geselecteerde onderwerp te springen.
3
Selecteer deze om
terug te keren naar
het vorige scherm.
END
1
De taal kan ook worden geselec-
teerd in het FUNCTION
LANGUAGE (blz. 151) scherm.
2
Als JAPANESE als Language (taal)
parameter geselecteerd is en u ver-
andert dit in één van de westerse
talen, zullen ook de kanji en kana
karakters, in le namen die zijn opge-
slagen in de disk drive, veranderen in
westerse karakters. In het tegenover-
gestelde geval, zullen speciale Latin
karakters en hun toevoegingen ver-
anderen in normale karakters.
Daarbij zal in het geval van diskette
data, tekst in de les worden veran-
derd in karakters die niet door het
instrument kunnen worden gelezen.
Houd in gedachte dat dergelijke pro-
blemen ook kunnen voorkomen als u
toegang probeert te verkrijgen tot
les die zijn gecreëerd of bewerkt
door een computer met een bestu-
ringssysteem in een andere taal.
Wees dus voorzichtig met het om-
schakelen naar een andere taal u
loopt het risico dat u geen toegang
tot uw data meer heeft.
OPM.
OPM.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
51
CVP-209/207
De metronoom geeft een tikkend geluid, waaraan u een betrouwbare tempoleidraad heeft voor bij het oefenen, of
gewoon om even te horen hoe een bepaald tempo klinkt.
De metronoom start als u op de METRONOME [START/STOP]
knop drukt.
Regel het tempo met de TEMPO[ ] [ ] knoppen (zie hieronder).
Druk, om de metronoom te stoppen, nogmaals op de [START/STOP] knop.
Dit gedeelte zal u tonen hoe u het afspeeltempo kunt instellen — wat niet alleen invloed heeft op de metronoom, maar
ook op het afspelen van songs of begeleidingsstijlen.
Het Gebruik van de Metronoom
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
METRONOME
START STOP
Het geluid, het volumeniveau
en de beat (maatsoort) van
de metronoom kunnen alle-
maal worden gewijzigd (blz.
148).
OPM.
Het Tempo Instellen
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
Songs en begeleidingsstijlen
hebben allemaal een eigen
standaard (aanvangs)tempo-
instelling, die het beste past
bij de song/stijl.
OPM.
TEMPO
RESET
TAP TEMPO
EXIT
Druk op de TEMPO [ ]
of [] knop.
Stel het tempo in met de TEMPO [ ] [ ] knoppen
of met de [DATA ENTRY] knop.
Het getal in het scherm geeft het aantal kwartnoten
per minuut aan. Het instelbereik ligt tussen 5 en
500. Hoe hoger de waarde, hoe sneller het tempo.
Als u het tempo wijzigt, worden zowel het tempo
van de song als dat van de stijl op dezelfde tempo-
snelheid ingesteld. Druk, om hun respectievelijke
standaard (aanvangs)tempo-instellingen terug te
zetten, gelijktijdig op beide TEMPO [ ] [ ]
knoppen. Zie ook Tempo-indicaties MAIN
Scherm (blz. 52) voor meer informatie over tempo.
1 2
Selecteer deze
om het TEMPO
scherm te sluiten.
END
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-209/207
52
Tap Tempo
Met deze handige functie kunt u het tempo intikken voor een song of begeleidingsstijl. Tik
gewoon in het gewenste tempo op de [TAP TEMPO] knop en het tempo van de song of
begeleidingsstijl staat al ingesteld.
Tempo-indicaties — MAIN Scherm
Er zijn drie verschillende tempo-indicaties in het MAIN scherm, zoals u hieronder
kunt zien.
Als u op de [TAP TEMPO]
knop tikt hoort u een tikkend
geluid. U kunt dit geluid ver-
anderen, indien gewenst
(blz. 149).
U kunt Tap Tempo ook
gebruiken om de song of
begeleidingsstijl automatisch
in het gewenste tempo te
starten. Tik, terwijl zowel de
song als de begeleidingsstijl
is gestopt, enkele malen op
de [TAP TEMPO] knop en
de geselecteerde begelei-
dingsstijl start automatisch in
het door u ingetikte tempo.
Terwijl Sync. Start standby
(blz. 61, 75) staat voor een
song, zal het tikken op de
[TAP TEMPO] knop de song
op dezelfde manier starten.
Tik voor songs en stijlen vier
maal voor de maatsoorten
2/4 en 4/4, drie maal voor
3/4 maat en vijf maal voor
5/4 maat.
OPM.
OPM.
TEMPO
RESET
TAP TEMPO
Tik twee maal op de [TAP TEMPO]
knop om het tempo te wijzigen.
1
Speel de song of de
begeleidingsstijl af
(blz. 60, 75).
2
Geeft de standaard
(aanvangs)tempo-instelling aan voor
de momenteel geselecteerde song.
Geeft het actuele tempo aan voor de
geselecteerde song, begeleidingsstijl
of metronoom, die momenteel
afspeelt. Op momenten dat geen van
deze afspelen (gestopt),
wordt hier
het tempo van de geselecteerde stijl
aangegeven. Als er een song en een
stijl tegelijk worden afgespeeld, wordt
het tempo van de stijl automatisch
aan het tempo van de song aange-
past en hier aangegeven. Dit tempo
wordt ook gebruikt voor het opnemen
van een song of een begeleidingsstijl.
Geeft de standaard (aanvangs)-
tempo-instelling aan voor de
momenteel geselecteerde bege-
leidingsstijl.
53
CVP-209/207
Referentie
Het Afspelen van de Demo’s
De CVP-209/207 is een bijzonder veelzijdig en geavanceerd instrument met een grote verscheidenheid aan dyna-
mische voices en ritmes, plus enorm veel functies. Drie verschillende soorten Demo songs zijn speciaal bedoeld om
u een impressie te geven van het indrukwekkende geluid en de vele mogelijkheden van de CVP-209/207.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START ⁄ STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING ⁄ rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN ⁄ OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON ⁄OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START ⁄ STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
START ⁄ STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON ⁄OFF
HARMONY ⁄ ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
BACK NEXT
H
G
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2-3 Druk tweemaal op één van deze
knoppen — éénmaal om de
gewenste demo te selecteren en
nogmaals om hem te starten.
2-2 Gebruik deze om andere
schermpagina’s te
selecteren.
Druk hierop om alle Demo songs/items doorlopend af te spelen, te
beginnen bij het eerste item links bovenaan in het scherm. Deze functie is
beschikbaar vanuit de FUNCTION pagina.
Alle beschikbare demos worden in volgorde afgespeeld, te beginnen bij het
item links bovenaan. De VOICE en STYLE paginas hebben geen [AUTO]
knop; alle demo songs worden echter in volgorde afgespeeld.
Door op deze knop te drukken worden de interactieve mogelijkheden van de
Function Demos geannuleerd (overigens beschikbaar in stap 3 hieronder).
2-1 Gebruik de [BACK][NEXT] knoppen om de gewenste Demo categorie te selecteren.
Function Demo’s....... Deze demonstreren veel van de functies van de CVP-209/207.
Voice Demo’s ............ Deze laten u horen hoe de voices van de CVP-209/207 klinken.
Style Demo’s ............. Deze laten u kennis maken met de ritmes en begeleidingsstijlen van de CVP-209/207.
1
Door op de [DEMO] knop
te drukken spelen de
Demo songs automatisch
af in willekeurige volgorde.
2
Het Afspelen van de Demo’s
CVP-209/207
54
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
EXIT
4
In het scherm wordt relevante uitleg gegeven.
END
Keer terug naar het MAIN scherm.
F
J
I
BACK NEXT
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
DATA
ENTRY
ENTER
12345678
Dit voorbeeld toont de Voices in de
FUNCTION demo.
3
Er verschijnt een introductiescherm voor de Function demo’s en de Demo
begint af te spelen.
Selecteer het gewenste woord of item met gebruik van de [DATA ENTRY] knop,
druk vervolgens op de [ENTER] knop of op één van de nummerknoppen
([1],[2],etc.) om dit op te roepen.
Gebruik de [BACK][NEXT]
knoppen in het introductie-
scherm om de vorige of vol-
gende pagina op te roepen.
Druk op de SONG [START/
STOP] knop om de Demo
song te stoppen. Druk, om
de Demo opnieuw te star-
ten bij het punt waar hij
werd gestopt, nogmaals op
de SONG [START/STOP]
knop.
Ook bij Demo songs kan
worden terug- en vooruit-
gespoeld (blz. 77).
OPM.
OPM.
55
CVP-209/207
Voices
De CVP-209/207 heeft een enorm aantal authentieke voices, met inbegrip van toetseninstrumenten, strijkers en blazers
— en nog veel meer.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
VOICE
Het Selecteren van een Voice
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
VOICE
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
BACK NEXT
H
G
END
EXIT
1
Selecteer
de gewen-
ste voice
groep.
2-3 Selecteer de voice.
2-1 Selecteer de geheugenlokatie van de
voice (PRESET/USER/FLOPPY DISK).
Druk hierop om de Demo
voor de geselecteerde
voice te starten. U kunt
de Demo op elk moment
stoppen, door opnieuw op
deze knop te drukken.
Druk hierop om het scherm op te roepen
waarin u de voice groep kunt selecteren.
Geeft aan dat het scherm
bedoeld is voor het selecteren
van de MAIN voice (blz. 25).
2-2 Selecteert de
verschillende
pagina’s in de
huidige voice
groep.
3
Bespeel het toetsenbord om de
geselecteerde voice te horen.
Druk hierop om naar
het MAIN scherm
terug te keren.
Als u een voice groep selec-
teert, dan wordt de laatst ge-
selecteerde voice automatisch
opnieuw geselecteerd.
Het automatisch selecteren
van een voice selecteert
tevens de meest geschikte
effect- en andere instellingen
voor die specifieke voice. U
kunt dit ook uitschakelen zo-
dat dergelijke instellingen niet
automatisch worden geselec-
teerd (blz. 143).
U kunt ook instellen in welke
mate het volume van de voice op
verschillende aanslagsterktes zal
reageren (blz. 141).
Voor een overzicht van alle
beschikbare voices, zie de
aparte Data List.
U kunt instellen of de voice
bank en program change
nummers (“MSB-LSB-
Program Change number”,
rechtsboven de voice naam)
zal worden weergeven of niet
(blz. 149).
XG is een sterke uitbreiding
van het GM System Level 1
format, en is speciaal ontwik-
keld door Yamaha om in meer
voices en variaties te voor-
zien, alsook in een meer ex-
pressieve controle over de
voices en effecten, en om data
compatibiliteit te waarborgen
tot in de verre toekomst.
2
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
Voices
CVP-209/207
56
De PIANO Knop
Deze handige, gemakkelijk te gebruiken functie stelt automatisch de gehele CVP-209/207 optimaal in om er piano op
te kunnen spelen. Ongeacht wat voor instellingen u op het bedieningspaneel heeft gemaakt, u kunt de piano-
instellingen onmiddellijk oproepen door het drukken op één enkele knop.
PIANO knop
Hierdoor worden alle paneelinstellingen gemaakt om de CVP-209/207 als
piano te gebruiken.
Voice Eigenschappen
Het voice type en zijn specifieke eigenschappen worden aangeven boven de voice naam.
Natural!
Deze rijke en zachte voices omvatten voornamelijk toetseninstrumenten en zijn speciaal bedoeld voor het spelen van piano-
en andere toetsenpartijen. Aangezien ze gebruik maken van een volledig onafhankelijke klankbron, kunt u zeer grote door-
klinkende akkoorden spelen, zelfs samen met Begeleidingsstijlen, zonder dat er noten zullen worden afgebroken. Ze maken
tevens gebruik van Yamaha’s geavanceerde sampling technologie, zoals Stereo Sampling, Dynamic Sampling, Sustain
Sampling, en Key-off Sampling.
Live!
Deze akoestische instrumentklanken zijn stereo gesampeld, voor een natuurgetrouwe, rijke klank — met karakter en veel
gevoel.
Cool!
Deze voices hebben het dynamische karakter met de subtiele nuances van elektrische instrumenten — dankzij een gigantische
geheugencapaciteit en een zeer geavanceerde programmering.
Sweet!
Deze akoestische instrumentklanken profiteren eveneens van de geavanceerde Yamaha technologie — en hebben een geluid,
zó gedetailleerd en natuurlijk, dat u zou zweren dat u het origineel bespeelt!
Drum
Er zijn diverse drum en percussiegeluiden toegewezen aan individuele toetsen, van waaraf u deze geluiden kunt bespelen.
SFX
Er zijn speciale effectgeluiden toegewezen aan individuele toetsen, van waaraf u deze geluiden kunt bespelen.
Live!Drums
Dit zijn drumgeluiden van hoge kwaliteit, die gebruik maken van Stereo Sampling en Dynamic Sampling.
Organ Flutes!
Met deze authentieke organ voice kunt u de Sound Creator gebruiken om de verschillende voetmaten in te stellen en zo uw
eigen orgelgeluiden samen te stellen.
Live! SFX
Dit zijn drumgeluiden van hoge kwaliteit, die gebruik maken van Stereo Sampling en Dynamic sampling. Ze bieden u een
bredere en uitgebreidere Latin percussie dan de gewone drum voices.
Toetsenbordpercussie
Als er één van de drum of SFX kits is geselecteerd in de PERCUSSION voice groep zijn er drum-, percussie- en speciale effect-
geluiden toegewezen aan individuele toetsen, van waaraf u deze geluiden kunt bespelen. De verschillende drum en percussie-
instrumenten van de Standard Kit staan aangegeven door middel van symbolen boven de toetsen waaraan zij zijn toegewezen.
Houd in gedachte dat ook al bestaan de verschillende kits uit veelal verschillende geluiden, sommige gelijknamige geluiden
identiek kunnen zijn.
Zie de aparte Data List (Drum/key Assignment List) voor een overzicht van alle geluiden in iedere drum/SFX kit.
U kunt ook de metronoom
met deze functie combineren
(blz. 51).
OPM.
PIANO
Door het deactiveren van
Piano Lock worden de piano-
instellingen niet gewijzigd.
OPM.
Piano Lock functie
Met de handige Piano Lock functie kunt u de piano “blokkeren”, zodat u niet per ongeluk
de instellingen kunt veranderen als u op een andere knop van het bedieningspaneel zou
drukken. Eénmaal geblokkeerd, blijft de CVP-209/207 in de piano mode, zelfs als er op
andere knoppen wordt gedrukt — ook het tijdens een piano-concert starten van een song of
begeleidingsstijl wordt hierdoor voorkomen.
Houd de [PIANO] knop een korte tijd ingedrukt, totdat er een schermmededeling
verschijnt die u verzoekt om Piano Lock te activeren.
Selecteer “OK” om Piano Lock te activeren.
Houd, om Piano Lock te deactiveren, de [PIANO] knop opnieuw een korte tijd ingedrukt.
Voices
57
CVP-209/207
Met de CVP-209/207 kunt u drie voices tegelijk bespelen: MAIN, LAYER en LEFT. Door deze drie effectief met elkaar te
combineren, kunt u rijke, breedklinkende, instrumentcombinaties creëren.
Een layer bestaande uit twee voices bespelen
Twee voices afzonderlijk bespelen — één in het
linker en één in het rechter gedeelte van het
toetsenbord
Drie verschillende voices bespelen — één in het
linker gedeelte en een layer bestaande uit twee
voices in het rechter gedeelte van het toetsenbord
Layer — Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)
Layer/Left — Verschillende Geluiden Tegelijk Bespelen
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
LAYER part
MAIN part
LEFT part
MAIN part
Splitpunt
Left (linker) gedeelte Right (rechter) gedeelte
LEFT part
MAIN part
Splitpunt
LAYER part
Left (linker) gedeelte Right (rechter) gedeelte
F
J
I
H
G
VOICE PART
ON OFF
H
G
LAYER
LEFT
EXIT
END
1
Druk hierop om
de LAYER functie
aan te zetten. Druk
nogmaals op de
knop om deze
functie uit te zetten.
Er is nog een manier om de
MAIN en LAYER voices snel
vanaf het bedieningspaneel te
selecteren: Druk, terwijl u één
voice paneelknop ingedrukt
houdt, op een tweede voice
knop. De eerste geselecteerde
voice wordt de MAIN voice, de
tweede de LAYER.
2
Selecteer LAYER met de [G]
knop. Druk op dezelfde knop
om het VOICE scherm op te
roepen, van waaruit u de
specifieke voice kunt selec-
teren die u wilt bespelen in
een layer met de Main voice.
Deze methode van selecteren
van een voice is identiek aan
die van het VOICE (MAIN)
scherm (blz. 55).
Druk hierop om naar het
MAIN scherm terug te
keren.
OPM.
Voices
CVP-209/207
58
Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en het Rechter Gedeelte van het Toetsenbord
Via dit gedeelte van het bedieningspaneel kunt u vele effecten aan de voices toevoegen die u vanaf het toetsenbord bespeelt.
REVERB
Reverb is een effect dat de akoestiek van een ruimte nabootst — van jazz club tot concertzaal.
DSP
De CVP-209/207 heeft een groot aantal ingebouwde dynamische effecten, waarmee u
het geluid op uiteenlopende manieren kunt bewerken. U kunt DSP gebruiken om de
voices heel subtiel te verbeteren — zoals door het toevoegen van wat chorus en depth, of
door het gebruik van een symphonic effect om het geluid warmer en breder te maken.
DSP heeft ook effecten zoals distortion die het hele karakter van het geluid kunnen
veranderen.
VARIATION (Dit werkt niet bij de Natural voices; blz. 89)
Deze knop schakelt om naar de Variation effectinstelling, waarmee u sommige eigenschappen van het effect kunt
wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type. Bijvoorbeeld, als het effect Rotary Speaker is geselecteerd (blz. 123),
dan kunt u er de rotor snelheid beurtelings (snel/langzaam) mee omschakelen.
F
J
I
H
G
1
Zet LEFT aan.
Druk nogmaals op
deze knop hem
weer uit te zetten.
H
G
LAYER
LEFT
2
Selecteer LEFT met de [H] knop. Druk op dezelfde
knop om het VOICE scherm op te roepen, van
waaruit u de specifieke voice kunt selecteren die u
wilt bespelen in het linker gedeelte. De wijze waarop
een voice kan worden geselecteerd is identiek aan
die van het VOICE (MAIN) scherm (blz. 55).
Het splitpunt kan verschoven
worden naar elke gewenste
toets van het toetsenbord.
Roep, om dit in te stellen, het
SPLIT POINT scherm op door
op de [I] (SPLIT POINT) knop
in het MAIN scherm te druk-
ken. De bedieningsstappen
zijn identiek aan die van het
STYLE SETTING/SPLIT
POINT scherm van de
FUNCTION pagina (blz. 138).
Iedere part (MAIN, LAYER en
LEFT) kan zijn eigen volume-
instelling hebben (blz. 62).
U kunt ook de LAYER en
LEFT functies tegelijk gebrui-
ken om een layer/split combi-
natie te creëren. Ga hiervoor
als volgt te werk: stel verschil-
lende voices in voor het linker
en het rechter gedeelte (zoals
afgebeeld) en maak een layer
van twee verschillende voices
voor het rechter gedeelte.
EXIT
END
Druk hierop
om naar het
MAIN scherm
terug te keren.
OPM.
OPM.
OPM.
Voice Effecten Toevoegen
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
VOICE EFFECT
REVERB DSP VARIATION
Druk op één van de effectknoppen om de corresponderende effecten aan te zetten. Druk er nogmaals
op om het effect weer uit te zetten. Zie hieronder voor een uitleg van elk van de effecten.
De effecttypes DSP en
VARIATION en hun depth
kunnen worden geselecteerd
en ingesteld in het MIXING
CONSOLE scherm (blz. 123).
OPM.
Voices
59
CVP-209/207
HARMONY/ECHO
Deze knop voegt Harmony of Echo effecten toe aan de voices die worden bespeeld in het
rechter gedeelte van het toetsenbord (blz. 143).
MONO
Deze knop bepaalt voor iedere part (MAIN/LAYER/LEFT) of de voice monofoon (één noot
tegelijk), of polyfoon bespeeld kan worden. De instelling is MONO als het lampje brandt
en polyfoon als het lampje uit is. Ingesteld op MONO, zal uitsluitend de laatst gespeelde
noot klinken. Dit stelt u in staat om blaasinstrument voices realistischer te bespelen.
Afhankelijk van de geselecteerde voice, kunt u de MONO instelling ook heel goed
combineren met het Portamento effect, als u legato speelt.
LEFT HOLD
Deze functie zorgt dat de Left part voice wordt aangehouden, zelfs als de toetsen worden
losgelaten — hetzelfde effect als wanneer het damper (sustain) pedaal wordt ingedrukt.
Deze functie is vooral handig in combinatie met de Automatische Begeleiding. Als u bij-
voorbeeld een akkoord speelt in het Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsen-
bord (met ingeschakelde Left part en Strings geselecteerd als Left voice), en deze weer
loslaat, zullen de strijkers doorklinken en daarmee de totaalklank van de begeleiding
verrijken.
Damper Pedaal (Rechts)
Sostenuto Pedaal (Midden)
Linkerpedaal
Als de Piano voice is geselecteerd, zal het indrukken van het pedaal het volume
reduceren plus het timbre van de gespeelde noten enigszins veranderen.
De instellingen die zijn toegewezen aan dit pedaal kunnen per voice verschillen.
Foot Controller/Voetschakelaar
Een optionele Yamaha Foot Controller (FC7) of voetschakelaar (FC4 of FC5) kan worden aangesloten op de AUX PEDAL
aansluiting om te worden gebruikt om verscheidene functies te bedienen die kunnen worden toegewezen in de
FUNCTION pagina (blz. 139).
U kunt melodielijnen die u bij
akkoorden speelt extra
benadrukken door de Layer
functie te gebruiken met een
monofone voice. Stel de
Main voice in voor polyfoon
spel en de Layer voice voor
monofoon spel (MONO). In
dat geval zal de door u ge-
speelde melodie waaron-
der de hoogste noten van
akkoorden monofoon
klinken.
Probeer dit met de volgende
voices.
MAIN voice
: Brass Section
(polyfoon) +
LAYER voice
:
Sweet Trump (monofoon)
Het Portamento effect creëert
een geleidelijke toonhoogte-ver-
andering tussen opeenvolgend
gespeelde noten.
OPM.
Het Gebruik van de Pedalen
U kunt ook veel andere func-
ties aan deze pedalen (als-
ook aan de optionele
voetcontroller of
voetschakelaar) toewijzen. U
kunt ze bijvoorbeeld gebrui-
ken om de bege-leidingsstijl
te starten/stoppen, of om Fill
ins te spelen (blz. 139).
OPM.
Damper Pedaal
Sostenuto Pedaal
Linkerpedaal
De CVP-209/207 heeft drie pedalen.
Sommige voices kunnen, na
het loslaten van de noten,
continue blijven doorklinken
of kunnen een langere
decay hebben, terwijl het
damper pedaal is ingedrukt.
Bepaalde voices in de
[PERCUSSION] en [XG]
groep zullen wellicht niet wor-
den beïnvloed door het gebruik
van het damper pedaal.
OPM.
Als u hier het damper pedaal indrukt, zullen
de noten die u speelt voordat u het pedaal
loslaat een langere sustain (naklank) hebben.
Het damper pedaal heeft dezelfde werking als het rechter
pedaal van een akoestische piano, zodat u het geluid van
voices kunt laten doorklinken, zelfs na het loslaten van de
toetsen.
Bepaalde voices, zoals
[STRINGS] of [BRASS],
klinken continue als het
sostenuto pedaal wordt
ingedrukt.
Bepaalde voices in de
[PERCUSSION] en [XG]
groep zullen wellicht niet
worden beïnvloed door het
gebruik van het sostenuto
pedaal.
OPM.
Als u hier het sostenuto pedaal indrukt, terwijl
u een noot aanhoudt, zal de noot zolang het
pedaal is ingedrukt blijven doorklinken.
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en het
sostenuto pedaal indrukt, terwijl de toets(en) nog is(zijn)
ingedrukt, dan zal(zullen) deze doorklinken zolang het
pedaal is ingedrukt, maar alle erna gespeelde noten zullen
niet doorklinken.
De depth van het
linkerpedaaleffect kan wor-
den ingesteld (blz.
139
).
OPM.
CVP-209/207
60
Stijlen
De CVP-209/207 heeft stijlen (begeleidings-patterns) in vele muziekgenres, zoals jazz, Latin en dance. Om ze te
gebruiken hoeft u, terwijl u speelt, met uw linkerhand slechts akkoorden te spelen en de door u geselecteerde
begeleidingsstijl die bij uw muziek past speelt automatisch mee en volgt onmiddellijk de akkoorden die u speelt.
Probeer eens enkele stijlen te selecteren (zie de Data List (Style List) ) en speel ze af.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
Een Stijl Afspelen
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
BACK NEXT
H
G
A
E
D
C
B
Druk, om het [MAIN]
scherm op te roepen, eerst
op [DIRECT ACCESS] en
vervolgens op de [EXIT]
knop.
OPM.
2-2 Selecteer een stijl.
2-1 Selecteer een
lokatie (PRESET/
USER/FLOPPY
DISK) om de stijl op
te slaan.
Als u een lager directory scherm heeft
geopend, dan zal deze knop (UP) de
bovenliggende directory selecteren, van
waaruit u Stijlgroepen kunt selecteren.
1
2
Zie, voor een overzicht van
alle beschikbare begelei-
dingsstijlen, de aparte Data
List (Style List).
OPM.
Stijlen
61
CVP-209/207
STYLE
ACMP
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
END
Als de [ACMP] knop aan staat, kunt u akkoorden spelen/ingeven vanaf het
Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. (Afhankelijk van de
instellingen, kan dit het gedeelte zijn van de Left voice of het gehele toetsenbord.)
Activeer SYNC. START (gesynchroniseerd starten).
Het Tempo kan worden ingesteld
met de TEMPO [ ][ ] knoppen
of met de [TAP TEMPO] knop.
Als u op de [Tap Tempo] knop
tikt, zal het tempo worden
ingesteld op de door u ingetikte
snelheid.
U kunt het toetsengebied
voor de Automatische Bege-
leiding instellen (blz. 138).
OPM.
U kunt de rhythm kanalen
(tracks) van de stijl star-
ten door op de [START/
STOP] knop te drukken.
De rhythm kanalen van
de stijl kunnen ook wor-
den gestart door op de
[TAP TEMPO] knop te
tikken. Tik, terwijl de stijl
is gestopt, op de [Tap
Tempo] knop, drie, vier,
of vijf maal (drie maal
voor 3/4, vier maal voor
2/4 of 4/4, vijf maal voor
5/4 maat).
