593682
165
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/182
Pagina verder
Handleiding
Belangrijk
Controleer de Netspanning
Verzeker u ervan dat de plaatselijke netspanning
overeenkomt met het voltage dat aangegeven staat
op het naamplaatje op de bodemplaat. In sommige
landen wordt de Clavinova geleverd met een voltage-
schakelaar op de bodemplaat, bij het stroomsnoer.
Controleer of de voltageschakelaar is ingesteld op het
voltage van uw land. Af-fabriek staat de schakelaar op
240V. Gebruik een platkopschroevendraaier om de
schakelaar op het juiste voltage in te stellen. Draai de
schakelaar totdat het pijltje het juiste voltage aanwijst.
92-469- (bottom)
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft ernaar om
producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk
zijn. Wij zijn er oprecht van overtuigd dat onze producten
en productiemethoden aan deze doelstellingen voldoen.
Overeenkomstig de letter en de geest van de wet, willen
wij u van het volgende op de hoogte brengen:
Batterij: Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare
batterij bevatten, die (indien van toepassing) vastgesol-
deerd is. De gemiddelde levensduur van deze batterij is
ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk is, neem
dan contact op met een erkend servicebedrijf om de ver-
vanging uit te voeren.
Waarschuwing: Probeer deze batterij niet op te laden, te
demonteren of te verbranden. Houd batterijen altijd ver
weg van kinderen. Gooi gebruikte batterijen meteen en
volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg. Op-
merking: In sommige landen bent u volgens de wet ver-
plicht, defecte onderdelen te retourneren. U kunt de dealer
vragen om deze onderdelen voor u weg te gooien.
AFVALVOORSCHRIFT: Wanneer dit product bescha-
digd raakt en niet meer te repareren is of zijn maximale
levensduur bereikt heeft, gooi het dan weg volgens de
plaatselijke wettelijke bepalingen voor producten die lood,
batterijen, plastic e.d. bevatten.
OPMERKING: Servicekosten die te wijten zijn aan ge-
brek aan kennis betreffende een functie of een effect (mits
het apparaat werkt zoals het hoort) vallen niet onder de
aankoopgarantie en zijn derhalve uw eigen verant-
woordelijkheid. Bestudeer de handleiding derhalve aan-
dachtig en neem eerst contact op met uw dealer voordat u
een beroep doet op service.
NAAMPLAATJE: Onderstaande illustratie geeft de loka-
tie van het naamplaatje aan waarop u het typenummer,
serienummer, stroomvoorzieningsgegevens etc., kunt vin-
den. U kunt het typenummer, serienummer en de aankoop-
datum hieronder noteren en deze handleiding bewaren voor
toekomstige naslag.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN: De elek-
tronische producten van Yamaha zijn voorzien van labels,
zoals hieronder afgebeeld, of stempels met deze aandui-
dingen. De uitleg van deze aanduidingen wordt op deze
bladzijde beschreven. Neem nota van alle hier genoemde
waarschuwingen en de waarschuwingen in het veiligheids-
instructiegedeelte.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafische symbolen.
Het uitroepteken in de gelijkbenige
driehoek is bedoeld om u te wijzen op
de aanwezigheid van belangrijke
bedienings- en onderhoudsinstructies in
de handleiding van het product.
De bliksemflits met pijlpunt in de
gelijkbenige driehoek is bedoeld om u
te wijzen op de aanwezigheid van niet
geïsoleerde “gevaarlijke voltages” in
het instrument die het risico van een
elektrische schok kunnen vormen.
BELANGRIJKE MEDEDELING:
Alle elektronische producten van Yamaha zijn getest en
goedbevonden door een onafhankelijk laboratorium om er
zeker van te zijn dat, als het product op de juiste wijze
geïnstalleerd is en gebruikt wordt, er geen voorspelbare
risico’s zullen zijn. Modificeer het instrument NIET en
vraag ook anderen niet om het instrument te modificeren
wanneer Yamaha zelf hier niet de toestemming voor heeft
gegeven. Hierdoor kan de kwaliteits- en/of veiligheids-
standaard van het product verlaagd worden. Als er aan-
spraak wordt gemaakt op de garantie, kan dit geweigerd
worden indien het product toch gemodificeerd is. Dit kan
ook van invloed zijn op andere garanties.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding is correct op het mo-
ment dat het gedrukt wordt. Yamaha behoudt zich echter
het recht voor om specificaties te veranderen of te modi-
ficeren zonder voorafgaande mededeling of de verplich-
ting om voorgaande modellen aan te passen.
SPECIALE MEDEDELINGEN
Model _____________________________________
Serie Nr. ___________________________________
Aankoopdatum______________________________
3
CVP-201
moet u onmiddellijk het instrument uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen
en het instrument laten nakijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
Plaats geen voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het instrument aangezien
deze het paneel en het toetsenbord kunnen doen verkleuren.
Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig
om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aan-
gezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts
als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
DE BANK GEBRUIKEN (indien meegeleverd)
Plaats de bank niet op een onstabiele ondergrond waardoor hij zou kunnen om-
vallen.
Speel niet met de bank en ga er niet op staan. Het gebruiken van de bank als
opstapje of voor elk ander doel kan een ongeluk of letsel veroorzaken.
Er zou slechts één persoon tegelijk moeten plaatsnemen op de bank om letsel of
ongelukken te voorkomen.
Als de schroeven van de bank los komen te zitten vanwege lang gebruik, moet u
deze weer vastdraaien.
DATA OPSLAAN
Intern gebackupte data (zie blz. 152) blijft gedurende ongeveer 1 week behouden
nadat de stroom is uitgeschakeld. Wordt deze periode overschreden, dan gaat de
data verloren. Schakel de stroom minstens éénmaal per week een paar minuten
in. De data kan verloren gaan door een storing of bedieningsfout. Sla belangrijke
data daarom op op een diskette (zie blz. 139).
Om te voorkomen dat er data verloren gaat als gevolg van beschadigde media,
bevelen wij aan om uw belangrijke data op twee diskettes op te slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan
onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument, of data
die kwijt is geraakt of vernietigd.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor latere raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Gebruik alleen het voltage dat is aangegeven voor het instrument. Het vereiste
voltage wordt aangegeven op het naamplaatje van het instrument.
Controleer zo nu en dan de stroomstekker en verwijder stof en vuil dat zich heeft
verzameld op de stekker.
Gebruik uitsluitend het bijgeleverde netsnoer.
Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en
kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op
het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat er niemand op trapt of erover kan
struikelen en er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modifi-
ceer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervan-
gen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan het gebruik
ervan en laat het nakijken door gekwalificeerd Yamaha service personeel.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of
onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het in-
strument die vloeistoffen bevatten die in de openingen zouden kunnen vallen.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen heeft.
Zet geen brandende voorwerpen zoals kaarsen op het instrument. Deze zouden
kunnen omvallen en brand kunnen veroorzaken.
Als het stroomsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling
geluidsverlies optreedt in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit
het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit
het stopcontact halen en het instrument laten nakijken door gekwalificeerd Yamaha
service personeel.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om lichamelijk letsel te voorkomen aan u of anderen, of
schade aan het instrument of andere eigendommen. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken,
nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange tijd niet gebruikt, of
tijdens onweer.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact dat een T-plug bevat. Dit kan
resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
Lees zorgvuldig de bijgeleverde montagevoorschriften. Zou u het instrument niet
in de juiste volgorde monteren, dan kan dit schade aan het instrument of zelfs
persoonlijk letsel veroorzaken.
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of
warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de
auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voor-
komen.
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio, stereo installatie,
mobiele telefoon, of andere elektrische apparaten, aangezien dit storing zou kun-
nen veroorzaken.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
Plaats het instrument niet tegen een muur (minimaal 3 cm speling) aangezien dit
kan zorgen voor onvoldoende circulatie en mogelijk oververhitting van het in-
strument kan veroorzaken.
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u
alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aan-
zet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle com-
ponenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge of licht be-
vochtigde doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes.
Let er op dat de toetsendeksel uw vingers niet afknelt en steek uw vingers niet
in de spleten van de toetsendeksel of het instrument.
Steek nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de spleten van de toetsen-
deksel, het bedieningspaneel of het toetsenbord. Als er toch zoiets in zou komen
(1)B-7
1
4
CVP-201
Dank u voor de aankoop van de Yamaha Clavinova! Wij adviseren u om deze handleiding zorgvuldig door
te lezen, zodat u volledig voordeel kunt trekken van de vernuftige, handige functies van de Clavinova. We
bevelen u ook aan om deze handleiding bij de hand te houden op een veilige plaats, voor latere raadpleging.
Accessoires
Music Software Collection Diskette (en Muziekboek)
Deze diskette bevat voorbeeld songs, die u kunt afspelen op uw Clavinova.
Diskette
Gebruik deze lege diskette om uw eigen spel op te nemen.
Handleiding
Deze handleiding bevat complete instructies om uw Clavinova te kunnen bedienen.
Referentie Handleiding
Deze handleiding bevat lijsten van de voices, stijlen en parameters, etc., alsook specificaties
en instructies voor de montage van uw Clavinova.
Bank
In sommige landen kan het zijn dat er een bank wordt meegeleverd.
De afbeeldingen en LCD schermen in deze handleiding zijn
alleen voor instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken
van de werkelijkheid.
Het kopiëren zonder toestemming van software waarop
copyrights rusten, voor doeleinden anders dan voor persoonlijk
gebruik, is verboden.
Handelsmerken:
Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Compu-
ter, Inc.
IBM-PC/AT is een handelsmerk van International Business
Machines Corporation.
Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft®
Corporation.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respec-
tieve eigenaars.
De Paneel Logo’s
De logo’s afgebeeld op het paneel van de Clavinova geven aan welke standaards/formats en speciale mogelijkheden
beschikbaar zijn.
Disk Orchestra Collection
Het DOC voice allocation format zorgt ervoor dat de Clavinova
compatible is met veel Yamaha instrumenten en MIDI appara-
ten.
Stijl File Format
Het Stijl File Format (SFF) is Yamaha’s originele stijl file format,
dat een uniek conversiesysteem gebruikt om begeleiding te
genereren van hoge kwaliteit, gebaseerd op een grote hoeveel-
heid akkoordtypes. De Clavinova gebruikt de SFF intern, leest
los verkrijgbare SFF stijldiskettes en creëert SFF stijlen met de
Custom Stijl functie.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI standaard
die garandeert dat data, die aan de standaard voldoet, probleem-
loos afspeelt op elke toongenerator of synthesizer die GM-
compatible is.
XG Format
XG is een nieuwe Yamaha MIDI specificatie die een enorme
uitbreiding en verbetering is ten opzichte van de “GM System
Level 1” standaard met een grotere voice bewerkingscapaciteit,
expressievere bediening en effectmogelijkheden, maar toch volle-
dig compatible met GM. Bij gebruik van de XG voices van de
Clavinova is het mogelijk om song files op te nemen die XG-
compatible zijn.
XF Format
Het Yamaha XF format geeft de SMF (Standard MIDI File) stan-
daard grotere functionaliteit met een open architectuur voor uit-
breiding in de toekomst. De Clavinova is in staat om song teksten
(lyrics) weer te geven als er een XF file die lyric data bevat, af-
speelt. (SMF is het meest gebruikte format voor MIDI sequence
files. De Clavinova is compatible met de SMF Formats 0 en 1, en
neemt zelf “song” data op in SMF Format 0.)
2
5
CVP-201
Mogelijkheden van de Clavinova
Bedieningsvriendelijk LCD Scherm
De LCD (samen met de verschillende paneelknoppen) voorziet in een uitgebreide maar gemakke-
lijk te begrijpen bediening van de functies van de Clavinova (blz. 16).
Ruime hoeveelheid volle, Realistische Voices
De CVP-201 heeft een grote verscheidenheid authentieke, dynamische voices (klanken/instrumen-
ten), waaronder 195 originele voices, 480 XG voices, en 12 drum/SFX kits. Hieronder bevinden zich
bijvoorbeeld een bijzonder natuurlijk-klinkende piano, strijk- en blaasinstrumenten en een zeer expres-
sieve “SweetTrumpet” voice. Bovendien kunt u, direct vanaf het toetsenbord, realistische drum- en
percussieklanken spelen (blz. 31).
Song Diskettes Afspelen
De Clavinova kan verschillende commercieel verkrijgbare song diskettes afspelen. Met de juiste
diskette software, kunt u de pianopartij van de song zelf meespelen met een volledig orkest of
begeleidingsband (blz. 93). Als de software songteksten bevat, kunt u deze oproepen in de LCD van
de Clavinova.
Speciale Gidsfuncties voor Gemakkelijk Leren
Met de juiste software op diskette, helpt het LCD scherm en de gidslampjes u om muziekstukken
in te studeren, door aan te geven waar en wanneer de noten gespeeld moeten worden. Het drie-staps-
systeem helpt u om het stuk snel en gemakkelijk onder de knie te krijgen (blz. 105).
Prettige, Dynamische Automatische Begeleiding
De Automatische Begeleiding van de Clavinova voorziet in een volledige en opwindende instru-
mentale begeleiding in uw favoriete muziekstijlen, afhankelijk van de akkoorden die u speelt (blz. 57).
Er is zelfs een ruime hoeveelheid “Pianist” stijlen waarmee u kunt genieten van piano solo begeleiding
(blz. 58). Kies uit 160 begeleidingsstijlen of creëer uw eigen custom stijlen (blz. 73).
Gemakkelijke Toegang tot Veel Muziekplezier
De Clavinova biedt verschillende manieren om paneelinstellingen te veranderen zonder omslachtig
gedoe. U kunt de One Touch Setting functie gebruiken om uit vier combinaties met voice, effect en
andere instellingen te kiezen, passend voor elke begeleidingsstijl (blz. 72). Of gebruik de Music Data-
base om uit 463 combinaties van stijl en voice instellingen te kiezen, die u kunt selecteren op titel of
op stijl (blz. 67). U kunt zelfs uw huidige instelling opslaan voor later gebruik d.m.v. de handige
Registratiefunctie (blz. 89).
Bedieningsvriendelijke Opnamemogelijkheden
U kunt songs opnemen d.m.v. verschillende methodes, afhankelijk van uw speelervaring en voor-
keur. Kies uit de Quick Recording, Track Recording, en Chord Sequence Recording functies (blz.
110).
Praktische TO HOST Aansluiting voor Directe Aansluiting op Computers
De Clavinova kan gebruikt worden als geluidsbron van topkwaliteit om muziek software voor com-
puters af te spelen. Hij kan ook gebruikt worden als master keyboard, voor het invoeren van gegevens,
om muziek te creëren met een computer (blz. 160).
“The Clavinova-Computer Connection” is een supplement voor beginners dat beschrijft wat u met uw Clavinova en een per-
sonal computer kunt doen en hoe u een Clavinova-Computer systeem kunt installeren (deze handleiding is niet geschreven
voor specifieke modellen). Het document is beschikbaar als PDF file (Engelstalig) op de volgende Internet adressen:
Clavinova Home Page:
http://www.yamaha.co.jp/english/product/cl/
Yamaha Manual Library (Electronic Musical Instruments)
http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/
3
6
CVP-201
Inhoudsopgave
4
HOOFDSTUK 1:
Voorbereidingen
Over Deze Handleiding 8
Omgaan met de Disk Drive (FDD) en Diskettes 9
De Clavinova Opstellen 10
Muzieklessenaar .............................................................................. 10
Toetsendeksel .................................................................................. 10
Het Instrument Aan- en Uitzetten ..................................................... 11
Hoofdtelefoons ................................................................................. 11
Andere Aansluitingen ....................................................................... 11
Paneelbediening en Aansluitingen 12
Demo Songs Afspelen 14
HOOFDSTUK 2:
Algemene Bediening
Het Gebruik van de LCD Knoppen 16
Een Functie Selecteren .................................................................... 16
Een Instelling Veranderen ................................................................ 17
Een Instelling Veranderen in een Menu Scherm ............................. 18
Een Andere Pagina Oproepen ......................................................... 19
De Standaardinstelling Terugzetten ................................................. 19
Functies, afgebeeld in Scherpe Rechthoeken, Gebruiken ............... 20
Naar het Hoofdscherm Terugkeren ................................................. 21
De Direct Access Functie Gebruiken ............................................... 21
Het Volume Instellen 23
Het Totaalvolume Instellen .............................................................. 23
Het Volume Instellen van Begeleiding of Song ................................ 23
Het Toetsenbordvolume Instellen .................................................... 23
De Niveaus van Begeleiding of Song Parts Instellen ....................... 24
De Metronoom Gebruiken 25
De Metronoom Gebruiken ................................................................ 25
De Metronoominstellingen Veranderen ........................................... 26
De Help Functie Gebruiken 27
HOOFDSTUK 3:
Voices
Voices Selecteren 29
Een Voice Selecteren vanuit het VOICE SELECT Scherm ............. 29
Voices Selecteren vanuit het Hoofdscherm ..................................... 30
Keyboard Percussion ....................................................................... 31
De Toetsenbordinstellingen voor de Hoofd Voice Veranderen ........ 31
Twee Voices Tegelijk Spelen — Dual Mode 33
De Tweede Voice Selecteren .......................................................... 33
De Hoofd Voice Veranderen in de Dual Mode ................................. 33
De Toetsenbordinstellingen voor de Tweede Voice Veranderen ..... 34
De Dual Mode Verlaten .................................................................... 35
Twee Voices Bespelen op Twee Gedeeltes van het Toet-
senbord — Split Mode 36
De Linker Voice Selecteren ............................................................. 36
De Hoofd Voice in de Split Mode Veranderen ................................. 36
De Toetsenbordinstellingen voor de Linker Voice Veranderen ........ 37
De Dual en Split Functies Tegelijk Gebruiken ................................. 39
De Split Mode Verlaten .................................................................... 39
De Pedalen Gebruiken 40
Damper Pedaal (Rechts) ................................................................. 40
Sostenuto Pedaal (Midden) ............................................................. 40
Soft Pedaal (Links) ........................................................................... 40
HOOFDSTUK 4:
Reverb en Andere Effecten
Reverb 41
De Reverb Aan- of Uitzetten ............................................................ 41
De Reverb Instellingen Veranderen ................................................. 41
Chorus 44
De Chorus Instellingen Veranderen ................................................. 44
Voice Effecten 46
De Effecten Aanzetten ..................................................................... 46
De Effectinstellingen Veranderen .................................................... 46
HOOFDSTUK 5:
Begeleidingsstijlen
(Ritme en Automatische Begeleiding)
Begeleidingsstijlen Selecteren 49
Een Stijl Selecteren .......................................................................... 49
Spelen met Gebruik van Stijlen 51
Stijlvariaties Selecteren .................................................................... 51
De Begeleidingsstijl Starten ............................................................. 52
De Stijl Stoppen ............................................................................... 55
Spelen met de Automatische Begeleiding 57
De Automatische Begeleiding Gebruiken ........................................ 57
De Automatische Begeleiding Starten ............................................. 58
De Automatische Begeleiding Stoppen ........................................... 58
De Instellingen van de Automatische Begeleiding Veranderen ....... 59
Het Volume van Elke Part Instellen ................................................. 65
Andere Functies van de Automatische Begeleiding 67
Muziek Database ............................................................................. 67
Harmony .......................................................................................... 69
One Touch Setting (Één-Knops-Instelling) ...................................... 72
Uw Eigen Stijlen Creëren 73
Een Custom Stijl Opnemen .............................................................. 73
Andere Custom Stijl Functies ........................................................... 80
Uw Eigengemaakte Stijlen Afspelen .................................................. 8
Mededelingen in de Custom Style Mode ......................................... 84
Stijl Files Gebruiken 86
Over het Yamaha Style File Format ................................................. 86
Stijlen vanaf een Diskette Inladen .................................................... 86
Geladen Stijl Files Afspelen ............................................................. 88
7
CVP-201
5
HOOFDTUK 6:
Registraties
Registraties Gebruiken 89
Een Registratie Opslaan .................................................................. 89
De Geregistreerde Paneelinstellingen Oproepen ............................ 90
Paneelinstellingen Beschermen ....................................................... 91
HOOFDSTUK 7:
Song Parameters
Songs Afspelen 93
Songs Afspelen ................................................................................ 93
Een Part Annuleren .......................................................................... 97
Toewijzing van Tracks aan 1/RIGHT en 2/LEFT, en Voices Toewijzen ......
98
Volumeschuif Algeheel Song Volume .............................................. 99
Track Instellingen Wijzigen ............................................................ 100
Instellingen Veranderen in het MIXER Scherm ............................. 100
Repeat (Herhaal) Functies ............................................................. 101
Andere Afspeelfuncties .................................................................. 103
Andere Types Muziekdata Afspelen .............................................. 104
Gidsfunctie (Guide Control) 105
Gidsmethodes en de Piano Roll .................................................... 105
De Gidsfunctie Gebruiken .............................................................. 106
Andere Aanverwante Gidsfuncties ................................................. 108
Songs Opnemen 110
Opname Setup: Diskette Formatteren ........................................... 111
Quick Recording (Snelle Opname) ................................................ 112
Track Opname (Multi-track Opname) ............................................ 115
Nieuwe Tracks Toevoegen ............................................................ 118
Punch-in/out Recording (In-/Uitprik Opname) ................................ 118
Akkoorden Opnemen (Chord Sequence) 121
Andere Chord Sequence Functies ................................................. 124
Andere Opname Edit Functies 126
Setup Memory (Geheugen voor Paneelinstellingen) ..................... 126
Song Naam .................................................................................... 127
Track Edit ....................................................................................... 128
Initial Edit (De Aanvangsinstellingen Veranderen) ......................... 130
Instellingen Maken in het INITIAL EDIT Scherm ........................... 131
Opnemen Zonder Diskette 133
Over de CVP MEMORY Song ....................................................... 133
HOOFDSTUK 8:
De Utility Functies
Toetsenbord 136
FUNCTION [KEYBOARD 1] Scherm — pagina 1 .......................... 136
FUNCTION [KEYBOARD 2] Scherm — pagina 2 .......................... 137
Pedaal 138
FUNCTION [PEDAL] Scherm — pagina 3 ..................................... 138
Diskette 139
FUNCTION [DISK 1] Scherm — pagina 4 ..................................... 139
FUNCTION [DISK 2] Scherm — pagina 5 ..................................... 142
FUNCTION [DISK 3] Scherm — pagina 6 ..................................... 144
FUNCTION [DISK 4] Scherm — pagina 7 ..................................... 145
FUNCTION [DISK 5] Scherm — pagina 8 ..................................... 146
MIDI 147
FUNCTION [MIDI 1] Scherm — pagina 9 ...................................... 147
FUNCTION [MIDI 2] Scherm — pagina 10 .................................... 148
FUNCTION [MIDI 3] Scherm — pagina 11 .................................... 149
FUNCTION [MIDI 4] Scherm — pagina 12 .................................... 150
Backup 152
FUNCTION [BACKUP 1] Scherm — pagina 13 ............................. 152
FUNCTION [BACKUP 2] Scherm — pagina 14 ............................. 153
Utility 154
FUNCTION [MICRO TUNING] Scherm — pagina 15 .................... 154
FUNCTION [SCALE TUNING] Scherm — pagina 16 .................... 155
HOOFDSTUK 9:
Aansluitingen
Audio Aansluitingen 158
Hoofdtelefoons ............................................................................... 158
Audio Input en Output .................................................................... 158
Data Aansluitingen 160
MIDI Apparatuur Aansluiten ........................................................... 160
Aansluiten op een Host Computer ................................................. 160
BIJLAGE
Effect Type Lijsten 162
Mededelingen 165
Problemen Oplossen 170
MIDI en Data Compatibiliteit 172
Index 173
Assemblage 176
8
CVP-201
Dit gedeelte verklaart de door deze gehele handleiding heen
gebruikte schrijfwijze.
Rechthoekige haken [ ] .................................................................................
Rechthoekige haken omsluiten de namen van paneel-
knoppen, schuiven en aansluitingen, zoals deze staan
aangeduid op uw Clavinova. De DEMO knop wordt
bijvoorbeeld geschreven als [DEMO] .
Vetgedrukte lettertekens ............................................................................
Vetdruk vertegenwoordigt items afgebeeld in het LCD scherm, alsook
de corresponderende knoppen (d.w.z., de knoppen direct onder, rechts of
links van deze items). “Selecteer RIGHT1 VOICE” betekent bijvoor-
beeld, dat u op de knop moet drukken direct onder het item RIGHT1
VOICE onder in het scherm.
Symbolen bij de Uitleg v.d. Bedieningsprocedures .....
Er worden verschillende soorten symbolen gebruikt om de verschil-
lende stappen van een bedieningsprocedure te onderscheiden van zijn
resultaten.
Bedieningsstappen
♥ ➾ ♣ …geeft aan dat u moet doen, daarna .
Bedieningsresultaten
♥ ➔ ♠ …geeft aan dat het doen van resulteert in .
HOOFDSTUK 1: Voorbereidingen
Over deze Handleiding
6
DEMO
HELP
9
CVP-201
De Lees/Schrijfkop van de Disk Drive
Reinigen
..............................................................................
Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Het gaat hier om een
precisie magnetische lees/schrijfkop die gedurende een
langere periode van gebruik een laagje van magnetische
deeltjes oppakt van de gebruikte diskettes, wat eventueel
lees- en schrijffouten kan veroorzaken.
Om de disk drive in optimale conditie te houden, beveelt
Yamaha aan om een commercieel verkrijgbare reinigings-
diskette (droog systeem) te gebruiken om de kop onge-
veer eens per maand te reinigen. Vraag uw Yamaha
dealer naar de verkrijgbaarheid van geschikte reinigings-
diskettes.
Open of sluit de toetsendeksel nooit terwijl er een diskette
uit de drive steekt (d.w.z. in de uitgeworpen positie). De
deksel kan de diskette raken en mogelijk de diskette of
zelfs de disk drive beschadigen.
Stop nooit iets anders dan diskettes in de disk drive. An-
dere voorwerpen zouden de disk drive of de diskettes
kunnen beschadigen.
Omtrent Diskettes ......................................................
Hoe diskettes met zorg te behandelen:
Plaats geen zware voorwerpen op, buig geen, en oefen
op geen enkele manier druk uit op diskettes. Bewaar ze
altijd in hun beschermdoosjes als u ze niet gebruikt.
Stel een diskette niet bloot aan direct zonlicht, extreem
hoge of lage temperaturen, hoge luchtvochtigheid, stof of
vloeistoffen.
Open het schuifkapje niet en raak nooit het oppervlak van
de schijf aan, achter het kapje.
Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden, zoals
geproduceerd door televisies, luidsprekers, motoren, etc.,
aangezien dit de data op de diskette geheel of gedeeltelijk
zou kunnen wissen, dus onleesbaar maken.
Gebruik nooit een diskette met een vervormd schuifkapje
of vervormde behuizing.
Plak niets anders dan de meegeleverde labels op een
diskette. Zorg er ook voor dat de labels op de goede
plaats worden geplakt.
Uw data beschermen (Write-protect Schuifje):
Om uw belangrijke data te beschermen tegen per ongeluk
wissen, zet u het write-protect schuifje in de “protect” stand
(schuifje open).
Data backup
Voor een maximale beveiliging raadt Ya-
maha u aan om twee kopieën te bewaren van
belangrijke data op aparte diskettes. Dit voor-
ziet in een backup als één diskette verloren
zou gaan of beschadigd wordt. Om een
backup diskette te maken gebruikt u de Disk
Copy functie op blz. 142.
Diskettes Inleggen/Uitwerpen ..........................
Een diskette in de disk drive doen:
Houd de diskette met het label naar boven en met het
schuifkapje in de richting v.d. opening van de disk drive. Schuif
de diskette voorzichtig in de drive en druk zacht totdat hij op
zijn plaats “klikt” en de uitwerpknop naar buiten springt.
Omgaan met de Disk Drive
(FDD) en Diskettes
Waarschuwingen
Behandel diskettes en de disk drive altijd met zorg. Volg de
onderstaande waarschuwingen nauwkeurig op.
Compatible Diskette Types
3,5" 2DD en 2HD diskettes kunnen worden gebruikt.
DISK IN USE
Een diskette uitwerpen:
Zorg, voordat u de diskette uitwerpt, dat de drive gestopt is
(kijk of het [DISK IN USE] lampje uit is).
Druk dan voorzichtig de uitwerpknop zo diep mogelijk in; de
diskette komt er vanzelf uit. Als hij er helemaal uitgekomen is,
kunt u hem er voorzichtig uitpakken.
DISK IN USE
DISK IN USE lamp
Verwijder een diskette nooit, of schakel nooit de stroom uit,
tijdens opname of afspelen. Daardoor zou schade veroorzaakt
kunnen worden aan de diskette en mogelijk aan de disk drive.
Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet diep
genoeg, zal de diskette niet goed worden uitgeworpen. De
uitwerpknop kan dan blijven hangen in half ingedrukte positie
waarbij de diskette slechts enkele millimeters naar buiten
steekt. Als dit zou gebeuren, probeer dan niet aan de gedeelte-
lijk uitstekende diskette te trekken, aangezien dit het mecha-
nisme van de drive of de diskette kan beschadigen. Om een
diskette in zon situatie te verwijderen kunt u opnieuw op de
uitwerpknop drukken, of de diskette terug in de drive duwen
om de uitwerpprocedure te herhalen.
Verwijder een diskette altijd voordat u het instrument uitzet.
Een diskette die lange tijd in de disk drive blijft zitten kan ge-
makkelijk stof en vuil oppakken dat data lees- en schrijffouten
kan veroorzaken.
7
10
CVP-201
De muzieklessenaar omhoogklappen: .......................................
Z Trek de lessenaar zover mogelijk omhoog en naar u toe.
X Klap de twee metalen steuntjes links en rechts op de achterkant van
de lessenaar omlaag.
C Laat de lessenaar zakken zodat hij op zijn metalen steuntjes rust.
De muzieklessenaar inklappen: .........................................................
Z Trek de lessenaar zover mogelijk naar u toe.
X Klap de twee metalen steuntjes in, totdat ze plat liggen tegen de ach-
terkant van de lessenaar.
C Laat de lessenaar rustig zakken totdat hij helemaal is ingeklapt.
PAS OP
Gebruik de lessenaar nooit half omhooggeklapt. En als u hem inklapt, let er dan op dat hij
helemaal naar beneden wordt gedrukt, voordat u hem loslaat.
De toetsendeksel openen: .......................................................................
Z Til de deksel een beetje op (niet te veel).
X Schuif de deksel open.
De toetsendeksel sluiten: .........................................................................
Z Schuif de deksel naar u toe.
X Laat de deksel voorzichtig over de toetsen zakken.
PAS OP
Houd de deksel met beide handen vast terwijl u hem beweegt en laat hem niet eerder los tot
hij helemaal open of dicht is. Pas op dat uw vingers (of die van anderen) niet tussen de
deksel en het instrument komen.
Plaats geen voorwerpen op de deksel. Kleine voorwerpen kunnen immers in het instrument
vallen als de deksel wordt geopend en kunnen misschien niet meer verwijderd worden. Dit
kan elektrische schokken, brand, kortsluiting of andere ernstige schade veroorzaken aan
het instrument.
Wees voorzichtig dat u uw
vingers niet verwondt tijdens het
openen of sluiten van de deksel.
Muzieklessenaar
Toetsendeksel
De Clavinova Opstellen
8
11
CVP-201
Z Sluit het stroomsnoer aan.
Steek de stekker aan de ene kant van het snoer in de AC INLET op het
bodempaneel van de Clavinova en de andere kant in het stopcontact. In
sommige landen wordt er wellicht een stekkeradapter meegeleverd als
aanpassing aan uw stopcontact.
X Druk op de [POWER] schakelaar.
Het hoofdscherm verschijnt in het LCD scherm. (De voice Grand
Piano en de begeleidingsstijl 8 Beat 1 worden automatisch als
standaardinstellingen geselecteerd.) Het powerlampje helemaal links
van het toetsenbord brandt ook.
C Stel de LCD in.
Als de LCD moeilijk leesbaar is, stel het contrast dan in met de
[CONTRAST] knop links van de LCD.
V Stel het volume in.
Gebruik de [MASTER VOLUME] schuif om het volume op het
gewenste niveau in te stellen.
Als u het instrument uit wilt zetten, druk dan opnieuw op de
[POWER] schakelaar. Zowel het LCD scherm als het powerlampje
helemaal links van het toetsenbord, gaan uit.
Sluit een hoofdtelefoon (niet meegeleverd) aan op de [PHONES]
jack. Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, worden de ingebouwde
luidsprekers automatisch uitgeschakeld. De Clavinova heeft twee
PHONES jacks die het mogelijk maken dat twee personen tegelijk van
het spel kunnen genieten.
Standaard hoofd-
telefoon jacks
Uw Clavinova is uitgerust met een aantal aansluitingen om andere
audio en MIDI apparatuur aan te kunnen sluiten. Deze aansluitingen
bevinden zich links op het achterpaneel.
U kunt andere instrumenten, die u via de luidsprekers van de Cla-
vinova wilt laten spelen, aansluiten op de AUX IN jacks, of het geluid
van de Clavinova laten klinken via externe luidsprekers d.m.v. de AUX
OUT jacks. Gebruik de MIDI aansluitingen als u de Clavinova wilt ge-
bruiken om een MIDI instrument aan te sturen of omgekeerd. Er is zelfs
een TO HOST aansluiting waarmee u de Clavinova rechtstreeks kunt
aansluiten op uw personal computer.
Zorg dat de apparaten uit staan tijdens het aansluiten of loskoppelen
van andere apparatuur. Zie de instructies in Hoofdstuk 9 van deze hand-
leiding voor details.
Het Instrument Aan- en Uitzetten
Hoofdtelefoons
Andere Aansluitingen
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
THRU
OUT
IN
MIDI
HOST SELECT
MIDI
Mac
PC
-
2
PC
-
1
TO HOSTPEDAL
AUX I N
RR
AUX OUT
L/L
+
RL/L
+
R
De Clavinova Opstellen
9
POWER
CONTRAST
PHONES
12
CVP-201
Paneelbediening en Aansluitingen
Afdeling Volume
1 [MASTER VOLUME] ...................................... blz. 23
2 [ACMP/SONG VOLUME ] .............................. blz. 23
Afdeling Speciale Functies
3 [DEMO] ........................................................... blz. 14
4 [HELP] ............................................................ blz. 27
Afdeling Begeleidingsstijlen
5 STYLE knoppen ............................................. blz. 49
6 [DISK/CUSTOM]............................................. blz. 73
7 [MUSIC DATABASE] ...................................... blz. 67
8 [HARMONY] ................................................... blz. 69
Afdeling Automatische Begeleiding
9 [ACMP ON] ..................................................... blz. 57
0 [INTRO]........................................................... blz. 54
! [MAIN A] ......................................................... blz. 51
@ [MAIN B] ......................................................... blz. 51
# [MAIN C] ......................................................... blz. 51
$ [MAIN D] ......................................................... blz. 51
% [ENDING] ........................................................ blz. 55
^ [FADE IN/OUT] ......................................... blz. 55, 56
Afdeling Metronoom
& [METRONOME] .............................................. blz. 25
* TEMPO [], [+] ............................................... blz. 25
Afdeling Start/Stop
( [TAP] ............................................................... blz. 53
e [SYNCHRO] .................................................... blz. 53
) [START/STOP] ......................................... blz. 52, 55
Afdeling LCD Bediening
w [CONTRAST] .................................................. blz. 11
e [BEAT] lampjes ............................................... blz. 52
r [FUNCTION] ................................................. blz. 136
t[MIXER] ........................................................... blz. 24
y LCD scherm.................................................... blz. 16
u PAGE [<], [>] ................................................ blz. 19
i [DIRECT ACCESS] ........................................ blz. 21
o LCD knoppen.................................................. blz. 18
p [EXIT] .............................................................. blz. 21
Q Data dial ......................................................... blz. 17
W [], [+].............................................................. blz. 17
Afdeling Song Bediening
E [SONG] ........................................................... blz. 94
R [PLAY/STOP] .................................................. blz. 95
T [REC] ............................................................ blz. 113
Y [PAUSE] ........................................................ blz. 103
U [REW] ........................................................... blz. 103
I [FF] ............................................................... blz. 103
10
PHONES
H
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C3 D3 E3
B0A0G0F0E0D0C0B-1A-1
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO STA RT
/
STOP
CONTRAST
BEAT
DIRECT ACCESS
PAG E
MIXER
FUNCTION
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUT O FIL L
INTRO
MET RONOME RESE T
TEMPO
ACMP ON
ANCEL
21
3
5
6
*
&
w
i
e
r t
8
7
4
9
0 ! @ # $ % ^ ( ) q
y
u o
THRU
OUT
IN
MIDI
HOST SELECT
MIDI
Mac
PC
-
1
PC
-
2
TO HOSTPEDAL
AUX IN
RR
AUX OUT
L/L
+
RL/L
+
R
J K
L
: z
x
13
CVP-201
Paneelbediening en Aansluitingen
Afdeling Gidsfunctie
O [EASY PLAY] ................................................ blz. 105
P [NEXT NOTE] ............................................... blz. 105
a [SOUND REPEAT] ....................................... blz. 106
Afdeling Voice
s VOICE knoppen ............................................. blz. 29
d [DUAL] ............................................................ blz. 33
f [SPLIT] ............................................................ blz. 36
g [REVERB] ....................................................... blz. 41
h [EFFECT] ........................................................ blz. 46
Afdeling Registratie/One Touch Setting
j [1] tot [4].................................................... blz. 72, 90
k [BANK ] ......................................................... blz. 89
l [BANK +] ......................................................... blz. 89
; [REGISTRATION] ........................................... blz. 90
A [ONE TOUCH SETTING] ............................... blz. 72
S [DISK IN USE] lampje ...................................... blz. 9
D Disk drive (3,5) ................................................ blz. 9
F [POWER] ........................................................ blz. 11
G Gidslampjes bij de toetsen........................... blz. 109
Aansluitingen
H [PHONES]..................................................... blz. 158
J AUX IN [L/L+R], [R] ...................................... blz. 158
K AUX OUT [L/L+R], [R] .................................. blz. 159
L [PEDAL] ...........blz. 34 in de Referentie Handleiding
: MIDI [IN], [OUT], [THRU] ............................. blz. 160
z [HOST SELECT] .......................................... blz. 160
x [TO HOST] .................................................... blz. 160
Pedalen
c Soft pedaal ..................................................... blz. 40
v Sostenuto pedaal ........................................... blz. 40
b Damper (Sustain) pedaal ............................... blz. 40
11
c
v
b
F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6
D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
EXIT
SONG
PAUSE REW FF
REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONT ROL
EA SY PL AY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
POWER
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
DISK IN USE
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
CVP-201
p W
O P a j k l ;
s
d
A
g
S
F
D
f h
Q
E
Y
U
R
T
I
G
14
CVP-201
De Clavinova heeft in totaal 50 demo songs: 4 gehele songs, 24 speciale
stukken die de voices en 22 die de stijlen demonstreren. Luister naar
ze allemaal en ontdek wat de Clavinova allemaal kan.
X Selecteer de gewenste play (afspeel) mode. ......................
Druk op de meest rechtse LCD knop om de gewenste afspeelmode te
selecteren. De volgende drie modes zijn beschikbaar:
ALL Alle songs spelen voortdurend af in volgorde, te beginnen met
de geselecteerde song, totdat het afspelen gestopt wordt.
RANDOM Alle songs spelen voortdurend af in willekeurige volgorde, te
beginnen met de geselecteerde song, totdat er gestopt wordt.
SINGLE Alleen de geselecteerde song speelt af. Als de song beëindigd
is, stopt het afspelen automatisch.
Z Roep de Demo Play mode op. ............................................................
Druk op [DEMO]. Het lampje van de STYLE knop en van de
VOICE knop knippert voortdurend en het DEMO scherm verschijnt.
C Selecteer de song en start het afspelen. ................................
Als u een song selecteert, start de demo automatisch in de geselec-
teerde mode. Er zijn drie manieren om een demo song te selecteren, zo-
als hieronder beschreven:
U kunt ook het afspelen van een demo
starten, te beginnen bij de eerste
gehele demo song, door te drukken op
[START/STOP] of [PLAY/STOP].
Raadpleeg blz. 7 van de Referentie
Handleiding voor een complete lijst
van alle demo songs van de Cla-
vinova.
(A) Om één van de beschikbare demo songs af te luisteren,
drukt u op één van de knoppen onder de nummers 1 tot 4
in het scherm.
Het huidige song nummer is geaccentueerd tijdens het afspelen.
Demo Songs Afspelen
12
DEMO
HELP
OPMERKING
15
CVP-201
(B) Druk, om naar een voice demo te luisteren, op de VOICE
knop corresponderend met de gewenste voice categorie.
Het afspelen start vanaf de eerste demo song van de geselec-
teerde categorie. Het lampje van de corresponderende VOICE
knop knippert
Er zijn twee demo songs voor elke voice
categorie. Druk, om over te schakelen
naar de tweede song, nogmaals op de
knipperende knop
(C) Druk, om naar een stijl demo te luisteren, op de STYLE
knop corresponderend met de gewenste stijl categorie.
Het afspelen start vanaf de eerste demo song van de geselec-
teerde categorie. Het lampje van de corresponderende STYLE
knop knippert.
Er zijn twee demo songs voor elke stijl
categorie. Druk, om over te schakelen
naar de tweede song, nogmaals op de
knipperende knop
VStel het volume in.
Gebruik de [MASTER VOLUME] schuif om het volume in te stellen.
De [ACMP/SONG VOLUME] schuif kan
niet gebruikt worden.
B Stop de demo. ......................................................................................................
Tijdens afspelen van song veranderen:
Druk op de LCD knop, de VOICE knop of
op de STYLE knop van een andere song;
deze begint meteen te spelen. Als ALL of
RANDOM is geselecteerd als afspeel-
mode, zal de Clavinova andere songs
afspelen als de geselecteerde song
afgelopen is.
Druk, om het afspelen te stoppen, hetzij op [START/STOP] of op
[PLAY/STOP] of op de LCD knop corresponderend met de song die
afspeelt.
N Verlaat de Demo mode. ..............................................................................
Druk, om de Demo mode te verlaten, nogmaals op [DEMO] (of druk
op [EXIT]).
Meespelen met de Demo Songs
U kunt op het toetsenbord meespelen terwijl een demo song afspeelt.
U kunt ook het tempo veranderen (blz. 25) en de [REW], [FF] en
[PAUSE] knoppen gebruiken. Als u de 3. Lyric Demo afspeelt, toont
de Clavinova song teksten zodat u kunt meezingen (én meespelen). U
kunt ook de Gidsfunctie (blz. 105) gebruiken terwijl de Clavinova de
4. GUIDE Demo afspeelt. U kunt echter niet van voice veranderen
terwijl de demo afspeelt.
Demo song data wordt niet uitgestuurd
via de [MIDI OUT] aansluiting; uw
eigen spel op het toetsenbord echter
wel.
Demo Songs Afspelen
13
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
16
CVP-201
U zult het LCD scherm veelvuldig raadplegen tijdens de bedie-
ning van uw Clavinova. Dit gedeelte bevat korte lessen die u
zullen helpen hoe het LCD scherm te lezen en de bijbehorende
knoppen te gebruiken.
Veel van de functies van de Clavinova worden weergegeven onder in
de LCD. Het hoofdscherm hieronder afgebeeld, bevat twee functies:
KBD VOL en RIGHT1 VOICE. Deze items staan afgebeeld in afge-
ronde rechthoeken wat aangeeft dat zo’n item instellingen vertegen-
woordigt die veranderd kunnen worden.
Een Functie Selecteren
Hoofdscherm
Onthoud: Het hoofdscherm is het scherm
dat als eerste verschijnt als u de Cla-
vinova aanzet.
Voordat u de instelling van een functie kunt veranderen, moet u deze
eerst selecteren. In het hoofdscherm is de RIGHT1 VOICE functie geac-
centueerd, wat aangeeft dat deze functie is geselecteerd.
Geaccentueerde items
Geselecteerde items zijn geaccentueerd
(d.w.z. witte letters op een donkere ach-
tergrond).
Om een functie te selecteren, drukt u kort op de LCD knop, direct
onder die functie. U kunt bijvoorbeeld KBD VOL selecteren door op de
meest linkse LCD knop te drukken.
LCD knoppen
De vijf LCD knoppen onder het LCD
scherm vertegenwoordigen telkens an-
dere functies, afhankelijk van de inhoud
van het scherm.
HOOFDSTUK 2: Algemene Bediening
Het Gebruik van de LCD Knoppen
14
Druk om te
selecteren.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
17
CVP-201
Er zijn verschillende manieren om de waarde van een functie te ver-
anderen. Hier zijn de twee belangrijkste manieren:
De data dial of de [] en [+] knoppen gebruiken .........
Als u een functie eenmaal heeft geselecteerd, kunt u zijn instelling
veranderen met de data dial of de [–] en [+] knoppen. Aangezien u zo-
juist KBD VOL heeft geselecteerd, probeer dan nu eens aan de dial te
draaien of de [–] knop in te drukken totdat hij 0 aangeeft.
Een Instelling Veranderen
U kunt herhaaldelijk op de [] en [+]
knoppen drukken om de waarde een
klein beetje te veranderen, of ingedrukt
houden om de waarde snel te verande-
ren.
De KBD VOL functie stelt het toetsenbordvolume in. Als het op 0
staat, zult u merken dat het toetsenbord geen enkel geluid produceert,
hoe hoog u de [MASTER VOLUME] schuif ook zet!
Raadpleeg blz. 23 voor details over de
KBD VOL functie.
De LCD knoppen gebruiken ....................................................................
U kunt de instelling ook laten toenemen door de corresponderende
LCD knop gewoon langer ingedrukt te houden. In dit geval, omdat u het
toetsenbord weer wilt horen, houdt u de meest linkse LCD knop inge-
drukt totdat de waarde van KBD VOL terug is op 127.
Dit is ook de reden waarom u de LCD
knop slechts kort moet indrukken als u
een functie selecteert: u zou anders zijn
waarde kunnen verhogen, terwijl u hem
wellicht juist wilt verlagen!
Als het toetsenbordvolume weer op het goede niveau is, kunt u nu iets
leren over een aantal andere manieren waarop u instellingen kunt veran-
deren.
Houd ingedrukt voor
toename.
Het gebruik van de LCD Knoppen
15
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
18
CVP-201
U kunt één van de hierboven beschreven methodes ook gebruiken om van voice te
veranderen. Druk gewoon op de RIGHT1 VOICE en houd de knop ingedrukt of ge-
bruik de data dial of de [+] knop om de mogelijkheden door te lopen. Luister ook maar
even naar enkele van de voices die u tegenkomt…
Een Instelling Veranderen in een Menu Scherm
Voice
Een voice is een van de klan-
ken waarmee de Clavinova
muziek maakt.
Het nadeel van deze methode is dat het moeilijk kan zijn om de voice die u zoekt, te
vinden — want de Clavinova heeft meer dan 600 voices! Daarom zult u waarschijnlijk
liever een menuscherm gebruiken zodat u sneller kunt zien wat uw keuzes zijn. Druk nu
eens op de [PIANO] knop.
Als u op een van de VOICE knoppen drukt, verschijnt er in het LCD scherm
een nieuwe groep functies met voices van dat soort. U zou nu het menu van
piano voices moeten kunnen zien.
De LCD knoppen gebruiken ...................................................................................
Elke piano voice in dit scherm is afgebeeld als een aparte functie in een afgeronde
rechthoek. Dit betekent dat u de LCD knoppen kunt gebruiken om voices te selecteren,
precies zoals u met de KBD VOL en RIGHT1 VOICE functies deed aan het begin van
deze les.
Menuschermen
U zult menuschermen gebrui-
ken voor twee doeleinden: om
een voice te selecteren, zoals
hier afgebeeld, of om een bege-
leidingsstijl te selecteren (blz.
49).
Onthoud goed dat u de data dial of de [–] en [+] knoppen alleen kunt gebrui-
ken om functies te selecteren in een menuscherm. In andere schermen, zullen
deze gebruikt worden om de waarde van de geselecteerde functie te veranderen.
Probeer nu eens, voordat u verder gaat met de volgende stap, een paar ver-
schillende piano voices te selecteren.
Het gebruik van de LCD Knoppen
Raadpleeg blz. 29 voor meer
details over het selecteren van
voices.
Gebruik de data dial
of de [] en [+] knop-
pen om een voice te
selecteren.
16
PIANO E. PIANO GUITAR
SYNTHE-
SIZER
De data dial of de [] en [+] knoppen gebruiken ..............................
Er is nog een andere manier om voices in dit scherm te selecteren. U kunt de
data dial of de [–] en [+] knoppen gebruiken om de selectie te veranderen. Druk
op [–] of draai de data dial linksom om een voice meer links te selecteren; druk
op [+] of draai de dial rechtsom om een voice meer rechts te selecteren.
Druk op een LCD knop om de corresponderende voice
te selecteren.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
19
CVP-201
Het gebruik van de LCD Knoppen
17
Terwijl u de piano voices uitprobeerde in de voorgaande stap, werd u
misschien verrast toen plotseling alle voice namen vervangen werden
door een geheel nieuwe groep voices. Dit gebeurt vooral als u de meest
rechtse voice in het scherm (Midi Grand) selecteert, en dan de data
dial rechtsom draait of op de [+] knop drukt.
Een Andere Pagina Oproepen
Schermpaginas
Sommige schermen zijn verdeeld in twee
of meer paginas, aangegeven door een
serie overlappende vierkantjes in de
rechterbovenhoek van het scherm. Het
nummer in het bovenliggende vierkant is
het nummer van de huidige scherm-
pagina.
Dit gebeurt omdat de CVP-201 meer piano voices heeft dan op het
scherm passen. Ook in andere gevallen waar het scherm te klein is om
alle functies tegelijk te tonen, zullen deze verdeeld worden over twee of
meer schermpagina’s. Het VOICE SELECT Piano scherm bestaat uit
twee schermpagina’s, zoals hieronder afgebeeld:
Als een scherm is verdeeld in pagina’s, kunt u de PAGE knoppen
gebruiken om van pagina’s te wisselen. Probeer het eens: druk op de [<]
knop om pagina 1 te zien, of op de [>] knop om pagina 2 te zien. Heeft
u eenmaal de gewenste pagina, dan kunt u de LCD knoppen gebruiken
om een voice te selecteren van die pagina, zoals beschreven in de vorige
stap.
Raadpleeg blz. 138 voor details over de
functies van de FUNCTION [PEDAL]
schermpagina.
PAG E
Gebruik de PAGE knoppen om van pagina te
wisselen.
Nadat u de waarde van een functie heeft veranderd, wilt u deze mis-
schien weer terugzetten op zijn standaardinstelling. Om dit te demonstre-
ren gaan we nu naar een ander scherm. Druk op de [FUNCTION] knop.
De Standaardinstelling Terugzetten
Standaardinstellingen
De functies van de Clavinova zijn af-
fabriek op bepaalde standaardwaarden
of -condities afgesteld. Deze instellin-
gen en condities noemen we de stan-
daardinstellingen.
De standaardinstellingen van een
functie staan over het algemeen in de
rechterkolom van deze handleiding
tezamen met het instelbereik voor die
functie.
U kunt ook de Recall functie (blz. 153)
gebruiken om de standaardinstelling
terug te roepen wanneer u maar wilt.
Deze knop roept één van de FUNCTIE schermen op. U kunt dit scherm
gebruiken om te stemmen en om het toetsenbord te transponeren.
Raadpleeg blz. 136 voor details over de
TUNE en TRANSPOSE functies.
De TUNE functie in dit scherm correspondeert met de twee LCD
knoppen en . U kunt deze knoppen gebruiken om het toetsenbord
hoger of lager te stemmen. Houd de knop ingedrukt (of gebruik de
data dial of de [–] knop) om het toetsenbord zover mogelijk omlaag te
stemmen.
MIXER
FUNCTION
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
20
CVP-201
Als u kijkt in de rechter bovenhoek van het scherm, ziet u dat het
FUNCTION scherm bestaat uit verschillende schermpagina’s. Druk één
keer op de PAGE [>] knop om de volgende pagina te openen, getiteld
FUNCTION [KEYBOARD 2]. We zullen de functies van deze pagina ge-
bruiken om de volgende handeling te bespreken.
Behalve de FIXED VELOCITY functie, welke in dit scherm geselec-
teerd is, heeft de FUNCTION [KEYBOARD 2] pagina nog twee functies
in scherpe rechthoeken: KEY TOUCH en VOICE SETTING. Zulke func-
ties kunnen niet worden geselecteerd; in plaats daarvan, veroorzaakt het
drukken op de corresponderende LCD knop een directe verandering van
de instelling, zonder de functie te selecteren.
Functies, afgebeeld in Scherpe Rechthoeken, Gebruiken
Het gebruik van de LCD Knoppen
De FIXED VELOCITY functie wordt
beschreven op blz. 137.
18
Als u nu een paar noten speelt, zult u merken dat uw Clavinova veel
lager gestemd is. Laten we aannemen dat u het toetsenbord weer terug
wilt zetten op 440.0 Hz. U zou de knop (of de data dial, of de [
+
] knop)
kunnen gebruiken om de waarde op zijn standaardinstelling terug te zet-
ten — maar het kan eenvoudiger:
Als een functie een standaardinstelling heeft, kunt u deze terugzetten
door tegelijk op de en knoppen (of tegelijk op de [–] en [+] knop-
pen) te drukken. Probeer het maar meteen.
Er zijn enkele functies waarvan de
standaardinstellingen niet kunnen wor-
den teruggezet door tegelijk op de
en
knoppen (of [] en [+] knoppen) te
drukken.
Als het toetsenbord weer juist gestemd is, bent u gereed voor de vol-
gende handeling.
OPMERKING
OPMERKING
21
CVP-201
Door bijvoorbeeld op de LCD knop onder KEY TOUCH te drukken, kunt u
de respons van de Clavinova aanpassen aan de wijze waarop u speelt. De waarde
in de rechthoek wisselt van NORMAL naar SOFT, dan FIXED, dan HARD
maar de FIXED VELOCITY functie blijft gewoon geselecteerd.
Raadpleeg blz. 137 voor meer details
over de KEY TOUCH functie.
De VOICE SETTING functie bepaalt of reverb, chorus, effect, en andere in-
stellingen automatisch geselecteerd worden of niet. Het werkt een beetje anders: als u
op de LCD knop drukt, schakelt de geaccentueerde instelling tussen AUTO en
MANUAL. Maar FIXED VELOCITY blijft nog steeds geselecteerd.
Druk, om het huidige scherm te verlaten, op de [EXIT] knop.
Naar het Hoofdscherm Terugkeren
U kunt normaalgesproken de [EXIT] knop
gebruiken om terug te keren naar het
hoofdscherm. In sommige gevallen ver-
schijnt echter een vorig (instel) scherm.
Als dit gebeurt, druk dan nogmaals op
[EXIT] waardoor u terugkeert naar het
hoofdscherm.
Het hoofdscherm zou nu de piano voice moeten tonen die u het laatst
heeft geselecteerd in het VOICE SELECT Piano scherm.
Het gebruik van de LCD Knoppen
19
Raadpleeg blz. 137 voor meer details
over de VOICE SETTING functie.
Er zijn nog meer soorten functies die afgebeeld worden in scherpe
rechthoeken, zoals die u gebruikte om een demo song te selecteren in de
Demo mode (zie blz. 14). Belangrijk om te onthouden is dit: u selecteert ze
niet, u voert ze uit.
Nu zijn we klaar om terug te keren naar het hoofdscherm. Maar zet
eerst de KEY TOUCH en VOICE SETTING functies terug op respectie-
velijk NORMAL en AUTO.
EXIT
De laatste functie die we moeten bespreken is Direct Access. Met de [DIRECT
ACCESS] knop kunt u direct naar bepaalde pagina’s met bijzonder bruikbare instellin-
gen “springen”. Als u op [DIRECT ACCESS] drukt, verschijnt de mededeling
Press a button to display corresponding settings” in het scherm.
De Direct Access Functie Gebruiken
DIRECT ACCESS
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
22
CVP-201
Deze mededeling blijft ongeveer drie seconden op het scherm. Druk,
voordat deze mededeling weer verdwijnt, op de knop corresponderend
met de instellingen die u in het scherm wilt oproepen.
Hier is een lijst van pagina’s die u kunt oproepen met Direct Access:
U kunt de betreffende knop ook indruk-
ken terwijl u de [DIRECT ACCESS] knop
ingedrukt houdt.
Over Mededelingen
Om de bediening te vereenvoudigen, toont de Clavinova verschillende mededelingen (zoals de mededeling van de
Direct Access functie, hierboven beschreven) die u verwijst naar de volgende handeling, om uw bevestiging vraagt, of u
informeert dat de laatste handeling ongeldig, verkeerd of niet effectief was. Als er zo’n mededeling verschijnt, volg dan
de getoonde instructies op. Raadpleeg het gedeelte “Mededelingen” op blz. 165 voor details over iedere mededeling.
[DIRECT ACCESS] plus: Dan verschijnt: Zie blz.:
[HARMONY] HARMONY 69
[ACMP ON] ACCOMPANIMENT MODE 59
[METRONOME] METRONOME 26
KEYBOARD [RIGHT1]
(1)
31
Eén v.d. VOICE knoppen KEYBOARD [RIGHT2]
(2)
31
KEYBOARD [LEFT]
(3)
31
[DUAL] KEYBOARD [RIGHT2] 34
[SPLIT] KEYBOARD [LEFT] 37
[REVERB]
(4)
REVERB 41
REVERB DEPTH 43
[EFFECT]
(4)
EFFECT 46
EFFECT DEPTH 48
[REGISTRATION] REGISTRATION [FREEZE] 91
Uw Veranderingen Opslaan
Nu u geleerd heeft hoe u instellingen kunt veranderen, vraagt u zich wellicht af of deze veranderingen
worden onthouden door de Clavinova, zelfs als de stroom wordt uitgeschakeld. Het antwoord is ja —
maar u moet hem wel vertellen welk instellingen onthouden moeten worden.
Standaard zal de Clavinova de meeste van de door u gemaakte instellingen niet onthouden. Er zijn twee
manieren om hem te laten weten welke instellingen hij moet onthouden:
U kunt uw instellingen opslaan met de Registration functie (blz. 89). Heeft u eenmaal uw instellingen
opgeslagen, dan kunt u te allen tijde de standaardinstellingen weer terugzetten d.m.v. enkele knoppen.
U kunt de Clavinova instrueren om bepaalde instellingen te onthouden als de stroom wordt uitgeschakeld, zodat
deze weer terugkomen als u de Clavinova weer aanzet. Om dit te doen, dient u de instellingen van de Backup
functie te veranderen (blz. 152).
Het gebruik van de LCD Knoppen
(1)
Als RIGHT1 VOICE is geselecteerd in
het hoofdscherm.
(2)
Als RIGHT2 VOICE is geselecteerd in
het hoofdscherm.
(3)
Als LEFT VOICE is geselecteerd in het
hoofdscherm.
(4)
Selecteert de meest recente pagina.
20
OPMERKING
OPMERKING
23
CVP-201
De Clavinova heeft twee schuiven waarmee u het totaalvolume,
het volume van de begeleiding of van songs kunt instellen Er zijn
ook instellingen die u kunt gebruiken om het toetsenbordvolume en
het volume van elke part van de begeleiding of song in te stellen.