OPM.
Stop de stijl.
Als u een begeleidingsstijl
en een song tegelijk af-
speelt, dan worden de bege-
leidings-parts die zijn opge-
nomen in de song (kanalen
9 - 16) tijdelijk vervangen
door de geselecteerde
begeleidingsstijl — zodat u
verschillende begeleidingen
kunt uitproberen en gebrui-
ken voor de song (blz. 76).
OPM.
Zet ACMP uit.
3
4
5
6
Sync. Start
Als dit geactiveerd is kunt u
de stijl starten door op het
toetsenbord te gaan spelen.
OPM.
Zodra u een akkoord speelt, in het Automatische Begeleidingsgedeelte, zal de stijl
starten. Zie blz. 63 voor details over akkoordvingerzettingen.
Eigenschappen van Begeleidingsstijlen
Het begeleidingsstijltype en zijn specifieke eigenschappen worden aangeven boven de stijlnaam.
Session!
Deze stijlen bieden een nog groter realisme en authentieke begeleiding door het invoegen van akkoordtypes en -veranderingen, alsook
speciale loopjes met akkoordveranderingen, in de Main secties. Deze zijn geprogrammeerd met net even meer “pit”, om bepaalde songs in
bepaalde genres professioneler te laten klinken. Met als resultaat, stijlen die misschien niet geschikt zijn — of zelfs harmonisch niet correct
— voor alle songs en alle akkoorden. In enkele gevallen zou het spelen van een eenvoudige majeur drieklank kunnen resulteren in een
septime akkoord, of het spelen van een basakkoord in een onverwachte of zelfs onjuiste begeleiding.
Piano Combo!
Deze begeleidingsstijlen voorzien in een basis piano-trio (piano, bas en drums) die in sommige gevallen wordt aangevuld met andere
instrumenten. Aangezien het hier gaat om een kleine combo, is de begeleiding bescheiden van aard en daarom geschikt voor een grote
verscheidenheid aan songs.
Pianist!
Deze speciale stijlen voorzien in “alleen piano-begeleiding” — die de linkerhandpartij van een talentvolle pianist voor u creëert. Door
slechts het spelen van de juiste akkoorden met uw linkerhand, kunt u automatisch gecompliceerde arpeggio’s en bas/akkoordpatronen
spelen — zoals moeilijk te spelen piano-partijen, met grote sprongen.
Splitpunt
Automatische Begeleidingsgedeelte
Stijlen
CVP-209/207
62
Het Afspelen van Uitsluitend de Rhythm Kanalen
Het Instellen van de Volumebalans/Kanalen Uitschakelen
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
Het ritme start
1
Selecteer een stijl (blz. 60).
De Rhythm Kanalen maken
deel uit van de stijlen.
Iedere stijl heeft verschillen-
de ritme patterns.
OPM.
Deze uitzetten.
3
Speel mee met het ritme.
Het Tempo kan worden ingesteld met de TEMPO [ ][ ] knoppen of met de
[TAP TEMPO] knop.
Als u op de [Tap Tempo] knop tikt, zal het tempo worden ingesteld op de door u
ingetikte snelheid.
2
Als de stijlgroep “PIANIST”
is geselecteerd, dan hoort u
geen ritme. Als u één van
de stijlen wilt gebruiken,
zorg dan altijd dat ACMP
aan staat.
OPM.
Druk nogmaals op de STYLE [START/
STOP] knop om het ritme weer te stoppen.
END
U kunt het ritme ook starten
door, terwijl Sync Start is
geactiveerd, op het toetsen-
bord te gaan spelen (druk
hiervoor op de [SYNC.
START] knop).
OPM.
BALANCE
PA RT
CHANNEL
ON / OFF
BALANCE scherm
Stel het uitgangsniveau van de Part in.
Parts bespeeld vanaf het
toetsenbord (MAIN/LAYER/
LEFT)
STIJL part (Automatische
Begeleidingsgedeelte)
SONG part
MIC part
CHANNEL ON/OFF scherm
Roep het STYLE scherm op door op de [CHANNEL ON/OFF] knop
te drukken, schakel hierna het instrument van uw keuze uit.
Channel
Verwijst naar het MIDI
kanaal in de song data (blz.
158). De kanalen zijn als
volgt toegewezen:
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
OPM.
Roep het
BALANCE
scherm op.
Roep het
Channel ON/
OFF scherm
op.
Stijlen
63
CVP-209/207
Het afspelen van stijlen kan worden bestuurd door de akkoorden die u op toetsen links van het splitpunt speelt. Er zijn 7 vinger-
zettingsmethodes, die hieronder worden beschreven. Ga naar de CHORD FINGERING pagina (blz. 139) en selecteer één van deze
methodes. De pagina toont hoe akkoorden met uw linkerhand moeten worden gespeeld.
SINGLE FINGER
Single Finger begeleiding maakt het u eenvoudig om een prachtige georkestreerde begeleiding te produceren met gebruik van
majeur-, septime-, mineur- en mineurseptime-akkoorden waarbij u zo min mogelijk toetsen in het Automatische Begeleidings-
gedeelte van het toetsenbord hoeft in te drukken. Hiervoor kunt u de volgende vereenvoudigde akkoordvingerzettingen gebruiken:
MULTI FINGER
De Multi Finger mode herkent automatisch Single Finger of Fingered akkoordvingerzettingen, dus
u kunt deze types door elkaar gebruiken zonder van mode te veranderen. Als u mineur-, septime-,
of mineur-septime-akkoorden wilt spelen in de MULTI FINGER Mode volgens de SINGLE FINGER
methode, gebruik dan altijd de witte/zwarte toets(en) zo dicht mogelijk bij de grondtoon van het
akkoord.
FINGERED
Met deze mode kunt u begeleiding produceren door zelf volledige akkoorden te spelen in het
Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. De Fingered mode herkent de akkoord-
types die op de volgende bladzijde worden opgesomd.
FINGERED ON BASS
Deze mode accepteert dezelfde vingerzettingen als de FINGERED mode, behalve dat nu de
laagste in het Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord gespeelde noot wordt
gebruikt als de basnoot, waardoor u in de gelegenheid bent om “on bass” akkoorden te spelen.
Om bijvoorbeeld een “C op E” akkoord te verkrijgen, speelt u een C majeurakkoord met E als
laagste noot (E, G, C).
FULL KEYBOARD
Deze methode herkent akkoorden over het gehele toetsenbord. Akkoorden worden herkend op
een manier die veel weg heeft van die van Fingered, zelfs als u de noten verdeelt over uw linker-
en rechterhand — bijvoorbeeld, u speelt een basnoot met uw linkerhand en een akkoord met uw
rechter, of een akkoord met uw linker- en een melodie noot met uw rechterhand.
AI FINGERED
Deze mode is grotendeels gelijk aan FINGERED, behalve dat er nu minder dan drie noten kunnen
worden gespeeld om de akkoorden in te geven (gebaseerd op het voorgaande akkoord, etc.).
AI FULL KEYBOARD
Wanneer deze geavanceerde mode geactiveerd is, zal de CVP-209/207 automatisch een passende
begeleiding creëren, terwijl u wat maar ook, waar maar ook op het toetsenbord speelt, waarbij u
beide handen kunt gebruiken. U hoeft u helemaal niet om akkoorden te bekommeren. Alhoewel de AI Full Keyboard mode
ontworpen is voor het gebruik met vele muziekstukken, is het mogelijk dat bepaalde arrangementen er niet geschikt voor zijn.
Deze mode heeft veel weg van de FULL KEYBOARD mode, behalve dat er nu minder dan drie noten kunnen worden gespeeld om
de akkoorden in te geven (gebaseerd op het voorgaande akkoord, etc.). 9 en 11 akkoorden kunnen niet worden gespeeld.
Akkoordvingerzettingen
Voor een majeurakkoord drukt u alleen de grondtoon in. Voor een mineurakkoord drukt u de grondtoon van het
akkoord, samen met één van de links daarvan gelegen
zwarte toetsen, in.
Voor een septime-akkoord drukt u de grondtoon van het
akkoord, samen met één van de links daarvan gelegen
witte toetsen, in.
Voor een mineurseptime-akkoord drukt u de grondtoon
van het akkoord, samen met één van de witte, plus één van
de links daarvan gelegen zwarte toetsen, in.
Akkoordherkenning in de AI
Full keyboard mode vindt
plaats op achtstenoot-inter-
vallen (ongeveer). Extreem
korte akkoorden minder
dan een achtstenoot
zullen wellicht niet worden
herkend.
OPM.
In de FULL KEYBOARD
mode, worden akkoorden
herkend op basis van de
laagste en de op één na
laagste noot die u speelt. Als
de twee laagste noten bin-
nen één octaaf vallen, zullen
deze twee noten het akkoord
bepalen. Als de laagste en
de op één na laagste noot
meer dan een octaaf van
elkaar af liggen, dan zal de
laagste noot de bas worden
en zal het akkoord worden
bepaald door de op één na
laagste noot en de andere
noten die in hetzelfde octaaf
gespeeld worden.
OPM.
AI Artificial Intelligence
Kunstmatige intelligentie
OPM.
Stijlen
CVP-209/207
64
* Alleen deze vingerzetting (ligging) wordt herkend. De overige akkoorden (zonder asterisk) kunnen gewoon in elke omkering worden gespeeld.
Akkoordnaam [Afkorting] Gewone Vingerzetting
Weergave in scherm
Majeur [M] 1 - 3 - 5 C
None [9] 1 - 2 - 3 - 5 C9
Sext [6] 1 - (3) - 5 - 6 C6
Sext met toegevoegde none [6
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 6 of 3 - 6 - 2* C6
9
Majeur septime [M7] 1 - 3 - (5) - 7 CM7
Majeur none [M7
9
] 1 - 2 - 3 - (5)j - 7 CM7
9
Majeur overmatig undecime [M7
11
] 1 - (2) - 3 - 4 - 5 - 7 of 1 - 2 - 3 - 4 - (5) - 7 CM7
11
Verminderde kwint [( 5] 1 - 3 - 5 C 5
Majeur septime verminderde kwint [M7
5
] 1 - 3 - 5 - 7 CM7
5
Toegevoegde kwart [sus4] 1 - 4 - 5 Csus4
Vermeerderd [aug] 1 - 3 - 5 Caug
Majeur septime vermeerderd [M7aug] 1 - (3) - 5 - 7 CM7aug
Mineur [m] 1 - 3 - 5 Cm
Mineur none [m9] 1 - 2 - 3 - 5 Cm9
Mineur sext [m6] 1 - 3 - 5 - 6 Cm6
Mineur septime [m7] 1 - 3 - (5) - 7 Cm7
Mineur septime met toegevoegde none [m7
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 of 3 - 7 - 2 Cm7
9
Mineur undecime [m7
11
] 1 - (2) - 3 - 4 - 5 - ( 7) Cm7
11
Mineur majeur septime [mM7] 1 - 3 - (5) - 7 CmM7
Mineur majeur septime met toegevoegde none [mM7
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 CmM7
9
Mineur septime verminderde kwint [m7
5
] 1 - 3 - 5 - 7 Cm7 5
Mineur majeur septime verminderde kwint [mM7
5
] 1 - 3 - 5 - 7 CmM7
5
Verminderd [dim] 1 - 3 - 5 Cdim
Verminderd septime [dim7] 1 - 3 - 5 - 6 Cdim7
Septime [7] 1 - 3 - (5) - 7 of 1 - (3) - 5 - 7 C7
Verminderde none [7(
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 C7
9
Verminderde tredecime [7(
13
] 1 - 3 - 5 - 6 - 7 C7
13
Septime met toegevoegde none [7
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 of 3 - 7 - 2* C7
9
Overmatig undecime [7
11
] 1 - (2) - 3 - 4 - 5 - 7 of 1 - 2 - 3 - 4 - (5) - 7 C7
11
Tredecime [7
13
] 1 - 3 - (5) - 6 - 7 of 3 - 6 - 7 C7
13
Kleine none [7
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 C7
9
Septime verminderde kwint [7
5
] 1 - 3 - 5 - 7 C7
5
Septime vermeerderd [7aug] 1 - 3 - 5 - 7 C7aug
Septime met toegevoegde kwart [7sus4] 1 - 4 - 5 - 7 C7sus4
Sus 2 akkoord [sus2] 1 - 2 - 5 Csus2
Akkoordtypes Herkend in de Fingered Mode (Voorbeeld voor “C” akkoorden)
C
Cm
C7
( )
CM7
( )
C9
C6
9
( )
Caug
Cm6
Cm7
( )
Cm7
5
CmM7
5
Cm7
9
( )
Cm9
CmM7
( )
CmM7
9
( )
Cdim
Cdim7
C7
9
( )
C7
13
( )
C7
9
( )
C7
13
Csus4
C7
5
C6
( )
( )
CM7
9
CM7
11
( )
CM7
5
C
5
( )
C7
11
C7
9
( )
C7aug
Cm7
11
( )
( )
CM7aug
( )
C7sus4 Csus2
Wat tussen ronde haken
staat mag worden wegge-
laten.
Als u willekeurig drie
naast elkaar liggende
toetsen indrukt (dit geldt
ook voor zwarte toetsen),
dan zal de hele begelei-
ding behalve de ritme-
instrumenten stilvallen
(akkoord-uitschakelfunc-
tie). Hierdoor houdt u
alleen nog het ritme over.
Het Spelen van twee
dezelfde grondtonen (met
dezelfde naam), gelegen
in aangrenzende octaven,
produceert begeleiding
gebaseerd op uitsluitend
de grondtoon.
Een kwint (1 + 5) produ-
ceert begeleiding geba-
seerd op de grondtoon en
de kwint.
Soms zal de Automa-
tische Begeleidingsstijl
niet veranderen als ver-
wante akkoorden na
elkaar gespeeld worden
(b.v. bepaalde mineurak-
koorden gevolgd door hun
mineur septime).
U kunt ook les" krijgen
van de CVP-209/207: hoe
Fingered akkoorden
moeten worden gespeeld.
Speciceer, vanuit het
CHORD FINGERING
scherm (blz. 139), het
akkoord dat u wilt leren en
de noten die u moet
spelen verschijnen in het
scherm.
OPM.


















Stijlen
65
CVP-209/207
De CVP-209/207 heeft diverse soorten Automatische Begeleidingssecties waardoor u in de
gelegenheid bent om het arrangement van de Stijl te variëren. Dit zijn: Intro, Main, Break en
Ending. Door van sectie te veranderen terwijl u speelt, kunt u op een makkelijke manier de
dynamische elementen van een professioneel klinkend arrangement aan uw spel toevoegen.
De Stijl Patterns Arrangeren
(SECTIES: MAIN A/B/C/D, INTRO, ENDING, BREAK)
U kunt deze functie ook ge-
bruiken om alleen het ritme
af te spelen (blz. 62).
OPM.
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
Auto Accompaniment section
Split point
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
1
Selecteer een stijl (blz. 60).
2-1 Zet de ACMP functie aan.
2-2 Druk op de [INTRO] knop. Druk, om de INTRO sectie te
annuleren voordat de stijl is gestart, nogmaals op de
[INTRO knop.
2-3 Activeer de SYNC. START functie.
3
De Intro sectie start zodra u in het Automatische Begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord begint te spelen, waarna hij over gaat in de Main sectie.
4
Druk nogmaals op deze knop om breaks in te voegen.
Als u op de [INTRO] knop
drukt, kunt u een Intro
sectie ook afspelen terwijl
een begeleiding al
afspeelt.
OPM.
U kunt het volume van de
begeleiding heel dyna-
misch besturen, door mid-
del van uw aanslagsterk-
tes in het Automatische
Begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord (blz. 138).
Als u op de [SYNC.
START] knop drukt, terwijl
er een begeleiding af-
speelt, dan stopt deze en
de CVP-209/207 keert
terug naar de Sync Start
standby status.
U kunt ook van stijlsectie
veranderen met behulp
van een pedaal (blz. 139).
Met de Break sectie kunt
u dynamische variaties in
het ritme van de begelei-
ding invoegen, om uw
spel nog professioneler te
laten klinken. Als u op de
[BREAK] knop drukt, ter-
wijl er een begeleiding
afspeelt, dan zal de Fill in
één maat lang afspelen.
De indicator van de be-
stemmingssectie (MAIN
A/B/C/D) zal knipperen
terwijl de Break afspeelt.
Als de [AUTO FILLIN]
knop geactiveerd is en de
MAIN [A] [B] [C] [D] knop
wordt ingedrukt na de
laatste halve tel (achtste-
noot) van de maat, dan
zal de Fill in pas bij het
begin van de volgende
maat beginnen af te
spelen.
2
Sectieknopindicaties
[BREAK], [INTRO],
[MAIN], [ENDING] knop-
pen
LED is groen
De sectie is niet
geselecteerd.
LED is rood
De sectie is momen-
teel geselecteerd.
LED is uit
Geen sectie data; de
sectie kan niet worden
afgespeeld.
U kunt van Main sectie veranderen.
Splitpunt
Automatische Begeleidingsgedeelte
Stijlen
CVP-209/207
66
Het Afspelen van een Stijl Stoppen door het Loslaten van Toetsen (SYNC. STOP)
Wanneer de Sync Stop functie geactiveerd is, zal de begeleiding in zijn geheel stoppen
wanneer alle toetsen in het Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord worden
losgelaten. De Begeleiding zal opnieuw beginnen te spelen zodra u weer in het Automa-
tische Begeleidingsgedeelte begint te spelen.
Fade-in/Fade-out
De begeleidingsstijl heeft tevens een handige Fade-in/Fade-out functie die de begelei-
ding geleidelijk laat wegsterven. Druk, om de stijl met een fade-in te starten, op de
[FADE IN/OUT] knop, activeer hierna SYNC. START. Druk nogmaals op de knop voor-
dat de stijl is gestart, als u de fade-in wilt annuleren.
Druk, terwijl de stijl afspeelt, op deze knop om de stijl geleidelijk te laten wegsterven en
te stoppen. Hoe lang de fade-in/fade-out zal duren kan ook worden ingesteld (blz. 148).
De stijlen kunnen ook wor-
den gestart door op de
STYLE [START/STOP]
knop te drukken.
U kunt het Intro en Ending
type selecteren door op de
[E] knop in het MAIN
scherm te drukken (blz. 67).
Als u op de [INTRO] knop
drukt terwijl de ending af-
speelt, begint de Intro sec-
tie te spelen zodra de en-
ding is afgelopen.
Als de [AUTO FILLIN] knop
aan staat en u drukt op één
van de MAIN knoppen ter-
wijl de ending afspeelt, dan
zal de Fill in begeleiding
onmiddellijk beginnen te
spelen, gevolgd door de
Main sectie.
U kunt de begeleiding ook
starten met de Ending in
plaats van de Intro sectie.
In dat geval zal de begelei-
ding niet stoppen als de
ending is afgelopen.
Als u een andere stijl
selecteert terwijl de stijl niet
speelt, dan wordt tevens
het standaardtempo gese-
lecteerd. Zou de begelei-
ding al gestart zijn op het
moment dat u een andere
stijl selecteert, dan wordt
het tempo ongewijzigd
voortgezet.
Als STOP ACMP aan staat
en de begeleiding speelt
niet, dan kunt u akkoorden
en bas in het Automatische
Begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord spelen (blz.
138).
OPM.
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
END
Hiermee gaat de begeleiding over op de ending. Als de ending is afgelopen, stopt
de stijl automatisch. U kunt de ending geleidelijk vertragen (ritardando) door
nogmaals op dezelfde [ENDING/rit.] knop te drukken terwijl de ending afspeelt.
Auto Accompaniment section
Split point
1
Zet ACMP (Automatische Begeleiding) aan.
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
2
Activeer SYNC. STOP. Als SYNC. START geactiveerd wordt, wordt ook
SYNC. STOP automatisch geactiveerd.
3
Zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt, zal de Automatische
Begeleiding starten.
U kunt de SYNC. STOP
functie ook gebruiken door
korte toetsaanslagen in het
Automatische Begeleidings-
gedeelte (blz. 138).
OPM.
4
De Automatische Begeleiding stopt wanneer u met uw linkerhand alle
toetsen loslaat.
5
Als u met uw linkerhand een
akkoord speelt, wordt de
Automatische Begeleiding
automatisch opnieuw gestart.
Druk nogmaals op de
[SYNC. STOP]/[SYNC.
START] knop om de
begeleiding te stoppen.
Sync Stop kan niet worden
geactiveerd als de ngering
mode op Full Keyboard/AI
Keyboard staat ingesteld, of
als de Automatische Bege-
leiding op het bedienings-
paneel is uitgeschakeld.
OPM.
END
Automatische Begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Stijlen
67
CVP-209/207
Het Selecteren van Intro en Ending Types (INTRO/ENDING)
Het automatisch afspelen van Fill in patterns bij
het omschakelen naar een andere begeleidings-
sectie — Auto Fill In
A
E
D
C
B
E
D
Selecteer een Intro
Selecteer een Ending
3
Speel de stijl af met
gebruik van de Intro
of de Ending sectie
(blz. 30, 31).
1
2
Druk, om het [MAIN] scherm
op te roepen, eerst op
[DIRECT ACCESS] en ver-
volgens op de [EXIT] knop.
OPM.
Fill
Een korte frase die wordt
ingevoegd om variatie aan
de stijl toe te voegen.
OPM.
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
1
2
Speel de stijl af en schakel om naar andere begeleidingssecties (blz. 30, 31).
Telkens als u omschakelt naar een andere Main sectie, speelt er automatisch
een Fill in pattern af.
U kunt een Fill in ook invoe-
gen door nogmaals op de
geselecteerde MAIN knop
te drukken.
OPM.
Druk, om Auto Fill In uit te schakelen, opnieuw op de [AUTO FILLIN]
knop.
Auto Fill In kan tijdelijk wor-
den uitgeschakeld, tijdens
het spelen, door tweemaal
(snel achter elkaar) op de
Main sectieknop te drukken.
OPM.
END
Stijlen
CVP-209/207
68
De handige One Touch Setting functie maakt het u makkelijk om voices en effecten te selecteren die goed bij de betreffende
stijl passen. Iedere preset stijl heeft vier voorgeprogrammeerde paneelinstellingen die u met slechts één knop kunt selecteren.
Geschikte Paneelinstellingen voor de Geselecteerde Stijl
(ONE TOUCH SETTING)
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
ONE TOUCH SETTING
1234
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ONE TOUCH SETTING
1234
1
Selecteer een stijl (blz. 60).
2
Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen ([1] - [4]).
ONE TOUCH SETTING
1234
LED is groen De One Touch
Setting is niet geselecteerd.
LED is uit Geen One Touch
Setting data. De knop is niet
beschikbaar.
LED is rood De One Touch Setting is momenteel geselecteerd.
3
Zodra u met uw linker-
hand een akkoord speelt,
zal de Automatische
Begeleiding starten.
Auto Accompaniment section
Split point
4
Stop de Automatische Begeleiding.
5
Probeer ook andere One Touch Setting instellingen. U kunt ook uw eigen
One Touch Setting instellingen creëren (blz. 69).
Diverse instellingen (zoals voices, effecten, etc.) die goed bij de
geselecteerde stijl passen kunnen onmiddellijk worden teruggezet.
Als de stijl niet speelt, zullen de Automatische Begeleiding en Sync.
Start automatisch worden aangezet.
Zie voor details over de One Touch Setting parameters de aparte
Data List (Parameter Chart).
Splitpunt
Automatische Begeleidingsgedeelte
Stijlen
69
CVP-209/207
Het Automatisch Veranderen van One Touch Settings met de Secties — OTS Link
Met de handige OTS (One Touch Setting) Link functie kunt u automatisch van One Touch Setting veranderen, als u een
andere Main sectie (A - D) selecteert.
De Paneelknoppen in een One Touch Setting Registreren (ONE TOUCH SETTING)
Dit gedeelte beschrijft hoe u uw eigen One Touch Setting instellingen kunt creëren (4 stuks per stijl). Zie, voor een
overzicht van alle parameters die de One Touch Setting functie kan onthouden, de aparte Data List (Parameter Chart).
AUTO FILLIN
OTS LINK
1
2
Als u omschakelt naar een andere Main sectie
(A - D), wordt ook de bijbehorende One Touch
Setting automatisch opgeroepen.
De Main secties A, B, C en D corresponderen
met respectievelijk de One Touch Settings 1, 2,
3 en 4.
Voor de timing van het om-
schakelen van de One Touch
Settings heeft u keuze uit
twee mogelijkheden (blz.
138):
Onmiddellijk, op het mo-
ment dat u op een sectie-
knop drukt.
Bij de volgende maat (van
de begeleidingsstijl), na het
drukken op een sectieknop.
OPM.
Druk, om de OTS Link functie uit te schakelen, opnieuw op de [OTS LINK] knop.
END
MEMORY
ONE TOUCH SETTING
1234
1
Selecteer een
stijl.
2
Stel alle paneelknoppen,
zoals het selecteren van
een voice, naar wens in.
3
Druk op de
[MEMORY] knop.
END
Er verschijnt een schermmededeling die u vraagt of de huidige stijl moet
worden opgeslagen. Selecteer “YES” om het STYLE scherm op te roepen, sla
vervolgens de paneelinstellingen op (blz. 39, 45).
Tenzij u de paneelinstelling-
en hier bewaart, zullen de
instellingen worden gewist
als u een andere begelei-
dingsstijl selecteert.
OPM.
4
Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen: [1] - [4].
De items die u in een One Touch Setting kunt registreren zijn Voice, Harmony en
Pedaalinstellingen.
Stijlen
CVP-209/207
70
Met de Music Finder kunt u onmiddellijk geschikte instellingen voor het instrument
oproepen — zoals voice, stijl en One Touch Settings — slechts door het selecteren van
een song titel. Als u een bepaald muziekstuk wilt gaan spelen, maar niet goed weet welke
stijl en voice instellingen daarbij passen, dan kan de handige Music Finder functie u
hierbij helpen. De aanbevolen instellingen, waaruit een “bestand” bestaat, kunnen ook
worden bewerkt en bewaard. Hierdoor kunt u uw eigen Music Finder bestanden creëren
om ze later weer te kunnen oproepen.
De Ideale Instellingen voor uw Muziek Oproepen — Music Finder
De MUSIC FINDER bestan-
den en hun inhoud zijn
slechts één voorbeeld van
de aanbevolen paneelinstel-
lingen. U kunt ook uw eigen
Music Finder instelllingen
creëren voor uw favoriete
songs en genres.