Het Totaalvolume Instellen
Gebruik de [MASTER VO-
LUME] schuif om het totaalvolume
van de Clavinova in te stellen.
De [MASTER VOLUME] schuif bepaalt
ook het uitgangsniveau van het signaal
van de [PHONES] (hoofdtelefoon)
jack.
Inkomend signaal via de AUX IN jacks
wordt ook beïnvloed door de [MASTER
VOLUME] instelling, het uitgaande
signaal via de AUX OUT jacks echter
niet.
Gebruik de
[ACMP/SONG VO-
LUME] schuif om het volume in te
stellen van een song of van de auto-
matische begeleiding.
Het Volume Instellen van Begeleiding of Song
Deze schuif heeft geen invloed op het
volume van uw eigen spel op het
toetsenbord.
Selecteer KBD VOL in het
hoofdscherm en gebruik dan de data
dial of de [–] en [+] knoppen om
het toetsenbordvolume te verande-
ren.
Het Toetsenbordvolume Instellen
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME R ESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
Het volume instellen
21
OPMERKING
OPMERKING
24
CVP-201
Roep het MIXER scherm op door op [MIXER] te drukken. In het
Mixer scherm, kan het volume van de Automatische Begeleiding en van
individuele parts van een song, ingesteld worden. Druk opnieuw op
[MIXER] (of [EXIT]) om terug te keren naar het voorgaande scherm.
Er zijn twee types mixer schermen, zoals hieronder wordt getoond.
Automatische Begeleidingsmixer
Dit MIXER scherm verschijnt als u niet in de Song mode bent.
Zie “Het Volume van elke Part Instellen” (blz. 65) voor details.
De Niveaus van Begeleiding of Song Parts Instellen
Song Mixer
Dit MIXER scherm verschijnt in de Song mode.
Zie “Trackinstellingen Wijzigen” (blz. 100) voor details.
Het Volume Instellen
22
25
CVP-201
De Clavinova heeft een handige metronoom, ideaal bij het oefenen. De procedure
voor het instellen van het tempo van de metronoom kan ook gebruikt worden voor
het tempo van de Automatische Begeleiding (blz. 49) en van Songs (blz. 93).
U kunt de metronoom starten en het tempo instellen, ongeacht in welk
scherm u zich bevindt.
De Metronoom Starten en Stoppen ................................................
De Metronoom Gebruiken
De metronoom kan ook gebruikt
worden bij het afspelen in de Auto-
matische Begeleiding (blz. 49) of
Song mode (blz. 93).
De metronoom kan niet gebruikt
worden tijdens het afspelen van
software op diskette die is opge-
nomen in free-tempo (zie blz. 96).
Druk gewoon op de [METRONOME] knop om de metronoom te
starten.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
METRONOME
Het [METRONOME] lampje brandt en de metronoom start (de maat
wordt aangegeven door de BEAT lampjes).
Tempo
Bereik: 32 280
Standaardinstelling: Afhankelijk van
de stijl.
De tempo indicatie in het hoofdscherm is geaccentueerd en het
tempo verandert.
Langzamer
Sneller
Het Standaardtempo Terugzetten
U kunt het standaardtempo terugzetten
voor de geselecteerde stijl door tegelijk
op beide TEMPO [] en [+] knoppen
te drukken.
U kunt kort op de TEMPO [–] of [+] knoppen drukken om het tempo
een beetje te veranderen, of de knop ingedrukt houden voor een grotere
tempoverandering.
Als het tempo geaccentueerd is in het scherm, kunt u ook de data dial of
[–] en [+] knoppen gebruiken om het tempo in te stellen.
De Metronoom Gebruiken
Tijdens Afspelen van Stijl of Song
Als een stijl of song is gestart terwijl
de metronoom loopt, zal de
metronoom gewoon meespelen met
die stijl of song.
De metronoom gebruikt, tijdens het
afspelen van een stijl of song, de
maatverdeling van de stijl of song in
plaats van de BEAT instelling.
De metronoom stopt als de stijl of
song stopt.
23
METRONOME RESET
TEMPO
METRONOME RESET
TEMPO
CONTRAST
BEAT
Druk opnieuw op de [METRONOME] knop om de metronoom te
stoppen.
Het Tempo Instellen .........................................................................................
Het huidige tempo, aangegeven links in het scherm, hangt af van de
geselecteerde stijl (zie blz. 49). Druk op de TEMPO [–] en [+] knoppen om het
tempo te veranderen.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
26
CVP-201
U kunt de maatsoort en het volume van de metronoom veranderen
met de instellingen in de METRONOME pagina.
De Metronoominstellingen Oproepen .........................................
Druk op [DIRECT ACCESS], dan op [METRONOME] om de
METRONOME pagina op te roepen.
De Metronoominstellingen Veranderen
Het METRONOME scherm verschijnt.
De Beat (Maatsoort) Instellen ...............................................................
BEAT
Instellingen: NORMAL, 2 5
Standaardinstelling: NORMAL
Gebruik de BEAT en knoppen om de maatsoort te veranderen. (Als
de BEAT functie is geaccentueerd, kunt u ook de data dial of de [–] en [+]
knoppen hiervoor gebruiken.)
Als NORMAL is geselecteerd, tikt de metronoom regelmatig zonder
accenten.
Als BEAT op 2, 3, 4, of 5 gezet wordt, is er in overeenstemming met de
gekozen maatsoort een “bel”-geluid op elke eerste tel.
Het Metronoomvolume Instellen ..................................
VOLUME
Bereik: 0 127
Standaardinstelling: 64
Gebruik de VOLUME en knoppen om het metronoomvolume te
wijzigen. (Als de VOLUME functie is geaccentueerd, kunt u zijn
instellingen ook wijzigen met de data dial of de [–] en [+] knoppen.)
Het volume van de metronoom wordt zowel bepaald door de
VOLUME functie als door de [ACMP/SONG VOLUME] schuif (behalve
in de Song mode, want dan wordt het metronoomvolume niet beïnvloed
door de schuif). Als u de schuif gebruikt, wordt tegelijk ook het volume
van de Automatische Begeleiding (blz. 50) beïnvloed.
De Metronoom Gebruiken
24
DIRECT ACCESS
METRONOME RESET
TEMPO
OPMERKING
OPMERKING
27
CVP-201
De Helpfunctie voorziet in gemakkelijke uitleg van de belangrijkste
functies van de Clavinova. U kunt de help onderwerpen selecteren
vanuit een menu, afgebeeld in de LCD , of door op een knop op het
paneel te drukken om de daarbij behorende informatie te verkrijgen.
Z Roep de Help Mode Op. ...........................................................................
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE R E W FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
HELP
Terwijl de
Help functie actief is, zijn er
geen andere handelingen mogelijk.
Druk op de [HELP] knop.
Het Help menuscherm verschijnt.
X Selecteer zonodig een ander taal. ..................................................
De Clavinova zal de geselecteerde taal
altijd onthouden, zelfs na het uitschake-
len van de stroom.
Selecteer de gewenste taal voor de helpfunctie (ENGELS, JAPANS,
DUITS, FRANS, of SPAANS) door op de vierde LCD knop te drukken.
De Help Functie Gebruiken
25
DEMO
HELP
C Selecteer een help onderwerp. ..........................................................
Gebruik de
SELECTSELECT
SELECTSELECT
SELECT en LCD knoppen om één van de vol-
gende acht menu items te selecteren.
Help Onderwerpen
Basic Operations Accompaniment
Demo Songs Song Playback
Voices Song Recording
Styles Functions
Het geselecteerde menu is geaccentueerd.
Druk op de LCD knop onder ENTER om uw selectie te bevesti-
gen.
De eerst pagina van de geselecteerde help informatie verschijnt.
OPMERKING
OPMERKING
28
CVP-201
V Sla de paginas om en lees de help informatie.................
Gebruik de vierde LCD knop om de pagina om te slaan. U kunt de
derde LCD knop gebruiken om terug te keren naar de vorige pagina.
B Verlaat het Help onderwerp. .................................................................
Druk op de LCD knop onder
EXIT EXIT
EXIT EXIT
EXIT om terug te keren naar het Help
menu. U kunt nu een ander menu item of een paneelknop selecteren om
andere help onderwerpen door te lezen.
N Verlaat de Help mode...................................................................................
U kunt op elk moment de Help mode verlaten en terugkeren naar het
hoofdscherm, door gewoon op [HELP] te drukken.
De Help Functie gebruiken
26
DEMO
HELP
29
CVP-201
HOOFDSTUK 3: Voices
Voices Selecteren
Het Scherm verlaten
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het
hoofdscherm.
De Geselecteerde Voice Opslaan
Als u het instrument aanzet, wordt de
Grand Piano voice automatisch geselec-
teerd. Als de Backup functie (blz. 152)
echter op ON staat, wordt de laatst gese-
lecteerde voice automatisch geselec-
teerd.
Wanneer de Backup functie (blz. 152) op
ON staat, blijft de laatst geselecteerde
voice in elke groep bewaard, zelfs nadat
u het instrument heeft uitgeschakeld.
De Clavinova heeft een grote hoeveelheid volle, realistische voices,
waaronder piano, strijkers en blaasinstrumenten. Ook bezit hij een
Keyboard Percussion functie die u in staat stelt realistische drum
en percussiegeluiden direct vanaf het toetsenbord te bespelen.
Voice Types
• Clavinova Voices :195
• XG Voices : 480
• Drum/SFX Kits : 12
* Raadpleeg blz. 3 in de Referentie Handleiding voor een lijst van
de voices.
* De voices van de Clavinova zijn verdeeld in tien groepen, corres-
ponderend met de twaalf VOICE knoppen op het paneel.
ZSelecteer de voice groep. .....................................................................
Selecteer de gewenste voice groep door de passende VOICE knop
in te drukken.
Het VOICE SELECT scherm verschijnt.
Een Voice Selecteren vanuit het VOICE SELECT Scherm
27
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
OPMERKING
OPMERKING
30
CVP-201
U kunt ook een voice selecteren door de RIGHT1 VOICE functie in
het hoofdscherm te gebruiken.
Over Samengestelde Voices
De ensemble voices van de Clavinova zijn
volle, samengestelde voices die bespeeld
kunnen worden zonder de Dual mode (blz.
33) te activeren. Druk op de [Ensemble]
knop om het menu van de samengestelde
voices op te roepen.
Over XG Voices
Yamaha’s XG format is een nieuwe, forse
uitbreiding op het GM (General MIDI)
System Level 1 format. Het voorziet in meer
instrumentklanken en variaties, alsook in een
meer expressieve besturingsmogelijkheid
van voices en effecten. XG verzekert u ook
van compatibiliteit met toekomstige instru-
menten en software.
Druk op de [XG] knop om een menu van
de XG voices op te roepen.
Druk, terwijl u de [XG] knop ingedrukt
houdt, op een andere VOICE knop om
een lijst van XG voices op te roepen
van die voice categorie.
Voices Selecteren vanuit het Hoofdscherm
ZSelecteer de RIGHT1 VOICE functie. ...........................................
Als de RIGHT1 VOICE functie nog niet geaccentueerd is, druk dan
op de vierde LCD knop om hem alsnog te accentueren.
XSelecteer de voice. ...........................................................................................
Selecteer de voice door de data dial of de [–] en [+] knoppen te ge-
bruiken. U kunt ook de RIGHT1 VOICE knop ingedrukt houden om de
hele lijst van klanken door te lopen. (Als u op deze manier een voice
selecteert, kunt u niet alleen uit een bepaalde voice groep, maar uit alle
voices kiezen.)
CBespeel de voice. ..............................................................................................
Stel het volume af door de [MASTER VOLUME] schuif te gebrui-
ken.
Voices Selecteren
XSelecteer de voice. ..........................................................................................
Selecteer de gewenste voice door op de passende LCD knop te drukken. Ook
kunt u de data dial en de [–] en [+] knoppen gebruiken.
Elk VOICE SELECT scherm bevat twee of meer pagina’s. Gebruik de
PAGE [<] en [>] knoppen om de verschillende pagina’s op te roepen.
CBespeel de geselecteerde voice......................................................
Stel het volume af door de [MASTER VOLUME] schuif te gebruiken.
Automatische Voice-gerelateerde
Instellingen
Bij het selecteren van een voice worden
automatisch ook de best geschikte
reverb, chorus, effect, en andere instellin-
gen voor die voice ingesteld. U kunt deze
functie ook uitschakelen, zodat dit niet
meer automatisch gebeurt (blz. 137).
28
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
31
CVP-201
De Clavinova heeft tien drum kits en twee SFX kits, die te vinden zijn
op pagina 3 en 5 van de [PERCUSSION] voice groep. Als een van de drum
of SFX kits geselecteerd is, is aan elke toets een andere drum- of percussie-
klank of zelfs geluidseffect toegewezen, zodat u deze klanken vanaf het
toetsenbord kunt bespelen.
De verschillende drums and percussie instrumenten van de Standard
Kit worden aangegeven door symbolen boven de betreffende toetsen.
Raadpleeg de drum/SFX kit lijst op blz. 8 in de Referentie Handleiding
voor een opsomming van de sounds in elke drum/SFX kit.
Als er een drum kit geselecteerd is,
zullen alleen de toetsen met drum- of
percussiesymbolen erboven, geluid
geven.
Als er een SFX kit geselecteerd is,
zullen toetsen die geen toewijzing
hebben voor een geluidseffect, geen
enkel geluid voortbrengen.
De Transpose (blz. 136), Tune (blz.
136) en Octave (blz. 32,34 en 38)
functies hebben geen invloed op de
drum/SFX kits.
U kunt de instellingen in de KEYBOARD [RIGHT1] schermpagina
gebruiken om het volume, octaaf, en de stereopositie van de geselec-
teerde voice te veranderen door de RIGHT1 VOICE functie te gebrui-
ken.
De instellingen die u in deze pagina maakt,
beïnvloeden alle voices die u selecteert
d.m.v. de RIGHT1 VOICE functie. Er kunnen
geen verschillende instellingen voor elke
afzonderlijke voice gemaakt worden.
De Hoofd Voice Toetsenbordinstellingen Oproepen...
Z Als u speelt in Dual mode of Split mode, zorg er dan voor dat
RIGHT1 VOICE is geselecteerd in het hoofdscherm.
X Druk op [DIRECT ACCESS] en vervolgens op een van de VOICE
knoppen.
Het KEYBOARD [RIGHT1] scherm verschijnt.
U kunt wisselen tussen de KEYBOARD
[RIGHT1] pagina en de [RIGHT2] (blz.
34) of [LEFT] (blz. 37) schermen door
gebruik te maken van de PAGE [
<
] en
[
>
] knoppen.
De Toetsenbordinstellingen voor de Hoofd Voice Veranderen
Keyboard Percussion
Voices Selecteren
GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
VOICE
ENSEMBLE
BASS
PER-
CUSSION
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
DIRECT ACCESS
29
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
32
CVP-201
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het volume te veranderen of
houd de VOLUME knop ingedrukt om het volume te verhogen. Druk tegelijk op
de [–] en [+] knoppen om terug te keren naar de standaardinstelling.
Het Volume van de Hoofd Voice Instellen ...............................
U kunt de VOLUME functie in de KEYBOARD [RIGHT1] pagina
gebruiken om het volume van de hoofd voice te veranderen.
Om het algehele toetsenbordvolume in te
stellen kunt u ook de KBD VOL functie in
het hoofdscherm (blz. 23) gebruiken.
Z Druk op de VOLUME knop.
De VOLUME functie is geaccentueerd.
VOLUME
Bereik: 0 — 127
Standaardinstelling: 127
Het Octaaf van de Hoofd Voice Instellen ....................
De OCTAVE functie in het KEYBOARD [RIGHT1] scherm maakt
het mogelijk de toonhoogte van de hoofd voice een of twee octaven lager
of hoger te zetten. Druk op de OCTAVE knop.
Elke keer dat u op de knop drukt, verandert de waarde.
OCTAVE
Instellingen:–2 (2 octaven lager)
–1 (1 octaaf lager)
0 (geen octaafverandering)
+1 (1 octaaf hoger)
+2 (2 octaven hoger)
Standaardinstelling: 0
De Stereopositie van de Hoofd Voice Instellen ................
De PAN functie in het KEYBOARD [RIGHT1] scherm maakt
het mogelijk de stereopositie van de hoofd voice in te stellen.
Z Druk op de PAN knop.
De PAN functie is geaccentueerd.
PAN
Instellingen: L — — R
Standaardinstelling: (midden)
Voices Selecteren
X Stel de stereopositie in.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de stereopositie te ver-
anderen, of houd de PAN knop ingedrukt om de positie naar rechts te
verschuiven.
Druk tegelijk op de [–] en [+] knoppen om terug te keren naar de stan-
daardinstelling.
Sommige voices hebben octaafinstellingen
die automatisch geselecteerd worden als de
voice geselecteerd wordt. (Zulke instellingen
worden niet getoond in de OCTAVE functie.)
U kunt voorkomen dat de octaaf instelling
verandert als een voice wordt geselec-
teerd,door de VOICE SETTING functie (blz.
137) op MANUAL (handmatig) te zetten.
30
X Stel het volume van de hoofd voice in.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
33
CVP-201
Twee Voices tegelijk
Spelen — Dual Mode
Selecteer, om de hoofd voice te veranderen terwijl u in de Dual
mode speelt, de RIGHT1 VOICE functie, en selecteer daarna de hoofd
voice op de normale manier.
In de Dual mode van de Clavinova kunt u twee verschillende voices
selecteren en tegelijk bespelen (een ‘layer genoemd). Hierdoor
kunt u eenvoudig bijzonder volle, brede klankcombinaties creëren.
U kunt ook het volume, octaaf en de stereopositie van de tweede
voice instellen en de tweede voice ten opzichte van de hoofd voice
verstemmen om een vollere klank te verkrijgen.
Z Selecteer de hoofd voice. .........................................................................
Selecteer een voice op de normale manier (blz. 29), druk daarna op
[EXIT] om terug te keren naar het hoofdscherm.
X Roep de Dual mode op. ..............................................................................
Druk op de [DUAL] knop om de Dual mode op te roepen.
De RIGHT2 VOICE functie verschijnt in de rechter benedenhoek
van het LCD scherm en de huidige tweede voice staat rechts van
de hoofd voice (na het plusteken).
Tweede Voice
Bereik: Alle voices
Standaardinstelling: StringsSlow
De Tweede Voice Selecteren
C Selecteer de tweede voice. ....................................................................
Selecteer de tweede voice op dezelfde manier als beschreven voor de
hoofd voice (blz. 29). Om de tweede voice te kunnen selecteren, moet de
RIGHT2 VOICE functie geselecteerd zijn.
De Hoofd Voice Veranderen in de Dual Mode
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
DUAL
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
31
Als u de VOICE knoppen zou gebruiken
om een voice te selecteren, terwijl het
tempo of de KBD VOL functie geaccen-
tueerd is, zal de door u geselecteerde
voice worden gebruikt als de hoofd voice.
OPMERKING
OPMERKING
34
CVP-201
U kunt met de functies in de KEYBOARD [RIGHT2] pagina het vo-
lume, octaaf, pan (stereopositie) en detune (verstemming), van voices
geselecteerd via de RIGHT2 VOICE functie, instellen.
De in deze pagina gemaakte instellingen
gelden voor elke via de RIGHT2 VOICE
functie geselecteerde voice. Er zijn geen
aparte instellingen mogelijk voor elke voice.
Instellingen voor de Tweede Voice Oproepen .....................
Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [DUAL].
Als de RIGHT2 VOICE functie is geselec-
teerd in het hoofdscherm, kunt u de KEY-
BOARD [RIGHT2] pagina ook oproepen
door op [DIRECT ACCESS] te drukken
gevolgd door een van de VOICE knoppen.
Het KEYBOARD [RIGHT2] scherm verschijnt.
U kunt wisselen tussen de pagina’s KEY-
BOARD [RIGHT2] , [RIGHT1] (blz. 31) of
[LEFT] (blz. 37) d.m.v. de PAGE [
<
] en [
>
]
knoppen.
Het Volume van de Tweede Voice instellen ...........................
U kunt de VOLUME functie in de KEYBOARD [RIGHT2] pagina
gebruiken om het volume van de tweede voice te veranderen.
Wilt u het algehele toetsenbordvolume
instellen, gebruik dan de KBD VOL func-
tie in het hoofdscherm (blz. 23).
Z Druk op de VOLUME knop.
De VOLUME functie is geaccentueerd.
VOLUME
Bereik: 0 — 127
Standaardinstelling: 127
De Toetsenbordinstellingen voor de Tweede Voice Veranderen
X Stel het volume in van de tweede voice.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het volume in te stellen,
of houd de VOLUME knop ingedrukt om het volume te verhogen. Of
druk tegelijk op [–] en [+] om de standaardinstelling terug te roepen.
Het Octaaf van de Tweede Voice Instellen ..............................
Met de OCTAVE functie in het KEYBOARD [RIGHT2] scherm kunt
u de toonhoogte van de tweede voice één of twee octaven hoger of lager
stemmen. Druk op de OCTAVE knop.
De waarde verandert telkens als u op de knop drukt.
OCTAVE
Instellingen: –2 (2 octaven lager)
–1 (1 octaaf lager)
0 (geen octaafverschuiving)
+1 (1 octaaf hoger)
+2 (2 octaven hoger)
Standaardinstelling: 0
Twee Voices Tegelijk Spelen — Dual Mode
Sommige voices hebben octaafinstel-
lingen die automatisch geselecteerd wor-
den als de voice geselecteerd wordt.
(Zulke instellingen zijn niet zichtbaar in
de OCTAVE functie.) U kunt de octaaf-
instelling blokkeren, zodat hij niet veran-
dert als u een voice selecteert, door de
VOICE SETTING functie (blz.137) op
MANUAL te zetten.
ORGAN
N
THE-
Z
ER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
P
ER-
S
SION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
DIRECT ACCESS
32
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
35
CVP-201
De Stereopositie van de Tweede Voice Instellen ............
De PAN functie in het KEYBOARD [RIGHT2] scherm maakt het
mogelijk om de stereopositie van de tweede voice in te stellen.
Z Druk op de PAN knop.
De PAN functie is geaccentueerd.
PAN
Instellingen: L — — R
Standaardinstelling: (midden)
De Tweede Voice Verstemmen ...........................................................
De DETUNE functie in het KEYBOARD [RIGHT2] scherm maakt
het mogelijk om de tweede voice licht te verstemmen t.o.v. de hoofd
voice, om een rijker geluid te produceren.
Z Druk op de DETUNE knop.
De DETUNE functie is geaccentueerd.
DETUNE
Bereik: 0 — 10
Standaardinstelling: 5
X Stel de stereopositie in.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de stereopositie te verande-
ren, of houd de PAN knop ingedrukt om de positie naar rechts te verschuiven.
Druk tegelijk op de [–] en [+] knoppen om terug te keren naar de
standaardinstelling
X Stel de diepte van de verstemming af.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de mate van de ver-
stemming te veranderen of houd de DETUNE knop ingedrukt om de
verstemming te laten toenemen. Druk tegelijk op de [–] en [+] knoppen
om terug te keren naar de standaardinstelling.
Druk op de [DUAL] knop om de Dual mode te verlaten.
Het [DUAL] knoplampje gaat uit en het toetsenbord speelt niet
langer meer in de Dual mode.
De Dual Mode Verlaten
Twee Voices Tegelijk Spelen — Dual Mode
ORGAN
N
THE-
Z
ER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
P
ER-
S
SION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
33
OPMERKING
OPMERKING
36
CVP-201
Om de hoofd voice te veranderen terwijl u speelt in de Split mode, selecteert u de
RIGHT1 VOICE functie en vervolgens selecteert u de hoofd voice op de normale
manier.
De Hoofd Voice in de Split Mode Veranderen
Twee Voices Bespelen op Twee Gedeeltes
van het Toetsenbord Split Mode
De Split mode van de Clavinova zorgt ervoor dat u twee verschillende
voices, met elke hand één, kunt selecteren en bespelen. Bijvoorbeeld,
de bas met de linkerhand en de piano met uw rechterhand.
Z Selecteer de hoofd voice. ..........................................................................
Selecteer een voice op de normale manier (blz. 29), druk dan op
[EXIT] om terug te keren naar het hoofdscherm. De voice die u selec-
teert zal gespeeld worden door het rechterdeel van het toetsenbord.
X De Split mode Oproepen............................................................................
Druk op de [SPLIT] knop om de split mode op te roepen.
De LEFT VOICE functie verschijnt middenonder in het LCD
scherm, en de huidige linker voice wordt aangegeven links van de
hoofd voice (voor de schuine streep). Het gidslampje bij de toets,
corresponderend met het splitpunt, brandt nu.
Splitpunt
Het splitpunt is de toets die de rechter en
linker gedeelten van het toetsenbord
verdeelt. U kunt het splitpunt veranderen
door de SPLIT POINT functie in de
KEYBOARD [LEFT] schermpagina (blz.
39) te gebruiken.
U kunt de Single Finger, Multi Finger,
Fingered1, of Fingered2 modes (blz. 59)
van de Automatische Begeleidings-
functie gebruiken, terwijl u speelt in de
Split mode. In dit geval zullen toetsen,
gespeeld in het linkerdeel van het toet-
senbord, zowel de Automatische Be-
geleidings voices als de linker voice
bespelen.
C Selecteer de linker voice............................................................................
Selecteer de linker voice op dezelfde manier als beschreven voor de
hoofd voice (blz. 29). Om de linker voice te selecteren, moet de LEFT
VOICE functie geaccentueerd zijn.
Linker Voice
Bereik: Alle voices
Standaardinstelling: Acous.Bass 1
De Linker Voice Selecteren
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE R E W FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
SPLIT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
34
Als u de VOICE knoppen gebruikt om
een voice te selecteren terwijl ofwel het
tempo of de KBD VOL functie is geac-
centueerd, zal de voice die u selecteert
gebruikt worden als de hoofd voice.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
37
CVP-201
U kunt de instellingen in de KEYBOARD [LEFT] schermpagina ge-
bruiken om het volume, octaaf en pan van de geselecteerde voice te ver-
anderen door de LEFT VOICE functie te gebruiken. U kunt ook het ge-
deelte van het toetsenbord selecteren dat moet reageren op de pedalen,
alsook het splitpunt dat het rechter- en linkerdeel splitst, met behulp van
de functies in deze pagina.
De instellingen die u maakt in deze pa-
gina betreffen elke voice die u selecteert
met de LEFT VOICE functie. Er kunnen
geen afzonderlijke instellingen voor elke
voice gemaakt worden.
De Toetsenbordinstellingen voor de Linker Voice
Oproepen ...................................................................................................................
Druk op [DIRECT ACCESS], dan op [SPLIT].
Als de LEFT VOICE functie is geselec-
teerd in het hoofdscherm, kunt u ook de
KEYBOARD [LEFT] pagina oproepen
door op [DIRECT ACCESS] te drukken,
gevolgd door een van de VOICE knop-
pen.
Het KEYBOARD [LEFT] scherm verschijnt.
U kunt wisselen tussen de KEYBOARD
[LEFT] pagina en de [RIGHT1] (blz. 31)
of [RIGHT2] (blz. 34) schermen door de
PAGE [
<
] en [
>
] knoppen te gebruiken.
Het Volume van de Linker Voice Instellen ................................
U kunt de VOLUME functie in de KEYBOARD [LEFT] pagina ge-
bruiken om het volume van de linker voice te veranderen.
Wilt u het algehele toetsenbordvolume
instellen, gebruik dan de KBD VOL
functie in het hoofdscherm (blz. 23).
ZZ
ZZ
Z Druk op de VOLUME knop.
De VOLUME functie is geaccentueerd.
VOLUME
Bereik: 0 — 127
Standaardinstelling: 127
De Toetsenbordinstellingen voor de Linker Voice Veranderen
XX
XX
X Stel het volume van de linker voice af.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het volume te
veranderen of houd de VOLUME knop ingedrukt om het volume te
verhogen. Druk tegelijk op de [–] en [+] knoppen om terug te keren
naar de standaardinstelling.
Twee Voices Bespelen op Twee Gedeeltes van het Toetsenbord — Split Mode
ORGAN
N
THE-
Z
ER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
P
ER-
S
SION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
DIRECT ACCESS
35
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
38
CVP-201
PAN
Instellingen: L — — R
Standaardinstelling: (midden)
PEDAAL
Instellingen: R (alleen rechts)
L (alleen links)
L+R (beide)
Standaardinstelling: R
Twee Voices Bespelen op Twee Gedeeltes van het Toetsenbord — Split Mode
X Stel de stereopositie af.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de stereo positie te
veranderen of houd de PAN knop ingedrukt om de positie naar rechts te
verschuiven. Druk tegelijk op de [–] en [+] knoppen om de standaard-
instelling terug te roepen.
De Stereopositie van de Linker Voice Instellen ..........
De PAN functie in het KEYBOARD [LEFT] scherm zorgt ervoor dat
u de stereopositie van de linker voice kunt afstellen.
Z Druk op de PAN knop.
De PAN functie is geaccentueerd.
Het Gedeelte Instellen dat door de Rechter- en
Linkerpedalen Beïnvloed wordt ................................
Met de PEDAL functie in het KEYBOARD [LEFT] scherm kunt u
aangeven welke gedeelten van het toetsenbord door de damper (sustain)
en glide functies beïnvloed worden, bestuurd door de linker- en rechter-
pedalen, terwijl u in de Split mode speelt. Druk op de PEDAL knop.
De waarde verandert telkens als u op de knop drukt.
Zie blz.138 voor een lijst van de functies
die bestuurd kunnen worden door het
linkerpedaal.
OCTAVE
Instellingen:–2 (2 octaven lager)
–1 (1 octaaf lager)
0 (geen octaafverandering)
+1 (1 octaaf hoger)
+2 (2 octaven hoger)
Standaardinstelling: +1
Het Octaaf van de Linker Voice Instellen .................................