OPM.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
MUSIC FINDER
F
J
I
12345678
H
G
MUSIC FINDER
Selecteer een bestand. Selecteer
bijvoorbeeld het bovenste bestand door
op de [1▲▼] knop te drukken en de
aanbevolen instellingen op te roepen.
De instellings-data die hier getoond wordt
noemen we een bestand (record).
All .......................... Toont alle bestanden.
FAVORITE ............. Toont de bestanden die aan de Favorite pagina zijn toegevoegd.
SEARCH1,2........... Toont de resultaten van de SEARCH functie (blz. 71).
De bestanden sorteren
MUSIC.......De bestanden worden gesorteerd op song titel.
STYLE ...... De bestanden worden gesorteerd op stijlnaam.
BEAT .........De bestanden worden gesorteerd op maatsoort.
TEMPO......De bestanden worden gesorteerd op tempo.
Verander de volgorde van de bestanden
(normaal of in omgekeerde volgorde).
Voeg het geselecteerde bestand toe aan de Favorite pagina
Als u op de [H] knop drukt, verschijnt de schermmededeling:
Add selected data to the favorite list? YES/NO.
Selecteer [YES] om de geselecteerde pagina aan de
FAVORITE pagina toe te voegen.
Bestand(en) zoeken. Voer de zoekconditie in in het
MUSIC FINDER SEARCH scherm (blz. 71). De
resultaten van SEARCH 1 of 2 verschijnen in
respectievelijk de SEARCH 1 of SEARCH 2
pagina.
Roep het MUSIC FINDER RECORD EDIT (blz. 72) scherm op
(voor het bewerken van het geselecteerde bestand).
Zet TEMPO LOCK aan/uit. Met de TEMPO LOCK functie kunt u tijdens het
afspelen van stijlen voorkomen dat het tempo wijzigt als er een ander bestand
wordt geselecteerd. De aan/uit instelling heeft invloed op alle paginas (ALL/
FAVORITE/SEARCH 1/SEARCH 2).
Selecteer een bestand op zijn stijlnaam. Druk, als de bestanden op stijlnaam zijn gesor-
teerd, op deze knoppen om de cursor naar de volgende/vorige stijl te verplaatsen. Druk
tegelijk op beide [▲▼] knoppen om de cursor naar het eerste bestand te verplaatsen.
Selecteer een bestand op zijn song
titel. Gebruik, als de bestanden op
song titel zijn gesorteerd, de [1▲▼]
knoppen om alfabetisch door de
songs omhoog of omlaag te scrollen.
Druk tegelijk op beide [▲▼] knoppen
om de cursor naar het eerste bestand
te verplaatsen.
Toont het
aantal
bestanden
van iedere
pagina.
1
2
3
Speel de stijl af (blz. 61).
De bestanden kunnen
worden geselecteerd met
de [DATA ENTRY] knop
waarna u op de [ENTER]
knop drukt.
OPM.
Stijlen
71
CVP-209/207
De Ideale Instellingen Zoeken — Music Finder Search
U kunt de bestanden zoeken op muziektitel of op zoekwoorden. De resultaten verschijnen in het scherm.
[A] MUSIC
Zoekt op muziekstuk/song titel. Druk op deze knop om het scherm voor het ingeven
van de song titel op te roepen.
Als u de song titel ingeeft (blz. 46), roept de zoekfunctie alle bestanden op die het
ingegeven woord (of woorden) bevatten.
[B] KEYWORD
Zoekt op zoekwoord. Druk op deze knop om het scherm voor het ingeven van het
zoekwoord op te roepen.
Als u het zoekwoord ingeeft (blz. 46), roept de zoekfunctie alle bestanden op die het
ingegeven woord (of woorden) bevatten. U kunt op meerdere zoekwoorden tegelijk
zoeken door tussen de woorden een komma te plaatsen. De zoekfunctie vindt en toont alle bestanden die op zijn minst één
zoekwoord bevatten.
[C] STYLE
Zoekt op stijlnaam. Druk op deze knop om het STYLE FILE SELECT scherm op te roepen. Druk op
één van de [A] - [J] knoppen in het scherm om de gewenste begeleidingsstijl te selecteren. Met
deze handige functie kunt u alle songs vinden die een bepaalde begeleidingsstijl gebruiken.
[D] BEAT
Zoekt op maatsoort of ritmisch gevoel.
[E] SEARCH AREA
Selecteert een specifieke lokatie om te zoeken. U kunt uw zoekactie verder toespitsen met behulp van de SEARCH 1 en 2
selecties.
[F]~[H] CLEAR
Wist het ingegeven item aan de linkerkant.
[1▲▼] TEMPO FROM
U kunt uw zoekactie ook toespitsen door het specificeren van een tempobereik. Hier kunt u een minimumtempo voor het zoeken
instellen. Druk tegelijk op de [
▲▼
] knoppen om de tempowaarde op zijn minimum te zetten.
[2▲▼]TEMPO TO
U kunt uw zoekactie ook toespitsen door het specificeren van een tempobereik. Hier kunt u een maximumtempo voor het zoeken
instellen. Druk tegelijk op de [
▲▼
] knoppen om de tempowaarde op zijn maximum te zetten.
[3▲▼]~[5▲▼] GENRE
Selecteert het specifieke muziekgenre voor het zoeken. Het beschikbare gebied omvat alle genres (ANY), de preset genres, en alle
genres die u zelf heeft toegevoegd (blz. 70).
[8] CANCEL
Druk hierop om de handeling af te breken en terug te keren naar het vorige scherm.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Start het zoeken naar het
bestand. De resultaten die
aan alle condities voldoen
verschijnen in het SEARCH
scherm. Voor details over
de zoekinstellingen in dit
scherm, zie hieronder.
1
Druk op de [I]
(SEARCH 1) of op
de [J] (SEARCH 2)
knop in het
MUSIC FINDER
scherm.
2
Geef de zoek-
condities in (zie
hieronder), start
hierna het zoeken
met de [START
SEARCH] knop.
Het STYLE FILE SELECT
scherm kan uitsluitend
worden gebruikt om de stijl-
naam te selecteren die u wilt
zoeken; het kan niet worden
gebruikt om de feitelijke
begeleidingsstijl op te
roepen.
OPM.
Stijlen
CVP-209/207
72
Bestanden Bewerken — Music Finder Record Edit
Vanuit dit scherm, kunt u bestaande bestanden (records) oproepen en bewerken, om
ze aan uw persoonlijke wensen aan te passen. U kunt dit zelfs gebruiken om uw eigen
Music Finder bestanden te creëren.
[A] MUSIC
Selecteert het te bewerken muziekstuk/song titel. Druk op de knop om het scherm voor het
ingeven van het muziekstuk/song titel op te roepen, bewerk hierna de naam.
[B] KEYWORD
Selecteert het te bewerken zoekwoord. Druk op de knop om het scherm voor het ingeven
van het zoekwoord op te roepen, hierna kunt u het bewerken.
U kunt meerdere zoekwoorden ingeven door tussen de woorden een komma te plaatsen.
[C] STYLE
Selecteert de te bewerken stijlnaam. Geef altijd een naam in als u een nieuw bestand registreert. Druk op
de knop om het STYLE FILE SELECT scherm op te roepen. Druk op één van de [A] - [J] knoppen in het
scherm om de gewenste stijl te selecteren die u wilt wijzigen/wissen/registreren.
[D] BEAT
Selecteert de te bewerken beat (maatsoort). Als er een andere file wordt geselecteerd door op de [C] knop
te drukken, wordt de beat instelling vervangen door de beat instelling van de geselecteerde file.
[E] FAVORITE
Voegt het geselecteerde bestand toe aan de Favorite pagina (blz. 70).
[F]~[H] CLEAR
Wist het ingegeven item aan de linkerkant.
[I] DELETE RECORD
Wist het geselecteerde bestand. Het gewiste bestandsnummer komt vrij (leeg). Als u op deze knop drukt,
verschijnt er een schermmededeling die u vraagt om de handeling uit te voeren (execute), af te breken (abort), of te annuleren (cancel).
YES....................... Druk hierop om het bestand te wissen en het scherm te sluiten.
NO....................... Druk hierop om het scherm te sluiten zonder het bestand te wissen.
CANCEL............... Druk hierop om de schermmededeling te sluiten en terug te keren naar het vorige scherm.
[J] NEW RECORD
Registreert een nieuw bestand. Het laagste beschikbare lege bestandsnummer wordt voor het registreren
gebruikt. Als u op deze knop drukt, verschijnt er een schermmededeling die u vraagt om de handeling uit
te voeren (execute), af te breken (abort), of te annuleren (cancel).
YES....................... Druk hierop om het bestand te registreren en het scherm te sluiten.
NO....................... Druk hierop om het scherm te sluiten zonder het bestand te registreren.
CANCEL............... Druk hierop om de schermmededeling te sluiten en terug te keren naar het vorige scherm.
U kunt een preset bestand ook
wijzigen/wissen. Wilt u wijzi-
gen/wissen voorkomen, regis-
treer het bestand dan, na het
bewerken, als een nieuw
bestand.
OPM.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
1
Druk op de
[8
▲▼]
(RECORD EDIT)
knop in het
MUSIC FINDER
scherm.
2
Wijzig/wis de bestands-data. U kunt ook
nieuwe bestanden registreren. Voor details over
alle instellingen en procedures, zie hieronder.
Alle Music Finder bestanden
kunnen samen worden bewaard
als één le (blz. 151). Tijdens het
oproepen van een bewaarde le,
verschijnt er een schermmede-
deling die u vraagt of de bestan-
den moeten worden vervangen
of toegevoegd.
Replace:
Alle Music Finder bestanden
die zich momenteel in het
instrument bevinden worden
gewist en vervangen door de
bestanden van de geselec-
teerde le.
Append:
De opgeroepen bestanden
worden toegevoegd op de
vrije bestandsnummers.
OPM.
Het STYLE FILE SELECT
scherm kan uitsluitend
worden gebruikt om de stijl-
naam te selecteren voor het
bewerken van het bestand;
het kan niet worden gebruikt
om de feitelijke begelei-
dingsstijl op te roepen.
OPM.
Houd in gedachte dat de hier
gemaakte Beat instelling
uitsluitend voor de Music
Finder Search functie is; dit
heeft geen invloed op de
feitelijke maatsoortinstelling
van de begeleidingsstijl zelf.
OPM.
Het maximum aantal
bestanden is 2500, inclusief
interne bestanden.
OPM.
Stijlen
73
CVP-209/207
[1▼▲] TEMPO
Bepaalt het tempo voor het geselecteerde bestand. Als de file gewijzigd wordt met de [C] knop, wordt het tempo
automatisch gewijzigd in dat van de gewijzigde file.
[3▼▲]~[5▼▲] GENRE
Selecteert het specifieke genre dat u wilt bewerken. Het beschikbare bereik omvat alle preset genres, alsook alle die u
zelf heeft toegevoegd.
[6▼▲] GENRE NAME
Om een genrenaam in te geven. Druk op de knop om het scherm voor het
ingeven van de genrenaam op te roepen, bewerk hierna de naam. Er kunnen
maximaal 200 genrenamen worden bewaard.
De genrenaam die u ingeeft wordt effectief als het huidige bestand wordt bewerkt (overschreven) door op de [8
] (OK)
knop te drukken, of als er een nieuw bestand wordt geregistreerd door op de [J] (NEW RECORD) knop te drukken.
Als u het MUSIC FINDER EDIT scherm verlaat zonder het bestand echt te bewerken of te registreren, zal de ingegeven
genrenaam worden gewist.
[8] OK
Voert alle bewerkingen en wijzigingen aan het bestand uit. Als u op deze knop drukt, verschijnt er een scherm-
mededeling die u vraagt om de handeling uit te voeren (execute), af te breken (abort), of te annuleren (cancel).
YES .................. Druk hierop om het bestand te vervangen en het scherm te sluiten.
NO .................. Druk hierop om het scherm te sluiten zonder het bestand te vervangen.
CANCEL........... Druk hierop om de schermmededeling te sluiten en terug te keren naar het vorige scherm.
[8] CANCEL
Druk hierop om de handeling af te breken en terug te keren naar het MUSIC FINDER scherm.
CVP-209/207
74
Het Afspelen van Songs
Hier zult u leren hoe u songs kunt afspelen. Songs kunnen zijn: interne songs van het instrument, uw eigen spel dat u
heeft opgenomen met de opnamefuncties (blz. 94) en commercieel verkrijgbare song data. U kunt deze zeer veel-
zijdige functie op vele manieren gebruiken — om met de song mee te spelen, alsook voor het instuderen van nieuwe
muziek met de Guide (blz. 79) en de Repeat (blz. 78) functies. Tevens kunt u muzieknoten en song teksten in de LCD
weergeven.
Als u een microfoon op de CVP-209/207 aansluit, kunt u met de song meezingen waarbij er automatisch vocal
harmony partijen kunnen worden toegevoegd (blz. 128).
Interne songs (Song Book)
Song data op de bijgeleverde diskette (50 greats for the Piano)
Commercieel verkrijgbare song data
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met GM (General
MIDI).
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met het Yamaha
XG format. XG is een enorme verbetering ten opzichte van de “GM System
Level 1” standaard, met meer voices, grotere bewerkingsmogelijkheden en
ondersteuning van meerdere effectsecties en -types.
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met Yamaha’s DOC (Disk Orchestra Collection)
format.
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met Yamaha’s originele Midi file format.
• Songs die u heeft opgenomen (blz. 94) en bewaard in de CVP-209/207 of opgeslagen op diskette.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Compatibele Song Types
Commercieel verkrijgbare
muziek data is onderworpen
aan auteursrechten en is uit-
sluitend bedoeld voor per-
soonlijk gebruik.
OPM.
Voor meer informatie over
song file types, compatibel
met de Clavinova, zie blz.
159.
OPM.
Het Afspelen van Songs
75
CVP-209/207
Het Afspelen van de Interne Songs
Het Afspelen van Songs
A
E
D
C
B
F
J
I
BACK
H
G
A
E
D
C
B
F
J
I
BACK
H
G
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
END
2-2 Open een map en
selecteer een song
om af te spelen.
2-1 Selecteer de PRESET tab met de [BACK]
knop.
U kunt Sync Start voor de
song activeren door gelijktij-
dig op de [TOP] en de
SONG [START/STOP]
knoppen te drukken. De
song start zodra u op het
toetsenbord begint te
spelen. U kunt deze functie
ook gebruiken in combinatie
met de Sync Start functie
van de stijl (blz. 61).
U kunt het volume automa-
tisch laten aanzwellen of
wegsterven aan het begin of
einde van de song. Druk
gewoon op de [FADEIN/
OUT] knop aan het begin
van een song voor een fade-
in en druk er aan het einde
van de song op voor een
fade-out.
OPM.
Stel het tempo in met de TEMPO [ ][ ] knoppen (blz.
51) of de [TAP TEMPO] knop.
U kunt de afspeelsnelheid zelfs wijzigen door het intikken
van het tempo tik gewoon twee maal op de [TAP
TEMPO] knop.
1
2
3
De song start.
Druk, om de song on-
middellijk te stoppen,
nogmaals op de knop
Druk op de knop om terug te keren naar
het vorige scherm.
START / STOP
EXIT
Als het MAIN scherm (links)
niet wordt weergegeven,
druk dan op de [DIRECT
ACCESS] knop, gevolgd
door de [EXIT] knop.
U kunt ook een aantal
andere instellingen maken
(zoals tempo, voice selectie,
instellingen voor de oefen-
functies, etc.) die automa-
tisch weer worden opge-
roepen als de song wordt
afgespeeld (blz. 106).
OPM.
OPM.
OPM.
Het Afspelen van Songs
CVP-209/207
76
Het Gelijktijdig Afspelen van een Song en een Begeleidingsstijl
Als een song en een begeleidingsstijl tegelijk worden afgespeeld, dan worden de
kanalen 9 - 16 van de song data vervangen door begeleidingsstijlkanalen — waardoor
u de Automatische Begeleidingsstijlen en -mogelijkheden kunt gebruiken in plaats van
de begeleidings-parts van de song. Maak de onderstaande instellingen en speel uw
eigen akkoorden ter vervanging van de akkoord data van de song.
• [ACMP] knop..................... ...ON
• [AUTO FILL IN] knop ........ ...ON
1
Selecteer de song en start het afspelen door op de SONG [START/STOP] knop te
drukken.
2
Selecteer de gewenste begeleidingsstijl
3
Start de stijl door op de STYLE [START/STOP] knop te drukken.
4
Voeg, terwijl een song afspeelt, een break in of verander van sectie (met de
stijlsectieknoppen.)
Als u naar een andere sectie omschakelt, speelt er een Fill in pattern af.
De stijl stopt automatisch als de song is afgelopen of wordt gestopt.
De begeleiding stopt als u
de song stopt. Als de bege-
leidingsstijl speelt en u start
de song, dan stopt de bege-
leiding automatisch.
OPM.
END
Het Afspelen van Songs
77
CVP-209/207
Songs op Diskette Afspelen
Doe de diskette in de drive.
De methode voor het afspelen is identiek aan die van “Het Afspelen van de Interne Songs”
(blz. 75), behalve dat u nu de FLOPPY DISK pagina moet selecteren in het SONG scherm.
Andere Afspeel-gerelateerde Procedures
Repeat / Rewind / Fast forward
Het Instellen van de Volumebalans / Specifieke Kanalen Uitschakelen
CHANNEL ON/OFF scherm
Selecteer de [SONG] tab met de [CHANNEL ON/OFF] knop, en schakel het gewenste
kanaal uit door dit op [OFF] te zetten. Houd, om een kanaal solo te schakelen (u hoort
uitsluitend dat kanaal), de knop die bij het kanaal hoort ingedrukt. Om de solo instelling
voor een kanaal weer uit te schakelen, drukt u nogmaals op deze kanaalknop.
Lees eerst het gedeelte
Omgaan met de Floppy Disk
Drive (FDD) en Diskettes
(blz. 6).
U kunt instellen of de Clavi-
nova wel of niet automatisch
de eerste song op diskette
zal oproepen zodra er een
diskette in de drive wordt
gedaan (blz. 150).
Bepaalde song data voor de
Clavinova is opgenomen met
speciale free tempo instel-
lingen. Tijdens het afspelen
van dergelijke song data,
komen de maatnummers in
het scherm niet overeen met
de werkelijkheid, maar geven
slechts een indicatie van
hoeveel van de song al is
afgespeeld.
OPM.
OPM.
OPM.
Steek de diskette met het
schuifkapje als eerste en het label
naar boven gericht in de drive.
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
Tijdens het afspelen, kunt u de song terugspoelen" naar zijn beginpunt en
deze vanaf het begin opnieuw afspelen. Als het afspelen is gestopt, zal het
drukken op deze knop de song terugzetten op zijn beginpunt.
Druk op deze knop om het SONG POSITION scherm op te roepen
(zie hieronder). Druk op de [EXIT] knop om terug te keren naar het
SONG scherm.
Als BAR geselecteerd is, kunt u een maatnummer speciceren (geteld vanaf het
begin van de song) met de [REW] en [FF] knoppen.
Als PHRASE MARK geselecteerd is, speciceer dan het phrase mark nummer met
de [REW] en [FF] knoppen.
Phrase Mark
Deze data speciceert een
bepaalde lokatie in de song
data. Bij de interne Song
Book songs worden deze
aangegeven door nummers
(1, 2, etc.) bij de weerge-
geven muzieknoten.
OPM.
SONG POSITION scherm
PHRASE MARK is alleen beschikbaar als de song frasemarkeringen bevat.
Druk op de [J] knop en wissel tussen BAR en PHRASE MARK, gebruik dan
de [REW] en [FF] knoppen om de gewenste maat of Phrase Mark te selecteren.
BALANCE
PA RT
CHANNEL
ON / OFF
Druk op deze knop om het BALANCE scherm op te roepen (blz. 62).
Druk op deze knop om het CHANNEL ON/OFF scherm op te roepen
(zie hieronder).
Channel
Verwijst naar het MIDI
kanaal in de song data. Voor
de CVP-209/207 zijn de ka-
nalen als volgt toegewezen:
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
OPM.
Het Afspelen van Songs
CVP-209/207
78
Met deze functie kunt u bepaalde parts van de song (Track1, Track2, Extra Tracks) uitschakelen en alleen die parts afspelen die u wilt
horen. U kunt bijvoorbeeld, als u een melodie van een song wilt instuderen, alleen de rechterhand part uitschakelen om die zelf te spelen.
Met deze functie kunt u een bepaald gebied van de song (tussen Punt A en Punt B) specificeren en herhaaldelijk
afspelen.
Specifieke Parts Uitschakelen — Track1/Track2/Extra Tracks
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
2
1
Selecteer een song om af te spelen (blz. 74).
Gebruik deze knop om de rechterhand
part aan/uit te schakelen.
Gebruik deze knop om de linkerhand
part aan/uit te schakelen.
Gebruik deze knop om de overige parts aan/uit te schakelen
(alle behalve de rechterhand/linkerhand parts).
Start de song.
Wijzig het tempo met de TEMPO [ ][ ] knoppen (blz. 51).
Alle Tracks staan automa-
tisch aan als er een andere
song wordt geselecteerd.
OPM.
3
Druk nogmaals op de knop
om de song te stoppen.
START / STOP
END
U kunt de kanaaltoewijzing-
en voor Track 1 en Track 2
(blz. 137) wijzigen, zodat u
kunt speciceren welke
parts er worden uitgescha-
keld als er op de [TRACK 1]/
[TRACK 2]/[EXTRA
TRACKS] knoppen wordt
gedrukt.
OPM.
Een Specifiek Gedeelte Herhaaldelijk Afspelen
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
START / STOP
2
1
Speel de song af (blz. 75, 77).
U kunt de Punten A en B ook
speciceren als de song is
gestopt. Stel Punt A in door
op de [REPEAT] knop te
drukken, gebruik dan de [FF]
knop om naar de gewenste
eindpuntlokatie te gaan, stel
vervolgens Punt B in door
nogmaals op de [REPEAT]
knop te drukken.
4
Stop de song.
Druk, om de Repeat (herhalings)functie uit te
schakelen, nogmaals op de knop.
REPEAT
Druk op deze knop bij het punt waar u de
herhalende frase wilt laten beginnen (Punt A).
Druk op deze knop bij het punt waar u de
herhalende frase wilt laten eindigen (Punt B).
3
Na een automatische inleiding (om u de frase binnen te leiden), zal het gebied
van punt A tot punt B herhaaldelijk gaan afspelen.
Ongeacht of de song nu afspeelt of is gestopt, door het drukken op de [TOP]
knop keert u terug naar punt A.
Punt B kan niet worden gese-
lecteerd als Punt A nog niet is
geselecteerd.
Het speciceren van alleen
Punt A resulteert in het her-
haaldelijk afspelen tussen Punt
A en het einde van de song.
De gespeciceerde punten A
en B zullen worden gewist als
er een ander song nummer
wordt geselecteerd, of als de
Repeat functie wordt uitge-
schakeld, of als er een andere
repeat mode wordt geselec-
teerd zoals Phrase Repeat
of herhaling in Song Chain
Play (blz. 137).
END
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
Het Afspelen van Songs
79
CVP-209/207
Deze leuke mogelijkheden maken het makkelijk om nieuwe muziek in te studeren. De
Guide toetslampjes geven aan welke noten u moet spelen, en wannéér u dat moet doen,
alsook hoe lang u ze moet aanhouden. Als u meespeelt met een song en meezingt in een
aangesloten microfoon, dan zal de Clavinova de timing van de song automatisch aan uw
zang aanpassen.
Oefenfuncties
Voor toetsenbordspel
Follow Lights
Als dit geselecteerd is, kunt u zien welke noten u moet spelen door naar de Guide
lampjes te kijken. Ze lichten precies op tijd op tijdens het afspelen van songs, om u te
tonen wanneer u een noot moet spelen. U kunt ook op uw eigen tempo oefenen —
aangezien de begeleiding wacht tot u de noten correct heeft gespeeld.
Accompaniment Guide
Als de song data die u gebruikt akkoord data bevat en de [ACMP] knop aan staat, kunt
u de Guide lampjes (blz. 137) ook gebruiken om u te helpen om akkoorden te spelen.
Kijk naar de Guide lampjes en probeer de juiste akkoorden te spelen.
Any Key
Met deze functie kunt u de melodie van een song spelen, door het herhaaldelijk op tijd
indrukken van telkens dezelfde toets (maakt niet uit welke). Zolang u gelijke tred houdt
met de muziek, zal de melodie mooi gelijk lopen met de song.
Voor meezingdoeleinden
Karao-Key
Met deze handige functie kunt u het afspelen van de song en de begeleiding met slechts één vinger besturen. Druk
gewoon op het juiste moment in de muziek op een toets van het toetsenbord — het maakt niet uit welke toets — en
de begeleidings-parts van de song volgen u op de voet. Hiermee kunt u de timing en het tempo van song en
begeleiding besturen, opdat ze uw zang perfect zullen volgen.
Vocal CueTIME
Dit lijkt op Follow Lights hierboven: u kunt zien welke noten u moet zingen door naar de Guide lampjes te kijken.
De Clavinova volgt uw zang en past automatisch de timing en het tempo van de song aan uw zang aan.
Het Gebruik van de Oefenfuncties — Guide
U kunt de Guide lampjes aan/
uitzetten vanuit het SONG
SETTING scherm (blz. 137).
OPM.
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Guide
toetslampjes
U kunt ook het moment be-
palen waarop de Guide toets-
lampjes zullen oplichten om
dit aan uw speelvoorkeuren
aan te passen (Guide Lamp
Timing; blz. 137).
Als u wilt leren hoe u bepaal-
de akkoorden moet spelen,
gebruik dan de Chord Tutor
functie (blz. 139).
De Accompaniment Guide
functie kan niet worden
gebruikt als de Akkoord-
vingerzettingsmethode op
Single Finger, Full key-
board of AI Full Keyboard
staat ingesteld.
OPM.
OPM.
OPM.
Het Afspelen van Songs
CVP-209/207
80
Het Instuderen van Muziek met de Guide Functies
A
E
D
C
B
12345678
Selecteert de specieke oefenfunctie.
Zet de Guide toetslampjes aan/uit.
Bepaalt het moment waarop de Guide
toetslampjes zullen oplichten.
JUST .....De Guide lampjes lichten op
tijd op in de muziek, precies op
het moment dat u de betref-
fende noten moet spelen.