De OCTAVE functie in het KEYBOARD [LEFT] scherm maakt het
mogelijk om de toonhoogte van de linker voice één of twee octaven lager
of hoger te zetten. Druk op de OCTAVE knop.
De waarde verandert telkens als u op de knop drukt.
Sommige voices hebben octaafinstel-
lingen die automatisch geselecteerd wor-
den als de voice geselecteerd wordt.
(Zulke instellingen worden niet getoond
door de OCTAVE functie.) U kunt ervoor
zorgen dat dit niet gebeurt door de
VOICE SETTING functie (blz.137) op
MANUAL (handmatig) te zetten.
36
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
39
CVP-201
Z Druk op de SPLIT POINT knop.
De SPLIT functie is geaccentueerd
X Het splitpunt veranderen.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het splitpunt te veranderen of
houd de SPLIT POINT knop ingedrukt om het splitpunt naar rechts te ver-
schuiven. Druk tegelijk op de [–] en [+] knoppen om terug te keren naar de
standaardinstelling.
C3
Twee Voices Bespelen op Twee Gedeeltes van het Toetsenbord — Split Mode
Het toetsenlampje corresponderend met het geselecteerde Splitpunt
brandt en de toetsnaam wordt vermeld in de SPLIT POINT functie.
Het Splitpunt Veranderen ..........................................................................
U kunt de SPLIT POINT functie in het KEYBOARD [LEFT] scherm gebrui-
ken om het splitpunt op elke gewenste toetspositie te zetten. In de Split mode wordt
de linker voice gespeeld door alle noten links van (en inclusief) het splitpunt.
De standaardinstelling van het Splitpunt is F#2.
F 2
C3 C4 C5 C6 C7C2C1C0
Rechtergedeelte
Linkergedeelte
SPLITPUNT
Instellingen: Elke toets op het toetsen-
bord
Standaardinstelling: F
#
2
De Split Mode Verlaten
Druk op de [SPLIT] knop om de Split mode te verlaten.
Het [SPLIT] knoplampje gaat uit en het toetsenbord speelt niet langer
in de Split mode.
XG
ENSEMBLE
P
ER-
S
SION
SPLIT EFFECT
37
De [DUAL] en [SPLIT] knoppen kunnen tegelijk aangezet worden.
Als u dit doet, zal het rechterdeel van het toetsenbord zowel de hoofd
voice als de tweede voice spelen.
De Dual en Split Functies Tegelijk Gebruiken
Als de Dual en de Split mode beide
aanstaan, zal de naam van hetzij de
tweede voice of de linkervoice vermeld
worden in het hoofdscherm samen met
de hoofd voice .
OPMERKING
OPMERKING
40
CVP-201
De Pedalen Gebruiken
De Clavinova heeft drie pedalen.
Enkele voices in de [PERCUSSION]
en [XG] groepen worden niet beïn-
vloed door het gebruik van het damper
pedaal.
Sommige voices kunnen, als het dam-
per pedaal ingedrukt is, continue klin-
ken of hebben een lange naklank.
Als u een noot of akkoord speelt op het toetsenbord en het sostenuto
pedaal indrukt, terwijl de toetsen nog ingedrukt zijn, zullen deze tonen
doorklinken zolang u het pedaal ingedrukt houdt, maar alle volgende
gespeelde noten zullen niet doorklinken. Dit maakt het bijvoorbeeld mo-
gelijk een akkoord aan te houden terwijl andere noten staccato (kort)
worden gespeeld.
Enkele voices in de [PERCUSSION]
en [XG] groepen worden niet beïn-
vloed door het gebruik van het soste-
nuto pedaal.
Enkele voices, zoals [STRINGS] of
[BRASS], houden continue aan als het
sostenuto pedaal ingedrukt is.
Het damper of sustain pedaal heeft dezelfde functie als het damper pe-
daal op een akoestische piano, waarmee u het geluid van voices kunt laten
doorklinken zelfs nadat u de toetsen heeft losgelaten.
Damper Pedaal (Rechts)
Sostenuto Pedaal (Midden)
Soft Pedaal (Links)
Dit pedaal indrukken, vermindert het volume en verandert het timbre van
de noten die u speelt een klein beetje.
U kunt ook een van de vele andere functies aan dit pedaal toewijzen; u
kunt het pedaal bijvoorbeeld gebruiken om de Automatische Begeleiding
aan of uit te zetten of om Fill Ins af te spelen. Zie blz. 138 voor details.
De werking van het soft pedaal kan licht
verschillen afhankelijk van de geselec-
teerde voice.
38
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
41
CVP-201
HOOFDSTUK 4:
Reverb en andere Effecten
Reverb
Reverb ON/OFF
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
voice.
Het lampje brandt.
Het indrukken van de [REVERB] knop
heeft geen invloed op de Song mode of
de Automatische Begeleiding.
Druk nogmaals op [REVERB] om de reverb uit te zetten.
Het lampje gaat uit.
Omdat de standaardinstelling van de [REVERB] knop afhangt van de
voice, kan de reverb automatisch aan- of uitschakelen als u een andere
voice selecteert.
Druk op de [REVERB] knop om reverb toe te voegen aan part(s).
Reverb is een effect dat de akoestiek nabootst van verschillende
types concertruimten — van jazz club tot concertgebouw. Er is
keuze uit een grote verscheidenheid reverb effecten; u kunt de
depth (effectdiepte) van elk reverb effect aan uw eigen voorkeur
aanpassen.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
REVERB
De Reverb Aan- of Uitzetten
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
De Reverb Instellingen Veranderen
U kunt het reverb type en de depth ervan veranderen in de REVERB
en REVERB DEPTH schermpagina’s.
De Reverb Instellingen Oproepen ...................................................
ZZ
ZZ
Z Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [REVERB].
DIRECT ACCESS
STRINGS/
CHOIR
XG
E
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
39
OPMERKING
OPMERKING
42
CVP-201
Gebruik de TYPE en knoppen om het reverb type te veranderen,
of selecteer de TYPE functie en gebruik de data dial of de [–] en [+]
knoppen.
Het geselecteerde reverb type is geaccentueerd.
Aangezien de standaardinstelling van het reverb type afhangt van de
begeleidingsstijl, kan het reverb type automatisch veranderen zodra u een
andere stijl selecteert.
Het selecteren van een reverb type
beïnvloedt alle voices die op het toet-
senbord of door de Automatische
Begeleiding gespeeld worden. Er
kunnen geen afzonderlijke instellingen
gemaakt worden voor elke part.
Afhankelijk van de geselecteerde voice
kan de reverb depth sterker of zwakker
overkomen, ook al is hetzelfde reverb
type geselecteerd.
Reverb effecten hebben geen invloed
op het signaal van de AUX IN [R] en
[L/L+R] jacks.
Het is ook mogelijk om reverb effecten
toe te voegen aan de voices van het
toetsenbord, d.m.v. de [EFFECT]
knop. Zie de Effect Type Lijst op blz.
46 voor details.
Wanneer zowel de [REVERB] als de
[EFFECT] knoppen aanstaan, zullen
beide effecten worden toegevoegd.
De Total Depth Instellen .............................................................................
De algehele depth van het geselecteerde reverb effect kan worden inge-
steld d.m.v. de TOTAL DEPTH functie in het REVERB scherm.
Z Selecteer de TOTAL DEPTH functie.
De TOTAL DEPTH functie is geaccentueerd.
TOTAL DEPTH
Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
Standaardinstelling: 64
Reverb Type
Instellingen: Zie tabel op blz. 162.
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
stijl.
Het Reverb Type Veranderen ...............................................................
U kunt het reverb type veranderen in het REVERB scherm
.
X Gebruik de PAGE [<] en [>] knoppen om tussen de REVERB en
de REVERB DEPTH pagina te wisselen.
Als u op de [
>
] knop drukt terwijl de
REVERB DEPTH pagina in beeld is,
verschijnt de CHORUS pagina. Zie ver-
derop in dit hoofdstuk voor details van
chorus en andere effectinstellingen.
Het LCD scherm laat hetzij de REVERB pagina of de REVERB
DEPTH pagina zien (welke het laatst geselecteerd was).
Reverb
40
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
43
CVP-201
Reverb
XStel de total depth van het reverb effect in.
U kunt de instelling veranderen d.m.v. de TOTAL DEPTH en
knoppen, de data dial, of de [–] en [+] knoppen.
Om de standaardinstelling van 64 terug te zetten, drukt u tegelijk op
de TOTAL DEPTH en knoppen of tegelijk op de [–] en [+] knop-
pen.
De TOTAL DEPTH instelling is van
invloed op alle voices. Er kunnen dus
geen afzonderlijke instellingen worden
gemaakt voor elke voice.
U kunt de reverb depth wel apart in-
stellen voor ritme en begeleidings
parts en voor elke part op het toetsen-
bord. (Zie de volgende handeling.)
ZSelecteer een part.
Druk op de LCD knop corresponderend met RHYTHM om de reverb
depth af te stellen van de drum part, of selecteer ACMP om dit te
doen voor alle andere begeleidings parts. Selecteer LEFT, RIGHT1,
of RIGHT2 om hetzelfde te doen voor de toetsenbord parts.
U kunt ook een aantal parts tegelijk
selecteren om de instellingen voor al
die parts tegelijk in te stellen.
De geselecteerde functie is geaccentueerd.
X Stel de reverb depth in.
RHYTHM en ACMP
Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
Standaardinstelling: 64
LEFT, RIGHT1, en RIGHT2
Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
voice.
Stel de reverb depth van de geaccentueerde part, in met de data dial
of de [–] en [+] knoppen.
U kunt de waarde ook verhogen door de corresponderende LCD knop
(meermaals) in te drukken. Om de standaardinstelling terug te zetten,
drukt u tegelijk op de [–] en [+] knoppen.
De hoeveelheid reverb hangt af van
zowel de instellingen van de part depth
als van de TOTAL DEPTH instellingen.
Als één van de twee op 0 staat zal er
geen reverb aan die part worden toege-
voegd, zelfs al zou de andere op 127
staan.
Omdat de standaardinstelling van de LEFT, RIGHT1, en RIGHT2
functies afhangen van de geselecteerde voices, kan de reverb depth
instelling automatisch veranderen als u een andere part selecteert.
De Reverb Depth voor Elke Part Instellen ..............................
In het REVERB DEPTH scherm (blz. 42) kunt u de reverb depth
apart instellen voor ritme en begeleidings parts, alsook voor de parts die
u bespeelt vanaf het toetsenbord.
41
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
44
CVP-201
De Chorus Instellingen Veranderen
In tegenstelling tot de reverb (blz. 41) en andere effecten (blz. 46),
die aan- en uitgezet kunnen worden d.m.v. knoppen op het paneel, staat
de chorus functie altijd op “on” (aan). Welke uitwerking chorus op elke
voice heeft, hangt af van het chorus type en de depth instellingen. U kunt
deze instellingen veranderen d.m.v. de functies in de CHORUS scherm-
pagina.
Chorus
Met de chorus effecten van de Clavinova kunt u voices die u
vanaf het toetsenbord bespeelt nog warmer en voller maken.
Flanger effecten geven een sterke modulatie voor een futuris-
tische klank. U kunt kiezen uit een verscheidenheid van chorus
en flanger effecten en de depth ervan instellen voor iedere
toetsenbord voice.
De Chorus Instellingen Oproepen .................................................
Z Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [REVERB].
Het LCD scherm van ofwel de REVERB pagina of de REVERB
DEPTH pagina verschijnt (welke het laatst geselecteerd was).
X Druk één of twee keer op de PAGE [>] knop, indien nodig.
U kunt ook op [DIRECT ACCESS]
drukken, gevolgd door [EFFECT] en
dan op de PAGE [
<
] knop om de
CHORUS pagina van hetzij de EF-
FECT pagina of de EFFECT DEPTH
pagina te activeren.
Voor details over reverb en het instel-
len van andere effecten kunt u de be-
treffende gedeeltes van dit hoofdstuk
raadplegen.
Druk twee keer op PAGE [>] als de REVERB pagina in beeld was,
of één keer als de REVERB DEPTH pagina in beeld was.
De CHORUS pagina verschijnt.
Chorus Type
Instellingen: Zie tabel op blz. 182.
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
stijl.
U kunt het chorus type selecteren in de CHORUS pagina.
Gebruik de CHORUS en knoppen om het chorus type te
veranderen, of selecteer de CHORUS functie en gebruik de data dial of
de [–] en [+] knoppen.
Het Chorus Type Veranderen...............................................................
42
De instellingen van het CHORUS scherm
hebben geen invloed op de Song mode
of de Automatische Begeleiding.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
45
CVP-201
Chorus
Het geselecteerde chorus type is geaccentueerd.
Aangezien de standaardinstelling van het chorus type afhangt van de
begeleidingsstijl, kan het chorus type automatisch veranderen als u een
andere stijl selecteert.
De selectie van het chorus type beïn-
vloedt elke toetsenbord part. Er kun-
nen dus geen afzonderlijke instellingen
voor elke part worden gemaakt.
Afhankelijk van de geselecteerde
voice, kan de depth van het effect
sterker of zwakker overkomen, ook al
is hetzelfde chorus type geselecteerd.
Het is ook mogelijk om chorus effecten
aan de voices van het toetsenbord toe
te voegen d.m.v. de [EFFECT] knop.
Zie de Effect Type Lijst op blz. 46 voor
details.
De Chorus Depth voor Elke Part Instellen .............................
Met de andere functies in de CHORUS pagina kunt u de chorus depth
voor elke part van het toetsenbord afzonderlijk instellen.
Z Selecteer een part.
Druk op LEFT, RIGHT1, of op RIGHT2 om de chorus depth voor
elke part van het toetsenbord afzonderlijk in te stellen.
U kunt ook een aantal parts tegelijk
selecteren om de instellingen voor al die
parts ineens in te stellen.
De geselecteerde functie is geaccentueerd.
X Stel de chorus depth in.
Chorus Depth functies
Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
voice.
Stel de chorus depth van de geaccentueerde part in d.m.v. de data dial
of de [–] en [+] knoppen.
U kunt ook de waarde verhogen door (meermaals) op de corresponde-
rende LCD knop te drukken. Om de standaardwaarde terug te zetten,
drukt u tegelijk op de [–] en [+] knoppen.
Aangezien de standaardinstelling van de chorus depth functies afhan-
gen van de geselecteerde voices, kan een chorus depth instelling auto-
matisch veranderen als u een andere voice selecteert.
Omdat de chorus functie altijd aan is,
moet u de chorus depth op 0 zetten bij
elke part die u geen chorus wilt geven.
43
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
46
CVP-201
De LCD laat hetzij de EFFECT pagina of de EFFECT DEPTH
pagina zien (welke het laatste gebruikt was).
Voice Effecten
De Clavinova heeft, naast reverb en chorus, een verscheidenheid van
effecten om de klank van de voices te bewerken, of om krachtige, speciale
geluidseffecten te creëren. U kunt de depth van het effect naar wens instellen.
Druk, om het effect aan de toetsenbord parts toe te voegen, op de
[EFFECT] knop.
De Effecten Aanzetten
Effect ON/OFF
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
voice.
Het lampje brandt.
Als het effect systeem ook wordt gebruikt
door een begeleidingsstijl of song, zal het
effect voor de part(s) van het toetsenbord
automatisch uitgezet worden, als u de
Automatische Begeleiding of de song
start, afhankelijk van welk effecttype door
de stijl of song wordt geselecteerd. Als dit
gebeurt, kunt u wellicht effect aan de
toetsenbord part(s) toevoegen door
nogmaals op de [EFFECT] knop te druk-
ken. Dit heeft geen invloed op voices van
de Automatische Begeleiding of song.
Druk nogmaals op [EFFECT] om het effect uit te zetten.
Het lampje gaat uit.
Aangezien de standaardinstelling van de [EFFECT] knop afhangt
van de voice, kan het effect automatisch aan- of uitschakelen als u een
andere voice selecteert.
De Effectinstellingen Veranderen
U kunt het effecttype en de depth veranderen d.m.v. de EFFECT en
EFFECT DEPTH schermpagina’s.
\ De Effectinstellingen Oproepen ........................................................
ZDruk op [DIRECT ACCESS], vervolgens op [EFFECT].
Als u op de [
<
] knop drukt terwijl de
EFFECT pagina in beeld is, zal de
CHORUS pagina verschijnen. Raadpleeg
de eerste twee gedeeltes van dit hoofd-
stuk voor details over reverb en chorus
instellingen.
Het [EFFECT] lampje brandt niet als de
effect depth (blz. 48) op 0 staat.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
EFFECT
DIRECT ACCESS
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
STRINGS/
CHOIR
XG
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
44
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
47
CVP-201
Het Effecttype Veranderen ........................................................................
U kunt het effecttype veranderen in de EFFECT page. Selecteer een
effecttype d.m.v. de TYPE en knoppen, of accentueer de TYPE
functie en gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen.
Effect Type
Instellingen: Zie tabel op blz. 163.
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
voice.
Om de standaardinstelling terug te zetten, drukt u tegelijk op de EF-
FECT TYPE en knoppen of tegelijk op de [–] en [+] knoppen.
Het geselecteerde effecttype is geaccentueerd.
Aangezien de standaardinstelling van het effecttype afhangt van de
voice, kan het effecttype automatisch veranderen als u een andere voice
selecteert.
Het geselecteerde effect type beïn-
vloedt alle toetsenbord parts. Er kun-
nen dus geen afzonderlijke instellingen
worden gemaakt voor elke part.
Als de standaardinstelling van de
[EFFECT] knop op ON staat voor twee
of drie voices die geselecteerd zijn in
de Dual en/of Split mode, dan zal de
Clavinova automatisch het meest
geschikte effecttype selecteren en de
effect depth (blz. 48) voor elke part
instellen op een passende waarde.
Afhankelijk van de geselecteerde voice
kan het effect sterker of zwakker over-
komen, ook al is hetzelfde effecttype
geselecteerd.
Wanneer zowel de [EFFECT] als de
[REVERB] knoppen aanstaan, zullen
beide effecten worden toegevoegd.
Voice Effecten
X Gebruik de PAGE [<] en [>] knoppen om te wisselen tussen de
EFFECT en EFFECT DEPTH pagina’s.
De waarde weergegeven door de VARIATION functie wisselt
tussen OFF en ON, en het effect verandert.
Op welke manier het effect verandert, hangt af van het effect type (zie
de tabel op blz. 163). Ook de standaardinstelling van de VARIATION
functie hangt af van de voice, dus ook deze instelling kan automatisch
veranderen als u een andere voice selecteert.
Het Effect Variëren ..........................................................................................
Elk effecttype heeft een variatie die geselecteerd kan worden d.m.v.
de VARIATION functie in de EFFECT pagina. Druk hiervoor op de
LCD knop onder VARIATION.
VARIATION functie
Instellingen: OFF, ON
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
voice.
45
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
48
CVP-201
Effect Depth functies
Bereik: 0 (geen effect) — 127 (max.)
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
voice.
X Stel de effect depth in.
Stel de effect depth in voor de geaccentueerde part met de data dial
of de [–] en [+] knoppen.
U kunt ook de waarde verhogen door (meermaals) op de correspon-
derende LCD knop te drukken. Om de standaardwaarde terug te zet-
ten, drukt u tegelijk op de [–] en [+] knoppen.
Aangezien de standaardinstellingen van de effect depth functies af-
hangen van de geselecteerde voices, kan een effect depth instelling
automatisch veranderen als u een andere voice selecteert.
De Effect Depth voor Elke Part Instellen..................................
Met de instellingen in de EFFECT DEPTH pagina kunt u de effect
depth voor elk part die u bespeelt vanaf het toetsenbord, apart instellen.
ZSelecteer een part.
Druk op LEFT, RIGHT1, of RIGHT2 om de effect depth in te stellen
voor de corresponderende toetsenbord part.
De geselecteerde functie is geaccentueerd.
Voice Effecten
46
OPMERKING
49
CVP-201
HOOFDSTUK 5:
Begeleidingsstijlen
Begeleidingsstijlen Selecteren
De Clavinova heeft een grote keuze in muziekstijlen die u kunt gebruiken voor b.v.
alleen drumbegeleiding, of als volledig begeleidingsorkest — inclusief bas en ritme
partij — als u de Automatische Begeleidingsfunctie (Auto Accompaniment) gebruikt
(blz. 57). Er zijn zelfs een aantal “Pianist” stijlen die voorzien in pianobegeleiding als
u de Automatische Begeleiding activeert.
Een Stijl Selecteren
Stijl Types
• Rhythm stijlen: 125
• Pianist stijlen: 35
• Custom stijlen: 4
* Voor informatie over stijlen: Zie de Stijl Lijst op blz. 10 in de Referentie
Handleiding.
* De stijlen zijn verdeeld in elf groepen, corresponderend met de elf
STYLE knoppen op het paneel.
* De PIANIST stijlen en Guitar Waltz in de TRAD/WALTZ stijlgroep heb-
ben geen drumbegeleiding. Activeer de Automatische Begeleiding (blz.
58) als u deze stijlen gebruikt.
Z Selecteer een stijlgroep. ............................................................................
Disk en Custom Stijlen
Met de [DISK/CUSTOM] knop kunt u
stijlen gebruiken op los verkrijgbare Style
File Diskettes (blz. 86) of uw eigenge-
maakte stijlen (blz. 73) .
Druk op de passende STYLE knop om de gewenste stijlgroep te se-
lecteren.
Het corresponderende STYLE SELECT scherm verschijnt.
Als de Backup functie (blz. 152) op ON
staat, zal de Clavinova de laatst gese-
lecteerde stijl in elke groep onthouden,
zelfs nadat u het instrument heeft uit-
geschakeld.
Als u het instrument aanzet, wordt ge-
woonlijk de 8 Beat 1 stijl automatisch
geselecteerd. Alhoewel, als de Backup
function (blz. 152) op ON staat, wordt
in plaats daarvan de laatst geselec-
teerde stijl geselecteerd.
In de Song Play mode (blz. 93) kunnen
geen stijlen worden geselecteerd.
(Ritme en Automatische Begeleiding)
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE R E W FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
47
OPMERKING
OPMERKING
50
CVP-201
X Selecteer een stijl. .............................................................................................................
Druk op de passende LCD knop om de gewenste stijl te selecteren.
Tempo van de Begeleiding
Telkens als u een stijl selec-
teert, wordt het preset tempo
vanzelf geselecteerd (u kunt
het tempo echter, nadat de
stijl gestart is, aanpassen).
Stel het tempo in, zoals
beschreven op blz. 25.
Volume van de Begeleiding
Gebruik de [ACMP/SONG
VOLUME] schuif om het vo-
lume van de begeleiding in te
stellen, zoals beschreven staat
op blz. 23.
U kunt de stijl ook selecteren d.m.v. de data dial of de [–] en [+] knoppen.
Elk STYLE SELECT scherm bevat meerdere pagina’s. Gebruik de PAGE
[<] en [>] knoppen om van pagina te wisselen.
C Keer terug naar het hoofdscherm ....................................................................
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het hoofdscherm.
Begeleidingsstijlen Selecteren
PAG E
EXIT
48
OPMERKING
OPMERKING
51
CVP-201
Gebruik de START/STOP knoppen om de stijl te bedienen en de AUTO
ACCOMPANIMENT knoppen om de stijlvariaties te selecteren.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
Elke stijl heeft vier variaties, corresponderend met de AUTO AC-
COMPANIMENT knoppen [MAIN A], [MAIN B], [MAIN C] en
[MAIN D].
Stijlvariaties Selecteren
Gebruik deze knoppen om stijlvariaties te
selecteren.
Main A is meestal de basisvorm van de stijl; bij de andere variaties is
meer of minder voortgebouwd op hetzelfde basisthema. Doordacht om-
schakelen tussen deze variaties maakt uw spel een stuk interessanter.
Een Variatie Selecteren .................................................................................
U kunt een stijlvariatie selecteren voordat u de stijl start. Druk gewoon
op de corresponderende knop.
De stijl begint te spelen als u deze start op een van de manieren zoals
beschreven in het volgende onderdeel.
Fill-in’s gebruiken ...............................................................................................
Fill-in patterns
Een fill-in pattern is een uitbreiding op
het basisritme, gewoonlijk gespeeld aan
het einde van een muziekfrase als ver-
rassende overgang naar de volgende
frase.
Als u een andere stijlvariatie kiest terwijl de stijl speelt, zal er, tijdens
het omschakelen naar de nieuwe variatie, een fill-in pattern klinken. Elke
variatie heeft een ander fill-in pattern.
Spelen met gebruik van Stijlen
Het lampje van de knop brandt.
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
49
OPMERKING
52
CVP-201
Druk om, terwijl de stijl speelt, van variatie te veranderen, op de knop
van die variatie.
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken
om de stijl tijdelijk te stoppen of een
bepaalde fill-in te activeren als u de
LEFT PEDAL functie (blz. 138) op
BREAK of BREAK FILL instelt.
Het lampje van de knop knippert terwijl de Clavinova de fill-in af-
speelt.
Over het algemeen start de fill-in kort nadat u op de knop heeft ge-
drukt. Als u een variatie echter na de laatste achtste tel van een maat se-
lecteert, begint de fill-in aan het begin van de volgende maat.
Als de fill-in is geëindigd, gaat het lampje van de knop weer conti-
nue branden als de Clavinova de main pattern speelt.
De auto fill-in mogelijkheid zorgt voor een verrassende overgang als
u van de ene variatie naar de andere omschakelt. Als Main A b.v. speelt
en u drukt op [MAIN B], komt eerst Fill-in B, daarna variatie Main B.
U kunt fill-in patterns ook gebruiken
zonder van variatie te veranderen. Druk
dan gewoon op de knop van de variatie
die al speelt. De Clavinova zal dan de fill-
in spelen voor die variatie en dan terug-
keren naar de main pattern.
Meer Plezier met Fill-ins ..............................................................................
Van Fill-in veranderen
Het is mogelijk van variatie te veranderen terwijl een fill-in speelt. De
Clavinova schakelt om naar de fill-in van die variatie en vervolgt dan
met de main pattern.
Herhaling zelfde Fill-in
Als u de knipperende knop ingedrukt houdt, of erop drukt na de laat-
ste achtste noot van de maat, zal de fill-in herhaald worden.
De Fill-in afbreken
Als u de knipperende knop eerder dan de laatste achtste noot van de
maat indrukt, terwijl de fill-in speelt, zal de Clavinova de spelende
fill-in afbreken en verdergaan met de main pattern.
De Begeleidingsstijl Starten.
Er zijn verschillende manieren om de begeleidingsstijl te starten, zoals
hieronder beschreven:
Standaard Start .....................................................................................................
Dit is de eenvoudigste manier om een stijl te starten. Kies, indien
nodig, een variatie zoals beschreven op blz. 51, druk daarna op de
[START/STOP] knop.
Pedaal gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken
om de stijl te starten en te stoppen door
de LEFT PEDAL functie (blz. 138) in te
stellen op START/STOP.
Het lampje brandt en de stijl start.
Beat Indicator
Als een stijl afspeelt dan knippert het
meest linkse lampje (rood) op de eerste
tel van elke maat en de andere lampjes
(groen) knipperen op hun beurt. Het
huidige tempo en maatnummer staan
links in het scherm.
Spelen met gebruik van Stijlen
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
50
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
53
CVP-201
Gesynchroniseerd Starten ........................................................................
Op deze manier kunt u de stijl starten wanneer u gewoon een toets of
akkoord op het toetsenbord speelt.
Z Activeer de Synchro Start functie.
Als de [SYNCHRO] knop wordt inge-
drukt terwijl een stijl speelt, dan stopt
de stijl en de Synchro Start functie is
automatisch weer stand-by.
Als u het toetsenbord gebruikt in de
Split mode (blz. 36) of de Automati-
sche Begeleiding gebruikt in elke
andere mode dan FULL KEYBOARD
(blz. 61), reageert de synchro start
alleen op het gedeelte voor de linker-
hand van het toetsenbord.
Druk indien nodig op de [SYNCHRO] knop.
X Begin te spelen.
Om de Synchro Start functie uit te zetten
voordat u de stijl start, drukt u opnieuw
op de [SYNCHRO] knop.
Als u er klaar voor bent, speel dan een noot op het toetsenbord. De
stijl start op het moment dat u de eerste toets aanslaat.
Het [SYNCHRO] lampje gaat uit, het [START/STOP] lampje gaat
branden en de stijl start.
Tap Start ........................................................................................................................
Met deze functie kunt u het tempo instellen en tegelijk de stijl starten.
Selecteer, indien nodig, een variatie zoals beschreven op blz. 51,
daarna tikt u meermalen op de [TAP] knop in het gewenste tempo. Tik
vier keer voor 2/4 en 4/4 maat stijlen, drie keer voor 3/4 en vijf keer voor
5/4 maat stijlen.
Als u niet het vereiste aantal keren op de
[TAP] knop zou tikken (b.v. 3 keer voor
een 3/4 maat stijl), dan wordt de Tap
Start functie na een paar seconden gean-
nuleerd.
De [TAP] knop kan ook gebruikt worden om het tempo te veranderen
terwijl de stijl al speelt (door twee keer te tikken). In dat geval zal er
geen tap “click” hoorbaar zijn.
Voor een 4/4 maat stijl Tik 4 keer.
Spelen met gebruik van Stijlen
Het lampje brandt en het rode [BEAT] lampje knippert.
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
51
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
54
CVP-201
Een Intro Toevoegen ........................................................................................
Met deze functie kunt u uw muziekstuk beginnen met een mooie in-
troductie.
Z Activeer de intro.
Selecteer de variatie die de intro moet spelen, zoals beschreven op
blz. 51, druk dan op de [INTRO] knop. Er zijn drie intro patterns,
zoals u in onderstaand schema kunt zien:
Pattern Gespeeld door:
Intro A [MAIN A]
Intro B [MAIN B]
Intro C/D [MAIN C] of [MAIN D]
Intro Patterns
Het [INTRO] lampje brandt en het lampje van de geselecteerde
variatie knippert.
Het knipperende lampje geeft aan welke
variatie na de intro gaat spelen. In de
afbeelding hier links zal de Clavinova
Intro A spelen, gevolgd door Main A.
X Selecteer de main pattern.
Selecteer nu de main pattern die moet gaan spelen na de intro. (Als u
wilt dat dezelfde variatie als die van de intro verder speelt na de intro,
dan kunt u deze stap overslaan.)
Het lampje van de reeds eerder geselecteerde knop brandt, en het
lampje van de zojuist geselecteerde knop knippert.
Aangezien het knipperende lampje aan-
geeft welke variatie gaat spelen na de
intro, geeft de afbeelding links aan dat de
Clavinova Intro C/D zal spelen, gevolgd
door Main A.
C Start de stijl.
Druk nogmaals op de [INTRO] knop als u
de intro wilt annuleren voordat u de stijl
start.
Gebruik een van de drie op de voorgaande bladzijden beschreven
manieren om de stijl te starten.
Spelen met gebruik van Stijlen
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
52
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
55
CVP-201
Z Druk op de [FADE IN/OUT] knop.
Pedaal Gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken
om de fade-in of fade-out te activeren als
u de LEFT PEDAL functie (blz. 138)
instelt op FADE IN/OUT.
Het lampje brandt en de Synchro Start functie (blz. 53) gaat auto-
matisch aan.
X Start de stijl.
Druk opnieuw op de [FADE IN/OUT]
knop om de fade-in te annuleren voordat
u de stijl start.
Gebruik een van de drie manieren die beschreven staan op de voor-
gaande bladzijden om de stijl te starten.
Het [FADE IN/OUT] lampje knippert gedurende de fade-in en gaat
uit als hij zijn functie voltooid heeft.
Er zijn ook meerdere manieren om een stijl te stoppen, zoals hieron-
der wordt beschreven:
Standaard Stop ......................................................................................................
Druk op de [START/STOP] knop om de stijl te stoppen.
De Stijl Stoppen
Pedaal Gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken
om de stijl te starten en te stoppen als u
de LEFT PEDAL functie (blz. 138) instelt
op START/STOP.
Het lampje gaat uit en de stijl stopt onmiddellijk.
Een Ending Toevoegen.................................................................................
Druk op de [ENDING] knop om een ending toe te voegen voordat de
stijl stopt.
Als u op of na de tweede tel van de maat
op de [ENDING] knop drukt, dan zal de
ending aan het begin van de volgende
maat inzetten.
Fade In Gebruiken ....................................................................................................
Met deze functie kunt u het volume van de stijl langzaam laten aanzwellen. U
kunt de Fade In functie aanzetten op elk moment, voordat u de stijl heeft gestart, en
hem gebruiken in combinatie met elke startmethode (inclusief de Intro functie).
Spelen met gebruik van Stijlen
Het ENDING lampje brandt en de Clavinova stopt de stijl aan het
einde van de ending pattern.
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FA DE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
53
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
56
CVP-201
De Fade Out Gebruiken ................................................................................
Door op de [FADE IN/OUT] knop te drukken kunt u de fade-out
activeren. Als de Fade-out voltooid is zal de stijl automatisch stoppen.
Pedaal Gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken
om de fade-in of fade-out te activeren als
u de LEFT PEDAL functie (blz. 138)
instelt op FADE IN/OUT.
Het lampje knippert tijdens de fade-out.
U kunt de Fade Out functie gebruiken in combinatie met elke pattern
(inclusief de Intro en Ending functies).
Afhankelijk van de main pattern die op dat moment speelt, zal de
Clavinova een van de drie ending patterns spelen, zoals blijkt uit onder-
staand schema:
Pattern Gespeeld door:
Ending A [MAIN A]
Ending B [MAIN B]
Ending C/D [MAIN C] of [MAIN D]
Ending Patterns
Druk nogmaals op [ENDING], terwijl de ending al speelt, om een
ritardando effect (geleidelijke tempoverlaging) te verkrijgen.
Pedaal Gebruiken
U kunt ook het linkerpedaal gebruiken
om de ending pattern en de ritardando te
activeren als u de LEFT PEDAL functie
(blz. 138) instelt op ENDING/RIT.
Spelen met gebruik van Stijlen
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOPENDING
FA DE
IN
/
OUT
54
OPMERKING
OPMERKING
57
CVP-201
De Clavinova heeft een zeer ingenieus Automatische Begelei-
dingssysteem dat automatisch ritme-, bas- en akkoordbegelei-
ding bij uw spel kan genereren in 125 verschillende stijlen, plus
nog eens 35 verschillende stijlen met alleen piano-begeleiding.
De Automatische Begeleidingspartijen gaan standaard niet naar de
MIDI [OUT] poort. Wilt u dit wel, gebruik dan de ACMP&RHY en
HARMONY functies in de FUNCTION [MIDI 4] pagina, beschreven op
blz. 150.
U kunt verschillende methoden gebruiken om akkoorden door te ge-
ven aan het Automatische Begeleidingssysteem. Kies de begeleidings-
mode die het beste past bij uw manier van spelen.
De Automatische Begeleiding Gebruiken
Gedetailleerde uitleg van elke begelei-
dings mode wordt op bladzijde 60 en 61
gegeven.
Single Finger
De Single Finger methode maakt het u gemakkelijk om begeleiding te
verkrijgen in majeur, majeur 7, mineur en mineur 7 akkoorden door het
indrukken van bepaalde toetsen (volgens eenvoudige regels), links van
het splitpunt. Het splitpunt wordt aangegeven door het gidslampje bij het
toetsenbord. (Zie blz. 60)
Multi Finger
Als u de Multi Finger mode selecteert, kunt u zowel volgens de Sin-
gle Finger methode als de Fingered 1 methode akkoorden doorgeven
voor de begeleiding. (Zie blz. 60)
Fingered 1
Met de Fingered 1 methode kunt u de begeleiding besturen door vol-
ledige akkoorden te spelen, links van het splitpunt. (Zie blz. 60)
Fingered 2
Deze mode accepteert dezelfde vingerzettingen als de Fingered 1
mode, gespeeld links van het splitpunt, met dien verstande dat de meest
links gespeelde noot zal worden gebruikt als basis voor de baspartij (in
de Fingered 1 mode wordt de grondtoon van het akkoord altijd gebruikt
als basis). Dus u kunt deze mode gebruiken om “on bass” of deelakkoor-
den te spelen. (Zie blz. 61)
Full Keyboard
De Full Keyboard mode produceert passende automatische begelei-
ding bij alles wat u speelt, waar dan ook op het toetsenbord. (Zie blz. 61)
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
ACMP ON
Spelen met de Automatische Begeleiding
55
OPMERKING
OPMERKING
58
CVP-201
Wellicht wilt u een begeleidings mode (blz. 59) selecteren voordat u
begint te spelen. Als dat gebeurd is, kunt u de Automatische Begeleiding
als volgt starten:
Z Selecteer een stijl. ...........................................................................................
De Automatische Begeleiding Starten
Pianist stijlen
U kunt de PIANIST stijlen en Guitar
Waltz in de TRAD/WALTZ stijlgroep
alleen afspelen met gebruik van de Auto-
matische Begeleiding (blz. 49). Aange-
zien deze stijlen geen drumpartij bevat-
ten, moet u een akkoord ingeven, als u
de stijl start, om de begeleiding te horen.
Selecteer de gewenste stijl. (Zie blz. 49)
X Stel het tempo en het begeleidingsvolume in. .................
Gebruik de TEMPO knoppen om het tempo (blz. 25) en de [ACMP/
SONG VOLUME] schuif om het volume van de begeleiding in te stel-
len (blz. 23).
C Zet de Automatische Begeleiding aan. .....................................
De Automatische Begeleiding zal auto-
matisch aanspringen als u een stijl uit
de Pianist stijlgroep selecteert.
De Automatische Begeleiding kan ook
aangezet worden tijdens het afspelen
van songs, opgenomen op de CVP-
109/107/105/700/103/201.
Als u de Automatische Begeleiding
aanzet terwijl een song afspeelt, die is
opgenomen met de Automatische
Begeleiding, zal dat opgenomen spoor
stilvallen in ruil voor de begeleiding die
u nu speelt.
Druk op de [ACMP ON] knop.
leiding kunt starten met de Synchro Start functie (blz. 53). Ook geeft een
gidslampje de huidige positie van het splitpunt aan.
V Start de Automatische Begeleiding. ............................................
U kunt, terwijl u meespeelt met de
Automatische Begeleiding, ook stijl-
variaties en fill-ins selecteren, zoals
beschreven op blz. 51.
Druk nogmaals op de [ACMP ON]
knop om de Automatische Begeleiding
uit te zetten voordat u begint te spelen.
Begin te spelen met de Synchro Start functie, of start op een van de
andere manieren, beschreven op bladzijde 52 en 55.
Op de volgende bladzijden worden de methoden beschreven hoe u
akkoorden kunt ingeven.
De Automatische Begeleiding Stoppen
Gebruik een van de manieren, beschreven op blz. 55 om de stijl plus
begeleiding te stoppen.
Om de begeleiding uit te zetten, drukt u op de [ACMP ON] knop
waardoor het lampje uitgaat.
Spelen met de Automatische Begeleiding
Het [ACMP ON] lampje brandt.
Het [SYNCHRO] lampje brandt ook, om aan te geven dat u de bege-
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
ACMP ON
56
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
59
CVP-201
U kunt de begeleidings mode (waarmee u de methode om akkoorden in
te geven selecteert), het splitpunt en andere Automatische Begeleidings-
instellingen veranderen in de ACCOMPANIMENT MODE schermpagina.
Automatische Begeleidingsinstellingen Oproepen ....
Druk op [DIRECT ACCESS], daarna op [ACMP ON].
De Instellingen van de Automatische Begeleiding Veranderen
Een Accompaniment Mode Selecteren .......................
Accompaniment (Begeleidings) Mode
Instellingen: Zie volgende bladzijde.
Standaardinstelling: MULTI FINGER
Gebruik de FINGERING en knoppen om een accompaniment
(begeleidings) mode te selecteren.
De methode om akkoorden in te geven voor elke begeleidings mode
zullen hierna uitvoerig worden beschreven.
Het ACCOMPANIMENT MODE scherm verschijnt
Spelen met de Automatische Begeleiding
De geselecteerde begeleidings mode is geaccentueerd.
DIRECT ACCESS
ACMP ON
57
OPMERKING
60
CVP-201
Begeleidings Modes
Links in het scherm, onder het tempo,
verschijnen de namen van de akkoor-
den die u speelt.
Dezelfde begeleiding speelt gewoon
door (zelfs als u het akkoord loslaat),
totdat u het volgende akkoord speelt.
Single Finger Akkoorden
De volgende 4 akkoordtypes kunnen in de Single Finger mode gespeeld:
De onderstaande illustratie laat zien
welke toets bij welke grondtoon hoort.
• Majeur
Druk de grondtoon van het akkoord in.
• Mineur [m]
Druk de grondtoon van het akkoord tegelijk met een van de
daarvan linksgelegen zwarte toetsen in.
• Septime [7]
Druk de grondtoon van het akkoord tegelijk met een van de
daarvan linksgelegen witte toetsen in.
• Mineur Septime [m7]
Druk de grondtoon van het akkoord tegelijk met een van de
witte én een van de zwarte toetsen links daarvan, in (drie
toetsen tegelijk).
Twee-noots-vingerzettingen zullen een
akkoord produceren dat gebaseerd is
op het voorafgaand gespeelde akkoord.
Fingered 1
Speel een akkoord in het linkergedeelte van het toetsenbord (links en
inclusief het splitpunt), om de Automatische Begeleiding te besturen.
Speel de melodie (op het rechterdeel) met de begeleiding mee.
De automatische begeleiding zal soms
niet veranderen wanneer verwante
akkoorden elkaar opvolgen (b.v. een
mineur akkoord opgevolgd door een
mineur 7 akkoord).
Als de Clavinova het akkoord dat u
speelt niet kan herkennen, zal er een
sterretje “ * ” verschijnen in het scherm,
in plaats van de akkoordnaam.
Alleen-drums-begeleiding kan verkre-
gen worden door drie opeenvolgende
noten (b.v., C, C
#
, D) gelijktijdig te
spelen. Dit maakt het mogelijk dynami-
sche drum solo’s in te voegen in uw
muziek. In het scherm verschijnen dan
een serie streepjes (“- - -”).
Cm
C
7
Cm
7
C
Multi Finger
Met deze methode kunt u de Automatische Begeleiding zowel bestu-
ren met de Single Finger methode (zoals hierboven beschreven) als met
de Fingered 1 methode (hieronder beschreven). In dit geval is het echter
belangrijk om, in geval van mineur of mineur-7 akkoorden, de witte en/
of zwarte toets(en) te gebruiken, direct links van de grondtoon van het
akkoord.
Spelen met de Automatische Begeleiding
Single Finger
Door één, twee of drie toetsen in te drukken op het linkerdeel van het
toetsenbord (links van het splitpunt, incl. de toets bij het lampje), volgens
onderstaande regels, kunt u de Automatische Begeleiding besturen. Speel
de melodie (op het rechterdeel) met de begeleiding mee.
58
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
CDEFGAB
F# Ab Bb
(Gb)(G#)(A#)
C # Eb
(Db)(D#)
61
CVP-201
Akkoorden in de Fingered 1 mode
De onderstaande types akkoorden kunnen gespeeld worden in de Fingered 1
mode. Zie bladzijde 12 van de Referentie Handleiding voor een overzicht van
vingerzettingen waarin alle akkoorden in C worden afgebeeld.
Majeur
Sext [6]
Majeur septime [M7]
Majeur septime verminderde kwint [M7 (b5)]
Majeur overmatig undecime [M7 (#11)]
Toegevoegde none [add 9]
Majeur none [M7 (9)]
Sext met toegevoegde none [6 (9)]
Verminderde kwint [(b5)]
Vermeerderd [aug]
Septime vermeerderde kwint [7 (#5)]
Majeur septime vermeerderde kwint [M7 (#5)]
Mineur [m]
Mineur sext [m6]
Mineur septime [m7]
Mineur septime verminderde kwint [m7 (b5)]
Mineur none [m add 9
Mineur septime met toegevoegde none
[m7 (9)]
Mineur undecime [m7 (11)]
Mineur majeur verminderde kwint
[mM7 (b5)]
Mineur majeur septime [mM7]
Mineur majeur septime met toegevoegde
none [mM7 (9)]
Mineur verminderde kwint [m (b5)]
Verminderd septime [dim7]
Septime [7]
Septime met toegevoegde kwart [7sus4]
Septime met toegevoegd none [7 (9)]
Overmatig undecime [7 (#11)]
Tredecime [7 (13)]
Septime verminderde kwint [7 (b5)]
Verminderde none [7 (b9)]
Verminderde tredecime [7 (b13)]
Kleine none [7 (#9)]
Toegevoegde kwart [sus4]
Fingered 2
Speel akkoorden op het linkergedeelte van het toetsenbord, zoals voor
Fingered 1, om de Automatische Begeleiding te besturen. In deze mode
wordt de laagste noot die u speelt evenwel gebruikt als grondtoon, zoals
rechts staat afgebeeld.
Akkoorden in de Fingered 2 mode
De Clavinova zal dezelfde types akkoorden herkennen als hierboven
vermeld staan voor de Fingered 1 mode.
Alhoewel de Full Keyboard mode
ontworpen is voor vele soorten mu-
ziek, kan het voorkomen dat som-
mige arrangementen niet geschikt
zijn voor deze functie.
Akkoord-herkenning gebeurt bij elke
achtste tel. Extreem korte akkoorden
korter dan een achtste tel wor-
den soms niet herkend.
Onthoud
U kunt de Dual en Split modes tegelijk
met de Automatische Begeleiding
gebruiken.
Spelen met de Automatische Begeleiding
59
On-bass Akkoorden
Full Keyboard
Als de Full Keyboard mode is geselecteerd, zal de Clavinova automa-
tisch de passende begeleiding creëren, terwijl u speelt wat u maar wilt, met
beide handen, waar maar ook op het toetsenbord. U hoeft zich niet druk te
maken over het bepalen van de begeleidingsakkoorden. De naam van het
herkende akkoord zal in het scherm verschijnen.
C
C op E
C op G
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
62
CVP-201
De Synchro Stop Functie gebruiken ...........................................
De SYNCHRO STOP functie in het ACCOMPANIMENT MODE
scherm stopt automatisch de Automatische Begeleiding als u geen toet-
sen links van het splitpunt ingedrukt houdt.
Druk op de SYNCHRO STOP knop om de functie aan te zetten.
Deze functie kan alleen aangezet worden
als de Automatische Begeleiding aan
staat en de Full Keyboard mode niet
geselecteerd is.
De SYNCHRO STOP functie is geaccentueerd en het [SYNCHRO]
lampje brandt.
De Automatische Begeleiding start automatisch als u speelt op het
linkergedeelte van het toetsenbord, en stopt als u loslaat.
Dit is nuttig voor beginnende spelers die
moeite hebben om precies op tijd te
spelen. Het is ook gemakkelijk om een
begeleidingsonderbreking te creëren
tijdens het spel.
Druk nogmaals op SYNCHRO STOP om de functie uit te zetten.
Hulp bij akkoorden ...........................................................................................
De CHORD ASSIST functie in het ACCOMPANIMENT MODE
scherm gebruikt de gidslampjes bij de toetsen om u de passende vinger-
zettingen voor de akkoorden te tonen.
Chord Assistance
De Chord Assistance functie is in wezen
een elektronisch akkoordenboek dat u
laat zien welke vingerzettingen u moet
gebruiken voor akkoorden; het is gemak-
kelijk wanneer u snel wilt leren hoe u
bepaalde akkoorden moet spelen. Geef
in het scherm aan welk akkoord u wenst
en de vingerzettingen voor de Fingered 1
methode worden aangegeven door de
gidslampjes bij de toetsen.
Z Zet de Chord Assistance functie aan.
Als de [ACMP ON] knop uit is, zal hij
aangaan.
Als het splitpunt lager dan op F
#
2 staat
ingesteld, zal het automatisch op F
#
2
ingesteld worden.
Als de Chord Assistance aanstaat
zullen de gidslampjes geen splitpunt
aangeven, omdat de lampjes gebruikt
worden om de akkoordvingerzettingen
aan te geven
Druk op de CHORD ASSIST knop.
Het CHORD ASSIST scherm verschijnt en de begeleidings
mode verandert automatisch in Fingered 1
Spelen met de Automatische Begeleiding
60
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
63
CVP-201
X Start de Automatische Begeleiding.
Druk op [START/STOP] of gebruik de Synchro Start functie (blz.
53) om de automatische begeleiding te starten.
C Geef de grondtoon van het akkoord in.
Root functie
Instellingen: Zie rechterkolom blz. 60.
Gebruik de ROOT knop om een grondtoon te selecteren.
De ROOT functie is geaccentueerd en de grondtoon verandert.
Als u de ROOT knop ingedrukt houdt,
kan de INVERT instelling ook verande-
ren.
Als de ROOT functie geaccentueerd is, kunt u ook de data dial of de
[–] en [+] knoppen gebruiken om een grondtoon te selecteren.
Spelen met de Automatische Begeleiding
Als de TYPE functie is geaccentueerd kunt u ook de data dial of de
[–] en [+] knoppen gebruiken om een akkoordtype te selecteren.
De onderstaande akkoorden kunnen worden ingegeven in de display:
Majeur [Maj]
Mineur [m]
Septime [7]
Mineur septime [m7]
Mineur sept. vermind. kwint [m7 (b5)]
Sext [6]
Mineur sext [m6]
Majeur septime [seventh [M7]
Toegevoegde kwart [sus4]
Vermeerderd [aug]
Mineur verminderde kwint [m (b5)]
Septime met toegevoegde
kwart [7sus4]
Septime verminderde kwint [7 (#5)]
Vermeerderde septime [dim7]
Verminderde kwint [(b5)]
Septime verminderde kwint [7 (b5)]
Mineur majeur septime [mM7]
TYPE functie
Instellingen: Zie de lijst hier links.
Gebruik de TYPE en knoppen om een akkoordtype te selecteren.
De TYPE functie is geaccentueerd en het type verandert.
V Geef het akkoordtype in.
B Keer de vingerzetting om als u dit wenst.
Druk op INVERT om de vingerzetting op het toetsenbord te verande-
ren. Elke keer dat u de INVERT knop indrukt, zal de volgende moge-
lijke vingerzetting voor het akkoord verschijnen. De INVERT functie
laat het nummer van de omkering zien.
61
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
64
CVP-201
N Geef het akkoord in.
Elk akkoord herkend in de Fingered 1
mode kan ingegeven worden vanaf
het toetsenbord.
De naam van het door u op het toet-
senbord gespeelde akkoord verschijnt
links in het LCD scherm, onder het
tempo. U kunt dit dan vergelijken met
de ROOT en TYPE functies van de
Chord Assistance functie, om te con-
troleren of uw vingerzetting juist is.
Wanneer de grondtoon van het ge-
speelde akkoord overeenkomt met één
van de zwarte toetsen van het toetsen-
bord, dan kan de grondtoon als mol of
als kruis worden weergegeven; B
b
bijvoorbeeld kan ook worden weerge-
geven als A
#
(zie de rechterkolom op
blz. 60 voor details).
Een knipperend gidslampje geeft aan,
dat u die noot niet heeft aangeslagen.
De gidslampjes geven de vingerzetting aan voor het geselecteerde
akkoord. Op dit punt kunt u het akkoord op het toetsenbord naspelen
of de ENTER knop indrukken om de begeleiding te horen spelen.
Spelen met de Automatische Begeleiding
M Stop de Automatische Begeleiding.
Als u klaar bent met de Chord Assistance, druk dan op [START/
STOP] of [ENDING] om de begeleiding te stoppen.
< Zet de Chord Assistance uit.
Druk op [EXIT] of [ACMP ON] om de Chord Assistance uit te zetten.
Het hoofdscherm verschijnt. Als u op [ACMP ON] drukt, dan zal
de automatische begeleiding uitgaan.
SPLIT POINT functie
Instellingen: Elke toets op het toetsen-
bord.
Standaardinstelling: F
#
2
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het splitpunt te veranderen.
Druk tegelijk op de [–] en [+] knoppen om de standaardinstelling terug te
zetten.
Het splitpunt kan niet ingesteld worden
als de Full Keyboard mode is geselec-
teerd.
Verandert u het splitpunt hier, dan
geldt deze verandering ook automa-
tisch voor de Split Mode (zie blz. 39).
De geselecteerde toetsnaam wordt getoond door de SPLIT POINT
functie.
F 2
C3 C4 C5 C6 C7C2C1C0
Rechterdeel
Linkerdeel
Als de automatische begeleiding of de Split mode (blz. 36)
aanstaat zal het toetsenlampje dat overeenkomt met het geselecteerde
splitpunt branden.
Het Splitpunt Veranderen ..........................................................................
U kunt de SPLIT POINT functie in het ACCOMPANIMENT MODE
scherm gebruiken om het splitpunt in te stellen op elke gewenste toets-
positie. De toetsen links van (en inclusief) het splitpunt, besturen de ak-
koorden gespeeld door de automatische begeleiding in elke begelei-
dings-mode behalve Full Keyboard.
62
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
65
CVP-201
De Clavinova heeft vijf begeleidings parts: Rhythm, Bass, Chord,
Pad, en Phrase.
Het Volume van Elke Part Instellen
Het algemene begeleidingsvolume kan
worden ingesteld met de [ACMP/
SONG VOLUME] schuif.
Door de volumebalans tussen de
verschillende parts te veranderen, of
door het volume van sommige parts
op 0 te zetten, kunt u variaties creëren
op de standaard stijlbegeleiding.
Sommige stijlen bevatten niet alle vijf
begeleidings parts.
U kunt ook de waarde van de reverb,
die aan de begeleidings parts is toege-
voegd, instellen (zie blz. 43 voor de-
tails).
De volume instellingen voor de vijf parts, kunnen individueel worden
ingesteld in de MIXER schermpagina.
Part volume verhoudingen
Het volumeniveau van elke begelei-
dings part is afhankelijk van de
[ACMP/SONG VOLUME] instelling.
De [ACMP/SONG VOLUME] instelling
is afhankelijk van de [MASTER VO-
LUME] instelling.
Z Druk op de [MIXER] knop........................................................................
Het lampje brandt en de MIXER pagina verschijnt.
X Selecteer een part. ..........................................................................................
Druk op de LCD knop voor de part waarvan u het volume wilt instellen.
RHYTHM
Dit part vormt de basis van de begeleiding. De Rhythm part
speelt gewoonlijk alleen op een van de drum kits.
BASS
De Bass part gebruikt voices die bij de stijl passen, met inbegrip
van akoestische bas en synthesizer bas voices.
CHORD
De Chord part voorziet in ritmische akkoordbegeleiding voor
iedere stijl. U zult hierin instrumenten aantreffen zoals gitaar,
piano en andere begeleidingsinstrumenten
PAD
De Pad part speelt indien nodig aanhoudende akkoorden met
instrumenten zoals strijkers, orgels en zangkoren.
PHRASE
De Phrase part wordt gebruikt voor versieringen zoals spetteren-
de “uithalers” van blazers, gebroken akkoordlopertjes en andere
extra’s die een begeleiding interessanter kunnen maken.
De geselecteerde functie is geaccentueerd.
Spelen met de Automatische Begeleiding
63
MIXER
FUNCTION
OPMERKING
OPMERKING
66
CVP-201
Spelen met de Automatische Begeleiding
C Stel het volumeniveau in. ........................................................................
Part volumeniveaus
Bereik: 0 (min.) — 127 (max.)
Standaardinstelling: 110
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het volumeniveau
in te stellen. U kunt het niveau ook verhogen door de knop, die u heeft
gebruikt om de part te selecteren, ingedrukt te houden.
U kunt het volume van de geaccentueerde part op 0 zetten, door de
knop zeer kort in te drukken. Om de voorgaande waarde weer terug te
roepen, drukt u nogmaals op de knop.
Om het volume van de geaccentueerde parts op hun standaardwaarde
van 110 terug te zetten, drukt u tegelijk op de [–] en [+] knoppen.
V Herhaal stap Xen C....................................................................................
Herhaal de voorgaande stappen om het volume van de overige parts
in te stellen. (U kunt ook meerdere parts selecteren om hun volume in-
stellingen simultaan in te stellen.)
B Verlaat het MIXER scherm......................................................................
Druk opnieuw op de [MIXER] knop, of druk op [EXIT] om de func-
tie te verlaten.
Het lampje gaat uit en het hoofdscherm verschijnt.
64
MIXER
FUNCTION
EXIT
OPMERKING
67
CVP-201
De Clavinova heeft nog veel meer mogelijkheden en functies die het
gebruik van de Automatische Begeleiding nog makkelijker en plezie-
riger maken. Met deze functies kunt u heel eenvoudig paneelinstel-
lingen selecteren, die bij een bepaalde muziekstijl passen, zodat er een
harmonieus geheel ontstaat met uw eigen melodielijn.
Andere Functies van de Automatische Begeleiding
De ingebouwde Muziek Database van de Clavinova, biedt u de moge-
lijkheid om eenvoudig een stijl, voice en effectinstellingen te selecteren die
bij een specifieke muziekstijl passen. Selecteer gewoon een van de 463
keuzemogelijkheden in de Muziek Database; de Clavinova doet de rest!
Raadpleeg blz. 11 van de Referentie Handleiding voor een lijst van alle
instellingen waaruit de Muziek Database is opgebouwd.
Z Roep de Muziek Database op. ............................................................
Muziek Database
Als u de Muziek Database oproept, zal
de Clavinova automatisch een paneel-
instelling oproepen die de huidige stijl
gebruikt. (De naam van deze instelling
is geaccentueerd in het Music Data-
base scherm.) Als u deze geselec-
teerde instelling wilt gebruiken, kunt u
eenvoudig doorgaan naar stap 4 van
de procedure.
De Automatische Begeleiding gaat ook
vanzelf aan als u de Muziek Database
activeert. Als u de Muziek Database
activeert als u de stijl nog niet heeft
gestart, gaat de Synchro Start functie
(blz. 53) ook vanzelf aan.
Druk op de [MUSIC DATABASE] knop.
Het lampje brandt, en het MUSIC DATABASE scherm verschijnt.
Het MUSIC DATABASE scherm bevat een lijst met paneelinstellingen
die u kunt sorteren op stijl of alfabetisch. De naam van de stijl, die door de
geaccentueerde setup wordt gebruikt, staat in de rechterbovenhoek van het
scherm.
65
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FIL L
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
MUSIC
DATABASE
HARMONY
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
MUSIC
DATABASE
HARMONY
Geaccentu-
eerde setup
Stijlnaam
OPMERKING
68
CVP-201
Andere Functies van de Automatische Begeleiding
X Sorteer de lijst, indien nodig. ..............................................................
Druk gewoon op de corresponderende
STYLE knop om de paneelinstellingen
van een specifieke stijlgroep op te roe-
pen. Het menu wordt automatisch gesor-
teerd op stijl en een paneelinstelling die
de gangbare geselecteerde stijl gebruikt
in de gekozen groep, wordt geaccentu-
eerd.
Druk op de SORT knop om de geaccentueerde instelling te wisselen
tussen STYLE en A–Z.
C Selecteer en roep een paneelinstelling op. ..........................
De Harmony functie zal niet worden aan-
gezet als de Full Keyboard mode gese-
lecteerd is, zelfs niet als de geselecteer-
de Muziek Database instelling “Harmony
On” bevat.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de gewenste paneel-
instelling in de Muziek Database lijst te accentueren, druk dan op de SET
knop om de geaccentueerde instelling te activeren.
De stijl, voice, en effectinstellingen veranderen automatisch.