NEXT..... De Guide lampjes lichten iets
vroeger op, om aan te geven
welke noten u zo dadelijk moet
gaan spelen. De Guide lampjes
zullen gaan knipperen als u de
toets niet op tijd speelt.
Bepaalt of de Phrase Mark secties in de song wel of niet herhaaldelijk
zullen afspelen. Als dit op ON staat, zullen de gespeciceerde maten
van de frase herhaaldelijk afspelen.
Roep het SONG POSITION scherm
op door op de [REW] of de [FF] knop te drukken en selecteer PHRASE
MARK door op de [J] knop te drukken. Stel het gewenste Phrase Mark
nummer in met de [REW] en [FF] knoppen.
2
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77) en schakel de track uit die u wilt gaan
oefenen (blz. 78).
1
Selecteer de gewenste oefenfunctie vanuit de song SETTING pagina in het
FUNCTION scherm (blz. 137).
4
3
5
Druk, om de oefenfunctie uit te schakelen,
nogmaals op de knop.
GUIDE
END
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Start de song en probeer de part die u heeft uitgeschakeld te spelen.
Wijzig het tempo met de TEMPO [ ][ ] knoppen (blz. 51).
Stop de song.
Voor details over het SONG
SETTING scherm, zie blz. 137.
De Guide lampjes lichten op
op basis van song kanalen die
zijn opgenomen in de Tracks 1
en 2 en akkoord data in de
song (mits dergelijke data aan-
wezig is). Gewoonlijk kunt u de
AUTO SET CH functie op ON
zetten en zal het song kanaal
automatisch worden inge-
steld. Als de resultaten niet
bevredigend zijn, dienen de
Kanaalinstellingsparame-
ters TRK1 CH en TRK2 CH
voor de betreffende rechter- en
linkerhand parts te worden
aangepast.
Vocoder
Hiermee kunt u de harmony
noten aangeven of vanaf het
toetsenbord spelen .
Phrase Mark
Deze data speciceert een
bepaalde lokatie in de song
data. Bij de interne Song
Book songs worden deze
aangegeven door nummers
(1, 2, etc.) bij de weergegeven
muzieknoten.
Track 1 of Tracks 1 & 2 worden
automatisch geselecteerd voor
oefenen zodra de oefenfunctie
wordt opgeroepen mits u de
track die u wilt oefenen niet
heeft uitgeschakeld.
De Guide toetslampjes lichten
soms een octaaf lager/hoger
op dan de eigenlijke toonhoog-
te. Noten die buiten het bereik
van de 88 toetsen liggen, kun-
nen niet door de Guide toets-
lampjes worden aangegeven.
Als de in de song opgenomen
rechter- en linkerhand parts
niet goed van elkaar zijn ge-
scheiden, zal de oefenfunctie
wellicht niet naar verwachting
functioneren.
OPM.
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Bepaalt het kanaal voor het
afspelen van het harmony
geluid van de Vocoder.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
Het Afspelen van Songs
81
CVP-209/207
Met deze functie kunnen er, tijdens het afspelen van songs, automatisch muzieknoten in het scherm worden weerge-
geven. Dit kan worden gebruikt voor uw eigen opnames, alsook voor de interne Demo songs.
Het Weergeven van Muzieknoten — Score
A
E
D
C
B
12345678
1
Selecteer de
gewenste
song (blz. 75,
77).
Bepaalt of de linkerhandpartij wel/niet in het scherm
zal worden weergegeven. Afhankelijk van andere
instellingen kan deze parameter soms niet beschik-
baar en daarom vaag zichtbaar zijn. Mocht dit het
geval zijn, ga dan naar het gedetailleerde instel-
lingenscherm (zie hieronder; gebruik de [8▲▼]
knoppen) en stel de LEFT CH. parameter in op
een ander kanaal, behalve AUTO. Of ga naar het
SONG SETTING scherm in het Function menu
(blz. 137) en stel de TRACK 2 parameter in op een
ander kanaal, behalve OFF.
Bepaalt of de rechterhandpartij wel/niet in
scherm zal worden weergegeven.
Kanaal 1 wordt automatisch geselecteerd als
[TRACK1] wordt ingesteld op [OFF] vanuit
het SONG SETTING scherm (blz. 137).
Bepaalt of de akkoorden wel/niet in het
scherm zullen worden weergegeven.
Als de geselecteerde song geen
akkoord data bevat, zullen er geen
akkoorden worden weergegeven.
Bepaalt of de nootnamen (toonhoogtes)
wel/niet zullen worden weergegeven.
Bepaalt de schermresolutie (of zoom level) van de notatie.
De resoluties worden beurtelings geselecteerd in deze volgorde:
X-LARGE (Extra Large), LARGE, MEDIUM en SMALL.
De afgebeelde notatie wordt
door de Clavinova gegene-
reerd op basis van de song
data. Het resultaat is wel-
licht niet hetzelfde als com-
mercieel verkrijgbare blad-
muziek van dezelfde song
vooral bij het weergeven
van ingewikkelde passages
of vele korte noten.
Bepaalde song data voor de
Clavinova is opgenomen
met speciale free tempo
instellingen. Voor dergelijke
song data, zal het tempo,
tel, maat en de muziekno-
tatie niet correct worden
weergegeven.
[RIGHT] en [LEFT] kunnen
niet allebei worden uitgezet.
De nootnamen staan links
van elke noot. Als de ruimte
tussen de noten te smal is,
zullen de nootnamen boven
de noten verschijnen.
U kunt het aantal maten dat
in het scherm wordt weer-
gegeven vermeerderen,
door het aantal overige
items dat wordt weerge-
geven (partijen, akkoorden,
etc.) te verminderen.
Wanneer extra tekens (krui-
sen en mollen) niet op één
regel passen, worden ze op
de volgende regel midden
in de maat weergegeven.
De notatiefuncties kunnen
niet worden gebruikt om
song data te creëren door
het ingeven van noten. Voor
informatie over het creëren
van song data, zie blz. 98.
OPM.
Als het MAIN scherm (links)
niet wordt weergegeven,
druk dan op de [DIRECT
ACCESS] knop, gevolgd
door de [EXIT] knop.
OPM.
3
Dit roept het gedetailleerde instellingenscherm op
voor notatie. Voor details, zie de volgende bladzijde.
Bepaalt of er wel/niet song teksten zullen worden weergegeven.
Als de geselecteerde song geen song tekst data bevat,
zal er geen tekst worden weergegeven.
2
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.
Het Afspelen van Songs
CVP-209/207
82
Gedetailleerde Instellingen voor Notatie
[1▲▼] LEFT CH/[2▲▼] RIGHT CH
Dit bepaalt het Left kanaal (voor de linkerhand part) en het Right kanaal (voor de rechterhand part). Deze instelling
keert terug naar AUTO als er een andere song wordt geselecteerd.
AUTO .........................De kanalen voor rechter- en linkerhand parts worden automatisch toegewezen — waarbij de
parts worden ingesteld op hetzelfde kanaal als het kanaal dat is gespecificeerd in het SONG
SETTING scherm van het Function menu (blz. 137).
1-16............................Wijst de part toe aan het gespecificeerde kanaal (1- 16).
OFF (alleen LEFT CH) Geen kanaaltoewijzing.
[3▲▼], [4▲▼] KEY SIGNATURE
Hiermee kunt u , midden in een song, toonsoortwijzigingen aanbrengen, op de positie waar u bent gestopt,
waardoor u de song op elk gewenst punt kunt transponeren. Voor een overzicht van alle toonsoorten, met hun
bijbehorende mineur toonsoorten, verhogingen en verlagingen, zie het schema hieronder.
[5▲▼] QUANTIZE
Dit geeft u controle over de nootresolutie in de notatie, waardoor u de correcte timing
van alle weergegeven noten zodanig kunt verschuiven dat ze overeenkomen met een
specifieke nootwaarde. Zorg dat u altijd de kleinste nootwaarde selecteert die in de song
voorkomt.
Note resolution:
1/4 noot, 1/8 noot, 1/16 noot, 1/32 noot, 1/4 noot triool, 1/8 noot triool, 1/16 noot
triool, 1/32 noot triool
Als LEFT en RIGHT op
hetzelfde kanaal zijn inge-
steld, wordt de notatie van
de rechter- en linkerhand-
noten als piano-partij weer-
geven (twee met elkaar
verbonden notenbalken).
OPM.
12345678
The note indicates the root note of the major key, and the note indicates the root of the relative minor.
C Maj (A min) G Maj (E min) D Maj (B min) A Maj (F
min) E Maj (C
min) B Maj (G
min) F
Maj (D
min) C
Maj (A
min)
C
Maj (A
min) G
Maj (E
min) D Maj (B
min) A
Maj (F min) E
Maj (C min) B
Maj (G min) F Maj (D min)
Toonsoorten en verhogingen/verlagingen
noot geeft de root noot v/d majeur toonsoort aan, de
noot geeft de root noot v/d relatieve mineur aan. De
Korte noten en bijzondere
noten (zoals trillers en korte
voorslagen), korter dan de
nootresolutie, zullen niet in
de notatie worden weerge-
geven.
OPM.
Het Afspelen van Songs
83
CVP-209/207
[6▲▼] NOTE NAME
Als [NOTE NAME] op ON wordt ingesteld, worden zowel de nootnamen als de solfege namen (do, re, mi, etc.)
weergegeven.
ABC ................. Nootnamen worden weergeven als letters (C, D, E, F, G, A, B).
Fixed Do.......... Nootnamen zullen worden weergeven met hun solfege namen en zullen afhankelijk van de
geselecteerde taal (blz. 50) verschillen.
English.............. Do Re Mi Fa Sol La Ti
French ..............Ut Re Mi Fa Sol La Si
Italian............... Do Re Mi Fa Sol La Si
German............ Do Re Mi Fa Sol La Si
Spanish............. Do re Mi Fa Sol La Si
Japanese...........
Movable Do..... Nootnamen worden weergeven met hun solfege namen, afhankelijk van de toonladder-intervallen
en indien van toepassing op de toonsoort. De grondtoon wordt weergeven als Do. In de toonsoort
G majeur bijvoorbeeld, zal de grondtoon Sol als Do worden weergeven.
Net als bij “Fixed Do”, verschilt de weergave afhankelijk van de geselecteerde taal.
[7▲▼] COLOR NOTE
Als dit op ON wordt ingesteld, verschijnen de noten in verschillende kleuren in het scherm (C: rood, D: geel,
E: groen, F: oranje, G: blauw, A: paars en B: wit).
[8] OK
Dit sluit het gedetailleerde instellingenscherm en start het genereren van de notatie. U
kunt dit ook uitvoeren door op de [ENTER] knop van het bedieningspaneel te drukken.
[8] CANCEL
Dit sluit het gedetailleerde instellingenscherm zonder dat er instellingen worden
gewijzigd. U kunt dit ook uitvoeren door op de [EXIT of de [RECORD] knop van het
bedieningspaneel te drukken.
U kunt de schermpaginas
(één voor één) selecteren
met de [BACK]/[NEXT]
knoppen of met het pedaal
(blz. 139).
OPM.
Het Afspelen van Songs
CVP-209/207
84
Met deze functie kunt u song teksten weergeven terwijl de song afspeelt — waardoor het gemakkelijk is om mee te
zingen met uw eigen spel op het toetsenbord of met afspelende songs.
Het Weergeven van Song Teksten
A
E
D
C
B
1
Selecteer de
gewenste song
(blz. 75, 77).
3
De Song teksten kunnen
ook op een aangesloten TV
worden weergegeven (blz.
144, 153).
OPM.
5
De kleur van de
song tekst ver-
andert tijdens
het afspelen van
de song.
Stop de song.
Druk op de knop om naar het vorige
scherm terug te keren.
EXIT
END
Als de geselecteerde song
geen song tekst data bevat,
zal er geen tekst worden
weergegeven.
OPM.
De taal die voor song teksten
zal worden gebruikt hangt af
van de specieke song tekst
data. Als de song teksten er
verminkt of onleesbaar uit-
zien, kunt u dit verhelpen
door de LYRICS LAN-
GUAGE instelling te wijzigen
vanuit het SONG SETTING
scherm (blz. 137).
OPM.
Start de song.
4
2
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Selecteer de
BACK GROUND
(schermachtergrond)
instelling.
Als de schermachtergrond-
kleur gespeciceerd is in de
song data, kan de BACK
GROUND instelling niet
worden gewijzigd.
OPM.
De song teksten kunnen
worden gewijzigd (blz. 109).
OPM.
Als de geselecteerde song
akkoord data bevat, zullen
samen met de song tekst
ook akkoorden worden
weergegeven.
OPM.
85
CVP-209/207
Het Opslaan en Oproepen van Paneelinstellingen — Registration Memory
Registration Memory is een krachtige functie waarmee u de Clavinova alles zelf kunt laten instellen, precies zoals u dat wilt — de selectie
van specifieke voices, stijlen en effectinstellingen, etc. — en u kunt uw zelfgemaakte paneelinstellingen opslaan om ze later weer te
kunnen oproepen. Als u die instellingen weer nodig heeft, hoeft u slechts op de juiste REGISTRATION MEMORY knop te drukken.
Hier kunt u zien hoe u uw eigen paneelinstellingen in de REGISTRATION MEMORY
knoppen kunt registreren. Maak alle nodige instellingen met de paneelknoppen en
Registration Memory zal ze voor u “onthouden”.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
Het Registreren van Paneelinstellingen — Registration Memory
Houd in gedachte dat songs
of stijlen op diskette niet in
Registration Memory kunnen
worden geregistreerd. Als u
een diskette song of -stijl wilt
registreren, kopieer de
betreffende data dan naar
“USER” in het SONG/
STYLE scherm (blz. 39) en
registreer de data apart.
OPM.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
END
F
J
I
12345678
H
G
1
Stel de paneelknoppen naar wens in.
Zie, voor een overzicht van alle instellingen die kunnen worden
geregistreerd, de aparte Data List (Parameter Chart).
Selecteer de gewenste parameter-
groepen voor de instellingen die u
wilt registreren. U kunt ook de [DATA
ENTRY] knop gebruiken om in dit
scherm te navigeren. Plaats een vink-
teken in het corresponderende vakje
om een parametergroep te registreren.
Groepen zonder vinkteken zullen geen
deel uitmaken van de Registration
Memory instelling. Dit stelt u in staat
om bepaalde instellingen aan te
houden, zelfs als u naar een andere
Registration Memory omschakelt. U
kunt ook de Freeze functie (blz. 87)
gebruiken om de Registration Memory
wijzigingen te overtroeven om te
voorkomen dat bepaalde paneelin-
stellingen worden gewijzigd.
Plaatst een vinkteken in het
geselecteerde vakje. U kunt ook
de [ENTER] knop gebruiken.
Verwijdert het vinkteken uit het
geselecteerde vakje. U kunt
ook de [ENTER] knop gebruiken.
Annuleert de registratie en
keert terug naar het MAIN
scherm. U kunt ook de
[EXIT] knop gebruiken.
Druk op de gewenste nummerknop om de instellingen te registreren.
3
Alle data die eerder werd
geregistreerd in de gese-
lecteerde REGISTRATION
MEMORY knop (indicator is
groen of rood) zal worden
gewist en vervangen door
de nieuwe instellingen.
OPM.
Indicator is groen .....De paneelinstelling is geregistreerd, maar niet geselecteerd.
Indicator is rood.......De paneelinstelling is geregistreerd en momenteel geselecteerd.
Indicator is uit..........De paneelinstelling is niet geregistreerd.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
2
Het Opslaan en Oproepen van Paneelinstellingen — Registration Memory
CVP-209/207
86
Het Opslaan van Uw Registration Memory Instellingen
De instellingen die in de REGISTRATION MEMORY [1] - [8] knoppen zijn geregistreerd worden als één file opgeslagen.
REGISTRATION EDIT scherm
De inhoud van de huidige Registration Memory bank (REGIST.) wordt weergegeven in het REGISTRATION EDIT
scherm. De namen van de bewaarde Registration Memory presets worden in het scherm getoond en de indicators
van de bijbehorende REGISTRATION MEMORY knoppen lichten groen op.
Vanuit dit scherm kunt u Registration Memory presets selecteren, een naam geven of wissen.
Select ...............Druk op de [A] - [J] knoppen. Het REGIST. scherm is gekoppeld aan de REGISTRATION
MEMORY [1] - [8] knoppen. Als u de Registration Memory preset in het scherm selecteert, gaat
de bijbehorende knop aan (indicator is rood).
Name ...............Deze procedure is identiek aan die van “Files/Mappen een Naam Geven” (blz. 42) in
“Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data”.
Delete ..............Deze procedure is identiek aan die van “Files/Mappen Wissen” (blz. 44) in “Basisprocedures —
Het Organiseren van Uw Data.
Houd in gedachte dat de
grootte van de Registratie-
bank les en de geheugen-
ruimte die zij innemen af-
hangt van het aantal functies
die in elk daarvan zijn
ingesteld.
OPM.
BANK 01
Alle instellingen geregistreerd in de
knoppen [1] - [8] noemen we een
“bank”. Banken kunnen worden
opgeslagen in “USER” of “FLOPPY
DISK” Registratiebank les.
F
J
I
H
G
12345678
Druk, om het [MAIN] scherm
op te roepen, op [DIRECT
ACCESS] en vervolgens op
de [EXIT] knop.
OPM.
2
Sla de instellingen die u in de Registration Memory knoppen
heeft gemaakt op als één Registratiebank file (blz. 45).
1
Het REGISTRATION EDIT scherm
verschijnt. Voor details over dit
scherm, zie hieronder.
Het Opslaan en Oproepen van Paneelinstellingen — Registration Memory
87
CVP-209/207
U kunt alle paneelinstellingen die u gemaakt heeft oproepen — of alleen die u specifiek
wenst of nodig heeft. Als u bijvoorbeeld het vinkteken verwijdert bij “STYLE” in het
REGISTRATION MEMORY scherm, kunt u de momenteel geselecteerde stijl aanhouden
als u naar een andere Registration Memory preset omschakelt.
De Geregistreerde Instellingen Oproepen
Druk op de goede REGISTRATION MEMORY knop (waarvan de indicator groen is) om
de gewenste instellingen op te roepen.
Het selecteren van de Freeze Instellingen
Het Oproepen van een Registration Memory Instelling
Selecteer de gewenste bank
in het REGISTRATION
BANK scherm (blz. 86).
OPM.
U kunt uw Registration
Memory presets program-
meren om in die volgorde, of
in elke andere gewenste
volgorde, te worden opge-
roepen. Eénmaal gepro-
grammeerd, kunnen de
presets 1 - 8 in die volgorde
worden geselecteerd met de
[BACK][NEXT] knoppen of
met het pedaal (blz. 142).
OPM.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1
12345678
Selecteer de Freeze
instellingen.
Plaatst een vinkteken
in het geselecteerde
vakje.
2
3
Druk op de [FREEZE] knop. Als Freeze actief is (lampje brandt), zullen de instellingen die u heeft
gespecificeerd in de Freeze pagina worden aangehouden (worden niet gewijzigd), zelfs als u naar een
andere Registration Memory preset omschakelt.
4
Druk op de goede REGISTRATION MEMORY knop (waarvan de indicator groen is) om de gewenste
instellingen op te roepen.
Verwijdert het
vinkteken uit het
geselecteerde vakje.
Roep de “FREEZE”
pagina op vanuit het
REGIST.SEQUENCE/
FREEZE/VOICE SET
scherm (blz. 142).
CVP-209/207
88
Het Bewerken van Voices - Sound Creator
De CVP-209/207 heeft een Sound Creator waarmee u zelf uw eigen voices kunt creëren
door het wijzigen van enkele parameters van bestaande voices. Eenmaal gecreëerd, kunt
u deze opslaan als USER voices, om ze later weer te kunnen oproepen.
De Voice kan worden be-
werkt terwijl u een song/
stijl afspeelt.
Houd in gedachte dat ge-
wijzigde parameterinstel-
lingen meestal niet zozeer
het eigenlijke geluid veran-
deren, afhankelijk van de
oorspronkelijke instelling-
en van de voice.
OPM.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP F FREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
SOUND
CREATOR
Procedure
NATURAL VOICE
REGULAR VOICE ORGAN FLUTES
F
J
I
H
G
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PA RT
1
Druk op de [F], [G] of [H] knop om de Part
(MAIN, LAYER of LEFT) met de voice die u
wilt bewerken te selecteren.
Geeft aan welke parameters in dit
scherm voor bewerking beschikbaar
zijn. Deze corresponderen met de
parameters/waardes onder in het
scherm.
Selecteer het gewenste menu door op de [NEXT]/[BACK] knop te drukken.
Opent het Save (Voice) scherm voor het
opslaan van de bewerkte voice als een
User voice (blz. 45).
Selecteer
het gewenste
menu.
Het geselec-
teerde menu is
geaccentueerd.
Kan tijdens het bewerken worden
gebruikt om het geluid van de
oorspronkelijke voice met de
bewerkte voice te vergelijken.
4
Sla de bewerkte voice op naar de USER drive
(Flash ROM) als een USER voice (blz. 45).
De voice kan ook worden
geselecteerd in het SOUND
CREATOR scherm.
OPM.
2
Druk op de
[SOUND
CREATOR] knop.
3
Bewerk de voice parameters.
De procedure voor iedere functie die in deze stap wordt geselecteerd vindt u gedetailleerd beschreven vanaf
blz. 90 (Natural/Regular Voice) en blz. 93 (Organ Flutes).
De instellingen gaan verlo-
ren als er voor de part een
andere voice wordt geselec-
teerd. Belangrijke data moet
daarom eerst worden opge-
slagen naar de USER drive
of op diskette.
5
Druk op de [USER] knop om de bewerkte
voice te selecteren en bespeel het toetsenbord.
PAS OP
Het Bewerken van Voices — Sound Creator
89
CVP-209/207
SOUND CREATOR Parameters (Natural/Regular Voices)
De parameters voor Organ Flutes, zie blz. 93.
De volgende parameters zijn gekoppeld aan de parameters in elk ander scherm:
PIANO
Bepaalt de parameters die uniek zijn voor piano-geluiden, zoals stemmingscurve of sustain
sampling. Deze pagina is uitsluitend beschikbaar als de Natural piano voice geselecteerd is.
COMMON
Bepaalt de common instellingen zoals voice volume of octaaf.
SOUND
Bepaalt het timbre/EG (Envelope Generator)/vibrato van de voice (alleen Regular voice).
EFFECT/EQ
Bepaalt de effect depth of het effecttype en de equalizer instellingen.
HARMONY
Bepaalt de Harmony/Echo instellingen.
Common parameter Andere lokatie
MONO VOICE EFFECT (BEDIENINGSPANEEL) blz. 59
PORTAMENTO TIME MIXING CONSOLE blz. 122
LEFT PEDAL TYPE CONTROLLER (FUNCTION) blz. 139
LEFT PEDAL SETTING CONTROLLER (FUNCTION) blz. 139
FILTER BRIGHTNESS MIXING CONSOLE blz. 122
FILTER HARMONIC CONTENT MIXING CONSOLE blz. 122
REVERB DEPTH MIXING CONSOLE blz. 123
CHORUS DEPTH MIXING CONSOLE blz. 123
DSP ON/OFF VOICE EFFECT (BEDIENINGSPANEEL) blz. 58
DSP DEPTH MIXING CONSOLE blz. 123
DSP TYPE/VARIATION MIXING CONSOLE/VOICE EFFECT
(BEDIENINGSPANEEL)
blz. 58, 123
EQ LOW GAIN MIXING CONSOLE blz. 125
EQ HIGH GAIN MIXING CONSOLE blz. 125
HARMONY/ECHO TYPE HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 143
HARMONY/ECHO VOLUME HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 143
HARMONY/ECHO SPEED HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 143
HARMONY/ECHO ASSIGN HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 143
HARMONY/ECHO CHORD NOTE ONLY HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 143
HARMONY/ECHO TOUCH LIMIT HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 143
Natural Voices en Regular Voices
In de CVP-209/207 zijn twee verschillende klankbronnen ingebouwd: Natural en XG. De
Natural klankopwekking en zijn voices hebben een groot wave geheugen, waardoor u een
enorme expressieve controle heeft over het geluid, zeer fijn en gedetailleerd. De XG klankbron
(die de Regular Voices opwekt) biedt een maximale compatibiliteit met een grote verscheiden-
heid aan apparaten en song data.
De maximum polyfonie voor iedere klankbron is zo verdeeld dat deze voor uw spel zo geschikt
mogelijk is. Meestal worden de songs en stijlen afgespeeld door de XG klankbron, terwijl de
Natural Voices vanaf het toetsenbord worden bespeeld — waardoor u de Natural Voices kunt
bespelen met behoud van de volledige polyfonie, zelfs als de song en de stijl data de polyfonielimiet zouden overschrijden.
* Afhankelijk van de geselecteerde stijl in kwestie, kan een Natural voice worden gebruikt voor de begeleiding. Meestal worden songs afgespeeld door de
XG voices (blz. 160); u kunt ze evenwel automatisch revoicen zodat de uitzonderlijk brede en realistische geluiden, kenmerkend voor de CVP-209/207,
zullen worden gebruikt (blz. 121).
Welke parameters beschik-
baar zijn hangt af van het
geselecteerde voice type
(Regular of Natural; zie
hieronder).
Houd in gedachte dat er be-
paalde parameters zijn
waarvoor SOUND
CREATOR instellingen
alleen in-vloed hebben op de
MAIN part voice.
OPM.
OPM.
Voices die via de XG
klankbron klinken zijn ver-
deeld in twee groepen. De
ene is de originele set met
Clavinova voices (Cool!,
Sweet!, Live!, Live!Drums,
Organ Flutes) en de andere
is de conventionele XG set.
OPM.
Natural! Cool! Sweet! Live!
Live!Drums
OrganFlutes! XG
Voices exclusief voor de Clavinova GM/XG compatibele voices
Natural Voices (gegenereerd
door de Natural klankbron)
Regular Voices (gegenereerd door de XG klankbron)
Voornamelijk gebruikt voor vanaf het
toetsenbord bespeelde voices
Voor vanaf het toetsenbord bespeelde voices en het afspelen van songs/stijlen*
Het Bewerken van Voices — Sound Creator
CVP-209/207
90
PIANO (Natural Piano Voice is geselecteerd)
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
COMMON
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
SOUND (alleen Regular Voice)
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
12345678
Deze knoppen worden gebruikt om de
helderheid van de klank in te stellen.
Deze instelling beïnvloedt alle Natural
Voices tegelijk. Als er een andere voice
dan piano (Natural) wordt geselecteerd,
zet dit dan op EFFECT pagina. Zie de
Effect pagina (blz. 92) voor details.