Als u eenmaal een paneelinstelling van de Muziek Database heeft
geselecteerd, kunt u de stijl, voice en effectinstellingen veranderen om
deze aan uw eigen voorkeur aan te passen. U kunt ook de Registratie-
functie (blz. 89) gebruiken om deze paneelinstellingen in het geheugen
van de Clavinova op te slaan.
V Keer terug naar het hoofdscherm. ................................................
Druk op [EXIT] om het Music Database menuscherm te verlaten.
Het voorgaande scherm verschijnt.
Als STYLE geaccentueerd is, wordt de menu lijst op stijl gesorteerd
en een paneelinstelling die de op dat moment geselecteerde stijl ge-
bruikt, is geaccentueerd.
Als A–Z geaccentueerd is wordt het menu gesorteerd op alfabetische
volgorde.
B Zet de Muziek Database af. ....................................................................
Druk nogmaals op de [MUSIC DATABASE] knop als u de Muziek
Database instelling niet meer nodig heeft.
Het [MUSIC DATABASE] lampje gaat uit en de paneelinstellingen
die u in gebruik had voordat u de Muziek Database raadpleegde
worden weer teruggezet.
66
OPMERKING
OPMERKING
69
CVP-201
Harmony
Deze mogelijkheid voegt harmony of “versierde” noten toe aan de
melodie die u speelt met gebruik van de hoofd voice op het rechterge-
deelte van het toetsenbord. De harmony noten worden automatisch ge-
produceerd op basis van de akkoorden die gespeeld worden door de Au-
tomatische Begeleiding.
Harmony toevoegen ........................................................................................
Omdat de Harmony functie onder het spelen aan- en uitgezet kan
worden, kunt u uw spel heel professioneel laten klinken door harmony
toe te voegen aan bepaalde frases, terwijl u speelt.
De Harmony functie kan niet aangezet
worden als Full Keyboard is geselec-
teerd als begeleidings mode (blz. 59).
De Harmony functie kan gebruikt
worden terwijl u de intro of ending
speelt en bij uitzondering ook terwijl de
Automatische Begeleiding uitstaat,
mits een van de volgende harmony
types (blz. 70) geselecteerd zijn:
Octave, 1+5, Echo, Tremolo, of Trill.
Druk op de [HARMONY] knop.
Het lampje brandt.
X Bespeel het toetsenbord.
Bespeel het toetsenbord samen met de Automatische Begeleiding.
Bij sommige Harmony types zal de
voice die gebruikt wordt voor de Har-
mony verschillend zijn van de op dat
moment geselecteerde hoofd voice.
Als akkoorden gespeeld worden in het
rechterdeel van het toetsenbord, zal de
harmony worden toegevoegd aan de
laatstgespeelde noot.
C Zet de Harmony functie uit.
Pedaal Gebruiken
Als u de LEFT PEDAL functie op
HARMONY (blz. 138) instelt, zal de
harmony alleen hoorbaar zijn als het
linkerpedaal ingedrukt is.
Als u het linkerpedaal gebruikt om de
harmony te besturen, zal dat pedaal
niet werken als de Harmony functie
uitstaat (d.w.z., als het [HARMONY]
lampje niet brandt).
Druk nogmaals op de [HARMONY] knop.
Het lampje gaat uit.
De Harmony Instellingen Oproepen ..............................................
U kunt het harmony type, het volume ervan, de harmony voice en andere
harmony instellingen veranderen in de HARMONY schermpagina.
Om de HARMONY pagina op te roepen, druk eerst op [DIRECT AC-
CESS], vervolgens op [HARMONY].
Het HARMONY scherm verschijnt.
Andere Functies van de Automatische Begeleiding
67
MUSIC
DATABASE
HARMONY
DIRECT ACCESS
MUSIC
DATABASE
HARMONY
Z Zet de Harmony functie aan.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
70
CVP-201
Een Harmony Type Selecteren .............................................................
U kunt het type van de harmony die gespeeld wordt, veranderen door de
TYPE functie in het HARMONY scherm te gebruiken.
TYPE functie
Instellingen: Zie tabel op deze blz.
Standaardinstelling: Afhankelijk van
de hoofd voice.
Gebruik de TYPE en knoppen om een harmony type te selecteren, of
selecteer de TYPE functie en gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen.
Sommige harmony types (aangegeven
met een “
” in de kolom ‘Snelheid’ van
de tabel hier links), hebben een snel-
heidsinstelling die ingesteld kan wor-
den. Zie het volgende onderwerp voor
details.
Andere Functies van de Automatische Begeleiding
68
Type Snelheid
Duet
Trio
Block
4 Part
Country
Octave
1+5
Echo
Tremolo
Trill
Strumming
Add Jazz Gtr
Add Brass
Add Strings
In The Forest
Harmony Types
Het geselecteerde harmony type is geaccentueerd.
Druk op de TYPE en knoppen of tegelijk op de [–] en [+] knop-
pen om de standaardinstelling voor de momenteel geselecteerde hoofd
voice terug te zetten.
Aangezien de standaardinstelling van de TYPE functie afhangt van de
momenteel geselecteerde hoofd voice, kan er automatisch een ander
harmony type geselecteerd worden als u de main voice selectie veran-
dert.
OPMERKING
OPMERKING
71
CVP-201
De Snelheid van de Harmony Veranderen...............................
U kunt de snelheid van harmony noten gespeeld door de Echo,
Tremolo, en Trill harmony types veranderen door de SPEED functie
in het HARMONY scherm te gebruiken.
SPEED functie
Instellingen: 4, 6, 8, 12 (Echo)
8, 12, 16, 32 (Tremolo)
12, 16, 24, 32 (Trill)
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
hoofd voice.
Z Selecteer de SPEED functie.
Druk op de LCD knop onder de SPEED functie.
De SPEED functie is geaccentueerd.
X Verander de SPEED instelling.
Gebruik de SPEED knop, de data dial, of de [–] en [+] knoppen om
de waarde van de SPEED functie te veranderen.
Het Volume van de Harmony Veranderen................................
U kunt het volume van de harmony noten veranderen door de VO-
LUME functie in het HARMONY scherm te gebruiken.
VOLUME functie
Instellingen: 0 (min.) — 127 (max.)
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
hoofd voice.
Z Selecteer de VOLUME functie.
Druk op een van de LCD knoppen onder de VOLUME functie.
De VOLUME functie is geaccentueerd.
X Verander de VOLUME instelling.
Gebruik de VOLUME en knoppen, de data dial, of de [–] en [+]
knoppen om de waarde van de VOLUME functie te veranderen.
Druk op de VOLUME en knoppen of tegelijk op de [–] en [+]
knoppen om de standaardinstelling van de VOLUME functie terug te
zetten.
Andere Functies van de Automatische Begeleiding
69
OPMERKING
OPMERKING
72
CVP-201
One Touch Setting (lett. Eén-Knops-Instelling)
Andere Functies van de Automatische Begeleiding
De handige One Touch Setting functie van de Clavinova maakt het u
heel gemakkelijk om voices en effecten te selecteren die geschikt zijn
voor de stijl die u speelt. Elke stijl heeft vier voorgeprogrammeerde
paneelinstellingen die u kunt selecteren door één enkele knop in te druk-
ken.
Raadpleeg blz. 11 van de Referentie Handleiding voor een lijst van de
One Touch Setting parameters.
De One Touch Setting functie kan niet
gebruikt worden met stijlen in de [DISK/
CUSTOM] groep.
Z Selecteer een stijl. ...........................................................................................
Selecteer de gewenst stijl op de normale manier (zie blz. 49).
X Zorg dat de ONE TOUCH SETTING functie aanstaat.
Druk, indien nodig op de [ONE TOUCH SETTING] knop.
Het [ONE TOUCH SETTING] knoplampje brandt.
C Selecteer een paneelinstelling. .........................................................
Als u een paneelinstelling selecteert,
zal de Automatische Begeleiding auto-
matisch aangaan. Als u een paneel-
instelling selecteert voordat u de stijl
start, zal de Synchro Start functie (blz.
53) ook automatisch aangaan.
De Harmony functie zal niet aangaan
als de Full Keyboard mode is geselec-
teerd, zelfs niet als de geselecteerde
One Touch Setting instelling “Harmony
On” bevat.
De voorgeprogrammeerde paneel-
instellingen van de Clavinova kunnen
worden bewaard in een Registratie-
geheugen waardoor deze gemakkelijk
kunnen worden opgeroepen. Registreer
met de REGISTRATION functie de
fabrieksinstellingen (de voorgeprogram-
meerde instellingen die aanwezig zijn op
het moment dat de Clavinova voor de
eerste keer wordt aangezet) op [REGIST
A-1] (zie blz. 89). Als u hierna [A-1] se-
lecteert, zullen alle paneelinstellingen
terugkeren naar hun fabrieksinstellingen.
Druk op een van de vier genummerde knoppen onder de REGIS-
TRATION/ONE TOUCH SETTING.
De voice en effectinstellingen veranderen automatisch.
Als u eenmaal een paneelinstelling heeft geselecteerd met de One
Touch Setting functie, kunt u de voice en effectinstellingen veranderen
om die aan uw eigen wensen aan te passen. U kunt ook de Registratie-
functie (blz. 89) gebruiken om deze paneelinstelling op te slaan in het
geheugen van de Clavinova.
70
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
73
CVP-201
U kunt met de Clavinova uw eigen custom begeleidingsstijlen
creëren, die u ten alle tijde kunt oproepen en gebruiken, net als
de fabrieksstijlen. Het geheugen van de Clavinova biedt plaats
aan vier custom stijlen tegelijk en u kunt zoveel stijlen als u wilt
opslaan op diskettes, voor later gebruik.
Uw Eigen Stijlen Creëren
Een Custom Stijl Opnemen
Gebruik de volgende procedure om uw eigen custom stijlen op te
nemen.
ZSelecteer de DISK/CUSTOM stijlgroep. .....................................
Eén tijdelijke stijl (genaamd TEMP.
STYLE) wordt automatisch geladen in
het DISK/CUSTOM stijlgeheugen als
het instrument wordt aangezet.
Als u andere stijl data heeft geladen
(zie blz. 87), kunt u iedere stijl van het
DISK/CUSTOM STYLE menu selecte-
ren als basis voor uw nieuwe custom
stijl.
Druk op de [DISK/CUSTOM] knop.
Het lampje brandt en het DISK/CUSTOM STYLE scherm
verschijnt.
XSelecteer de CUSTOM STYLE functie............................................
Druk op de CUSTOM STYLE knop.
71
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
OPMERKING
74
CVP-201
Uw Eigen Stijlen Creëren
C Selecteer een bronstijl. ..............................................................................
Selecteer een fabrieksstijl die veel lijkt op de stijl die u wilt creëren.
Het selecteren gebeurt op de normale manier (blz. 49).
U kunt ook de reeds in het DISK/CUSTOM STYLE scherm geselec-
teerde stijl gebruiken als basis voor uw nieuwe stijl, of hiervoor een andere
DISK/CUSTOM stijl selecteren, op dezelfde manier als de fabrieksstijl.
B Verander de maatsoort en het aantal maten. .....................
Als u een stijl wilt creëren met een andere maatsoort dan de geselec-
teerde stijl, of het aantal maten wilt veranderen in de geselecteerde sec-
tie, druk dan op de PAGE [>] knop.
V Selecteer de sectie die u wilt opnemen. ..................................
In het CUSTOM STYLE scherm wor-
den de variaties en patterns die samen
een stijl vormen secties genoemd.
Een custom stijl bevat maar één intro,
één fill-in en één ending sectie.
De intro, fill-in en ending secties van
een custom stijl zijn gebaseerd op de
corresponderende patterns voor de
stijlvariaties (MAIN A, MAIN B, MAIN
C, of MAIN D) die geselecteerd waren
op het moment dat u de CUSTOM
STYLE knop indrukte (blz. 73).
Op pagina 1 van het CUSTOM STYLE scherm, drukt u herhaaldelijk
op de SECT. knop, totdat het gedeelte verschijnt dat u wilt opnemen:
MAIN A, MAIN B, MAIN C, MAIN D, INTRO, FILL IN, of ENDING.
De SECT. functie is geaccentueerd en elke sectie verschijnt op zijn
beurt. De Clavinova speelt de geselecteerde sectie steeds opnieuw.
Pagina 2 van het CUSTOM STYLE scherm verschijnt.
72
De mededeling Select a source style verschijnt een paar
seconden en wordt daarna vervangen door pagina 1 van het
CUSTOM STYLE scherm. De stijl die geselecteerd is in het DISK/
CUSTOM STYLE scherm begint te spelen.
OPMERKING
75
CVP-201
BEAT functie
Instellingen 2, 3, 4, 5
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
stijl.
Druk op de BEAT knop om een andere maatsoort te selecteren.
De vraag: Clear style? verschijnt.
“Clear style?”
Omdat, als u de maatsoort veran-
dert, de patterns van de geselec-
teerde stijl niet meer bij de nieu-
we maatsoort passen, moet u de
stijl volledig wissen en helemaal
opnieuw beginnen met opnemen.
Druk op OK om de stijl te wissen, of op CANCEL om te annuleren.
Als de stijl gewist is, kunt u de BEAT knop, de data dial, of de [–]
en [+] knoppen gebruiken om een nieuwe maatsoort te
selecteren.
Uw Eigen Stijlen Creëren
De maatsoort (beat) veranderen:
73
Het aantal maten veranderen:
MEAS. functie
Instellingen: 1 8
Standaardinstelling: Afhankelijk van de
stijl.
“Clear section?”
Als u het aantal maten verandert, moet
u alle parts van de momenteel gese-
lecteerde sectie wissen en helemaal
opnieuw beginnen met opnemen.
De vraag: Clear section? verschijnt
niet als u de sectie al heeft gewist,
terwijl u de maatsoort veranderde,
zoals hierboven wordt beschreven.
Druk op OK om de sectie te wissen, of op CANCEL om te annu-
leren. Als de stijl gewist is, kunt u de MEAS. knop, de data dial,
of de [–] en [+] knoppen gebruiken om het aantal maten te
veranderen.
Als u hiermee klaar bent:
Als de BEAT en/of MEAS. parameters op de gewenste wijze zijn
ingesteld, druk dan op de PAGE [<] knop om terug te keren naar pa-
gina 1 van het CUSTOM STYLE scherm.
Druk op de MEAS. knop om het aantal maten in de huidige sectie te
veranderen.
De vraag: Clear section? verschijnt.
De lengte van de FILL IN sectie kan
alleen op één maat ingesteld worden.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
76
CVP-201
Het part nummer is geaccentueerd. Als u een andere part dan R1
of R2 heeft geselecteerd, verschijnt de vraag: Clear part?
Het R1 part is reeds geselecteerd en
klaargezet voor opname.
Elke part die u selecteert, kan opgenomen worden door de meest
rechtse LCD knop te gebruiken, om REC te selecteren, nadat u de part
geselecteerd heeft.
R1 Rhythm 1
R2 Rhythm 2
Bs Bass
C1 Chord 1
C2 Chord 2
Pd Pad
P1 Phrase 1
P2 Phrase 2
Opname part
Er kan maar één part tegelijk op op-
name worden ingesteld.
Alle andere parts zullen op PLAY
gezet worden (het part nummer wordt
in een vierkant weergegeven), of op
OFF (alleen het part nummer wordt
weergegeven).
Part zonder dataAfspeel part
OFF
“Clear part?”
Als de bronstijl een voorgeprogram-
meerde stijl is, of een stijl die is gela-
den van een los verkrijgbare Style File
diskette, moeten de parts eerst gewist
worden, voordat u ermee kunt opne-
men (geldt niet voor part R1 en R2).
De vraag: Clear part? verschijnt niet
als de geselecteerde part geen data
bevat.
Druk op OK om de part te wissen en door te gaan, of op
CANCEL om te annuleren.
De voorgeprogrammeerde voice voor de
part die opgenomen wordt is reeds gese-
lecteerd.
Op dit punt kunt u ook de voice selecteren waarmee u de part wilt
opnemen. Selecteer de voice op dezelfde manier als de hoofd voice van
het toetsenbord (zie blz. 29).
Part Voices die gebruikt kunnen worden
R1 Elke drum of SFX kit in de PERCUSSION groep
R2 Elke
Others Elke behalve een drum kit of SFX kit
Uw Eigen Stijlen Creëren
74
N Selecteer de part die u wilt opnemen. .......................................
Gebruik de PART LCD knop, de data dial, of de [–] en [+] knoppen
om de part te selecteren die u wilt opnemen.
M Selecteer de voice voor de part. .......................................................
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
77
CVP-201
< Neem de geselecteerde part op. ...............................................
Het afspelen van de custom stijl kan
gestart en gestopt worden door op de
[START/STOP] knop te drukken. (Data
kan niet opgenomen worden als het
afspelen is gestopt.)
Alle noten stoppen automatisch aan
het einde van de pattern (d.w.z., op het
punt waar de herhaling begint tijdens
het opnemen). Het is daarom niet aan
te raden om voorbij dit punt op te
nemen.
U kunt nu nieuwe noten in de geselecteerde part opnemen door, in de
maat, op het toetsenbord te spelen. Neem non-percussie parts in C majeur
septime (CM7) op, omdat de custom stijl wordt opgenomen als een C majeur
septime pattern.
Als u een totaal nieuwe part van het begin af wilt creëren, moet u op de
CLEAR LCD knop drukken om de geselecteerde part te wissen voordat u
met opnemen begint. Als beide (R1 en R2) parts zijn gewist, zal de metro-
noom klinken om de timing aan te geven. (Het metronoomgeluid wordt niet
opgenomen en stopt als de custom stijl is opgeslagen.)
Uw Eigen Stijlen Creëren
75
Wanneer u een drum kit voice in part R1 of R2 opneemt, kunt u één enkel
druminstrument van de part wissen door de toets, corresponderend met het instru-
ment dat gewist moet worden, in te drukken, terwijl u tegelijkertijd de C1 toets op
het toetsenbord ingedrukt houdt. (De C1 toets heeft de functie: “CANCEL.”) Het
tikken van de metronoom kan op deze manier ook gewist worden.
Een ander handig hulpmiddel tijdens opnames is de SOLO LCD knop: als
deze knop ingedrukt en geaccentueerd wordt, zal alleen de geselecteerde part
klinken. Druk nogmaals op de SOLO knop om de solo functie uit te zetten en alle
parts in de geselecteerde sectie weer te kunnen horen.
OPMERKING
78
CVP-201
?Herhaal dit totdat de custom stijl compleet is...................
> Quantize de opgenomen part, indien noodzakelijk. ...
U kunt de timing van een opgenomen part “strakker” maken door de
PART QUANTIZE functies, in pagina 2 van het CUSTOM STYLE
scherm, te gebruiken om alle noten aan de specifieke maatsoort aan te
passen. Druk op de PAGE [>] knop om de functie op te roepen en druk
vervolgens op de middelste LCD knop om de quantize maat te selecte-
ren:
Wanneer de gewenste quantize grootte geselecteerd is, drukt u op de
START LCD knop om de huidige part te quantizeren. De part begint te
spelen in de nieuwe timing en de START knop verandert in UNDO, waar-
mee u de quantize handeling ongedaan zou kunnen maken en terug kunt
keren naar de data van vóór de quantize handeling, als de resultaten niet
aan uw verwachtingen voldoen. U kunt de UNDO functie niet meer ge-
bruiken nadat u een andere knop heeft ingedrukt.
Er is geen MIXER scherm beschikbaar
tijdens opname van de custom stijl.
Herhaal stap 4 tot en met 9 om andere parts van de huidig geselec-
teerde sectie op te nemen.
Herhaal stap 4 tot en met 10 om andere secties op te nemen, totdat
alle secties opgenomen zijn.
[ Geef een naam aan de custom stijl. .............................................
Als uw custom stijl compleet is, kunt u de met de PAGE knoppen
pagina 3 van het CUSTOM STYLE scherm selecteren, druk vervolgens
op de STYLE NAME LCD knop om de NAME pagina op te roepen.
Uw Eigen Stijlen Creëren
3
3
3
32ste noten
16de triolen
16de noten
8ste triolen
8ste noten
kwart-noot triolen
kwartnoten
76
OPMERKING
79
CVP-201
Gebruik de > LCD knop om de cursor onder het te veranderen teken
te zetten (stijlnamen kunnen maximaal uit 12 tekens bestaan). Gebruik
de data dial en/of de [–] en [+] knoppen om het teken dat u wilt ingeven
te selecteren in de reeks midden in het scherm, druk vervolgens op de
CH.SET LCD knop om het teken op de cursorpositie te plaatsen. Herhaal
deze procedure totdat de registratienaam compleet is. De BACK LCD
knop kan gebruikt worden om één plaats terug te gaan, naar het vorige
teken.
Als de naam compleet is, drukt u op OK om de naam van de huidige
custom stijl op te slaan, of op CANCEL om te annuleren.
Uw Eigen Stijlen Creëren
77
Sla de custom stijl op..................................................................................
Het tempo dat is ingesteld op het mo-
ment dat de stijl wordt opgeslagen, wordt
het preset tempo van die stijl.
Druk op de STORE LCD knop in pagina 3 van het CUSTOM STYLE
scherm om de huidige custom stijl in het interne geheugen van de Cla-
vinova op te slaan.
Er verschijnt een mededeling waarin u om bevestiging gevraagd
wordt voor het opslaan van de stijl.
Gebruik de MEMORY NO. en knoppen, de data dial, of de
[–] en [+] knoppen om het geheugennummer te selecteren (1 - 4)
waarin u de custom stijl wilt opslaan, druk vervolgens op OK om
op te slaan of op CANCEL om te annuleren.
Als het geselecteerde geheugennummer
reeds een stijl bevat, verschijnt de stijl-
naam naast het geheugennummer. De
bestaande stijl wordt vervangen door de
nieuwe stijl.
OPMERKING
OPMERKING
80
CVP-201
In aanvulling op de basisfuncties voor het opnemen van een custom
stijl, zoals hierboven beschreven, bevat het CUSTOM STYLE scherm
nog meer functies die u handig zult vinden bij het creëren van custom
stijlen.
RECALL SECTION functie .........................................................................
Deze functie maakt het mogelijk om de laatst opgeslagen versie van
de momenteel geselecteerde sectie terug te roepen (dit geldt voor alle
parts van die sectie). Druk gewoon op de RECALL SECTION LCD knop
in pagina 2 van het CUSTOM STYLE scherm. Als de Clavinova niet in
staat is om de voorgaande versie terug te roepen (b.v., nadat de maatsoort
veranderd is) verschijnt de mededeling: “Can’t recall!”. Als dit ge-
beurt, druk dan op OK om terug te keren naar het vorige scherm.
Verlaat de functie als u klaar bent. ................................................
Druk op de [EXIT] knop om het CUSTOM STYLE scherm te verla-
ten en terug te keren naar het hoofdscherm.
Andere Custom Stijl Functies
STYLE CLEAR functie.....................................................................................
Druk op de STYLE CLEAR LCD knop in pagina 3 van het CUSTOM
STYLE scherm om de huidige custom stijl volledig te wissen. De vraag:
Are you sure?” verschijnt. Druk op YES om de stijl te wissen, of op
NO om de opdracht te annuleren.
Vergeet Niet uw Data Op te Slaan!
Custom stijl data blijft niet in het geheugen als de stroom wordt
uitgeschakeld, dus zorg ervoor dat u uw custom stijl opslaat voordat u de
stroom uitschakelt (zie blz. 82).
EXIT
78
Uw Eigen Stylen Creëren
81
CVP-201
Volume en Effecten.........................................................................................
Pagina 4 van het CUSTOM STYLE scherm bevat verschillende func-
ties waarmee u het volume, reverb, chorus type en depth, en pan voor
elke part kunt instellen voor elke custom stijlsectie.
Z Selecteer sectie en part.
Gebruik de SECT. functie om een sectie te selecteren (of selecteer
ALL voor alle secties) en de PART functie om een part te selecteren
(of selecteer ALL voor alle parts).
X Selecteer de parameter die u wilt instellen.
De derde LCD knop selecteert de parameter die u wilt instellen voor
de huidige sectie en part. Kies uit VOLUME, REVERB, CHORUS, of
PAN.
C Selecteer het chorus type.
Als u CHORUS heeft geselecteerd in stap 2, dan staat nu de TYPE func-
tie boven de vierde LCD knop. Gebruik deze functie om het chorus type
te selecteren die u wilt gebruiken voor de huidige sectie en part.
Chorus Type Lijst
CHORUS 1
CHORUS 2
CHORUS 3
CELESTE 1
CELESTE 2
CELESTE 3
FLANGER 1
FLANGER 2
OFF
79
Uw Eigen Stijlen Creëren
82
CVP-201
VStel de waarde of de depth in van de geselecteerde parameter.
Het reverb type dat wordt gebruikt voor
de custom stijl wordt bepaald door de
stijl die geselecteerd werd als basis
voor het creëren van de custom stijl.
Normaalgesproken zijn de VALUE en
chorus TYPE instellingen van de ge-
programmeerde stijl al geselecteerd.
Wanneer de PART functie op ALL
staat, worden de geprogrammeerde
waarden voor part R1 weergegeven.
Als de SECTION functie op ALL staat,
worden de geprogrammeerde waarden
voor MAIN A weergegeven.
Het woord OTHERS kan verschijnen
als chorus type als de geprogram-
meerde stijl een ander chorus type
gebruikt dan die in de lijst staan. De
instelling: OTHERS kan niet meer
geselecteerd worden nadat u een
ander chorus type heeft geselecteerd.
De VALUE (of DEPTH) functie, boven de meest rechtse LCD knop,
regelt de hoeveelheid of depth van de in stap 2 geselecteerde parameter.
Wanneer VOLUME is geselecteerd, is de SECTION instelling vastge-
steld op ALL en het VALUE bereik is van –50 tot +50 (deze waarde
is gerelateerd aan het voorgeprogrammeerde volume van de bron-
stijl). Als de REVERB of CHORUS parameter is geselecteerd, kan de
DEPTH worden ingesteld van 0 tot 127. Als PAN is geselecteerd,
kan de VALUE functie worden ingesteld van L10 (helemaal links) tot
C (midden) tot R10 (helemaal rechts).
B Herhaal indien nodig.
Herhaal de voorgaande stappen om andere parameters in te stellen
voor elke part en sectie in de custom stijl.
Stijlen op Diskette Opslaan ...................................................................
Met behulp van pagina 5 van het CUSTOM STYLE scherm kunt u
custom stijlen op diskette opslaan. U kunt ze per stuk opslaan, of in een
complete set van maximaal vier stijlen.
Nadat u een correct geformatteerde diskette (blz. 111) in de disk drive
van de Clavinova heeft gedaan, gebruikt u de MEMORY NO. en
knoppen om de custom stijl te selecteren, die u op diskette wilt opslaan,
of selecteer ALL om een complete set van maximaal vier custom stijlen
op te slaan. Als dit gebeurd is, drukt u op de SAVE LCD knop om met
het opslaan te beginnen. Op dit moment verschijnt het SAVE scherm.
Geef een naam in voor de stijl file. De procedure hiervoor is dezelfde
als die gebruikt werd om een naam voor een custom stijl in te geven (blz.
140). Druk op SAVE als de naam is ingegeven. Als er al een file met
dezelfde naam bestaat, verschijnt de mededeling: “Same name!
Overwrite?”. Druk op OK om de bestaande file te vervangen, of op
CANCEL om de handeling te annuleren.
80
Uw Eigen Stijlen Creëren
OPMERKING
83
CVP-201
Custom stijlen moeten, voordat ze kunnen worden opgeslagen op een
diskette, eerst in het interne geheugen van de Clavinova opgeslagen wor-
den. Als een custom stijl nog niet is opgeslagen en u de stijl op een dis-
kette probeert op te slaan, verschijnt de mededeling: “Store in me-
mory before saving to disk”. Als dit gebeurt, moet u op OK
drukken om terug te keren naar pagina 5 van het CUSTOM STYLE
scherm. Sla de custom stijl op (zie stap 12 op blz. 79), en probeer het
daarna opnieuw.
Stijl Files Wissen ...............................................................................................
Stijl files kunnen ook weer van een diskette gewist worden d.m.v. de
DELETE functie in pagina 5 van het CUSTOM STYLE scherm.
Na het inleggen van een diskette waar stijl files op staan, drukt u op
de DELETE LCD knop. Gebruik de FILE en knoppen om de stijl
file te selecteren die u van de diskette wilt verwijderen. De vraag: “Are
you sure?” verschijnt. Druk op YES om de stijl te wissen, of op NO
om te annuleren.
De Custom Stijl Mode Verlaten ....................................
Druk op de [EXIT] knop om de Custom Stijl mode te verlaten en
terug te keren naar het hoofdscherm.
De op diskette bewaarde stijl files kunnen
geladen worden met de ALL LOAD en
SINGLE LOAD functies, zoals beschre-
ven staat in het gedeelte Stijl Files La-
den (blz. 86).
81
Uw Eigen Stijlen Creëren
OPMERKING
84
CVP-201
Uw eenmaal gecreëerde custom stijlen kunnen geselecteerd worden
om ze af te spelen, door op de [DISK/CUSTOM] knop te drukken, ver-
volgens gebruikt u de STYLE en LCD knoppen, de data dial, of de
[–] en [+] knoppen om de custom stijl te selecteren die u wilt afspelen.
De geselecteerde stijl kan worden gebruikt op exact dezelfde manier als
de voorgeprogrammeerde stijlen (blz. 51).
Uw Custom Stijlen Afspelen
Aangezien er maar één intro, één fill-in
en één ending pattern opgenomen kan
worden voor elke custom stijl, zijn er
tijdens het afspelen ook geen intro, fill-in
of ending variaties beschikbaar.
De volgende mededelingen kunnen verschijnen tijdens het creëren en
opslaan van een stijl in de Custom Stijl mode.
Geheugen Vol Tijdens Opname ........................................................