Bepaalt de stemmingscurve, speciaal voor
piano voices. Selecteer FLAT als u het
gevoel heeft dat de stemmingscurve van
de piano voice niet goed overeenkomt met
die van de overige instrument voices.
STRETCH .. Stemmingscurve speciaal
voor pianos
FLAT .......... Stemmingscurve waarbij de
frequenties van elk hoger oc-
taaf over het gehele toetsen-
bord exact verdubbelen.
Bepaalt de depth van de
sustain sampling voor het
damper pedaal.
Bepaalt de hoeveelheid
snaarresonantie.
Welke parameters beschik-
baar zijn verschilt per
geselecteerde voice.
OPM.
12345678
Stel het volume van de huidige
bewerkte voice in.
Stel de portamento tijd in voor
iedere part (MAIN/LAYER/VOICE)
(alleen Regular Voice) (blz. 122).
Bepaalt de aanslaggevoeligheid, of
hoe het volume op uw
aanslagsterkte reageert.
0 —– Produceert steeds sterkere
niveauverlagingen,
naarmate u zachter speelt.
64 —– Normale respons.
127 Produceert een hoog (vast)
volume voor iedere
aanslagsterkte.
Verschuift het octaafgebied van de
geselecteerde voice (per heel
octaaf) omhoog of omlaag. Als de
Main of Layer part voice wordt
gebruikt, is de M/LYR parameter
beschikbaar; als de Left part voice
wordt gebruikt, is de LEFT
parameter beschikbaar.
Deze parameters zijn
identiek aan die in het
CONTROLLER scherm.
Zie blz. 139 voor details.
Dit bepaalt of de voice monofoon
wordt bespeeld (alleen Regular
Voice) (blz. 59).
12345678
Bepaalt de lter, EG en vibrato
instellingen (zie hieronder).
Het Bewerken van Voices — Sound Creator
91
CVP-209/207
FILTER
FILTER instellingen bepalen het algehele timbre van het geluid door een bepaald
frequentiegebied te versterken/verzwakken.
EG
De EG (Envelope Generator) instellingen bepalen hoe het volume van het geluid in de tijd verloopt. U kunt er vele
karakteristieke kenmerken van natuurlijke akoestische instrumenten mee nabootsen — zoals de snelle attack en de
korte naklank van percussie-instrumenten of de lange naklank van een piano.
ATTACK ...... Bepaalt hoe snel het geluid zijn maximale volumeniveau
bereikt, nadat de toets is aangeslagen. Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de attack.
• DECAY........ Bepaalt hoe snel het geluid zijn sustain niveau bereikt
(een beetje zachter dan het maximum). Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de decay.
• RELEASE ..... Bepaalt hoe snel het geluid wegsterft, totdat u niets meer
hoort, nadat de toets is losgelaten. Hoe hoger de waarde, hoe
langzamer de release.
VIBRATO
• DEPTH........ Bepaalt de intensiteit van het Vibrato effect (zie grafiek). Hogere
waardes resulteren in een meer nadrukkelijke Vibrato.
• SPEED......... Bepaalt de snelheid van het Vibrato effect (zie grafiek).
• DELAY ........ Bepaalt de hoeveelheid tijd die verstrijkt tussen het
moment dat de toets wordt aangeslagen en dat het
Vibrato effect actief wordt (zie grafiek). Door hogere
waardes neemt de delay (vertragingstijd) toe.
Naast het helderder/doffer
maken van het geluid, kunt u
de Filterfunctie ook gebruiken
voor het produceren van
elektronische, synthesizer-
achtige effecten.
OPM.
Cutoff frequency
Volume
Frequency
(pitch)
Cutoff range
These frequencies are
passed by the filter.
BRIGHTNESS
Bepaalt de cutoff frequentie, ofwel de
frequentie van waaraf het filter
werkzaam is (zie grafiek). Hogere
waardes resulteren in een helderder
geluid.
Cutoff frequentie
Frequentie
(toonhoogte)
Deze frequenties worden
door de lter doorgelaten.
Cutoff gebied
Volume
Resonance
Harmonic Content
Bepaalt hoeveel nadruk de cutoff
frequentie (resonantie), ingesteld bij
BRIGHTNESS hierboven, krijgt (zie
grafiek). Hogere waardes resulteren in
een meer nadrukkelijk effect.
Resonance
Volume
Frequency
(pitch)
Frequentie
(toonhoogte)
Resonantie
Volume
Tijd
Niveau
Key on
Key off
ATTACK RELEASE
DECAY
Toets aan
Toets los
Als RELEASE op een hoge
waarde wordt ingesteld,
wordt de sustain lang.
OPM.
VIBRATO
Creëert een zweving in het
geluid door een steeds
terugkerende toonhoogte-
verandering.
OPM.
DEPTH
SPEED
DELAY
Tijd
Niveau
Het Bewerken van Voices — Sound Creator
CVP-209/207
92
EFFECT/EQ
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
HARMONY
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
Deze parameters zijn identiek aan die in het HARMONY/ECHO scherm van FUNCTION. Zie blz. 144 voor
details.
Bepaalt het effecttype (Reverb/Chorus/
DSP).
Als een Regular Voice wordt
geselecteerd, worden het DSP type en
Variation ingesteld in twee aparte
menus. Voor informatie over de effect-
structuur, zie blz. 126; en voor een lijst
van alle beschikbare effecttypes, zie de
aparte Data List.
Bepaalt de helderheid van de toon als er een
Natural voice is geselecteerd. Dit kan ook
worden ingesteld vanuit de PIANO pagina
(blz. 90), als er een piano voice geselecteerd
is.
Metallic......... Scherpe metaalachtige toon
Bright ........... Heldere toon
Normal.......... Standaard toon
Mellow.......... Zachte, warme toon
Dark.............. Donkere toon
Identiek aan MIXING CONSOLE
op blz. 123.
Als u [BRIGHT] of
[Metallic] als Brilliance
type selecteert, zal het
volumeniveau iets
verhogen. In dat geval kan
een hoog ingesteld
[MASTER VOLUME]
vervorming ver-oorzaken.
Zet in dat geval het
volume wat lager.
De SPEED parameter
wordt toegevoegd als het
DSP type VIBE ROTOR
wordt geselecteerd. Met
deze parameter kunt u de
vibrato snelheid instellen
als u een Vibraphone
voice selecteert, om het
effect van een vibe rotor
pedaal na te bootsen.
OPM.
Met deze parameter kunt u bepalen of het geluid
ook zal doorklinken als u toetsen ingedrukt houdt
(PIANO LIKE), of dat het geluid alleen naklinkt
terwijl het pedaal ingedrukt is, zoals bij het spelen
op een echte vibrafoon (NORMAL) (alleen voor
de Vibraphone voice).
NATURAL VOICE
Identiek aan "MIXING CONSOLE"
op blz. 123.
REGULAR VOICE
Bepaalt de frequentie en
de Gain (sterkte) van de
Low (lage) en High (hoge)
EQ banden.
Het Bewerken van Voices — Sound Creator
93
CVP-209/207
Organ Flutes
Behalve de organ voices in de ORGAN voice categorie, heeft de CVP-209/207 ook een ORGAN FLUTES voice.
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
Parameters
Organ Type Deze parameter speciceert het type orgelklankopwekking dat zal worden nagebootst: Sine of Vintage.
Rotary SP Speed Met de Rotary SP Speed ([C]) knop schakelt de rotary speaker snelheid beurtelings om op snel of op
langzaam, mits er een rotary speaker effect is geselecteerd voor de Organ Flutes (zie hieronder bij
DSP Type), en de VOICE EFFECT [DSP] knop aan staat (de Rotary SP Speed knop heeft dezelfde
werking als de VOICE EFFECT [VARIATION] knop).
Vibrato On/Off Deze ([G]) knop schakelt het vibrato effect van de Organ Flutes voice beurtelings aan of uit.
Vibrato Depth Kan worden ingesteld op één van de drie waardes via de Vibrato Depth ([H]) knop. De knop selecteert
beurtelings een depth van 1, 2 of 3, in deze volgorde.
Footage De instellingen van alle voetmaten samen bepalen de basisklank van de organ utes.
De term footage (voetmaat) is afgeleid van de klankopwekking van het traditionele pijporgel, waarbij
de klank wordt geproduceerd door pijpen van verschillende lengtes (aangegeven in voet). Hoe langer
de pijp, hoe lager de toon van het geluid. Vandaar dat het 16 register het laagstklinkende component
van de voice zal zijn, maar het 1 register het hoogstklinkende. Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe
hoger het volume van het betreffende register. Door met de verschillende registervolumes te experi-
menteren, kunt u uw eigen kenmerkende orgelklanken creëren.
Volume (VOL) Stelt het totaalvolume van de Organ Flutes in. Hoe langer de grasche schuif is, hoe meer volume.
Respons (RESP) Respons regelt zowel het attack als het sustain gedeelte van het geluid, verlengt of verkort de
responstijd van de aanzwel- en de wegsterftijd, gebaseerd op de FOOTAGE registers. Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de aanzet en hoe langzamer deze weer wegsterft.
Vibrato Speed Bepaalt de snelheid van het vibrato effect dat bestuurd wordt door de hierboven beschreven Vibrato
On/Off en Vibrato Depth.
Mode De MODE knop selecteert tussen twee modes: FIRST en EACH. In de FIRST mode zal er alleen
attack worden toegevoegd aan de eerst gespeelde noten die tegelijk worden gespeeld en vastge-
houden; terwijl de eerst gespeelde noten nog zijn ingedrukt wordt er aan eventueel erna gespeelde
noten geen attack toegevoegd. In de EACH mode zal er aan alle noten evenveel attack worden
toegevoegd.
Attack (4, 2 2/3, 2) ATTACK regelt de attack klank van de ORGAN FLUTE voice. De 4, 2 2/3 en 2 registers vermeerderen
of verminderen de hoeveelheid attack klank van de betreffende toonhoogtes. Hoe langer de grasche
schuif is, hoe meer attack klank.
Lengte (LENG) LENG regelt het attack aandeel in de klank: een langere of kortere attack klank direct volgend op de
aanvankelijke attack. Hoe langer de grasche schuif is, hoe langer de attack doorklinkt.
Reverb Depth
Chorus Depth
DSP on/off
DSP Depth
Voor details over de digitale effecten, zie blz. 58, 123.
DSP Type Bepaalt het DSP effecttype dat aan de Organ Flutes voice wordt toegevoegd. Gewoonlijk is dat één
van de vijftien (CVP-209) of zeven (CVP-207) beschikbare Rotary Speaker effecten. Als er een ander
effecttype wordt geselecteerd, dan zal de Rotary SP Speed ([C]) knop in het FOOTAGE/VOL/ATTACK
scherm de rotary speaker snelheid niet regelen. In plaats daarvan zal hij dezelfde werking hebben als
de VOICE EFFECT [VARIATION] knop.
Variation Variation Bepaalt of de DSP variation op Slow of op Fast zal staan, als de Organ Flutes voice wordt geselecteerd
(mits de Voice Set functie aan staat blz. 143).
Value Hiermee wordt de DSP variation parameterwaarde (b.v. LFO Freq voor een Rotary Speaker effect)
ingesteld, wanneer de DSP variation wordt aangezet.
EQ Low
EQ High
De EQ parameters bepalen de Frequentie en de sterkte van de Low (lage) en High (hoge) equalizer
banden.
Procedure
Stel de registers in.
OPM.
De tremolo en trillereffecten,
ingesteld via de Harmony/
Echo functie (blz. 143), heb-
ben geen invloed op het
Organ Flutes geluid (alleen
CVP-209).
Gebruik knop [1▲▼]
om het 16 of 5 1/3
register in te stellen. U
kunt het gewenste
voetregister (16 of
5 1/3) selecteren met
de [D] knop (alleen
CVP-209).
Selecteer of stel de
parameters in (zie
hieronder).
CVP-209/207
94
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van
Songs
— Song Creator
Met deze krachtige en toch eenvoudig te bedienen song opnamefuncties kunt u uw eigen toetsenbordspel opnemen en
bewaren voor later gebruik. Er zijn verschillende opnamemethodes beschikbaar: Quick Record (blz. 95), waarmee u
eenvoudig en snel kunt opnemen; Multi Track opnames (blz. 96), waarmee u een aantal verschillende parts kunt
opnemen; en Step Record (blz. 98), waarmee u noten één voor één kunt ingeven. Songs kunnen niet alleen voice
instellingen voor het toetsenbord (Main, Layer, Left) bevatten, maar ook de effecten, de Automatische Begeleidings-parts
en Vocal Harmony. De opgenomen song kan worden bewaard in het interne geheugen of op diskette (blz. 39, 45).
Omtrent Het Opnemen van Songs
Quick Record (blz. 95)
Dit is de makkelijkste opnamemethode en u kunt er snel het piano-stuk, dat u
aan het instuderen bent, mee opnemen. U kunt kiezen uit drie partijen:
rechterhand, linkerhand en Automatische Begeleiding. U kunt bijvoorbeeld
alleen uw rechterhand opnemen, of uw rechterhand plus de Automatische
Begeleiding.
Multi Track Opnames (blz. 96)
Hiermee kunt u een song opnemen met een aantal verschillende instrument
voices met de sound van een compleet orkest of band als resultaat. Neem ieder
instrument individueel op en creëer volledig georkestreerde composities. U
kunt ook uw eigen spel over een bestaande part van een interne song of song
op diskette heen opnemen.
Step Record (blz. 98)
Deze methode lijkt op het schrijven van noten op muziekpapier. Hiermee kunt
u iedere noot één voor één ingeven, door het specificeren van zijn toonhoogte
en lengte. Dit is ideaal voor het opnemen van heel precieze opnames, of het
opnemen van zeer moeilijk te spelen partijen.
Songs Bewerken (blz. 104)
Met de CVP-209/207 kunt u ook songs bewerken die zijn opgenomen in
Quick Record, Multi Track en Step Record.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF
REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
DIGITAL
RECORDING
De interne geheugencapaciteit van
de Clavinova is ongeveer 3,3MB.
De geheugencapaciteit voor 2DD
en 2HD diskettes is respectievelijk
ongeveer 720KB en 1,44MB. Als u
data in deze lokaties bewaart, wor-
den alle file types van de Clavinova
(Voice, Stijl, Song, Registration,
etc.) bij elkaar bewaard.
Het microfooningangssignaal kan
niet worden opgenomen.
Songs opgenomen op de CVP-
209/207 worden automatisch op-
genomen als SMF (Standard MIDI
File format 0) data. Zie blz. 159
voor details over SMF.
Het afspelen van de opgenomen
song data kan worden verzonden via
de MIDI OUT, waardoor u de gelui-
den van een externe toongenerator
(blz. 146) kunt bespelen.
Het volumeniveau van ieder kanaal
van de song kan worden ingesteld
vanuit de MIXING CONSOLE en
de instellingen kunnen worden op-
geslagen. Bovendien kunt u, zelfs
nadat u al een voice voor uw
toetsenbordspel heeft
geselecteerd, tijdens het opnemen
voice selecties opnemen, zodat
deze voice veranderingen tijdens
het afspelen automatisch zullen
plaatsvinden (blz. 106).
OPM.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
95
CVP-209/207
Dit is de makkelijkste opnamemethode — perfect voor het opnemen en afspelen van een piano-stuk dat u aan het
instuderen bent, zodat u uw vorderingen zelf kunt beoordelen.
Speel uw nieuwe song af
Zet de song, om uw zojuist opgenomen spel af te spelen, met de [TOP] knop op zijn beginpunt en
druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song en keert terug naar het begin van de song.
U kunt de opgenomen song data bewerken vanuit de SONG CREATOR (1 - 16) schermen (blz.
107).
Druk op de [6
] knop vanuit het SONG scherm om de opgenomen data te bewaren (blz. 39, 45).
Quick Record
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
Als u een nieuwe song creëert:
Als u uw eigen spel over een bestaande part
van een interne song of song op diskette
heen opneemt:
1
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77).
1
2
Selecteer de voice en de begeleidingsstijl die u in de song wilt gebruiken.
Als u de Layer/Left voices wilt opnemen, zorg dan dat de [LAYER]/[LEFT] knoppen aan staan.
Maak ook alle andere gewenste instellingen (Reverb, Chorus, etc.).
3
Druk, terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt, op de knop die bij de track
hoort die u wilt opnemen.
U kunt TRACK 1 of TRACK 2 en de EXTRA TRACKS tegelijk voor opname
selecteren.
Om uw spel op het toetsenbord op te nemen:
Druk op de [TRACK 1] of op de [TRACK 2] knop.
Om de Automatische Begeleiding op te nemen:
Druk op de [EXTRA TRACKS] knop.
Druk nogmaals op de
[REC] knop om de
opname te stoppen.
Als de “LAYER” of de “LEFT”
knop aan staat voordat er op
de REC knop wordt gedrukt,
zullen de corresponderende
Layer en Left parts
automatisch op andere
kanalen worden opgenomen.
OPM.
Het spel van track 1/2 wordt
opgenomen op het kanaal
dat in het SONG SETTING
scherm is gespeciceerd
(blz. 137).
OPM.
4
De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
U kunt de opname ook starten door op de SONG/
STYLE [START/STOP] knop te drukken. Het
opnemen kan ook worden gestart door het pedaal
in te drukken, als de song start/stop functie op juiste
wijze aan het Pedaal is toegewezen (blz. 139).
Druk nogmaals op de [RECORD] knop om de opname te stoppen.
Het opnemen kan ook worden gestopt door het pedaal in te drukken, als
de song start/stop functie op juiste wijze aan het pedaal is toegewezen
(blz. 139).
END
Druk, om te pauzeren, op de
[START/STOP] knop. Druk,
om de opname te hervatten,
nogmaals op de SONG
[START/STOP] knop.
OPM.
U kunt de metronoom ge-
bruiken als hulp tijdens het
opnemen.
Het geluid van de metronoom
wordt niet opgenomen.
OPM.
U kunt een tweede rechter-
handpartij overdubben op
Track 2, na het opnemen van
de eerste rechterhandpartij
(met inbegrip van de layer
voices) op Track 1. Doe hier-
voor het volgende: zet de
[LEFT] knop uit en herhaal de
stappen 2 en 3.
OPM.
REC
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
Als u het instrument uitzet,
wordt uw opname
automatisch gewist. Als u uw
opname wenst op te slaan,
zorg dan dat dit gebeurt in
het interne geheugen of op
diskette (blz. 39, 45).
PAS OP
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-209/207
96
Hiermee kunt u een song opnemen met verschillende instrument voices op maximaal zestien kanalen met de sound
van een compleet orkest of band als resultaat.
De structuur van de kanalen en de parts treft u aan in de onderstaande tabel.
Omtrent de begeleidingsstijl parts
Rhythm ..... Dit is de basis voor de begeleiding, bestaande uit (drum en percussie) ritme patterns. Gewoonlijk wordt hiervoor één van de drum kits gebruikt.
Bass..........De Bass part gebruikt verschillende geschikte instrument voices die bij de stijl passen, zoals akoestische bas, synthesizer bas etc.
Chord........Dit is de ritmische akkoordbegeleiding, gewoonlijk gebruikmakend van piano of gitaar voices.
Pad ............Deze part bevat doorklinkende akkoorden en maakt meestal gebruik van warme geluiden zoals strijkers, orgel en koor.
Phrase ......Deze part wordt gebruikt als extra versiering en voor loopjes die de song completeren, zoals blazersecties en akkoord arpeggios.
Kanalen
Parts (standaard-
instellingen)
Beschikbare parts Kanalen
Parts (standaard-
instellingen)
Beschikbare parts
1 Voice MAIN
Voice MAIN, LAYER, LEFT
Begeleidingsstijl RHYTHM 1
Begeleidingsstijl RHYTHM 2
Begeleidingsstijl BASS
Begeleidingsstijl CHORD1
Begeleidingsstijl CHORD2
Begeleidingsstijl PAD
Begeleidingsstijl PHRASE1
Begeleidingsstijl PHRASE2
MIDI
9
Begeleidingsstijl
RHYTHM 1
Voice MAIN, LAYER, LEFT
Begeleidingsstijl RHYTHM 1
Begeleidingsstijl RHYTHM 2
Begeleidingsstijl BASS
Begeleidingsstijl CHORD1
Begeleidingsstijl CHORD2
Begeleidingsstijl PAD
Begeleidingsstijl PHRASE1
Begeleidingsstijl PHRASE2
MIDI
2 Voice MAIN 10
Begeleidingsstijl
RHYTHM 2
3 Voice MAIN 11
Begeleidingsstijl
BASS
4 Voice MAIN 12
Begeleidingsstijl
CHORD1
5 Voice MAIN 13
Begeleidingsstijl
CHORD2
6 Voice MAIN 14
Begeleidingsstijl
PA D
7 Voice MAIN 15
Begeleidingsstijl
PHRASE1
8 Voice MAIN 16
Begeleidingsstijl
PHRASE2
Multi Record
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
REC
12345678
Als u een nieuwe song creëert:
Als u uw eigen spel over een bestaande part
van een interne song of song op diskette
heen opneemt:
1
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77).
1
2
Selecteer het gewenste kanaal voor opname (instellen op “REC”) door,
terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt, op de juiste [1▲▼] - [8▲▼] knop
te drukken. Er kunnen verschillende kanalen tegelijk geselecteerd worden.
REC......................... Maakt opnemen voor het kanaal mogelijk.
ON ......................... Maakt afspelen voor het kanaal mogelijk.
OFF......................... Schakelt het kanaal uit.
Om de opname te annuleren of uit te zetten, drukt u nogmaals op de [REC]
knop.
De part wordt automatisch
geselecteerd als meerdere
kanalen tegelijk op REC
worden ingesteld.
OPM.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
97
CVP-209/207
D
C
3
Selecteer de part die u wilt toewijzen aan het kanaal dat u gaat opnemen.
Dit bepaalt welke van de vanaf het toetsenbord bespeelde parts (Main/Layer/
Left) en de begeleidingsstijl parts (RHYTHM 1/2, BASS, etc.) worden
opgenomen op de opnamekanalen die in stap 2 werden geselecteerd.
Voor een overzicht van de standaardinstellingen, zie blz. 96.
Voor het selecteren van de
MIDI part
Het Instellen van één
kanaal op MIDI
Alle inkomende data, ontvan-
gen via welk MIDI kanaal (1 -
16) maar ook wordt opge-
nomen. Als u gebruik maakt
van een extern MIDI keyboard
of controller om op te nemen,
kunt u hiermee op-nemen zon-
der dat er op het externe
apparaat een MIDI zendkanaal
hoeft te worden ingesteld.
Het instellen van meerdere
kanalen op MIDI
Als u gebruik maakt van een
extern MIDI keyboard of
controller, kunt u op deze
manier data opnemen, uit-
sluitend via de ingestelde
MIDI kanalen hiervoor
moet het externe apparaat
wel op het zelfde kanaal wor-
den ingesteld.
OPM.
Eén enkele part (met uitzonde-
ring van MIDI parts) kan niet
worden toegewezen aan ver-
schillende kanalen tegelijk.
OPM.
4
De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
U kunt de opname ook starten door op de SONG/
STYLE [START/STOP] knop te drukken. De opname
kan worden gestart/gestopt door het pedaal in te
drukken, als de punch in/out opnamefunctie aan het
pedaal is toegewezen (blz. 103).
5
Druk nogmaals op de [REC] knop om de opname te stoppen.
U kunt ook het pedaal gebruiken om de opname te stoppen, door het los te
laten als de punch in/out opnamefunctie aan het pedaal is toegewezen (blz.
103).
Druk, om te pauzeren, op de
SONG [START/STOP] knop.
Druk, om de opname te
hervatten, nogmaals op de
SONG [START/STOP] knop.
OPM.
U kunt de metronoom gebruiken
als hulp tijdens het opnemen.
Het geluid van de metronoom
wordt niet opgenomen.
OPM.
6
Speel uw nieuwe song af.
Zet de song, om uw zojuist opgenomen spel af te spelen, met de [TOP] knop
op zijn beginpunt en druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song en keert terug naar
het begin van de song.
Herhaal, om een nieuwe part op te nemen, de stappen 2 - 6 hierboven.
U kunt de eerder opgenomen parts op afspelen zetten zodat u ze kunt
horen terwijl u een nieuwe part opneemt. Ga zo door totdat u met de
song klaar bent.
U kunt de opgenomen song data bewerken vanuit de SONG CREATOR
(1 - 16) schermen (blz. 107).
Druk op de [6] knop vanuit het SONG scherm om de opgenomen
data te bewaren (blz. 39, 45).
END
Als u het instrument uitzet,
wordt uw opname
automatisch gewist. Als u uw
opname wenst op te slaan,
zorg dan dat dit gebeurt in
het interne geheugen of op
diskette (blz. 39, 45).
De instellingen van de opge-
nomen parts worden tijdelijk
bewaard totdat u Quick Record
uitvoert, een song selecteert, of
het instrument uitzet.
OPM.
PAS OP
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-209/207
98
Via deze methode kunt u een song creëren door het één voor één ingeven van noten, zonder ze in de maat te hoeven
spelen. Dit is ook handig voor het afzonderlijk opnemen van akkoorden en de melodie.
Procedure
Het Opnemen van Individuele Noten — Step Record
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PA RT
1
Selecteer een bestaande song (blz. 75, 77)
waaraan u parts wilt toevoegen of die u
opnieuw wilt opnemen.
3
Druk op de [A] knop om het Song Creator
scherm op te roepen.
A
E
D
C
B
2
Druk op de [DIGITAL RECORDING] knop.
4
Selecteer met de [BACK]/
[NEXT] knoppen de “1 - 16”
tab voor het opnemen van
melodieën en andere parts,
of selecteer de “CHD”
(akkoord) tab voor het
opnemen van akkoorden en
selecteer, na het selecteren
van de “1 - 16” tab, een
opnamekanaal met de [F]
(CH) knop.
F
J
I
BACK NEXT
H
G
5
Roep het Step Record
scherm op door op de [G]
knop te drukken.
F
J
I
H
G
Iedere voice, effect- en an-
dere instellingen die u in de
Mixing Console maakt, wor-
den automatisch
geannuleerd als u de CHD
(akkoord) pagina oproept.
OPM.
De voices in de paginas
USER en FLOPPY DISK,
kunnen niet voor Step
Record worden geselec-
teerd. U kunt voices selec-
teren vanuit de PRESET
pagina, hoewel deze enigs-
zins anders kunnen klinken
dan de originele voice.
OPM.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
99
CVP-209/207
Bar/Beat/Clock
Velocity
De tabel hieronder toont de beschikbare instellingen en de corresponderende velocity waardes.
Gate Time
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Normal ....................... 80%
Tenuto ........................ 99%
Staccato...................... 40%
Staccatissimo.............. 20%
Manual ....................... De Gate Time (nootlengte) kan worden gespecificeerd in een percentage.
Kbd. Vel fff ff f mf mp p pp ppp
Feitelijke
aanslag-
sterkte
127 111 95 79 63 47 31 15
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Verplaatst de cursor
omhoog/omlaag.
Laat de cursor terugkeren
naar het beginpunt van de
song (de eerste noot van de
eerste maat).
Bepaalt de velocity (volume)
van de noot die wordt
ingegeven (uitsluitend als u
een melodie opneemt). Voor
informatie over velocity
instellingen, zie hieronder.
Bepaalt de lengte van de noot
(in een percentage) vanaf de
positie waar deze wordt inge-
geven. (Dit is uitsluitend be-
schikbaar als er een melodie
wordt opgenomen.) Voor in-
formatie over gate time instel-
lingen, zie hieronder.
Telkens als u op deze knop drukt,
schakelt deze beurtelings om naar
één van de drie basis-nootselectors
onder in het scherm: normal, ge-
punctueerd of triool. (Dit is uitsluitend
beschikbaar als er een melodie wordt
opgenomen.)
Wist de event op de huidige cursorlokatie.
Gebruik deze om de
geselecteerde event te
verplaatsen, in eenheden van
een maat (BAR), tel (Beat) en
clock. Voor informatie over
bar/beat/clock instellingen,
zie hieronder.
Speciceert het type van de volgende noot die zal
worden ingegeven. (Zestiende noten zijn uitsluitend
beschikbaar bij het opnemen van een melodie.) Dit
bepaalt tevens naar welke positie vooruit gesprongen
wordt, nadat de volgende noot is ingegeven.
6
Specificeer in dit scherm eerst de lengte en velocity om de noot in te geven, geef daarna de
toonhoogte in door de noot op het toetsenbord te spelen.
Druk op de [EXIT] knop om het STEP RECORD scherm te sluiten. Vergeet niet om de
opgenomen data op te slaan door op de [I] (SAVE) knop (blz. 45) te drukken.
END
Measure
Beat
Clock
1
1
000-
1919
2
000-
1919
3
000-
1919
4
000-
1919
2
1
000-
1919
2
000-
1919
3
000-
1919
4
000-
1919
Clock
Beat
Bar
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-209/207
100
Het Opnemen van Melodieën Step Record (Note)
In dit gedeelte zullen we u tonen hoe u Step Record kunt
gebruiken, aan de hand van een bestaand
muziekvoorbeeld, dat rechts hiervan staat afgebeeld.
De procedure die nu volgt hoort bij stap 6 op blz. 99.
Speel de zojuist gecreëerde melodie af.
Gebruik de [C] ( ) knop om de cursor te verplaatsen naar het beginpunt van de song en druk op de SONG [START/
STOP] knop om de zojuist ingegeven noten te beluisteren. Druk, om de opgenomen data daadwerkelijk in te geven,
op de [EXIT] knop. De ingegeven data kan worden bewerkt vanuit het SONG CREATOR (1 - 16) scherm (blz. 107).
1
1-1 Selecteer deze noot.
1-3 ...moet u hierop drukken.
1-2 Terwijl u deze noot ingedrukt houdt...
2
2-2
2-3
2-4
2-1 Selecteer deze noot.
3
3-1 Druk op deze knop om de
gepunctueerde noten op te roepen.
3-2 Selecteer deze noot.
3-3
4
4-1 Roep de normale noten op
door op deze knop te drukken.
4-3
4-2 Selecteer deze noot.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
101
CVP-209/207
Het Opnemen van Akkoordveranderingen voor de Automatische
Begeleiding Step Record (Chord)
Via de Chord Step opnamemethode is het mogelijk om Automatische Begeleidingsakkoordveranderingen één voor één
op te nemen met een precieze timing. Aangezien de akkoordveranderingen niet in de maat hoeven te worden gespeeld,
kunt u complexe, strakke akkoordveranderingen creëren — waarna u de melodie eventueel op de normale manier kunt
opnemen. De procedure die nu volgt hoort bij stap 6 op blz. 99.
Akkoorden en Secties Ingeven (Chord Step)
U kunt bijvoorbeeld het onderstaande akkoordenschema ingeven door de procedure eronder te volgen.
C F G F G7 C
MAIN A BREAK MAIN B
1
Druk op de MAIN [A] knop om de sectie te specificeren en geef de akkoorden in die rechts in dit kader
staan afgebeeld.
C F G
MAIN A
MAIN
C
F
G
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
001:1:000
001:3:000
002:1:000
C F G F G7
MAIN A BREAK
BREAK
INTRO
F
G7
002:3:000
002:4:000
2
Druk op de [BREAK] knop om de Break sectie te specificeren en voer de akkoorden in die rechts in dit kader
staan afgebeeld.
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-209/207
102
Speel het zojuist gecreëerde akkoordenschema af.
Gebruik de [C] ( ) knop om de cursor naar het beginpunt van de song te verplaatsen
en druk op de SONG [START/STOP] knop om de zojuist ingegeven noten te
beluisteren. Druk, om de opgenomen data daadwerkelijk in te geven, op de [EXIT]
knop. De ingegeven data kan worden bewerkt vanuit het SONG CREATOR (CHD)
scherm (blz. 108). Druk tenslotte op de [F] (EXPAND) knop vanuit het SONG
CREATOR (CHD) scherm om de ingegeven data in de song data te converteren.
3
Druk op de MAIN [B] knop om de sectie te specificeren en geef het akkoord in dat rechts in dit kader staat
afgebeeld.
C F G F G7 C
MAIN A BREAK MAIN B
MAIN
C
003:1:000
Selecteer deze nootwaarde en
speel het akkoord dat rechts
staat afgebeeld.
Druk om een Fill in in te
voegen, op de [AUTO FILL]
knop en druk op één van de
MAIN [A] [D] knoppen.
OPM.
END Markering
Een "END markering in het
scherm geeft het einde aan
van de song data.
De feitelijke positie van de
End markering verschilt af-
hankelijk van de sectie die
aan het einde van de song
wordt ingegeven. Als er een
Ending sectie wordt
ingegeven, volgt de End
marke-ring automatisch op
de En-ding data. Als er een
andere sectie dan Ending
wordt ge-selecteerd, dan
volgt de End markering twee
maten na de laatste sectie.
De End markering kan wor-
den verschoven naar iedere
gewenste positie.
OPM.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
103
CVP-209/207
Selecteer de Opname-opties: Starten, Stoppen, Punch In/Out
Rec Mode
De methode voor het oproepen van deze procedure hoort bij stap 4 op blz. 98. Roep de volgende schermen op met de
[BACK]/[NEXT] knoppen.
Omtrent Punch In/Out
Deze functie is vooral bruikbaar voor het opnieuw opnemen of vervangen van een specifiek gedeelte van een reeds
opgenomen kanaal. De illustratie hieronder toont een aantal verschillende situaties waarin geselecteerde maten in
een acht-maats frase opnieuw worden opgenomen.
F
J
I
12345678
H
G
Bepaalt de maat van waaraf het Punch In
(overschrijvend) opnemen begint (als
PUNCH IN AT is geselecteerd).
Deze instellingen bepalen hoe het opnemen
zal worden gestart.
Normal
Het drukken op de SONG [START/STOP]
knop activeert Sync standby en het over-
schrijvend opnemen start zodra u op het
toetsenbord begint te spelen.
First Key On
Het overschrijvend opnemen start zodra u op
het toetsenbord begint te spelen. Deze
instelling laat de voorafgaande data
ongemoeid, zodat u erna kunt opnemen,
zonder het begin van de song te wissen.
Punch In At
De song speelt gewoon af tot aan de Punch
In maat (ingesteld met de [3▲▼] knoppen),
en daarna begint het overschrijvend
opnemen vanaf de Punch In maat.
Deze instellingen bepalen hoe het
opnemen zal stoppen, alsook wat er zal
gebeuren met eerder opgenomen data.
Bepaalt de Punch Out maat
de maat waarop het
Punch In (overschrijvend)
opnemen stopt (als
PUNCH OUT AT is
geselecteerd).
Als dit op ON staat, kunt u het
sostenuto (middelste) pedaal
gebruiken om de Punch In en
Punch Out punten te bepalen.
Houd het sostenuto pedaal
ingedrukt om op te nemen.
Het opnemen stopt als u het
pedaal loslaat.
Roept het SONG scherm op,
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Als de Pedal Punch In/Out
functie op ON staat, wordt
de eerder aan het sostenuto
pedaal toegewezen functie
geannuleerd.
OPM.
Replace All
Dit wist alle data vanaf het punt waar het
opnemen wordt gestopt.
Punch Out
Dit behoudt alle data vanaf het punt waar het opnemen wordt gestopt.
Punch Out At
Het overschrijvend opnemen gaat verder tot aan de aangegeven Punch Out maat (ingesteld met de
[6▲▼] knoppen), en stopt daarna bij die Punch Out maat, waarna het afspelen gewoon verder gaat.
12345678
REC START instelling
REC END instelling
12345
Gewist
Gewist
Gewist
Start/start overschrijf-opnemen
Originele data
Reeds opgenomen data
Nieuw opgenomen data
Gewiste data
NORMAL
REPLACE ALL
12345678
NORMAL
PUNCH OUT
12345678
NORMAL
PUNCH OUT AT=006
12345
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start bespelen van de toetsen/
start overschrijf-opnemen
Start playing the keys/
start overschrijf-opnemen
Start playing the keys/
start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Stop opnemen
FIRST KEY ON
REPLACE ALL
12345678
FIRST KEY ON
PUNCH OUT
12345678
Stop overschrijf-opnemen/
play original data
Stop overschrijf-opnemen/
speel originele data af
Stop overschrijf-opnemen/
speel originele data af
FIRST KEY ON
PUNCH OUT AT=006
12345
PUNCH IN AT=003
REPLACE ALL
12345678
PUNCH IN AT=003
PUNCH OUT
12345 7
PUNCH IN AT=003
PUNCH OUT AT=006
*1 Als de maten 1 - 2 niet worden
overschreven, begint het
opnemen bij maat 3.
*2 U moet op de [REC] knop
drukken aan het eind van 5
maten.
*1
Start/start overschrijf-opnemen
*1
Start/start overschrijf-opnemen
*1
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-209/207
104
Of u nu een song heeft opgenomen in Quick Record, Multi Record of Step Record, u kunt de bewerkingsmogelijkheden
gebruiken om de song data te wijzigen.
Het Bewerken van Kanaal-gerelateerde Parameters Channel
Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 98. Roep het onderstaande scherm op met de
[BACK]/[NEXT] knoppen.
Quantize
Met Quantize kunt u de timing van een eerder opgenomen kanaal “opschonen” of “strakker” laten klinken. Het
onderstaande muziekfragment is bijvoorbeeld geschreven in exacte kwart- en achtste noten.
Zelfs als u denkt dat u het fragment perfect heeft opgenomen, kan uw feitelijke spel toch hier of daar iets te vroeg of te
laat zijn (of beide). Met Quantize kunnen de noten in een track op hun plaats worden gezet, zodat de timing precies
overeenkomt met de gespecificeerde nootwaarde (zie hieronder).
Omtrent Quantize Size
Stel de Quantize size (grootte) in op basis van de kleinste noot die in het kanaal voorkomt. Als de data bijvoorbeeld
werd opgenomen met zowel kwartnoten als achtstenoten, gebruik dan 1/8 noot als quantize size. Als de quantize
size op 1/4 noot zou worden ingesteld, dan zouden de achtstenoten boven op de kwartnoten worden gezet.
Het Bewerken van een Reeds Opgenomen Song
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Selecteert het gewenste
kanaal voor quantize.
Selecteert de Quantize grootte (resolutie).
Zie hieronder voor details.
Bepaalt in welke mate de
noten zullen worden gequan-
tizeerd. Als een waarde kleiner
dan 100% wordt geselecteerd,
zullen de noten slechts met de
gespeciceerde hoeveelheid
worden verschoven (in de
richting van de gespeciceer-
de quantize tellen). Door het
toevoegen van minder dan
100% quantizering behoudt u
nog wat menselijk gevoel in
de opname.
Voert de Quantize
handeling uit. Nadat de
handeling voltooid is,
verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen, mocht u niet
tevreden zijn over de
Quantize resultaten. Undo
heeft maar één functie: het
ongedaan maken van de
voorgaande handeling.
Roept het SONG scherm op,
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Een maat met achtstenoten vóór quantizering Na 1/8 noot quantizering
1/8 noot 1/16 noot 1/32 noot 1/16 noot +
1/8 noot triool *
1/4 noot
1/4 noot triool 1/8 noot triool 1/16 noot triool 1/8 noot +
1/8 noot triool *
1/16 noot +
1/16 noot triool *
De drie Quantize instellingen gemarkeerd met een asterisk (*) zijn bijzonder handig, omdat u er twee verschillende nootwaardes
tegelijk mee kunt quantizeren, zonder compromissen voor de quantizering van elk daarvan. Indien u bijvoorbeeld zowel rechte" 1/8
noten als 1/8 noot triolen heeft opgenomen in het zelfde kanaal, en u zou quantizeren op rechte 1/8 noten, dan worden alle noten in
dat kanaal gequantizeerd tot rechte 1/8 noten - waardoor elke triolen-"feel" in het ritme verdwijnt. Als u echter de 1/8 noot + 1/8 noot
trioolinstelling gebruikt, worden zowel de rechte noten als de triolen correct gequantizeerd.
Quantize Size
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
105
CVP-209/207
Delete
Hiermee kunt u de opgenomen data in het gespecificeerde kanaal wissen.
Mix
Met deze functie kunt u de data van twee kanalen mixen en het resultaat in een ander kanaal plaatsen. U kunt er tevens
data van het ene naar een ander kanaal mee kopiëren.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Wist alle data in het
geselecteerde kanaal.
Nadat de handeling voltooid
is, verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande
handeling.
Roept het SONG scherm op,
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Deze selecteren het kanaal
dat moet worden gewist.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Voert de Mixhandeling uit.
Nadat de handeling voltooid
is, verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen, mocht u niet
tevreden zijn over de Mix
resultaten. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande
handeling.
Roept het SONG scherm op,
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Hiermee kunt u de twee
source (bron) kanalen
speciceren die u wilt mixen.
Als COPY hier wordt geselecteerd,
wordt de data van Source 1 naar het
bestemmingskanaal gekopieerd.
Bepaalt het kanaal waar de mix- of
kopieerresultaten zullen worden geplaatst.
Alle overige data, behalve de
gemixte noot data, wordt
ontleend aan het Source 1
kanaal.
OPM.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-209/207
106
Channel Transpose
Hiermee kunt u de opgenomen data van individuele kanalen maximaal twee octaven omhoog of omlaag transponeren,
in stappen van een halvetoonsafstand.
Set Up
U kunt de aanvangsinstellingen van de song — zoals voice, volumeniveau en tempo — instellen volgens de huidige
instellingen van de Mixing Console of paneelknoppen.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Voert de Channel
Transpose handeling uit.
Nadat de handeling voltooid
is, verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen, mocht u niet
tevreden zijn over de
Channel Transpose
resultaten. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande
handeling.
Roept het SONG scherm
op, van waaruit u de
bewerkte data kunt
opslaan.
Bepalen de transpose waarde voor ieder kanaal.
Wisselt tussen de twee
kanaalschermen: Kanaal
1 - 8 of Kanaal 9 - 16.
Stel, terwijl u deze knop
ingedrukt houdt, de Channel
Transpose in voor één van de
kanalen, waardoor alle
kanalen tegelijk op deze
zelfde waarde worden
ingesteld.
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Voert de SET UP
handeling uit. Als
Set Up eenmaal is
uitgevoerd, kan de
handeling niet meer
worden geannuleerd
of ongedaan worden
gemaakt.
Roept het SONG scherm
op, van waaruit u de be-
werkte data kunt opslaan.
Bepaalt welke afspeelmogelijkheden en -functies automatisch door de geselecteerde song zullen worden opgeroepen.
Alle events, met uitzondering van KEYBOARD VOICE, kunnen worden opgenomen aan het begin van de song.
Zorg, voordat u één van deze items selecteert of er een vinkteken voor plaatst, (behalve de Keyboard Voice), dat de
song op zijn beginpunt staat met gebruik van de [TOP] knop en zorg ook dat het afspelen is gestopt.
Song ............................Bewaart de tempo-instelling en alle instellingen gemaakt vanuit de Mixing Console.
Keyboard Voice ...........Hiermee kunt u automatisch de voices voor de toetsenbord parts (Main/Layer/Left) laten
selecteren, terwijl de song afspeelt. Bewaart de toetsenbord voices en de part aan/uit
instellingen. Om een voice verandering ergens midden in een song op te nemen: Stop de
song, maak de voice verandering en druk op de [D] (EXECUTE) knop.
Lyrics Bkgd/Lng .........Bewaart de instellingen van het Lyrics scherm.
Score Setting ..............Bewaart de instellingen van het Score scherm.
Mic. Setting .................Bewaart de microfooninstellingen in de Mixing Console.
Guide Setting .............. Bewaart de instellingen van de oefenfuncties. Als de instellingen zijn bewaard, zal het
selecteren van een song de Guide functies automatisch aanzetten.
Gebruik dit om het vinkteken
voor het geselecteerde item te
plaatsen. Items met vinkteken
worden door de song bewaard.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
107
CVP-209/207
Het Bewerken van Noot Events 1 - 16
Vanuit dit scherm kunt u individuele noot events bewerken (zie hieronder). Het oproepen van de procedure die nu
volgt hoort bij stap 4 op blz. 98. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het onderstaande scherm op te roepen.
Noot Events
Parameter Beschrijving
Note Bepaalt de toonhoogte, velocity (volume) en lengte van de noot.
Ctrl (Control change)
Bepaalt het Control Change nummer en de waarde. Voor details over Control Change commandos, zie de
aparte Data List (MIDI Data Format).
Prog (Program change)
Bepaalt het voice (program) nummer. Voor details over Program Change commandos, zie de aparte Data List
(Voice List).
P.Bnd (Pitch bend) Bepaalt de Pitch Bend waarde.
A.T. (After Touch) Bepaalt de After Touch waarde.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Gebruik deze om de cursor
omhoog/omlaag te
bewegen en het gewenste
event te selecteren.
Bepaalt het kanaal dat u wilt
bewerken.
Voor een grove instelling
van de event waarde.
Roept het Step Recording
scherm op (blz. 99).
Roept het Filter scherm op (blz.
109), waarmee u de events kunt
selecteren die u in de Event
Lijst wenst te zien.
Roept het SONG scherm op,
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Door terwijl u deze knop inge-
drukt houdt de [A] en [B] knop-
pen te gebruiken, kunt u meer-
dere events tegelijk selecteren.
Voor een jnere instelling
van de event waarde.
Knipt (wist) alle geselecteerde events. De geknipte
events worden naar een andere lokatie gekopieerd.
Voegt een nieuwe event
toe aan de Event Lijst.
Knipt (wist) alle geselecteerde
events. De geknipte events
kunnen naar een andere lokatie
worden geplakt.
Wist de event op
de huidige
cursorpositie.
Plakt of knipt alle events naar de
geselecteerde lokatie.
Als de waarde van de huidige
cursorpositie is gewijzigd, zal het
hierop drukken de voorgaande
waarde terugzetten.
Bepaalt de actuele positie
van de event die wordt
bewerkt.
Hiermee keert u terug naar
het beginpunt van huidige
song (d.w.z. de eerste tel
van de eerste maat).
Gebruik deze om de cursor
omhoog/omlaag te bewegen
en de gewenste parameter
van de geaccentueerde
event te selecteren.
Onthoud dat het verplaatsen
van de cursor de zojuist
bewerkte waarde tevens
daadwerkelijk ingeeft.
Verplaats de cursor (weg
van deze waarde) om de
bewerkte waarde
daadwerkelijk in te geven, of
druk op de SONG [START/
STOP] knop.
OPM.
Het geluid van de voices
opgenomen via Step Record
kan enigszins anders klinken
dan het origineel.
OPM.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-209/207
108
Het Bewerken van Chord Events CHD
Vanuit dit scherm kunt u de akkoord events bewerken die u heeft opgenomen in de song.
Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 98. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het
onderstaande scherm op te roepen. Met uitzondering van de [F] (EXPAND) knop, is de procedure identiek aan die van
“Het Bewerken van Noot Events” (blz. 107).
Chord Events
Het Bewerken van System Events SYS/EX. (System Exclusive)
Vanuit dit scherm kunt u de opgenomen System events bewerken.
Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 98. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het
onderstaande scherm op te roepen. De procedure is identiek aan die van “Het Bewerken van Noot Events” (blz. 107).
System Events
Parameter Beschrijving
Style (Begeleidingsstijl) Toont de naam van de begeleidingsstijl. Roep, om een begeleidingsstijl in te geven, het STYLE scherm op en
selecteer de gewenste stijl.
Tempo Bepaalt de tempowaarde.
Chord Speciceert het akkoord zijn grondtoon, akkoordtype en on-bass noot.
Sect (Sectie) Speciceert de sectie zijn naam en variatie.
OnOff (Kanaal aan/uit) Bepaalt of specieke kanalen (rhythm, bass, etc.) aan of uit staan.
CH.Vol (Kanaalvolume) Bepaalt het volumeniveau van specieke kanalen (rhythm, bass, etc.).
S.Vol (Stijlvolume) Bepaalt het volumeniveau van de algehele begeleidingsstijl.
Parameter Beschrijving
ScBar (Score aanvangsmaat) Bepaalt het nummer van de eerste maat. Het maatnummer wordt aangegeven in het MAIN scherm of in de
muzieknotatie. Er kan slechts één waarde worden gespeciceerd aan het begin van de song data.
Tempo Bepaalt de tempowaarde.
Time (Maatsoort) Bepaalt de maatsoort.
Key Bepaalt de toonsoort, alsook de majeur/mineurinstelling.
XG Prm (XG parameters) Hiermee kunt u diverse gedetailleerde veranderingen aan de data aanbrengen. Voor meer informatie over XG
parameters, zie de aparte Data List (MIDI Data Format).
SYS/EX. (System Exclusive) Toont de System Exclusive data in de song. Hiermee kunt u niet de feitelijke inhoud van de data wijzigen, maar
kunt u data wissen, knippen, kopiëren en plakken.
Meta (Meta event) Toont de SMF meta events in de song. Hiermee kunt u niet de feitelijke inhoud van de data wijzigen, maar kunt
u data wissen, knippen, kopiëren en plakken.
A
E
D
C
B
F
J
I
H
G
Druk hierop om de opgenomen
akkoord- en sectiegegevens te
converteren in song data.
Verplaats de cursor (weg
van deze waarde) om de be-
werkte waarde daadwerke-
lijk in te geven, of druk op de
SONG [START/STOP] knop.
OPM.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
109
CVP-209/207
Het Ingeven en Bewerken van Song Teksten
Met deze handige functie kunt u de song naam en song teksten ingeven. U kunt er tevens reeds bestaande song teksten mee
wijzigen of corrigeren. Voor meer informatie over tekst events, zie de onderstaande tabel. Het oproepen van de procedure die nu
volgt hoort bij stap 4 op blz. 98. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het onderstaande scherm op te roepen. De procedure is
identiek aan die van “Het Bewerken van Noot Events” (blz. 107).
In het onderstaande voorbeeld, zullen we een deel van de song tekst van één van de songs, “Twinkle Twinkle Little Star”, herschrijven.
Selecteer de interne song “Twinkle Twinkle Little Star”. De methode voor het selecteren is identiek aan die op blz. 75.
Lyrics Events
Het Verbeteren van de Event Lijst Filter
Met deze functie kunt u bepalen welke event types in de event bewerkingsschermen zullen verschijnen. Plaats, om een
event te selecteren zodat deze in het scherm zal verschijnen, een vinkteken in het vakje bij de event naam. Om een
event type uit te filteren (zodat hij niet in de lijst verschijnt), verwijdert u het vinkteken zodat het vakje leeg is.
Druk, om het scherm hieronder op te roepen, op de [H] (FILTER) knop vanuit één van de volgende schermen: CHD,
1 - 16, SysEX, of LYRICS (blz. 107 - 109).
Parameter Beschrijving
Name (Song naam) Bepaalt de song naam. Dit roept het NAME scherm op, van waaruit u de naam kunt ingeven.
Lyrics Om tekst in te geven.
Code (Overige
controls)
CR : Voegt een nieuwe regel in de song tekst in.
LF : Verwijdert de momenteel zichtbare tekst en geeft de volgende set tekstregels weer.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
1
Verplaats de cursor
naar de event die
het woord “star”
bevat.
3
Gebruik deze knoppen om
het Lyric scherm op te roepen,
van waaruit u tekst kunt
ingeven.
Geef, vanuit het Lyric scherm
(blz. 46), een nieuw woord in
“(uw naam)”.
4
Druk op deze knop
om de zojuist
gewijzigde tekst
data op te slaan.
2
Verplaats de
cursor naar het
woord “star”.
Verplaats de cursor (weg van
deze waarde) om de bewerkte
waarde daadwerkelijk in te
geven, of druk op de SONG
[START/STOP] knop.
OPM.
De song Twinkle Twinkle
Little Star bevindt zich in
de map For Children in
Song Book (blz. 75).
OPM.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
END
EXIT
Roept het Main Filter scherm
op. Voor meer informatie over
elk event type, zie de aparte
Data List (MIDI Data Format).
Plaatst vinktekens voor
alle items.
Draait de vinkteken-
selectie voor ieder vakje
om. Met andere woorden,
in alle vakjes zonder
vinkteken worden nu
vinktekens geplaatst en
andersom.
Roept het Control Change Filter
scherm op. Voor meer informatie
over elk event type, zie de
aparte Data List (MIDI Data
Format).
Roept het Accompaniment Filter scherm op.
Voor meer informatie over elk event type, zie
de aparte Data List (MIDI Data Format).
Als MAIN FILTER of ACCOMPANIMENT FILTER wordt geselecteerd,
selecteren deze knoppen het item, door omhoog/omlaag te scrollen. Als
CONTROL CHANGE FILTER wordt geselecteerd, selecteren deze
knoppen het item, door acht items tegelijk omhoog/omlaag te scrollen.
Selecteert het item, door
telkens één item tegelijk
omhoog/omlaag te scrollen.