Deze mededeling verschijnt als het geheugen vol raakt tijdens op-
name of bewerking.
Mededelingen in de Custom Stijl Mode
Druk op OK om terug te keren naar het CUSTOM STYLE scherm,
vereenvoudig vervolgens de stijl door b.v. een part te wissen, etc.
Onvoldoende Geheugen om Op Te Slaan .............................
Deze mededeling verschijnt als er niet genoeg geheugenruimte be-
schikbaar is om het opslaan uit te kunnen voeren.
In dit geval zal het nodig zijn om hetzij een stijl te wissen die u niet
nodig heeft, of de stijl die u opneemt te vereenvoudigen. Druk op
CANCEL om terug te keren naar het CUSTOM STYLE scherm en ver-
eenvoudig de huidige stijl (door een part te wissen, etc.), of gebruik de
DELETE functie om één of meer stijlen te wissen.
Als u de DELETE functie selecteert, verschijnt de mededeling: “Se-
lect style to delete”.
De hoeveelheid geheugen die door elke
stijl gebruikt wordt, wordt naast de stijl-
naam weergegeven (in kilobytes, bij
benadering). Aan de hand van dit gege-
ven kunt u afleiden hoeveel geheugen
(van het totaal van 100 KB) er vrijkomt
als de betreffende stijl gewist wordt.
82
Creating Your Own Styles
OPMERKING
OPMERKING
85
CVP-201
Gebruik de MEMORY NO. en knoppen om de stijl te selecte-
ren die u wilt wissen, druk vervolgens op OK om de stijl te wissen, of op
CANCEL om de handeling te annuleren.
Als de mededeling: “Can’t delete this style!” verschijnt als u
een stijl wilt wissen, komt dat doordat u een stijl wilde wissen die de
basis vormde van uw custom stijl. Als dit gebeurt, druk dan op OK om
terug te keren naar het “Select style to delete” scherm en selec-
teer vervolgens een andere stijl om te wissen.
De Custom Stijl Mode Verlaten Zonder Op Te Slaan .
Als u op de [EXIT] knop drukt om de Custom Stijl mode te verlaten
voordat u de stijl heeft opgeslagen, verschijnt de onderstaande vraag:
Selecteer een geheugennummer en druk op YES om de stijl op te
slaan en te verlaten, of op NO om te verlaten zonder de stijl op te slaan,
of druk op CANCEL om naar de Custom Stijl mode terug te keren.
Van Stijl Veranderen Alvorens Op Te Slaan .........................
Wanneer u een andere bronstijl wilt
selecteren zonder de huidige stijl op te
slaan, verlaat dan de Custom Stijl mode
zonder de stijl op te slaan (zie De
Custom Stijl Mode Verlaten Zonder Op
Te Slaan hierboven) en keer dan weer
terug naar de Custom Stijl mode.
Als u een andere bronstijl wilt selecteren voordat u de stijl die u zo-
juist bewerkt heeft, heeft opgeslagen, verschijnt de volgende vraag:
Selecteer een geheugennummer en druk op OK om de stijl op te slaan
en selecteer een nieuwe bronstijl, of druk op CANCEL om terug te keren
naar de Custom Stijl mode.
83
Uw Eigen Stijlen Creëren
OPMERKING
86
CVP-201
U kunt stijl files, die gecreëerd zijn in het Style File Format, laden
en afspelen van hetzij los verkrijgbare Yamaha Style File disket-
tes, of van diskettes die eigengemaakte custom stijl files bevatten.
Stijl Files Gebruiken
Het Style File Format is een origineel Yamaha format voor automatische
begeleiding, dat in de loop van jaren van ontwikkeling en verfijning tot
stand gekomen is. Het Style File Format voorziet in een uniek conversie-
systeem waarmee u begeleidingen van uitzonderlijk hoge kwaliteit kunt
afspelen met een verscheidenheid aan akkoordtypes. Als aanvulling op de
interne stijlen, kunt u met het Style File Format ook andere kwaliteitsstijlen
gebruiken van los verkrijgbare Style File diskettes, alsook stijlen die ge-
creëerd en opgeslagen zijn op diskette via de Custom Stijl mode.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
DISK
CUSTOM
Omtrent het Yamaha Style File Format
Stijl files gemaakte voor oudere Cla-
vinova modellen dan de CVP-201 heb-
ben een enigszins afwijkend format. Als u
zulke files probeert te laden, kan de stijl
wellicht niet helemaal klinken zoals u
verwacht. (Omgekeerd kan dit ook het
geval zijn bij het gebruik van stijl data van
de CVP-201 op oudere Clavinova model-
len.)
Stijlen van een Diskette Laden
Z Doe een diskette in de disk drive. ..................................................
Wanneer een diskette zowel song data
als stijl files bevat, verschijnt automatisch
het SONG PLAY scherm. Als dit gebeurt,
druk dan op de [SONG] knop of op de
[EXIT] knop om naar het hoofdscherm
terug te keren en druk dan op de [DISK/
CUSTOM] knop.
Doe een diskette, die stijl files bevat, in de disk drive. Het [DISK IN
USE] lampje zal kort oplichten terwijl de Clavinova de diskette leest en
identificeert. Als het een Style File diskette is, verschijnt automatisch het
STYLE FILE LOAD scherm (zie stap 2 beneden).
Als de diskette er al in zit en het STYLE FILE LOAD scherm niet
is verschenen, moet u op de [DISK/CUSTOM] knop drukken om het
DISK/CUSTOM STYLE scherm op te roepen, druk vervolgens op de
LOAD SINGLE knop.
DISK IN USE
Om een set van vier stijl files te laden die zijn opgeslagen vanuit de
Custom Stijl mode met de selectie ALL als geheugennummer (zie blz.
82), drukt u op de ALL LOAD LCD knop in plaats van de LOAD SIN-
GLE knop.
84
OPMERKING
OPMERKING
87
CVP-201
X Selecteer een stijl file. .................................................................................
Wordt er een tempo ingesteld alvorens
de stijl te laden, dan wordt dát tempo
de standaard voor de te laden stijl.
Sommige stijlen zijn te groot voor de
LISTEN functie. In dat geval verschijnt
de mededeling: Too much data for
LISTEN function! Please load data.
Als dit gebeurt, laad de stijl dan recht-
streeks in, zoals in stap 4.
De Automatische Begeleiding wordt
automatisch aangezet als de LOAD
SINGLE knop wordt ingedrukt en als
de LISTEN LCD knop wordt ingedrukt,
speelt de stijl automatisch af met de
Automatische Begeleiding in C Majeur.
U kunt het akkoord wijzigen of het
toetsenbord bespelen, terwijl u de stijl
van te voren beluistert.
Selecteer de gewenste stijl met gebruik van de data dial, of de [–] en
[+] knoppen.
U kunt de geselecteerde stijl al even beluisteren door op de LISTEN
LCD knop te drukken. (De LISTEN functie is niet beschikbaar in het
ALL LOAD scherm.) Druk nogmaals op de LISTEN LCD knop om het
luisteren te beëindigen, of druk op de [START/STOP] knop.
Als het geselecteerde geheugennum-
mer reeds een stijl bevat, verschijnt de
naam van de stijl boven de MEMORY
en LOAD functies in het scherm. De
bestaande stijl wordt vervangen door
de nieuwe stijl die geladen wordt. (Eén
voorgeprogrammeerde tijdelijke stijl
wordt automatisch geladen in het
[DISK/CUSTOM] geheugen als het
instrument wordt aangezet.)
Gebruik de MEMORY LCD knop om het geheugennummer te selec-
teren waarheen de geselecteerde stijl moet worden geladen (1 - 4), druk
vervolgens op de LOAD LCD knop om de stijl file te laden.
Herhaal de stappen 2 en 3 om andere stijl files te selecteren en te
laden.
Stijl Files Gebruiken
C Selecteer een geheugennummer en laad de stijl. .........
Het is niet noodzakelijk een geheugennummer te selecteren als ALL
LOAD is geselecteerd in stap 1. Druk gewoon op OK om te laden of op
CANCEL om te annuleren.
Als er niet genoeg geheugen is om de betreffende stijl file te laden, verschijnt
de vraag: “Not enough memory! Delete an unneeded style?”.
In dat geval is het noodzakelijk om een stijl te wissen die u niet nodig heeft, voor-
dat u de nieuwe stijl laadt. Gebruik de MEMORY NO. en knoppen om het
nummer te selecteren van de stijl die u wilt wissen, druk vervolgens op DELETE
om de stijl te wissen, of op CANCEL om te annuleren.
Het ALL LOAD scherm ziet er zo uit:
Als ALL LOAD wordt uitgevoerd, wordt
alle data, in de vier geheugens, ver-
vangen door nieuwe data.
De hoeveelheid geheugen die door
elke stijl gebruikt wordt, wordt weerge-
geven naast de stijlnaam (in kilobytes,
bij benadering). Aan de hand van dit
gegeven kunt u afleiden hoeveel ge-
heugen (van het totaal van 100 KB) er
vrijkomt wanneer een bepaalde stijl
gewist wordt.
85
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
88
CVP-201
Geladen Stijl Files Afspelen
Stijl Files Gebruiken
V Haal de diskette eruit als u klaar bent. ......................................
PAS OP
Het [DISK IN USE] lampje brandt als
de stijl wordt geladen. Probeer NOOIT
een diskette eruit te halen als het
[DISK IN USE] lampje brandt.
De LISTEN, LOAD, [EXIT], en STYLE
knoppen functioneren niet tijdens het
laden van stijl data (d.w.z., als het [DISK
IN USE] lampje brandt).
Als u klaar bent met de Style File diskette, druk dan op de EJECT
knop van de disk drive om hem eruit te halen en terug te keren naar het
gewone play mode scherm. U kunt ook terugkeren naar de gewone play
mode zonder de diskette eruit te halen door op de [EXIT] knop te
drukken.
Geladen diskettestijlen blijven in het
geheugen totdat de stroom wordt uitge-
schakeld.
Eenmaal geladen, kunnen stijl files geselecteerd worden om afgespeeld te
worden door op de [DISK/CUSTOM] knop te drukken, waarna u de linker en
rechter LCD knoppen, de STYLE en LCD knoppen, de data dial, of de [–]
en [+] knoppen gebruikt om de stijl te selecteren die u wilt afspelen. De geselec-
teerde stijl kan dan afgespeeld worden op precies dezelfde manier als de voorge-
programmeerde stijlen (blz. 51).
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
86
OPMERKING
OPMERKING
89
CVP-201
Met de Registratiefunctie kunt u complete combinaties van pa-
neelinstellingen (registraties) opslaan en terugroepen wanneer u
maar wilt. U kunt in totaal 20 registraties (5 banken van 4 geheu-
genplaatsen elk) opslaan in het geheugen van de Clavinova.
HOOFDSTUK 6: Registraties
Registraties Gebruiken
(Opslaan en terugroepen van Paneelinsteliingen)
Gebruik de volgende procedure om de paneelinstellingen als een re-
gistratie in het geheugen van de Clavinova op te slaan.
Z Stel alles in zoals u dat wenst.............................................................
Raadpleeg blz. 11 van de Referentie Handleiding voor een lijst van
alle instellingen waaruit het geheugen van de Registratiefunctie bestaat.
Registratiebank
Bereik: A — E
Standaardinstelling: A
Gebruik de [BANK +] en [BANK –] knoppen om de gewenste bank
te selecteren.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
De geselecteerde bank staat in de linkerbovenhoek van het hoofd-
scherm
X Selecteer een registratiebank..............................................................
Registratiebank
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
87
OPMERKING
Een Registratie Opslaan
90
CVP-201
C Sla de Registratie Op. ...................................................................................
Registration Memory
Bereik: 1 — 4 (elke bank)
Standaardinstelling: Geen
Druk, terwijl u de [REGISTRATION] knop ingedrukt houdt, op een
van de knoppen [1] tot en met [4] onder REGISTRATION/ONE TOUCH
SETTING corresponderend met het registratiegeheugen waar u de regis-
tratie wilt opslaan.
Het nummer van het geselecteerde registratiegeheugen verschijnt naast
de banknaam in de linkerbovenhoek van het hoofdscherm. De paneel-
instellingen, die van tevoren waren opgeslagen in de geselecteerde
registratie, worden gewist en vervangen door de nieuwe instellingen.
Voorgeprogrammeerde instellingen
zijn al opgeslagen in alle registratie-
geheugens als u de Clavinova voor het
eerst aanzet.
Als er iets mis gaat, worden de regis-
tratie-instellingen toch behouden, zelfs
als de stroom wordt uitgeschakeld (zie
blz. 152). U kunt ook eigen registraties
(of complete sets van 20 registraties)
op diskette bewaren om ze later weer
in het geheugen te kunnen terugzetten
(zie blz. 139).
De Geregistreerde Paneelinstellingen Oproepen
Z Druk op de [REGISTRATION] knop. .............................................
Het [REGISTRATION] lampje brandt.
X Selecteer een bank. .......................................................................................
Gebruik de [BANK +] en [BANK –] knoppen om de bank te
selecteren die de gewenste registratie bevat.
De geselecteerde bank wordt weergegeven in de linkerboven-
hoek van het hoofdscherm.
C Selecteer een registratie.
Druk op een van de knoppen [1] tot en met [4] onder REGISTRA-
TION/ONE TOUCH SETTING corresponderend met het registratie-
geheugen dat u wilt oproepen.
Registratienummer
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
88
Registraties Gebruiken
OPMERKING
OPMERKING
91
CVP-201
Het nummer van de opgeroepen registratie verschijnt naast de
banknaam in de linkerbovenhoek van het hoofdscherm.
Een potloodicoon verschijnt rechts van het registratienummer in het
scherm zo gauw er ook maar iets verandert met de paneelknoppen of -instel-
lingen. Het potloodicoon wordt getoond om u eraan te herinneren dat de hui-
dige paneelinstellingen verschillen van de instellingen die opgeslagen zijn in
de Registration functie.
Geregistreerde paneelinstellingen worden
nog niet opgeroepen als u een bank selec-
teert. De instellingen worden alleen opge-
roepen als een van de vier genummerde
knoppen ([1] - [4]) wordt ingedrukt.
Als de LEFT PEDAL functie is ingesteld op
REGISTRATION (zie blz. 138), kan het
linkerpedaal gebruikt worden om de regis-
tratiegeheugens in volgorde te selecteren
(A1 - E4), waarbij u, iedere keer dat u het
pedaal indrukt, de volgende registratie kunt
oproepen. Andere linkerpedaalinstellingen
die in de Registration functie opgeslagen
zijn, kunnen intussen niet worden gebruikt.
De voorgeprogrammeerde paneelinstellingen
van de Clavinova kunnen worden bewaard in
een Registratiegeheugen waardoor deze
gemakkelijk kunnen worden opgeroepen.
Registreer met de REGISTRATION functie de
fabrieksinstellingen (de voorgeprogrammeer-
de instellingen die aanwezig zijn op het mo-
ment dat de Clavinova voor de eerste keer
wordt aangezet) op [REGIST A-1] (zie blz.
89). Als u hierna [A-1] selecteert, zullen alle
paneelinstellingen terugkeren naar hun
fabrieksinstellingen.
U kunt de Registration Freeze functie gebruiken om ervoor te zorgen dat
bepaalde paneelinstellingen niet veranderen als een Registratie wordt opge-
roepen. Dit maakt het mogelijk om verschillende registraties op te roepen
tijdens het gebruik van de Automatische Begeleiding zonder plotselinge
veranderingen van stijl of volume instellingen.
Z Open het REGISTRATION [FREEZE] scherm. ....................
Paneelinstellingen Beschermen
Raadpleeg blz. 11 in de Referentie Hand-
leiding voor een lijst van instellingen van
elke freeze categorie.
Druk op [DIRECT ACCESS], vervolgens op [REGISTRATION].
Het REGISTRATION [FREEZE] scherm verschijnt.
Categorieën die “bevroren” moeten worden zijn gemarkeerd met een
sterretje (*) in de menulijst. Ook de ON instelling (van de ON/OFF func-
ties boven de middelste LCD knop) is geaccentueerd.
Freeze
categorieën
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
34
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
DIRECT ACCESS
Edit
symbool
89
Registraties Gebruiken
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
92
CVP-201
X Geef categorieën aan voor de Freeze ON functie. .........
Freeze Categorieën
Instellingen: ON, OFF
Standaardinstelling:
ON (ACMP SETTING)
OFF (andere)
Backup van de laatste instelling: ON
Gebruik de en knoppen, de data dial, of de [–] en [+] knoppen
om een categorie te selecteren, druk dan op de ON/OFF knop om de ge-
selecteerde categorie te markeren of juist niet.
C Zet de Freeze functie aan of uit. .......................................................
Druk op de FREEZE LCD knop om de categorieën die u in stap 2
gemarkeerd heeft, te “bevriezen” of juist niet.
FREEZE
Instellingen: ON (geaccentueerd),
OFF (niet geaccentueerd)
Standaardinstelling: OFF
Backup van de laatste instelling: ON
Druk op [EXIT] om het REGISTRATION [FREEZE] scherm te ver-
laten en terug te keren naar het hoofdscherm.
De FREEZE functie is geaccentueerd als de gemarkeerde catego-
rieën “bevroren” zijn. Als de Freeze functie uit staat, zijn de instel-
lingen (van alle categorieën) niet beschermd.
V Het scherm verlaten. ......................................................................................
Herhaal deze stap om dit, zo nodig ook te doen met andere catego-
rieën.
90
Registraties Gebruiken
OPMERKING
OPMERKING
93
CVP-201
DISK IN USE
HOOFDSTUK 7: Song Parameters
Songs Afspelen
De Clavinova kan zelfopgenomen songs afspelen met behulp van
de Song Record functie (blz. 110), alsook song data van in de
winkel verkrijgbare software op diskette. U kunt tijdens het afspe-
len van de songs ook meespelen op het toetsenbord. Bovendien,
als de song data software ook song teksten bevat, verschijnen
deze op het scherm tijdens het afspelen.
Zie “Omgaan met de Disk Drive (FDD) en Diskettes” (blz. 9) voor infor-
matie over het gebruik van diskettes.
De Clavinova kan tot 99 songs, opgenomen op één enkele diskette, af-
spelen. Songs met een hoger nummer kunnen niet afgespeeld worden.
Afspeeldata wordt normaalgesproken niet uitgestuurd via MIDI. U kunt
de Clavinova echter op output song data instellen met behulp van de
Song Transmission functie in het FUNCTION [MIDI 4] scherm (blz.
150).
Afgezien van de songs die u zelf heeft opgenomen, kan de CVP-201
Yamaha DOC software, XG software, en Disklavier PianoSoft alsook
GM software, van in de winkel verkrijgbare diskettes, afspelen. Zie
“Andere Types Muziek Data Afspelen” op blz. 104.
Vraag uw Yamaha dealer om informatie over song data die compatible
is met de Lyric (song teksten) functie van de Clavinova.
Z Ga naar de Song Play mode. ............................................................
Doe de meegeleverde “Music Software Collection” diskette of een diskette
met zelfopgenomen songs, voorzichtig in de disk drive. Duw de diskette, op de
juiste manier (zoals hieronder afgebeeld), voorzichtig in de disk drive, totdat
deze op zijn plaats “klikt”. De Song Play mode wordt automatisch opgeroepen
als een song disk in de disk drive wordt gestopt.
Songs Afspelen
De Song Play mode wordt niet automatisch
opgeroepen als u de diskette in de disk
drive doet als een van de diskette-gerela-
teerde FUNCTIE schermen (blz. 139) of het
CUSTOM STYLE scherm (blz. 74) te zien
is.
91
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE R E W FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
SON G
PAUSE REW FF
REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
Schuifkapje
Label
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
De LCD schermen in deze handleiding zijn alleen voor instructiedoeleinden. Song namen,
etc., kunnen verschillend worden weergegeven, afhankelijk van de diskette die u gebruikt.
94
CVP-201
Het DISK IN USE lampje brandt terwijl de Clavinova de diskette
leest en identificeert. Als de diskette eenmaal geïdentificeerd is,
zal het SONG PLAY [MAIN] scherm (schermpagina 1) verschijnen
en het [SONG] lampje gaan branden.
Als er al een diskette inzit, maar de Song Play mode nog niet actief
is, druk dan op de [SONG] knop.
Het [SONG] lampje brandt. Druk op de PAGE [<] en [>] knoppen
om de eerste pagina te selecteren, indien het SONG PLAY [MAIN]
scherm nog niet zichtbaar is.
X Selecteer een songnummer..................................................................
Selecteer het gewenste songnummer dat u af wilt spelen met behulp
van de SONG knop, data dial of de [–] en [+] knoppen.
Het geselecteerde songnummer, de naam, het huidige tempo en het file
icoon dat het type file aangeeft, worden in het scherm weergegeven.
Songnummers 1 tot en met 99 staan in
het scherm, inclusief songnummers die
geen data bevatten. Er staan echter geen
namen in het scherm van songnummers
die geen data bevatten.
Selecteer “ALL” als u alle songs op de diskette achter elkaar wilt af-
spelen. Selecteer “RANDOM” als u alle songs op de diskette in wille-
keurige volgorde wilt afspelen. Bij zowel “ALL” als “RANDOM” wor-
den de songs herhaald totdat het afspelen wordt gestopt.
File Iconen
Er zijn vier iconen (hieronder afgebeeld) die het soort file aangeven.
Raadpleeg het gedeelte “MIDI en
Data Compatibiliteit” (blz. 172) voor
informatie over file formats.
Iconen worden niet getoond voor GM
song files, of song data files opge-
nomen met andere CVP modellen
dan de CVP-109/107/105/700/103/
201, de CVP-98/96/600, of de CVP-
94/92.
Songs Afspelen
92
Iconen File Type
XG/SMF format file
DOC/ESEQ format file
Yamaha Disklavier PianoSoft of XG/ESEQ file
Song data opgenomen met de CVP-201
Huidige voice v.h. toetsenbord
Tempo
Geselecteerde
songnr./naam
File
icoon
OPMERKING
OPMERKING
95
CVP-201
Gebruik de PAGE [<] en [>] knoppen om het SONG PLAY [LIST]
scherm (schermpagina 3) op te roepen, om de complete lijst met song
namen van de diskette op het scherm te zien. De gewenste song kan ge-
makkelijk geselecteerd worden met behulp van de data dial of de [–] en
[+] knoppen. In het scherm staan maximaal acht song titels. Als er meer
songs op de diskette staan, zullen de volgende acht titels op het scherm
verschijnen als u voorbij de laatste titel in het scherm gaat.
Als er niets verschijnt op de plaats
van de song naam…
Dit geeft aan dat er geen song data is
voor dit song nummer.
Bepaalde Songs Herhaaldelijk Afspelen
Als u eerst ALL in het SONG PLAY [MAIN]
scherm selecteert en vervolgens een song in
het SONG PLAY [LIST] scherm (scherm-
pagina 3) selecteert, worden alle songs
herhaaldelijk afgespeeld, beginnend bij de
geselecteerde song.
Eén Song Herhaaldelijk Afspelen
Als u een song selecteert in het SONG
PLAY [MAIN] scherm of in het SONG
PLAY [LIST] scherm (schermpagina 3),
en dan 1 SONG in het SONG PLAY
[REPEAT] scherm (schermpagina 4),
selecteert, wordt alleen de geselecteerde
song herhaaldelijk afgespeeld totdat hij
wordt gestopt.
C Het afspelen starten en stoppen. ................................
Start het afspelen van de geselecteerde song door de [PLAY/STOP]
knop in te drukken.
Druk op de [PLAY/STOP] knop op het paneel om het afspelen te stoppen.
Het afspelen van de song stopt.
U kunt het afspelen ook stoppen door op [START/STOP] te drukken.
Om de Song Play mode te verlaten drukt u op [SONG] of [EXIT].
Het lampje gaat uit en het vorige scherm verschijnt.
Voice Selectie Gedurende het Afspelen
De voice die u speelt op het toetsenbord
kan worden gewijzigd tijdens het afspe-
len, door op de normale manier een
voice te selecteren (blz. 29). De voices
die worden afgespeeld van de 1/RIGHT
en 2/LEFT parts, kunnen veranderd
worden in het SONG PLAY [L&R VOICE]
scherm (blz. 98).
Houd er rekening mee dat de song niet
onmiddelijk begint nadat u op [PLAY/
STOP] heeft gedrukt.
De Gidslampjes Uitzetten
De gidslampjes bij de toetsen correspon-
derend met de noten die door de 1/
RIGHT en 2/LEFT parts worden afge-
speeld, branden in real time. Deze gids-
lampjes kunnen uitgezet worden in het
SONG PLAY [GUIDE MODE] scherm
(schermpagina 5). (Zie blz. 109.)
Het Lyric Scherm Uitzetten
De song teksten worden op het scherm
getoond tijdens het afspelen van soft-
ware die tekstdata bevat. Als u niet wilt
dat de tekst zichtbaar is, kunt u deze
functie uitzetten in pagina 5 van het
SONG PLAY [GUIDE MODE] scherm.
Pedaal Gebruiken om het Afspelen te
Starten/Stoppen
Als u de Left Pedal Functie op START/
STOP instelt in het FUNCTION [PEDAL]
scherm (pagina 3) ,dan heeft het linker-
pedaal dezelfde functie als de [START/
STOP] knop. (Zie blz. 138.)
Songs Afspelen
Het afspelen van de geselecteerde song begint. Behalve wanneer
ALL of RANDOM is geselecteerd, zal de geselecteerde song af-
spelen tot het einde, waarna automatisch gestopt wordt. Het maat-
nummer en het tempo zijn tijdens het afspelen voortdurend zicht-
baar in het scherm.
U kunt het afspelen van de geselecteerde song ook starten door de
[START/STOP] knop in te drukken.
93
SONG REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
96
CVP-201
Het Tempo Instellen
Het afspeeltempo van de song kan naar wens gewijzigd worden. (Zie
blz. 25.) Het geprogrammeerde tempo voor de geselecteerde song kan op
ieder moment teruggezet worden door de TEMPO [–] en [+] knoppen
tegelijk in te drukken.
Gewoonlijk wordt het tempo met cijfers aangegeven. In het geval van
free tempo software, verschijnt “- - -” in het scherm in plaats van het
tempo en zullen de maatnummers in het scherm niet met de werkelijke
maten overeenkomen; het geeft dan alleen aan hoeveel van de song al is
afgespeeld. De toename of afname van het tempo, gebaseerd op het stan-
daardtempo, wordt aangegeven door een percentageteken in het scherm,
zodra het tempo wordt veranderd (van -99 tot +99 maximaal; het bereik
verschilt afhankelijk van de software).
Het kan zijn dat het BEAT lampje (blz.
52) niet knippert tijdens het afspelen
van free-tempo software.
Bij sommige songs komen de maat-
nummers in het LCD scherm niet
overeen met de maatnummers die in
het muziekboek staan aangegeven.
VV
VV
V De diskette verwijderen. ...........................................................................
Als u klaar bent met de momenteel geladen diskette, hoeft u slechts
op de EJECT knop te drukken om deze te verwijderen.
Het LCD scherm keert terug naar het hoofdscherm.
PAS OP
Haal de diskette er NOOIT uit zolang
het DISK IN USE lampje brandt of
tijdens het afspelen van een song.
Volume Instellen voor Elke Part
Het volume van elke part kan ingesteld
worden in het MIXER scherm.
De Volumeverhoudingen v.d. Song
t.o.v. de Toetsenbord Voices Instellen
Stel het volume in met de [ACMP/SONG
VOLUME] schuif (blz. 23).
Tijdens het afspelen van songs opgeno-
men op de CVP-109/107/105/700/103/
201, kan de Automatische Begeleiding
aangezet worden door op de [ACMP ON]
knop te drukken.
Songs Afspelen
DISK IN USE
METRONOME RESET
TEMPO
94
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
97
CVP-201
De knoppen 1/RIGHT (rechterhand), 2/LEFT (linkerhand) en ORCH
(begeleiding) in het SONG PLAY [MAIN] scherm, kunnen gebruikt
worden om het afspelen van de corresponderende parts aan of uit te zet-
ten. De knoppen zijn geaccentueerd als de parts aan staan. U kunt bij-
voorbeeld de parts voor de rechter- en/of linkerhand uitzetten, zodat
u deze kunt oefenen op het toetsenbord.
Parts kunnen tijdens het afspelen aan-
en uitgezet worden.
Parts die geen data bevatten, kunnen
niet aangezet worden. Dit is het geval
als er in het toegewezen spoor werke-
lijk geen data aanwezig is (blz. 98), of
als dit spoor is toegewezen aan de 2/
LEFT part en deze op TRK -- (OFF)
staat.
De track toewijzing voor elke knop kan veranderd worden in scherm-
pagina 6 van het SONG PLAY [L&R VOICE] scherm (blz. 98).
Bij gebruik van Yamaha Disklavier
PianoSoft files, DOC files en XG/ESEQ
files, zal de part indicatie niet verschijnen
voor parts zonder data.
Individuele Begeleidings parts Aan- of Uitzetten
Normaalgesproken, zet het drukken op de ORCH (begeleiding) LCD
knop alle orkest parts (tracks 3 - 16) — ofwel alle parts behalve 1/RIGHT
en 2/LEFT — in één keer aan of uit. U kunt deze parts echter ook indi-
vidueel aan of uitzetten in het SONG PLAY [TRACK PLAY] scherm
(LCD pagina 2).
Z Selecteer de SONG PLAY [TRACK PLAY] pagina.
Gebruik de PAGE [<] en [>] knoppen om het SONG PLAY
[TRACK PLAY] scherm (LCD pagina 2) te selecteren.
Tracks die data bevatten worden aangegeven boven de TRACK
< en > knoppen. Tracks die klaar staan om afgespeeld te wor-
den zijn aangegeven met hun track nummer omgeven door een
vierkant. Tracks die geen data bevatten staan niet afgebeeld.