Plaatst/verwijdert het vinkteken
voor het geselecteerde item.
Selecteert uitsluitend noot
data; de vinktekens in alle
overige vakjes worden
verwijderd.
Voer de instellingen
uit door op de [EXIT]
knop te drukken.
CVP-209/207
110
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
Met deze krachtige functie kunt uw eigen stijlen creëren die kunnen worden gebruikt als Automatische Begeleiding, net
zoals in het geval van de preset stijlen.
Omtrent het Creëren van Begeleidingsstijlen
De tabel, hier rechts, toont de basis parts (of “kanalen”) waaruit iedere sectie van een
begeleidingsstijl bestaat. Neem, om een begeleidingsstijl te creëren, één voor één de
patterns op voor verschillende kanalen, en doe dit voor elk van de secties die u wilt creëren.
Realtime Opname (blz. 112)
U kunt begeleidingsstijlen opnemen door de parts gewoon in realtime te bespelen. U
hoeft echter niet elke partij zelf te spelen — u kunt een keuze maken uit één van de
bestaande begeleidingsstijlen die veel weg heeft van de stijl die u wilt bereiken, waarna
u parts in die stijl toevoegt of vervangt om zo zelf uw eigen stijl te creëren.
Realtime Opname-eigenschappen
Loop opname
Aangezien de Automatische Begeleiding de begeleidings-patterns die uit één of meer
maten bestaan telkens opnieuw herhaalt (loop), kunt u patterns ook opnemen in een loop. Als u bijvoorbeeld de opname start met
een twee-maats Main sectie, dan worden deze twee maten herhaaldelijk opgenomen. Noten die u opneemt spelen bij de volgende
herhaling (loop) al af, waardoor u nieuw materiaal kunt opnemen op basis van het reeds opgenomen materiaal dat u hoort.
Overdub Opname
Via deze methode neemt u nieuw materiaal op op een track die reeds data bevat, zonder de reeds aanwezige data te wissen. Bij het
opnemen van stijlen blijft de data intact, behalve als u deze zelf doelbewust wist. Als u bijvoorbeeld de opname start met een twee-
maats Main sectie, dan worden deze twee maten oneindig herhaald. Terwijl u noten opneemt telkens als de loop passeert (herhaalt),
spelen die noten vanaf de volgende loop alweer af, waardoor u nieuw materiaal kunt overdubben, terwijl u de reeds opgenomen
partijen hoort.
Step Record (blz. 113)
Deze methode lijkt op het schrijven van noten op muziekpapier, want u kunt iedere noot per stuk ingeven en zijn specifieke lengte
specificeren. Dit is ideaal voor het opnemen van heel precieze opnames, of het opnemen van zeer moeilijk te spelen partijen.
Het Assembleren van een Begeleidingsstijl (blz. 114)
Met deze handige functie kunt u samengestelde stijlen creëren door
verschillende patterns van interne begeleidingsstijlen te combineren. Als u
bijvoorbeeld uw eigen 8-beat stijl wilt creëren, zou u de rhythm patterns
kunnen nemen van de “8 Beat 1” stijl, de bass pattern van “8 Beat 2” en de
chord patterns kunnen importeren van de “60’s 8 Beat” stijl — om deze
verschillende elementen te combineren tot een nieuwe begeleidingsstijl.
Het bewerken van de gecreëerde begeleidingsstijl (blz. 115)
Met de bewerkingsmogelijkheden, kunt u de stijlen die u heeft gecreëerd via
realtime opname, step record, en het assembleren met behulp van andere stijlen
perfectioneren.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIGITAL
RECORDING
Sectie Kanaal
INTRO A - D
RHYTHM 1, RHYTHM 2,
BASS, CHORD 1,
CHORD 2, PAD,
PHRASE 1, PHRASE 2
MAIN A - D
FILL IN A - D
BREAK
ENDING A - D
Voor informatie over de part
structuur van begeleidings-
stijlen, zie blz. 96.
OPM.
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
8Beat 1
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
8Beat 2
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
60’s 8 Beat
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
111
CVP-209/207
Style File Format
Het Style File Format (SFF) combineert alle Yamaha
kennis van Automatische Begeleiding in één gestan-
daardiseerd format. Met gebruik van de bewerkings-
functies kunt u volledig voordeel trekken van het
SFF format en vrijelijk uw eigen stijlen creëren.
Het schema, hier rechts, toont het proces waardoor
de begeleiding wordt afgespeeld. (Dit is niet van
toepassing op de rhythm tracks.) De basis- of “Bron
pattern” in het schema is de originele stijl data.
Deze bron pattern wordt opgenomen met de Style
Creator (zie hieronder).
Zoals in het schema, rechts, wordt getoond, wordt
het feitelijke resultaat bepaald door diverse
parameterinstellingen en akkoordveranderingen
(gespeeld in het Automatische Begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord) die worden toegevoegd aan
deze bron pattern.
Bron Pattern
1 Bron Root (grondtoon van het basisakkoord)
2 Source Chord (type van het basisakkoord)
Toonhoogteconversie
3 NTR (Note Transposition Rule)
4 NTT (Note Transposition Table)
Andere Instellingen
5 High Key (grens van de toonhoogte-
conversie)
6 Note Limit (bespeelbaar bereik)
7 RTR (Retrigger Rule; hoe toonhoogtes op
akkoordveranderingen zullen reageren)
Resultaat
Dit zijn de patterns
opgenomen in de
begeleidingsstijlen
(blz. 118).
Deze data wordt gecreëerd
door akkoorden gespeeld
in het Automatische
Begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord (blz. 63).
Deze instellingen wor-
den bewerkt vanuit het
PARAMETER scherm.
Deze parameters bepa-
len hoe de toonhoogte
van de bron pattern
wordt geconverteerd
wanneer u akkoorden
speelt in het Automa-
tische Begeleidings-
gedeelte van het toet-
senbord (blz. 118).
Akkoordveranderingen (in het
Automatische Begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord)
Procedure
A
E
D
C
B
F
J
I
BACK NEXT
H
G
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PA RT
1
Selecteer de gewenste begeleidingsstijl
om te bewerken. Roep, om een nieuwe
begeleidingsstijl van meet af aan op te
nemen, de BASIC pagina op in het Style
Creator scherm en selecteer “New Style
door op de [C] knop te drukken.
2
4
Neem de begeleidingsstijl op en
bewerk hem. Voor details over
procedures voor ieder scherm,
zie de uitleg te beginnen op de
volgende bladzijde.
Gebruik de [BACK]/
[NEXT] knoppen om de
diverse paginas te
selecteren.
3
Druk op de [EXIT] knop
om het STYLE CREATOR
scherm te verlaten.
END
5
Roep het Style scherm op door op de [I] (SAVE) knop te
drukken (druk in de Assembly pagina op de [J] knop), sla
daarna de opgenomen/bewerkte data op naar de USER of
de FLOPPY DISK pagina.
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-209/207
112
U kunt de Realtime Opnamefuncties gebruiken om uw eigen begeleidingsstijl te creëren — hetzij van meet af aan of
gebaseerd op preset begeleidings-data. De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 111.
Realtime Opname — Basic
A
E
D
C
B
F
J
I
H
G
REC ....Kanaal is gereed voor opname.
ON.......Kanaal is gereed voor afspelen.
OFF.....Kanaal is uitgeschakeld.
Selecteer een lege stijl,
waarmee u een nieuwe
stijl van meet af aan kunt
creëren.
Roept het scherm op voor het wijzigen
van tempo of beat (maatsoort).
Druk, om de selectie te
annuleren, op de [1] - [8]
knop die hoort bij het kanaal
dat u wilt annuleren. Zolang u
de [J] knop ingedrukt houdt,
kunt u beurtelings wisselen
tussen het wissen (delete) of
terugzetten (restore) van de
geselecteerde data. Het los-
laten van de [J] knop wist de
data definitief. Zorg, voordat u
één van de niet-rhythm
kanalen gaat opnemen (BASS
- PHR 2), dat de bestaande
data van het betreffende
kanaal van tevorengewist is.
Alleen beschikbaar als het kanaal op
[RHY1] of [RHY2] is ingesteld, waardoor u
tijdens opnames specieke percussie-
geluiden kunt wissen. Druk, terwijl u deze
knop ingedrukt houdt, de toets in van het
percussie-instrument dat u wilt wissen.
2
Start de opname door op de STYLE [START/STOP] knop te drukken.
De geselecteerde stijlsectie begint af te spelen. Aangezien de ritme pattern
regelmatig herhaalt (loop), kunt u nieuwe geluiden en noten opnemen, terwijl
u de pattern beluistert. Aan de symbolen boven de toetsen kunt u zien aan
welke toetsen welke percussie-instrumenten zijn toegewezen.
3
Stop het opnemen door nogmaals op de STYLE [START/STOP] knop te drukken.
4
Sluit het scherm, terwijl het REC CHANNEL scherm zichtbaar is, door op de
[EXIT] knop te drukken.
Als u Sync Start heeft
geactiveerd (door op de
SYNC. START knop te druk-
ken), kunt u de opname
starten door op het
toetsenbord te gaan spelen.
1
Selecteer het gewenste kanaal voor opname door de [F] (REC CH) knop ingedrukt te houden en op de
juiste [1▲▼] - [8 ▲▼] knop te drukken.
Zorg, voordat u één van de niet-rhythm kanalen gaat opnemen (BASS - PHR 2), dat de bestaande data van
het betreffende kanaal van tevoren gewist is. Andere instellingen kunt u maken (zie het kader “Overige
Parameters in het BASIC Scherm” op blz. 113) na het verlaten van het REC CHANNEL scherm door op de
[EXIT] knop te drukken. Druk op de [F] (REC CH) knop om het REC CHANNEL scherm opnieuw op te
roepen.
OPM.
Iedere voice kan voor het
RHY1 kanaal worden
geselecteerd, met uitzon-
dering van Organ utes.
Voor het RHY 2 kanaal
kan uitsluitend een Drum
Kit/SFX Kit worden
geselecteerd.
Voor de niet-rhythm
kanalen (BASS - PHR 2),
kunnen alle voices, met
uitzondering van de Organ
Flutes/Drum Kit/SFX Kit,
worden geselecteerd.
OPM.
Als u op deze knop drukt, verschijnt er “DELETE” boven
kanalen die data bevatten. Om data van een speciek kanaal
te wissen, dient u, terwijl u deze knop ingedrukt houdt, op de
juiste [1] - [8] knop te drukken.
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
113
CVP-209/207
Via deze methode kunt u een stijl creëren door het één voor één ingeven van noten en andere data, zonder in de maat te hoeven spelen.
De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 111.
Het feitelijke opnameproces is identiek aan dat voor Step Record van songs (blz. 98), met uitzondering van de punten die hieronder worden be-
schreven. U kunt iedere event ook bewerken vanuit de Edit pagina en het bewerkingsproces is identiek aan dat voor het bewerken van songs (blz.
107).
Bij het opnemen van songs kan de End markering vrijelijk worden gewijzigd. Hij kan echter niet worden gewijzigd bij het creëren van be-
geleidingsstijlen. De reden hiervoor is dat de lengte van de begeleidingsstijl automatisch is vastgelegd, bepaald door de geselecteerde sectie.
Bijvoorbeeld bij het creëren van een begeleidingsstijl op basis van een vier-maats sectie, wordt de positie van de End markering automatisch
aan het einde van de vierde maat geplaatst en kan niet worden gewijzigd vanuit het Step Record scherm.
Tijdens het bewerken van de data die zich in de Edit pagina bevindt, kunt u schakelen tussen de types data die u wilt bewerken (event data of
control data). Druk op de [F] (TRACK EVT) knop om te schakelen tussen het Event scherm (Note, Control Change, etc.) en het Control scherm
(System Exclusive, etc.). Zorg dat het opnamekanaal van tevoren is ingesteld vanuit een ander scherm (b.v. het BASIC scherm; blz. 112).
Overige Parameters in het Basic Scherm
[I] (SAVE) knop
Roept het Style scherm op voor het opslaan van de begeleidingsstijl data.
[3▲▼][4▲▼] (Sectie) knoppen
Bepaalt welke sectie zal worden opgenomen.
[5▲▼][6▲▼] (Pattern Lengte) knoppen
Bepaalt de pattern lengte van de geselecteerde sectie, aangegeven in maten
(1 - 32). De lengte van de Fill In/Break sectie is vastgesteld op één maat.
[D] (Execute) knop
Voert de pattern lengtewijziging uit.
Opnemen — Voorzorgsmaatregelen
Het basisakkoord dat voor de begeleidingsstijl wordt gebruikt, wordt het bronakkoord genoemd.
Alle akkoorden die spelen en de toonhoogtes die klinken worden afgeleid van het bronakkoord.
Onthoud, bij het opnemen van de Main en Fill In secties (met CM7 als bronakkoord), de volgende
punten:
* Probeer tijdens het opnemen van de Bass of Phrase kanalen alleen de aanbevolen noten te
gebruiken; hierdoor bent u er zeker van dat u uiteenlopende akkoorden kunt spelen met de
Begeleidingsstijl, met een optimaal resultaat. (Andere noten kunnen ook werken, als u ze als korte overgangsnoten gebruikt.)
* Gebruik, tijdens het opnemen van de Chord of Pad kanalen, uitsluitend het CM7 akkoord; hierdoor wordt gewaarborgd dat u
uiteenlopende akkoorden kunt spelen met de Begeleidingsstijl, met een optimaal resultaat. (Andere noten kunnen ook werken
als u ze als korte overgangsnoten gebruikt.)
Het bronakkoord staat standaard ingesteld op CM7, hoewel u dit in ieder gewenst akkoord kunt wijzigen. Zie het gedeelte “Het
Maken van Style File Format Instellingen – Parameter” op blz. 118.
Tijdens het opnemen van Intro en Ending secties, kunt u het bronakkoord negeren en alle noten of akkoordenschema’s gebruiken
die u maar wilt. In dit geval, als u de NTR parameter op “ROOT TRANSPOSE” en NTT op “HARMONIC MINOR” of “MELODIC
MINOR” zet (in de PARAMETER pagina), dan zullen de normale toonhoogteconversies, die zouden voortkomen uit het spelen
van diverse akkoorden, worden geannuleerd (voor afspelen) — wat inhoudt dat de begeleidingstoonhoogteconversie uitsluitend
geschiedt voor wijzigingen in de root noot of majeur/mineurwijzigingen.
U kunt ook de gewenste sectie
voor opname selecteren door
op de bijbehorende paneelknop
te drukken. Het drukken op één
van de Sectieknoppen roept het
SECTION scherm op, van
waaruit u van sectie kunt veran-
deren met gebruik van de
[6▲▼]/[7▲▼] knoppen. Druk,
om de verandering
daadwerkelijk door te voeren op
de [8] knop. Druk, om de Fill
In sectie te selecteren, op de
[AUTO FILLIN] knop.
OPM.
CRC CRC
C = akkoordnoot
C,R= aanbevolen noot
Step Opname
F
J
I
H
G
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-209/207
114
Met deze handige functie kunt u begeleidingselementen — zoals rhythm, bass en chord patterns — van bestaande
stijlen combineren en deze gebruiken om uw eigen begeleidingsstijlen te creëren. De procedure die nu volgt hoort bij
stap 4 op blz. 111.
Het Assembleren van een Begeleidingsstijl — Assembly
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
2
Selecteert de stijlsectie
en het kanaal dat naar de
corresponderende
kanalen zal worden
gekopieerd, geselecteerd
met de [A]-[D] en [F]-[I]
knoppen hierboven.
Bepaalt de afspeelinstelling voor ieder kanaal.
U kunt de begeleidingsstijl assembleren terwijl de stijlsectie en het
kanaal dat zal worden gekopieerd afspelen.
SOLO ........... Schakelt alle kanalen, behalve het geselecteerde
kanaal, uit. RHYTHM kanalen die op REC staan
ingesteld in het REC CHANNEL scherm (blz. 112)
worden tegelijk afgespeeld.
ON ............... Speelt de geselecteerde kanalen af. Alle kanalen die
op ON staan ingesteld in het REC CHANNEL
scherm (blz. 112) worden tegelijk afgespeeld.
OFF .............. Schakelt het geselecteerde kanaal uit. Als het
geselecteerde kanaal op ON staat ingesteld in het
REC CHANNEL scherm (blz. 112) verschijnt OFF
niet en is dus niet beschikbaar.
1
Hiermee kunt u de begeleidingsstijl selecteren
die voor ieder kanaal van uw eigen stijl zal
worden gebruikt. Selecteer het gewenste kanaal
door op één van de [A] [D], [F][I] knoppen te
drukken en op dezelfde knop om het Style scherm
op te roepen, van waaruit u de begeleidingsstijl
kunt selecteren.
3
Druk, na het herhalen van de
stappen 1 en 2, op de [J]
(SAVE) knop om de geassem-
bleerde stijl data op te slaan.
Van hieruit kunt u de instel-
lingen van alle kanalen
(RHYTHM1, RHYTHM2, BASS,
etc.) opslaan in één enkele
begeleidingsstijl.
Als u de sectie en het kanaal wijzigt in stap 1 en
2, worden de momenteel gespeciceerde
sectie en kanaal eveneens gewijzigd. De
kanalen die zullen worden opgenomen worden
even-eens gewijzigd en de opname stopt
automatisch.
OPM.
De PLAY TYPE parameter beïnvloedt uitslui-
tend het afspelen en brengt geen verandering
in de feitelijke begeleidingsstijl data.
OPM.
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
115
CVP-209/207
De Rhythmic Feel Veranderen — Groove and Dynamics
Met deze uitgebreide mogelijkheden heeft u een “kist vol gereedschap” om de rhythmic feel van uw gecreëerde
begeleidingsstijl te veranderen. De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 111.
Groove
Groove parameters
Original Beat Speciceert op welke tellen de Groove timing wordt toegepast. Met andere woorden, als 8 Beat wordt geselecteerd, zal
er Groove timing worden toegepast op de achtstenoten; als 12 Beat wordt geselecteerd, wordt er Groove timing
toegepast op achtstenoot-triolen.
Beat Converter Verandert de timing van de tellen (gespeciceerd door de ORIGINAL BEAT parameter hierboven) daadwerkelijk in de
geselecteerde waarde. Bijvoorbeeld als ORIGINAL BEAT wordt ingesteld op 8 Beat en BEAT CONVERTER staat op
12, worden alle achtstenoten in de sectie veranderd in een achtstenoot-triool timing. De 16A en 16B Beat Converter,
die verschijnen als de ORIGINAL BEAT wordt ingesteld op 12 Beat, zijn variaties op een standaard-zestiendenoot-
instelling.
Swing Produceert een swing gevoel door de timing van de back beats te verschuiven, afhankelijk van de ORIGINAL BEAT
parameter hierboven. Als bijvoorbeeld de gespeciceerde ORIGINAL BEAT waarde "8 Beat" is, zal de Swing parameter
de tweede, vierde, zesde en achtste tel van elke maat selectief vertragen om een swing gevoel te creëren. De instel-
lingen A tot E produceren verschillende gradaties van swing, waarbij A het meest subtiel is en E het nadrukkelijkst.
Fine Selecteert één van de vele groove sjablonen om te worden toegepast op de geselecteerde sectie. De PUSH instel-
lingen zorgen dat bepaalde tellen eerder worden gespeeld, terwijl de HEAVY instellingen de timing van bepaalde tellen
vertragen. De genummerde instellingen (2, 3, 4, 5) bepalen welke tellen zullen worden beïnvloed. Alle tellen tot en met
de gespeciceerde tel, behalve de eerste tel, zullen worden vervroegd of vertraagd: b.v. de tweede en derde tel als 3
wordt geselecteerd). Hierbij zullen A types altijd het minste, B types iets meer, en C types het maximum effect
produceren.
Het Bewerken van de Gecreëerde Begeleidingsstijl
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Roept het Style scherm op voor
het opslaan van de bewerkte
begeleidingsstijl data.
Voert de Groove handeling uit. Nadat
de handeling voltooid is, verandert
deze knop in [UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt herstellen,
mocht u niet tevreden zijn over de
Groove resultaten. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan maken van
de voorgaande handeling.
Bepaalt de instellingen voor elk van de
Groove parameters (zie tabel hieronder).
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-209/207
116
Dynamics
Dynamics parameters
Accent Type Selecteert het accenttype.
Strength Bepaalt in welke mate het geselecteerde Accent Type zal worden toegepast. Hoe
hoger de waarde, hoe sterker het effect.
Expand/Compress Vergroot of verkleint de volumeverschillen in de geselecteerde sectie, gebaseerd op
een centraal volume (64). Waardes hoger dan 100% vergroten de dynamiek,
waardes lager dan 100% verkleinen de dynamiek.
Boost/Cut Versterkt of verzwakt alle velocity waardes in de geselecteerde sectie/kanaal.
Waardes hoger dan 100% versterken de algehele velocity, waardes lager dan
100% verzwakken de algehele velocity.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Roept het Style scherm
op voor het opslaan van
de bewerkte
begeleidingsstijl data.
Voert de Dynamics handeling uit. Nadat de
handeling voltooid is, verandert deze knop
in [UNDO] waarmee u de oorspronkelijke
data kunt herstellen, mocht u niet tevreden
zijn over de Dynamics resultaten. Undo
heeft maar één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande handeling.
Bepaalt de instellingen voor elk van
de Dynamics parameters (zie tabel
hieronder).
Selecteer het gewenste kanaal waarop
u Dynamics wilt toepassen.
Velocity wordt bepaald door
uw aanslagsterkte op het
toetsenbord.
Hoe harder u op het
toetsenbord speelt, hoe
hoger de velocity waarde,
dus hoe hoger het volume
van het geluid.
OPM.
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
117
CVP-209/207
Het Bewerken van de Kanaal Data
In dit scherm bevinden zich vijf verschillende kanaal-gerelateerde bewerkingsfuncties, waaronder Quantize, voor het
bewerken van de opgenomen begeleidingsstijl data. De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 111.
Quantize
Zie blz. 104.
Velocity Change
Versterkt of verzwakt de velocity van alle noten in het geselecteerde kanaal (geselecteerd met de [1▲▼]/[2▲▼]
(CHANNEL) knoppen) met het gespecificeerde percentage (geselecteerd met de [4▲▼]/[5▲▼] (BOOST/CUT)
knoppen).
Bar Copy
Met deze functie kunt u binnen het gespecificeerde kanaal data van de ene maat of groep van maten, naar een
andere lokatie kopiëren. Gebruik de [4▲▼] (TOP) en [5▲▼] (LAST) knoppen om de eerste en laatste maat van het
gebied dat u wilt kopiëren te specificeren. Gebruik de [6▲▼] (DEST) knop om de eerste maat van de bestemmings-
lokatie te specificeren, waarnaar de data moet worden gekopieerd.
Bar Clear
Deze functie wist alle data van het gespecificeerde aantal maten, binnen het geselecteerde kanaal. Gebruik de
[4▲▼] (TOP) en [5▲▼] (LAST) knoppen om de eerste en laatste maat van het gebied dat u wilt wissen te
specificeren.
Remove Event
Met deze functie kunt u specifieke events van het geselecteerde kanaal wissen. Gebruik de [4▲▼] - [6▲▼]
(EVENT) knoppen om het gewenste event type dat u wilt wissen te selecteren.
Zie de uitleg hieronder.
De preset kanalen BASS -
FRASE2 kunnen niet wor-
den bewerkt.
OPM.
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-209/207
118
Het Maken van Style File Format Instellingen — Parameter
Dit scherm biedt een verscheidenheid aan stijlfuncties — zoals de bepaling van hoe de toonhoogte en klank van de stijl zal ver-
anderen als gevolg van het spelen van akkoorden in het linkerhandgedeelte van het toetsenbord. Voor details over de relatie tussen
de parameters, zie “Style File Format” op blz. 111. De procedure hiervoor is identiek aan die van stap 4, beschreven op blz. 111.
Source Root/Chord
Deze instellingen bepalen de original key van de bron pattern (d.w.z. de toonsoort die gebruikt werd toen de pattern werd
opgenomen). De standaardinstelling CM7 (met een Source Root (grondtoon) "C" en een Source Type "M7") wordt automatisch
geselecteerd als er preset data wordt gewist voordat er een nieuwe stijl wordt opgenomen, ongeacht of deze Source Root/chord zich
in de preset data bevond. Als u de Source Root/Chord verandert van de standaard CM7 in een ander akkoord, dan zullen de
akkoordnoten en aanbevolen noten eveneens veranderen, afhankelijk van het zojuist geselecteerde akkoordtype. Voor details over
akkoord- en aanbevolen noten, zie blz. 113.
NTR (Note Transposition Rule) en NTT (Note Transposition Table)
NTR (Note Transposition Rule)
Dit bepaalt het systeem voor de toonhoogteconversie van de bron pattern. U kunt kiezen uit twee instellingen.
Root (Root Transpose)
Wanneer de akkoordgrondtoon wordt getransponeerd, blijven de toonhoogteverhoudingen tussen de noten onderling
gehandhaafd. De noten C3, E3 en G3 in de toonsoort C, bijvoorbeeld, zullen bij een transpositie naar F veranderen in F3, A3
en C4. Gebruik deze instelling voor kanalen met een melodische inhoud.
Root Fixed
De noot wordt zo dicht mogelijk bij de voorgaande ligging gehouden. Bijvoorbeeld, de noten C3, E3 en G3 in de toonsoort C
zullen bij een transpositie naar F veranderen in C3, F3 en A3. Gebruik deze instelling voor kanalen met akkoordpartijen.
Als NTR wordt ingesteld op
Root Fixed en NTT op
Bypass, worden de
Source Root en Source
Chord parameters
respectievelijk gewijzigd in
Play Root en Play
Chord. In dat geval kunt u
van akkoord veranderen en
het resulterende geluid voor
alle kanalen beluisteren.
OPM.
Zie de uitleg hieronder.
CRC CR CRC C RC CRC C CR CRC C CR
C
CCC CR
CCC C CR CCC C RC
CRC
RCR
CR CR
C
CR CCR
C
CCR
CC
CR
RRCCC
CC RC
C
CC RC
CC
CR CC
CC
CR C CR
C
CC RC C
C
CR
CCR
CR R RC
CCR
CCC
C
CCC
C
CRC
CC
CCC C
C
CRC CR
CC
CRC CC
C
CCC
CC
CCCR
RCC
CCC
RCC
CRC CRR
C
CRC
RCC
CC
CC
CR CC CCR CR
CMaj
Cm
C7
CM7
CM7
9
C6
9
Caug Cm6
Cm7
Cm7
5Cm7
9
Cm7
11
CmM7 CmM7
9
Cdim
Cdim7
C7
9
C7
13
C7
9
Csus4
Csus2
C1+8
C1+5
C7
5
C6
Cm
9
CM7
11
C7
11
C7
9
C7aug
CM7aug
C7sus4
C9
C7
13
Als de Source Root C is:
C = akkoordnoot
C,R = aanbevolen
noot
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
119
CVP-209/207
NTT (Note Transposition Table)
Hiermee bepaalt u de noot transpose methode voor de bron pattern. U kunt kiezen uit zes transpose types.
Bypass
Geen transpose.
Melody
Geschikt voor het transponeren van melodielijnen. Gebruik dit voor melodiekanalen zoals Phrase 1 en Phrase 2.
Chord
Geschikt voor het transponeren van akkoorden. Te gebruiken voor de Chord 1 en Chord 2 kanalen, vooral als ze piano- of
gitaarachtige akkoordpartijen bevatten.
Bass
Geschikt voor het transponeren van baslijnen. Deze methode is grotendeels gelijk aan de Melody methode hierboven, maar
herkent ook on-bass akkoorden die in de FINGERED ON BASS vingerzettings-mode mogelijk zijn. Gebruik dit vooral voor
baslijnen.
Melodic Minor
Als het gespeelde akkoord verandert van een majeur- in een mineurakkoord, zal deze methode de derde interval van de
toonladder met een halve toon verlagen. Als het akkoord van een mineur- in een majeurakkoord verandert, wordt de derde
mineurinterval met een halve toon verhoogd. Andere noten worden niet gewijzigd.
Harmonic Minor
Als het gespeelde akkoord verandert van een majeur- in een mineurakkoord, zal deze methode de derde en de zesde interval
van de toonladder met een halve toon verlagen. Als het akkoord van een mineur- in een majeurakkoord verandert, wordt
zowel de derde mineur- als de verlaagde zesde interval met een halve toon verhoogd. Andere noten worden niet gewijzigd.
High Key/Note Limit
High Key
Hiermee stelt u de hoogste noot in (het hoogste
octaaf) voor de noottranspositie als u van
akkoordgrondtoon verandert. Iedere noot die
hoger uitkomt dan deze hoogste noot wordt
omlaag getransponeerd naar het octaaf direct
onder deze hoogste noot. Deze instelling is alleen
werkzaam als de NTR parameter (blz. 118) op
“Root Trans” staat ingesteld.
Note Limit
Hiermee stelt u het nootbereik (laagste en hoogste
noten) in voor de voices die zijn opgenomen in de
stijlkanalen. Een oordeelkundige instelling van dit
bereik, zorgt ervoor dat voices zo realistisch mo-
gelijk klinken — met andere woorden, dat er geen
noten zullen klinken die buiten het natuurlijke
speelbereik liggen (b.v. hoge basklanken of lage
noten voor een piccolo). De werkelijke noten die
zullen klinken worden automatisch verschoven naar het ingestelde bereik.
RTR (Retrigger Rule)
Deze instellingen bepalen of noten zullen worden afgebroken of niet, en hoe ze van toonhoogte zullen veranderen in reactie op
akkoordveranderingen.
Stop
De noten zullen worden afgebroken.
Pitch Shift
De toonhoogte van de noot zal ombuigen, zonder nieuwe attack, in overeenstemming met het nieuwe akkoordtype.
Pitch Shift to Root
De toonhoogte van de noot zal ombuigen, zonder nieuwe attack, in overeenstemming met de grondtoon van het nieuwe
akkoord.
Retrigger
De noot wordt opnieuw getriggerd met een nieuwe attack, op een nieuwe toonhoogte, in overeenstemming met het volgende
akkoord.
Retrigger To Root
De noot wordt opnieuw getriggerd met een nieuwe attack, op basis van de grondtoon van het volgende akkoord. Het octaaf
van de nieuwe noot blijft echter ongewijzigd.
CM
C3-E3-G3
FM
F3-A3-C4
F
M
F
2-A
2-C
3
C
M
C
3-F3-G
3
Voorbeeld Als de High Key F is
Grondtoonveranderingen
Gespeelde noten
CM
E3-G3-C4
FM
High Limit
Low Limit
F3-A3-C4
C
M
F3-G
3-C
4
Voorbeeld Als de laagste noot C3 is en de hoogste D4
Grondtoonveranderingen
Gespeelde noten
CVP-209/207
120
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice
Veranderen
— Mixing Console
Het ziet eruit als een echte mixer en daarom biedt dit scherm u een uitstekende controle
over het geluid.
U kunt nog meer basis-mixknoppen oproepen met de [BALANCE] knop en de [CHANNEL ON/OFF] knop (blz. 62).
Omtrent de parameters
VOL/VOICE (Volume/Voice) (blz. 121)
Dit bevat instellingen die te maken hebben met het volume en de voice van iedere part/kanaal. Hier kunt u ook de
Auto Revoice functie activeren — die automatisch XG compatibele songs afspeelt (blz. 160) met gebruik van de
brede en dynamische voices die exclusief zijn voor de CVP-209/207. Dit voorziet in zeer authentieke en realistische
instrumentale geluiden ten behoeve van het afspelen van uw songs.
FILTER (blz. 122)
Deze knoppen beïnvloeden de klankkwaliteit van de voice, waardoor u meer kracht, druk, of helderheid aan het
geluid kunt toevoegen.
TUNE (blz. 122)
Deze voorzien in diverse stemmingsfuncties.
EFFECT (blz. 123)
Deze knop regelt de mate waarin het effect aan het geluid wordt toegevoegd.
EQ (blz. 125)
Bepaalt de algehele klankeigenschappen van het instrument om het geluid aan te passen aan de specifieke ruimte
waarin u speelt. U kunt het volume of de klankeigenschappen voor iedere part afzonderlijk instellen.
Mixing Console
Met deze serie "knoppen"
kunt u de onderlinge balans
tussen de voices en hun
stereo positie instellen,
alsook de hoeveelheid effect
dat aan iedere voice wordt
toegevoegd.
OPM.
POWER
METRONOME
MASTER VOLUME
STYLE
ACMP AUTO FILL IN
OTS LINK
BREAK INTRO MAIN
START STOP
ON
MIN MAX
OFF
ENDING rit.
TAP TEMPO
REW REPEATTOP FFREC
MIC.
SIGNAL OVER
FADE IN OUT
TAP TEMPO
DEMO
HELP
FUNCTION
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
TRANSPOSETEMPO
SYNC.STOP START STOP
PART
PART
A
E
D
C
B
F
J
I
DIRECT ACCESS
12345678
EXIT
START STOP
SONG
EXTRA TRACKS TRACK 2 TRACK 1
VOCAL HARMONY TALK EFFECT VH TYPE SELECT MIC. SETTING
STYLE L
R
SYNC.START
RESETRESET
GUIDE
MENU
BACK NEXT
VOICE PART
PIANO
ON OFF
HARMONY ECHO LEFT HOLDMONO
DIGITAL
STUDIO
H
G
LAYER
PIANO & HARPSI. E. PIANO PERCUSSION GUITAR BASS ORGAN FLUTESORGAN & ACCORDION
BRASS WOODWIND CHOIR & PAD SYNTH. XG USERSTRINGS
LEFT
DATA
ENTRY
FREEZE MEMORY
1
1432
34 75862
ENTER
VOICE EFFECT
VOICE
MUSIC FINDER
ONE TOCTH SETTING
REVERB DSP VARIATION
MIXING
CONSOLE
PART
Procedure
MIXING
CONSOLE
PART
1
PANEL PART
Omvat de toetsenbord parts (Main/Layer,
Left), begeleidings-parts, song en
microfooningang.
STYLE PART
Begeleidings-parts
SONG CH 1 - 8
De kanalen 1 - 8 van afspelende songs
SONG CH 9 - 16
De kanalen 9 - 16 van afspelende songs
2
Selecteer de andere Mixing Console pagina’s met de [BACK]/
[NEXT] knoppen en stel de gewenste parameters in.
Voor informatie over de diverse parameters en instellingen en
hoe ze te gebruiken, zie de uitleg te beginnen op blz. 121.
Druk, vanuit het MIXING CONSOLE scherm, herhaaldelijk op
de knop totdat het gewenste scherm verschijnt. Telkens als u op
de knop drukt, wisselen de schermen elkaar af in de hieronder
opgesomde volgorde.
U kunt een parameter snel
en eenvoudig voor alle parts
tegelijk op dezelfde waarde
instellen (met uitzondering
van de VOICE parameter).
Houd één van de [A] - [J]
knoppen ingedrukt die bij de
parameter hoort die u wilt
wijzigen en gebruik de [1] -
[8] knoppen of de [DATA
ENTRY] knop om de waarde
te wijzigen.
Voor details over
parameters die te maken
hebben met de Sound
Creator, zie blz. 89.
OPM.
Sluit het Mixing
Console scherm door
op de [EXIT] knop te
drukken.
END
OPM.
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
121
CVP-209/207
De procedure voor deze pagina hoort bij stap 2 op blz. 120.
Het Instellen van Volumebalans en Voice — Volume/Voice
F
J
I
12345678
H
G
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
PAR T
PAR T
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
DIGITAL
STUDIO
H
G
Zet dit op ON om de automatische vervanging
van de XG voices (in XG song data) door de
speciale voices van de CVP-209/207 te activeren.
Zet dit uit om de normale XG voice set te
gebruiken.
Hiermee kunt u de voice voor iedere part selecteren en de panpot (stereo positie) en het volume instellen.
VOICE
Roept het VOICE scherm op, van waaruit u de gewenste voice kunt selecteren (blz. 55). Als de Style
part wordt geselecteerd, kunnen noch de Organ Flutes voices noch de User voices worden geselec-
teerd. Als de Song part wordt geselecteerd, kunnen de User voices niet worden geselecteerd.
PANPOT
Bepaalt de stereo positie van de geselecteerde voice of track. Een instelling 0 plaatst het geluid vol-
ledig links, 64 in het midden, en 127 volledig rechts.
VOLUME
Bepaalt het volumeniveau voor ieder kanaal, waardoor u een precieze controle heeft over alle parts.
Selecteert de XG
voices (voices die
gewoonlijk voor het
afspelen worden
gebruikt) die u wilt
vervangen.
Selecteert de voices die de
XG voices zullen vervangen
(als SONG AUTO REVOICE
op ON staat).
Voert de instellingen uit en sluit het Auto
Revoice Setup scherm.
Sluit het Auto Revoice Setup
scherm zonder de instellingen
uit te voeren.
1
2
Telkens als u op
deze knop drukt,
schakelt u om
naar een andere
part/kanaal.
Gebruik deze om de para-
meters VOICE, PANPOT, of
VOLUME te selecteren.
Hiermee kunt u de
specieke voice die
u wilt vervangen
selecteren.
PIANO, BASIC en DRUM
kunnen gelijktijdig worden
opgeroepen.
OPM.
ALL REVOICE
Vervangt alle vervangbare XG voices door de
brede authentieke voices van de CVP-209/207.
PIANO REVOICE
Vervangt uitsluitend de piano
voices.
BASIC REVOICE
Vervangt uitsluitend de
aanbevolen voices die
geschikt zijn voor het
afspelen van de song.
ALL NO REVOICE
Alle voices worden terug-
gezet op de originele XG
voices.
Als de rhythm/percussie
voices (drum kits, etc.) van
de begeleidingsstijl en de
song worden gewijzigd door
de voice parameter, dan
zullen de gedetailleerde
instellingen die te maken
hebben met de drum voice
worden gereset en kan het
in sommige gevallen onmo-
gelijk zijn om het originele
geluid terug te zetten. Bij
het afspelen van songs,
kunt u het originele geluid
terugzetten door de song op
zijn beginpunt te zetten en
hem van daaraf opnieuw af
te spelen. Bij het afspelen
van begeleidingsstijlen kunt
u het originele geluid
terugzetten door dezelfde
stijl opnieuw te selecteren.
OPM.
Houd in gedachte dat de
Revoice functie kan resul-
teren in een onnatuurlijk of
onverwacht geluid, afhan-
kelijk van de betreffende
song data.
OPM.
DRUM REVOICE
Vervangt uitsluitend de drum
voices.
Het [RHY1] kanaal in het
STYLE PART scherm kan
worden toegewezen aan
iedere voice, met uitzonde-
ring van de Organ Flute
voice.
Tijdens het afspelen van GM
song data, kan kanaal 10 (in
de SONG CH 9 - 16 pagina)
uitsluitend worden gebruikt
voor een Drum Kit voice.
OPM.
OPM.
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
CVP-209/207
122
De procedure voor deze pagina hoort bij stap 2 op blz. 120.
De procedure voor deze pagina hoort bij stap 2 op blz. 120.
PORTAMENTO TIME ............Als de part op Mono staat (blz. 59, 90), bepaalt dit de Portamento tijd. Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de toonhoogte zal wijzigen. Er wordt uitsluitend Portamento
toegepast als u legato speelt (de volgende noot spelen voordat u de huidige loslaat).
PITCH BEND RANGE ...........Als het Pitch Bend of Glide effect aan het pedaal wordt toegewezen, bepaalt dit het
bereik van de toonhoogteverandering, in stappen van een halvetoonsafstand.
OCTAVE................................Bepaalt het bereik van de toonhoogteverschuiving in octaven, met een instelbereik van
twee octaven omhoog/omlaag.
TUNING...............................Bepaalt de toonhoogte van het instrument.
Het Wijzigen van de Toon van de Voice — Filter
OPM.
Voor details over de Filter,
zie blz. 91.
Als er een Natural voice
wordt geselecteerd, kunnen
Harmonic en Brightness
niet worden gewijzigd.
Wees voorzichtig met deze
knoppen. Afhankelijk van de
geselecteerde voice, kun-
nen extreme instellingen ruis
of vervorming tot gevolg
hebben.
OPM.
OPM.
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
PAR T
A
E
D
C
B
F
J
I
DIGITAL
STUDIO
H
G
12345678
Schakelt tussen de HARMONIC en BRIGHTNESS parameters.
HARMONIC ........ Hiermee kunt u het resonantie-effect instellen
(zie Harmonic Content op blz. 91).
BRIGHTNESS .... Bepaalt de helderheid van het geluid door het
instellen van de cutoff frequentie (blz. 91).
Telkens als u op deze
knop drukt, schakelt u
om naar een andere
part/kanaal.
Het Wijzigen van de Toonhoogte-gerelateerde Instellingen — Tune
Portamento wordt gebruikt
om een gelijkmatige
overgang in toonhoogte van
de ene noot naar de vol-
gende te creëren.
OPM.
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
H
G
Schakelt tussen de beschikbare parameters: PORTAMENTO
TIME, PITCH BEND RANGE, OCTAVE, en TUNING.
Deze verhogen/verlagen (transponeren) de toonhoogte, in stappen van een halvetoonsafstand.
MASTER ... Transponeert zowel de toonhoogte van het toetsenbord als die van afspelende songs.
SONG........ Transponeert de toonhoogte van afspelende songs.
KBD ..........Transponeert de toonhoogte van het toetsenbord.
Zie de uitleg hieronder.
Als er een Natural voice
wordt geselecteerd, kan
Portamento Time niet wor-
den gewijzigd.
OPM.
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
123
CVP-209/207
De procedure voor deze pagina hoort bij stap 2 op blz. 120.
Het Instellen van de Effecten
Er zijn drie effectsecties:
Reverb, Chorus en DSP (die
een aantal effecttypes bevat-
ten). Deze zijn beschikbaar
onafhankelijk van de Natural
voices en Regular Voices.
Voor details, zie de tabel
Effectblokken (blz. 124).
OPM.
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
CHANNEL
ON OFF
PAR T
PAR T
A
E
D
C
B
F
J
I
12345678
DIGITAL
STUDIO
H
G
F
J
I
12345678
H
G
Schakelt tussen de effect-
parameters: REVERB,
CHORUS, en DSP.
Bepaalt de hoeveelheid van het effect dat aan iedere part wordt toegevoegd. Voor
meer informatie over de eigenschappen van ieder effect, zie de tabel ”Effect-
blokken” op blz. 124.
Druk hierop
om het effect
te bewerken
en te bewaren
(blz. 123, 124).
Hiermee bepaalt u het effectblok en kunt u er een effect aan toewijzen.
BLOCK ........... Bepaalt het effectblok (groep van soortgelijke of bij elkaar horende effecten).
PART ............... Bepaalt de part waaraan het Insertion effect wordt toegevoegd. Dit is alleen
werkzaam als BLOCK op DSP1, PARAMETER op CONNECTION, en VALUE op
Insertion staat ingesteld of als BLOCK op DSP 3-7 (CVP-209) of op DSP 3-5
(CVP-207) is ingesteld.
CATEGORY .... De verschillende effectprogrammas (in Type hieronder) zijn gegroepeerd in cate-
gorieën. Deze parameter is soms niet beschikbaar, afhankelijk van het geselecteerde
blok.
TYPE............... Bepaalt het soort effect dat aan het geselecteerde effectblok zal worden toege-
wezen. Welke effecttypes er beschikbaar zijn kan verschillen, afhankelijk van het
geselecteerde blok.
Als de BLOCK parameter op REVERB1, CHORUS1, of DSP 3-7 (CVP-209)/DSP 3-5
(CVP-207) staat ingesteld, druk dan hierop om het scherm op te roepen van waaruit u
de gedetailleerde instellingen voor de effecten kunt wijzigen.
1
2
Telkens als u op
deze knop drukt,
schakelt u om naar
een andere part/
kanaal.
Geeft de typenaam aan voor ieder effectblok. Als er een
Natural Voice wordt geselecteerd, worden de typenamen
aangegeven boven de relevante knoppen in het scherm.
Geeft de typenaam aan voor
iedere part. Als er een Natural
Voice wordt geselecteerd,
worden de Effectbloknamen
aangegeven.
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
CVP-209/207
124
Effectblokken
Blok Parts Eigenschappen
Aantal User Effecten
REVERB 1 (voor Regular
Voices)
Alle Parts
Bootst de warme akoestiek na van het spelen
in een concertzaal of jazz club.
3
REVERB 2 (voor Natural Voices) Alle parts, behalve microfoon (MIC)
CHORUS 1 (voor Regular
Voices)
Alle Parts
Produceert een breed, vet geluid alsof er
meerdere parts tegelijk worden bespeeld.
3
CHORUS 2 (voor Natural
Voices)
Alle parts, behalve microfoon (MIC)
DSP 1 (voor Regular Voices) Song (kanaal 1 - 16), Stijl Behalve reverb en chorus effecten, heeft deze
sectie een aantal speciale effecten, zoals
distortion. Als MIC wordt geselecteerd (alleen
CVP-207), kunt u verschillende effecten aan
uw eigen voice toevoegen, via de aangesloten
microfoon.
3
DSP 2 (voor Natural Voices) Alle parts, behalve microfoon (MIC)
DSP 3-6 (DSP6; alleen CVP-
209) (voor Regular Voices)
Main, Layer, Left, Song (kanaal
1 - 16), MIC (alleen CVP-207)
10
DSP 7 (alleenCVP-209) MIC
Hiermee kunt u diverse effecten aan uw eigen
stem toevoegen, via de aangesloten microfoon.
10
F
J
I
12345678
H
G
A
E
D
C
B
Bepaalt het effectblok.
Roept het scherm op
voor het bewaren van
het effect.
Bepaalt de effectcategorie.
Bepaalt het effecttype.
Bepaalt de effectparameter die u wilt instellen.
Bepaalt het volumeniveau van
het effect (return level). Dit is niet
beschikbaar als BLOCK op
DSP1, PARAMETER op
CONNECTION en VALUE op
Insertion, of als BLOCK op
"DSP 3-7"(CVP-209) / "DSP 3-
5"(CVP-207) staat ingesteld.
Bepaalt de waarde van de
geselecteerde parameter.
Roept het scherm
op om een User
Effect een naam te
geven (blz. 46).
F
J
I
12345678
H
G
3
4
Selecteer de bestemming waar het effect moet worden
bewaard. Het aantal beschikbare geheugenlokaties die als
bestemming dienst kunnen doen, verschilt voor ieder blok
(zie onderstaande tabel).
Bewaart de hierboven gemaakte
effectinstellingen in een User Effect
lokatie (SYSTEM), voor later gebruik.
Om het effect op te roepen, selec-
teert u USER voor de CATEGORY
parameter, waarna u het gewenste
effect voor de TYPE parameter kunt
selecteren.
Houd in gedachte dat er in
sommige gevallen bijgelui-
den hoorbaar kunnen zijn
als u de effectparameters
instelt terwijl u het
instrument bespeelt.
OPM.
Deze parameter kan niet wor-
den ingesteld als BLOCK op
REVERB2, CHORUS2, of
op DSP2 (of op
BRILLIANCE) staat ingesteld.
OPM.
Schakelt tussen de
bovenste/onderste
parameters. Voor de
onderste parameter
kan de depth wor-
den gewijzigd als de
[VARIATION] knop
aan staat.
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
125
CVP-209/207
Gewoonlijk wordt er een equalizer gebruikt om het geluid van versterkers of luidsprekers te corrigeren om het aan te
passen aan de specifieke akoestiek van de ruimte. Het geluid wordt hiervoor opgedeeld in verschillende frequentie-
banden, zodat u in de gelegenheid bent om het klankbeeld te corrigeren door het niveau van iedere band te versterken
of te verzwakken. De equalizer helpt u om de klank of het timbre van het geluid aan te passen aan de ruimte, of om
bepaalde akoestische eigenschappen te compenseren. U kunt er bijvoorbeeld de laagste frequenties mee verzwakken
wanneer u speelt op podia of in grote studio’s waar het geluid “bonkerig” klinkt, of er de hoogste frequenties mee
versterken in kleine ruimten met een “dode” akoestiek zonder echo’s. De CVP-209/207 beschikt over een vijf-bands
digitale equalizer functie. Hiermee kan er een laatste effect — toonregeling — aan het uitgangssignaal van uw
instrument worden toegevoegd. De uitleg die nu volgt hoort bij stap 2 van de procedure op blz. 120.
Het Instellen van het Geluid om dit Aan te Passen aan de
Speelomgeving — EQ
F
J
I
H
G
A
E
D
C
B
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PAR T
DIGITAL
STUDIO
F
J
I
12345678
H
G
A
E
D
C
B
Gain
Q
FREQFREQ
Selecteer dit om het MASTER
EQ scherm op te roepen.
Gebruik de [1▲▼] - [8▲▼]
knoppen om de EQ High
parameters (gain (sterkte) van de
hoge frequenties) voor iedere
part in te stellen.
Gebruik de [1▲▼] - [8▲▼]
knoppen om de EQ High
parameters (gain (sterkte) van de
lage frequenties) voor iedere part
in te stellen.
Gebruik de [1▲▼] - [8▲▼]
knoppen om de EQ Low
parameters (gain (sterkte)
van de lage frequenties)
voor iedere part in te
stellen.
Selecteert een Master EQ
type.
Selecteert een MASTER EQ
type.
Tijdens het bewerken van een EQ band is de betreffende EQ
waarde geaccentueerd en verschijnt het nummer van die band
boven de Q en FREQ knoppen. De Q en FREQ knoppen
kunnen worden gebruikt om de Q (bandbreedte) en de FREQ
(middenfrequentie) van de geselecteerde band in te stellen.
Hoe hoger Q, hoe smaller de bandbreedte. Het instelbereik
voor FREQ is voor iedere band anders.
De PRESET en USER curves kunnen
naar wens bewerkt worden met de
bijbehorende knoppen. Elk van de vijf
banden kan worden versterkt of verzwakt
met maximaal 12 dB.
Regelt de totale gain (sterkte)
van alle EQ banden tegelijk.
Hiermee kunt u uw bewerkte
PRESET of USER curve
bewaren in USER 1 of USER 2.
Telkens als u op deze
knop drukt, schakelt u om
naar een andere part/
kanaal.
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
CVP-209/207
126
Effectstructuur
De CVP-209/207 heeft het volgende digitale effectsysteem, dat aan de Natural voices (blz. 89) en aan de Regular voices
(blz. 89) kan worden toegevoegd. Het effecttype, de depth en verscheidene andere parameters kunnen worden
ingesteld met de paneelknoppen.
Omtrent Effecttoewijzingen – System en Insertion
Alle effecten zijn aangesloten of toegewezen op één van de volgende twee manieren: System of Insertion. System wijst
het geselecteerde effect toe aan alle parts, terwijl Insertion het geselecteerde effect slechts aan één specifieke part
toewijst. Reverb, Chorus en DSP 2 zijn System effecten en DSP 3 - 7 (CVP-209) / DSP 3 - 5 (CVP-207) zijn Insertion
effecten. Het DSP 1 effect kan echter worden geconfigureerd voor zowel System als Insertion routing.
In de illustratie hieronder kunt u zien hoe de diverse effectblokken aan elkaar gekoppeld zijn en kunt u de signal flow
van de send/return controls van de CVP-209/207 volgen.
For Regular Voices (CVP-209)
OUT
Rev Send
MAIN VOICE
Dry
Cho Send
Unused DSP blocks are automatically
assigned to the active parts.
Rev Send
LAYER VOICE
Dry
Cho Send
Rev Send
LEFT VOICE
Dry
Cho Send
CHORUS1
Master EQ
REVERB1
DRY LINE
Rev Send
MIC
Dry
Cho Send
Rev Send
STYLE
(each channel)
Dry
Cho Send
DSP Send
DSP1
DSP1
MIC. Effect
Vocal
Harmony
Noise
Gate
3 Band
EQ
Compressor
DSP3
DSP4
DSP5
Rev Send
SONG
(each channel)
Dry
Cho Send
DSP6
DSP7
Ongebruikte DSP blokken worden automatisch
aan de actieve parts toegewezen.
Als DSP is ingesteld als een Insertion
effect (hier is PART ingesteld naar één
van de STYLE kanalen), wordt hij hier
in de signal flow geplaatst.
MAIN VOICE
LAYER VOICE
LEFT VOICE
MIC
STYLE
(elk kanaal)
SONG
(elk kanaal)
Voor Regular Voices (CVP-209)
Als DSP is ingesteld als een System
effect, dan wordt hij hier in de signal
flow geplaatst.
2

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Yamaha CVP-209 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Yamaha CVP-209 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 14,44 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Yamaha CVP-209

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 56 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 176 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - English - 56 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - English - 176 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - English - 20 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Français - 56 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Français - 176 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Italiano - 174 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Espanõl - 176 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Espanõl - 56 pagina's

Yamaha CVP-209 Gebruiksaanwijzing - Svenska - 171 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info