Alle track nummers verschijnen, of de
tracks nu data bevatten of niet, als er een
Standard MIDI file song is geselecteerd
(behalve songs die zijn opgenomen op
de CVP-109/107/105/700/103/201, de
CVP-98/96/600, en de CVP-94/92).
Songs Afspelen
95
In dit voorbeeld is 1/RIGHT uitgezet.
Een Part Annuleren
s
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
98
CVP-201
X Selecteer de gewenste track om af te spelen (PLAY/OFF, SOLO).
Selecteer de track door middel van de TRACK < en > knoppen, de
data dial, of de [–] en [+] knoppen.
De geselecteerde track is onderstreept.
Zet de geselecteerde track aan of uit, door op de meest rechtse LCD
knop te drukken, om PLAY (afspelen) of OFF te selecteren.
Wanneer een track uitstaat, verdwijnt het vierkant dat het track num-
mer omgeeft. De voice die gebruikt wordt door de momenteel gese-
lecteerde track staat aangegeven boven PLAY/OFF.
Selecteer een track, druk daarna op de SOLO LCD knop, zodat SOLO
geaccentueerd is, om alleen de geselecteerde track te horen. Druk
opnieuw op de SOLO LCD knop om de SOLO functie te annuleren.
Toewijzing van Tracks aan 1/RIGHT en 2/LEFT, en Voices Toewijzen
Tracks Toewijzen aan
1/RIGHT1/RIGHT
1/RIGHT1/RIGHT
1/RIGHT en
2/LEFT2/LEFT
2/LEFT2/LEFT
2/LEFT............................
Specifieke tracks kunnen worden toegewezen aan de 1/RIGHT en 2/LEFT
functies in het SONG PLAY [MAIN] scherm, om het afspelen van de daaraan
toegewezen tracks gemakkelijk aan en uit te kunnen zetten. TRK - - (OFF) kan
worden toegewezen aan 2/LEFT. Het is niet mogelijk om een track aan beide
parts toe te wijzen.
1/RIGHT
Instellingen: 1 16
Standaardinstelling: Hangt af van file
type.
2/LEFT
Instellingen: 1 16, -- (off)
Standaardinstelling: Hangt af van file
type.
Roep het SONG PLAY [L&R VOICE] scherm (LCD pagina 6) op met de
PAGE [<] en [>] knoppen.
Druk op de 1/RIGHT knop of op de 2/LEFT knop om de corresponde-
rende functie te accentueren in het scherm, gebruik dan de data dial of
de [] en [+] knoppen om de gewenste track toe te wijzen.
U kunt de track ook selecteren door op de 1/RIGHT of 2/LEFT knop te
drukken.
Tracks kunnen alleen worden toegewe-
zen als het afspelen gestopt is en de
song op zijn beginpunt staat.
Songs Afspelen
96
De track toewijzingen van DOC files en
Yamaha Disklavier PianoSoft files staan
vast en kunnen daarom niet gewijzigd
worden.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
99
CVP-201
De afspeel voice kan alleen veranderd
worden als het afspelen is gestopt en de
song op zijn beginpunt staat.
Voices Selecteren voor 1/RIGHT en 2/LEFT Parts
De afspeel voices voor de 1/RIGHT en 2/LEFT parts kunnen geselec-
teerd worden in het SONG PLAY [L&R VOICE] scherm.
Druk op L&R VOICE of om de corresponderende functies in
het scherm te accentueren, selecteer vervolgens de afspeel voice voor 1/
RIGHT en 2/LEFT parts met de data dial of de [–] en [+] knoppen.
U kunt een voice ook selecteren d.m.v. L&R VOICE of .
Met de [ACMP/SONG VOLUME] schuif kunt u het algehele vo-
lume van de song instellen.
Als u in de Song Play mode komt, staat het volumeniveau automa-
tisch op het niveau dat het laatst was ingesteld in de Song Play mode,
ongeacht de positie van het schuifje. Als u het schuifje verandert, komt
het volume op het corresponderende niveau te staan.
Volumeschuif Algeheel Song Volume
Als de Automatische Begeleiding aan-
staat tijdens het afspelen van een song
die is opgenomen op de CVP-109/107/
105/700/103/201, beïnvloedt de [ACMP/
SONG VOLUME] besturing het niveau
van de Automatische Begeleiding in
plaats van de song.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
Songs Afspelen
97
OPMERKING
OPMERKING
100
CVP-201
Z Selecteer de track die veranderd moet worden..............
Druk op TRACK < of > om de gewenste track te selecteren. Het
selecteren van TOTAL zal de instellingen van de gehele song veranderen
in plaats van de instellingen van individuele tracks.
Druk op de meest rechtse LCD knop om PLAY (afspelen), OFF, of
SOLO te selecteren voor de geselecteerde track. Selecteer SOLO als u
alleen de geselecteerde track wilt afspelen.
Instellingen Veranderen in het MIXER Scherm
Songs Afspelen
98
Om afspeelvolume, voice, en pan instellingen, alsook reverb, chorus en effect
depth voor individuele tracks in te stellen, drukt u op de [MIXER] knop, terwijl u
in de Song Play mode bent, om het MIXER scherm op te roepen.
Track Instellingen Wijzigen
U kunt het MIXER scherm gebruiken om onderstaande parameters in
te stellen. Zie de aangegeven bladzijden van de Referentie Handleiding
voor beschrijvingen van elke parameter.
Beschikbare Parameters in het MIXER scherm
Als track 1 — 16 is geselecteerd:
VOLUME ( Zie blz. 32.)
VOICE (Zie blz. 29.)
PAN (Zie blz. 32.)
REVERB DEPTH (Zie blz. 43.)
CHORUS DEPTH (Zie blz. 45.)
EFFECT DEPTH (Zie blz. 48.)
Als TOTAL is geselecteerd:
TEMPO (Zie blz. 25.)
Overall REVERB DEPTH (Zie blz. 42.)
REVERB TYPE ( Zie blz. 42.)
CHORUS TYPE (Zie blz. 44.)
EFFECT TYPE (Zie blz. 47.)
Het Program Change Nummer (PRG#),
de Bank LSB (BKL), en Bank MSB
(BKM) parameters, die gebruikt worden
om voices te selecteren via MIDI, worden
getoond als VOICE is geselecteerd.
Afhankelijk van het file type, kunnen
sommige parameters niet gewijzigd
worden.
MIXER
FUNCTION
OPMERKING
OPMERKING
101
CVP-201
X Selecteer de parameter die veranderd moet worden.
Druk op SELECT of om de gewenste parameter te selecteren.
Huidige waarde v.d.
geselecteerde track
Afhankelijk van het file type kan het zijn
dat voice veranderingen alleen mogelijk
zijn voor track 1 en 2.
C Wijzig de waarde of instelling. ...........................................................
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de waarde of in-
stelling te veranderen. U kunt de parameters veranderen terwijl de song
afspeelt zodat u meteen de resultaten kunt horen.
Het selecteren van TOTAL en het
veranderen van de REVERB DEPTH
waarde zal ook de klank van uw eigen
spel op het toetsenbord beïnvloeden.
De voices van tracks waarin Automa-
tische Begeleiding, rhythm, en har-
mony data zijn opgenomen, kunnen
ook worden veranderd.
Volumebereik 0 127
Als er een andere song is geselec-
teerd, zullen alle instellingen terug-
keren naar hun standaardinstellingen
voor de song (of de instellingen die zijn
gebruikt om de song op te nemen).
Als de Automatische Begeleiding
aanstaat tijdens het afspelen van een
song, opgenomen op een CVP-109/
107/105/700/103/201, dan zal het
MIXER scherm functioneren als Auto
Accompaniment Part Volume Control
(blz. 65) in plaats van Song Track
Volume Control.
Parameter geselec-
teerd voor wijziging
Songs Afspelen
Geselecteerde
track is geac-
centueerd.
99
De Clavinova heeft gemakkelijke herhaalfuncties waarmee u herhaal-
delijk dezelfde song of secties binnen de song, kunt afspelen. Deze func-
tie is bijvoorbeeld nuttig als u een moeilijke frase wilt oefenen.
Selecteer de gewenste mode uit de vier beschikbare Herhaal modes
van het SONG PLAY [REPEAT] scherm (LCD pagina 4).
Repeat (Herhaal) Functies
Vier Herhaal modes
OFF (Herhaalfunctie staat uit)
PHRASE (Frase Herhaling)
1 SONG (1 Song Herhaling)
AB mode (AB Herhaling)
De ALL of RANDOM afspeel mode (in
het SONG PLAY [MAIN] scherm)
wordt uitgeschakeld als een Herhaal
mode wordt geselecteerd.
Een eerder ingestelde Herhaal mode
wordt teruggezet op OFF als er een
andere song wordt geselecteerd.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
102
CVP-201
Phrase Repeat (Fraseherhaling) ......................................................
Als u Yamaha software afspeelt, die speciale frasemarkeringen bevat,
zoals DOC files, kunt u specifieke frasenummers (zoals aangegeven in
de bijgeleverde bladmuziek) selecteren en alleen dat specifieke gedeelte
telkens opnieuw oefenen. (Fraseherhaling kan ook gebruikt worden voor
de vier songs van het meegeleverde Muziekboek.)
Als u PHRASE selecteert d.m.v. de REPEAT MODE of knop-
pen, dan verschijnt het PHRASE scherm om het frasenummer te selecte-
ren, rechts van de knop. Druk op PHRASE of om de correspon-
derende functie in het scherm te accentueren, selecteer nu het frasenum-
mer met de data dial of de [–] en [+] knoppen.
U kunt het frasenummer ook selecteren door op PHRASE of te
drukken.
Als de song is gestart, zal de geselecteerde frase herhaaldelijk afspelen
totdat u hem stopt.
Parts kunnen aan-/uitgezet worden,
zelfs tijden het spelen.
De Gidsfunctie kan ook samen met
Phrase Repeat worden gebruikt.
Als Phrase Repeat wordt gestart,
hoort u vóór deze frase eerst aftik-
ken. Bij vrije tempo songs is dit niet
het geval.
1 Song Repeat (Herhaling) ...........................................
Als u de mode 1 SONG selecteert door op de REPEAT MODE of
knop te drukken, zal een song, geselecteerd en afgespeeld zoals hier-
boven beschreven, herhaaldelijk afspelen totdat u hem stopt.
De song begint zonder aftikken.
AB Repeat (Herhaling) ..................................................
Met deze functie kunt u een bepaald gedeelte van de song (tussen punt
A en punt B) specificeren, om dit gedeelte voortdurend te herhalen, om te
oefenen.
Als de AB mode is geselecteerd met de REPEAT MODE of
knoppen, dan verschijnen A en B rechts van de knoppen in het scherm
om de punten A en B te specificeren.
De gespecificeerde A en B punten
worden gewist als er een nieuw song
nummer of een andere Repeat mode
wordt geselecteerd.
Voordat het gespecificeerde AB
gedeelte begint te spelen, hoort u
eerst aftikken. Bij vrije tempo songs
is dit echter niet het geval.
Om punt A te specificeren als het
begin van de song, druk dan op A
voordat het afspelen begint. In dat
geval begint de song zonder aftikken.
Als u alleen punt A specificeert, dan
zal de herhaling plaatsvinden tussen
punt A en het einde van de song.
Punt B kan alleen worden geselec-
teerd als punt A is geselecteerd.
Songs Afspelen
100
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
103
CVP-201
Druk, terwijl de song afspeelt, op de A knop op het punt waar
het herhalen moet beginnen.
Druk dan op de B knop aan het eind van het gedeelte dat herhaald
moet worden. Het gedeelte (van punt A tot punt B) begint nu auto-
matisch te herhalen.
De geprogrammeerde punten A en B blijven behouden totdat er een
andere song of een andere Repeat mode wordt geselecteerd. Hetzelfde
gedeelte kan zo vaak herhaald worden als u wilt, door middel van de
[PLAY/STOP] knop.
Als u de punten A en B allebei heeft gespecificeerd, kunt u beide pun-
ten wissen door op de A knop te drukken, of alleen punt B wissen door
op de B knop te drukken. Daarna kunt u nieuwe A en B punten in de song
specificeren.
Songs Afspelen
101
Pauze..............................................................................................................................
Druk op de [PAUSE] knop, tijdens het afspelen van de song, om de
song tijdelijk te onderbreken. Druk opnieuw op [PAUSE] of op de
[PLAY/STOP] knop om het afspelen te hervatten vanaf hetzelfde punt.
Terugspoelen en Snel Vooruit Spoelen ....................................
Gebruik de [REW] en [FF] knoppen om terug of snel vooruit te
spoelen naar het gewenste punt in de song.
Als de song is gestopt of in de pauzestand staat, kunt u de [REW] en
[FF] knoppen gebruiken om, met stappen van één maat, voor - of
achteruit door de song te “lopen”. Als u één van beide knoppen inge-
drukt houdt, kunt u, in de corresponderende richting, snel door de
song heen “spoelen”.
Tijdens het afspelen kunt u met de [REW] en [FF] knoppen snel het
afspeelpunt verplaatsen, zolang u de knop vasthoudt. Tijdens de
[REW] functie is er geen geluid hoorbaar.
Andere Afspeelfuncties
Het gebruik van de [REW] knop kan
veranderingen veroorzaken in voice,
tempo en/of volume.
SON G
PAUSE REW FF
REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
OPMERKING
104
CVP-201
Andere Types Muziekdata Afspelen
Over Compatible (Uitwisselbare) Software ..........................
De CVP-201 kan de volgende types software afspelen.
• Sequence formats: SMF (format 0 en 1), ESEQ
• Voice allocation formats: GM System Level 1, XG, DOC
Raadpleeg “MIDI en Data Compatibiliteit” (blz. 172) voor informatie
over voice allocation (toewijzing) formats en sequence (opname)
formats.
De interne toongenerator van de CVP-201 schakelt automatisch om
naar het Yamaha XG format (met inbegrip van GM System Level 1) of
de Yamaha DOC voice allocation (blz. 172), afhankelijk van de afspeel-
data. (De geselecteerde voice allocation op het paneel verandert hierdoor
niet.)
Song Data Opgenomen op Andere Instrumenten .........
Song data opgenomen op andere Clavinova’s (CVP-50/70/55/65/75/
83S/85A/87A/59S/69A/69/79A/89/92/94/96/98/600/109/107/105/700/
103) zullen normaal worden afgespeeld met de juiste voices, hoewel de
volumebalans een beetje anders kan uitvallen. Data, opgenomen met de
Automatische Begeleidingsfunctie van de CVP-50/70 kan niet probleem-
loos worden afgespeeld.
Song data opgenomen op de Yamaha Disklavier kan ook worden afge-
speeld.
Los van het type software, kunnen alleen
de volgende diskette formats worden
gebruikt: 3,5" 2DD 720 kilobyte format en
3,5" 2HD 1,44 megabyte format.
Songs Afspelen
102
De Lyric (Songtekst) Display functie (blz.
109) kan niet worden gebruikt bij song
data opgenomen in SMF format 1.
OPMERKING
OPMERKING
105
CVP-201
De Clavinova heeft een speciale Guide (Gids) functie waarmee
u muziek kunt instuderen aan de hand van hiervoor geschikte
software. Het piano roll scherm en de gidslampjes (bij de
toetsen) geven aan wélke toetsen u moet aanslaan en op welk
moment. U kunt dit rustig op uw eigen tempo doen, want de
Clavinova wacht gewoon totdat u de juiste toetsen heeft aange-
slagen. (U kunt de Gidsfunctie uitproberen door op één van de
GUIDE CONTROL knoppen te drukken tijdens het afspelen van
de 4. GUIDE Demo song, in de Demo mode.)
Gidsfunctie (Guide Control)
De Clavinova heeft drie verschillende Gidsmethodes die u kunt selec-
teren afhankelijk van uw speelervaring en wensen. Beginners kunnen
eerst oefenen met Easy Play, dan overstappen op Next Note, daarna op
Sound Repeat.
Gidsmethodes en de Piano Roll
FOLLOW LIGHTS en CueTIME soft-
ware dient te worden gebruikt met de
Next Note methode. De Easy Play en
Sound Repeat methodes zullen met deze
software mogelijkerwijs niet goed functio-
neren.
Timing Oefenen: Easy Play....................................................................
Aangezien u met de Easy Play methode alleen de timing kunt oefenen
van de noten, kunt u ze overal op het toetsenbord spelen. De melodie zal
gelijkmatig spelen als u op het juiste moment speelt. (De begeleiding
speelt op een constant tempo.)
Noten Oefenen: Next Note ......................................................................
Met de Next Note methode kunt u zien welke noten u moet spelen
door naar het piano roll scherm en de gidslampjes bij de toetsen te kij-
ken. Aangezien de begeleiding van de Clavinova wacht totdat u de juiste
noot speelt, kunt u oefenen op uw eigen tempo.
De gidslampjes gaan eerst (constant) branden en gaan dan knipperen
op het moment dat u de toets moet aanslaan.
Als de gidslampjes niet knipperen…
De gidslampjes gaan wellicht niet knip-
peren bij enkele songs met een spe-
ciaal gidssysteem. U kunt in dat geval
echter omschakelen naar de Next Note
methode zodat de lampjes toch gaan
knipperen. Zie Andere Aanverwante
Gidsfuncties op blz. 108.
Als de gidslampjes en piano roll om-
hoog of omlaag getransponeerd zijn…
De gidslampjes en piano roll kunnen bij
sommige songs een of twee octaven
omhoog of omlaag zijn getransponeerd.
De gidslampjes en piano roll geven
geen noten aan buiten het bereik van
de 88 toetsen van het toetsenbord.
103
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE R E W FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
GUIDE CONTROL
EASY PL AY
NEXT NOTE
SOUN D
REPEAT
GUIDE CONTROL
EASY PL AY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
OPMERKING
OPMERKING
Gidslampjes bij de
toetsen
106
CVP-201
Frase voor Frase Oefenen bij het Afspelen:
Sound Repeat
.......................................................................................................
In de Sound Repeat methode speelt de Clavinova een korte frase af.
Luister ernaar en oefen deze frase.
Zodra u de frase correct gespeeld heeft, gaat de Clavinova vanzelf de
volgende frase spelen.
Aantal Herhalingen
U kunt het aantal keren dat de frase zal
worden herhaald, instellen in het PLAY
[GUIDE MODE] scherm (LCD pagina 5).
(Zie blz. 109.)
De gidslampjes kunnen aan- of uitgezet
worden in het SONG PLAY [GUIDE
MODE] scherm (LCD pagina 5). (Zie blz.
109.)
Piano Roll
Om de piano roll in het scherm te laten verschijnen, drukt u op een
van de GUIDE CONTROL knoppen, druk dan op de [PLAY/STOP]
knop om het afspelen te starten. Een balk, net zo lang als de noot die
gespeeld moet worden, schuift van boven naar beneden over het scherm
heen. Op het moment dat de balk de onderkant van het scherm bereikt,
moet u de noot aanslaan. Houd de toets ingedrukt, zolang de balk in
beeld is.
Piano Roll ON/OFF
Het piano roll scherm kan aan- of
uitgezet worden in het SONG PLAY
[GUIDE MODE] scherm (LCD pagina
5). (Zie blz. 109.)
Z Stel de gewenste song in om te oefenen...............................
Controleer, voordat u de Gidsfunctie oproept, of de diskette op de
juiste manier in de disk drive zit.
De Gidsfunctie Gebruiken
Vóór het Oefenen
Luister, voordat u begint te oefenen,
goed naar de hele song, zonder de part
uit te schakelen die u wilt oefenen.
Hierdoor krijgt u er een goede indruk
van hoe de song gespeeld moet worden
en dit zal het leerproces versnellen.
Automatische Part Uitschakeling
Als u de Gidsfunctie aanzet zonder dat
u zelf een part heeft uitgeschakeld om
deze te gaan oefenen, dan wordt de
1/RIGHT part gegidst (of de 2/LEFT
part als de 1/RIGHT part geen data
bevat). Als u een part echter uitschakelt
voordat u de Gidsfunctie aanzet, zal de
instelling behouden blijven totdat u van
song verandert.
Gidsfunctie
Selecteer de song en schakel de part uit die u wilt gaan oe-
fenen, vanuit het SONG PLAY [MAIN] scherm (LCD pagina 1).
104
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
107
CVP-201
X Selecteer de Gidsmethode. .................................................................
Druk op een van de GUIDE CONTROL knoppen: [EASY PLAY],
[NEXT NOTE] of [SOUND REPEAT].
Het lampje van de corresponderende knop brandt.
De Gidslampjes Uitzetten
De gidslampjes kunnen aan- en uitgezet
worden in het SONG PLAY [GUIDE
MODE] scherm. (Zie blz. 109.)
Als u de GUIDE CONTROL knoppen
niet aan kunt zetten…
De GUIDE CONTROL knoppen kunnen
alleen gebruikt worden in de Song Play
mode of als de 4. GUIDE Demo song
geselecteerd is in de Demo mode. Er
kan slechts één Guide mode tegelijk
geselecteerd worden.
C Oefen de part. ......................................................................................................
Druk op de [PLAY/STOP] knop om het afspelen te starten.
De piano roll verschijnt. Speel met de begeleiding mee om te
oefenen.
Piano Roll Aan/Uit
Het piano roll scherm kan aan- of
uitgezet worden in het SONG PLAY
[GUIDE MODE] scherm (LCD pagina 5).
(Zie blz. 109.)
In de EASY PLAY mode speelt altijd de
juiste melodielijn af, ongeacht welke
toetsen u aanslaat.
U kunt ook tijdens het afspelen van
Gidsmethode veranderen. Dit geldt niet
voor songs waarbij, in het SONG PLAY
[GUIDE MODE] scherm (LCD pagina 5),
SPECIAL staat aangegeven (onder
GUIDE MODE).
De [PAUSE] knop kan niet gebruikt
worden bij de Next Note of Sound
Repeat methodes.
V Stop uw oefensessie. .................................................................................
De Gidsfunctie stopt automatisch aan het einde van de song. U kunt
ook stoppen door op de [PLAY/STOP] knop te drukken.
Om de Gidsfunctie uit te zetten, drukt u opnieuw op de betreffende knop
- [EASY PLAY], [NEXT NOTE] of [SOUND REPEAT] - zodat het
lampje uitgaat.
De gidslampjes lichten op voor de
noten gespeeld door de 1/RIGHT en
2/LEFT parts tijdens het afspelen van
de song, zelfs als de Gidsfunctie uit-
staat, behalve als de LAMP knop is
uitgezet in het SONG PLAY [GUIDE
MODE] scherm. De gidslampjes
geven de noten aan, die moeten wor-
den gespeeld, van zowel de 1/Right
als de 2/LEFT parts, als beide aan-
of beide uitstaan; als één van de twee
uitstaat, zullen de noten alleen dáár-
van worden aangegeven.
Tijdens het afspelen kan de gids part
geselecteerd worden, de piano roll en
de gidslampjes aan- of uitgezet wor-
den en de Gidsfunctie zelf kan aan-
of uitgezet worden.
Gidsfunctie
105
GUIDE CONTROL
EASY PL AY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
SONG REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
108
CVP-201
Het afspeeltempo kan ingesteld wor-
den op elke gewenste waarde nadat
de song geselecteerd is, met de
TEMPO [] en [+] knoppen.
De Gidsfunctie zou minder goed kun-
nen functioneren met software die niet
bedoeld is voor onafhankelijk afspelen
van linker- en rechterhand.
Aangezien de in de Sound Repeat
methode gespeelde frases automa-
tisch worden bepaald door de Clavi-
nova, komen ze soms niet precies
overeen met de daadwerkelijke muzi-
kale frases. Daarbij kunnen de frases
ook ingekort worden als de Gidsfunctie
gebruikt wordt voor zowel linker- als
rechterhand parts.
Er kunnen verschillende instellingen worden gemaakt in het SONG
PLAY [GUIDE MODE] scherm (LCD pagina 5), die te maken hebben
met de Gidsfunctie.
Andere Aanverwante Gidsfuncties
De instellingen gemaakt in dit scherm,
zullen ook van invloed zijn op de Gids-
functie tijdens het afspelen van de 4.
GUIDE Demo song in de Demo mode.
GUIDE MODE.........................................................................................................
Gewoonlijk staat bij de GUIDE MODE functie in het SONG PLAY
[GUIDE MODE] scherm NORMAL. Verander de instelling in ENSEM-
BLE door op de GUIDE MODE knop te drukken; de part die is geannu-
leerd in het SONG PLAY [MAIN] scherm (LCD pagina 1) kan nu ge-
speeld worden met de gewone Part Cancel functie en de andere part (die
niet geannuleerd is) kan dan gespeeld worden met de Easy Play functie.
De ENSEMBLE mode is van invloed
op songs die data voor zowel de [1/
RIGHT] als de [2/LEFT] part bevatten.
De ENSEMBLE mode kan niet ge-
bruikt worden als Next Note of Sound
Repeat is geselecteerd.
De GUIDE MODE instelling kan alleen
veranderd worden als de song is ge-
stopt en op zijn beginpunt staat.
Als Next Note is geselecteerd en SPECIAL in het GUIDE MODE
scherm staat, is er een speciale Gidsmethode ingesteld voor de geselec-
teerde song. Om naar de normale Next Note mode terug te keren, drukt u
op de GUIDE MODE knop zodat deze verandert in NORMAL.
De aanduiding SPECIAL verschijnt
automatisch, afhankelijk van de song
die wordt afgespeeld. SPECIAL ver-
schijnt niet, als u op de GUIDE MODE
knop drukt als u songs afspeelt die
deze speciale methode niet bevatten.
Als u de Easy Play of Sound Repeat
methode gebruikt, dan blijft deze actief
ook al wordt de SPECIAL indicatie
getoond.
GUIDE MODE
Instellingen: NORMAL, ENSEMBLE,
(SPECIAL)
Standaardinstelling: NORMAL of SPE-
CIAL (afhankelijk v.d. song)
Gidsfunctie
106
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
109
CVP-201
Het Sound Repeat Nummer Instellen ......................................
Druk op de SOUND REPEAT knop om het aantal keren dat de frase
herhaald moet worden, in de Sound Repeat mode, in te stellen. Als
AUTO is geselecteerd zullen alleen de noten, die niet goed gespeeld
zijn, worden herhaald; de Gidsfunctie gaat automatisch naar de vol-
gende frase als de vorige goed gespeeld was.
SOUND REPEAT
Instellingen: AUTO, 2 10
Standaardinstelling: AUTO
Songtekstscherm AAN/UIT...................................................................
Om het songtekstscherm uit te zetten, drukt u op de LYRICS knop,
waardoor de functie op OFF komt te staan.
LYRICS (Songteksten)
Instelling: ON, OFF
Standaardinstelling: ON
Piano Roll AAN/UIT .....................................................................................
Het piano roll scherm kan aan- of uitgezet worden door op de
PIANO ROLL knop te drukken. Als AUTO is geselecteerd, verschijnt
de piano roll door een van de Gidsfuncties aan te zetten. Als deze func-
tie op ON staat, ziet u de piano roll tijdens het afspelen. Als de functie
op OFF staat, wordt de piano roll niet getoond.
Gidslampjes AAN/UIT ...............................................................................
Druk op de LAMP knop om de functie op OFF en de gidslampjes
bij de toetsen uit te zetten.
Gidsfunctie
107
De Songtekstschermfunctie kan niet
gebruikt worden in combinatie met song
data opgenomen in SMF format 1.
Als een song geen songtekst data bevat,
zal de LYRICS functie een serie streep-
jes laten zien (- - -). De LYRICS functie
kan niet geselecteerd worden bij het
afspelen van zulke songs.
PIANO ROLL
Instellingen: AUTO, ON, OFF
Standaardinstelling: AUTO
De SOUND REPEAT instelling kan alleen
veranderd worden als het afspelen is ge-
stopt en de song op zijn beginpunt staat.
Als een song ook tekst bevat, heeft de
Song tekstschermfunctie voorrang op de
Piano Roll functie. De Piano Roll verschijnt
alsnog op het scherm als u de Song tekst-
schermfunctie uitzet, zoals hierboven wordt
beschreven.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
110
CVP-201
De Clavinova is uitgerust met uitgebreide song opnamefuncties
waarmee u uw eigen spel kunt opnemen op diskettes. Er staan
drie opnametechnieken tot uw beschikking: Quick Recording
(blz. 112) waarmee u snel en gemakkelijk kunt opnemen; Track
Recording (blz. 115) waarmee u meerdere instrumentale parts
kunt opnemen; en Chord Sequence (blz. 121) waarmee u Auto-
matische Begeleidingsakkoorden stap-voor-stap kunt ingeven.
Songs Opnemen
Structuur van een Song
Een song kan uit verschillende instrumentale parts bestaan, die elk
aan een andere track worden toegewezen, zoals wordt getoond in het
onderstaande voorbeeld.
Voorbeeld song tracklijst
Er kunnen verschillende bevestigings-, waarschuwings- en foutmede-
delingen in het scherm verschijnen tijdens gebruik v.d. functies. Raad-
pleeg het gedeelte “Mededelingen” (blz. 165) voor informatie hierover.
Raadpleeg “Omgaan met de Disk
Drive (FDD) en Diskettes” (blz. 9)
voor informatie over het gebruik van
diskettes.
Songs opgenomen op de CVP-201
worden bewaard als SMF files
(format 0). Songs opgenomen met
gebruik van voices uit de [XG] cate-
gorie zijn XG-compatible. Zie blz.
172 voor informatie over het XG/
SMF format (format 0).
108
Er kunnen maximaal 60 songs worden opgenomen op één diskette,
afhankelijk van de hoeveelheid data die iedere song bevat.
Voordat u songs op een nieuwe diskette kunt opnemen, moet de
diskette eerst geformatteerd worden voor gebruik op de Clavinova
(zie blz.111).
Track Part
1 Piano (rechterhand)
2 Piano (linkerhand)
3 Bass
4 Strings
::
9 Rhythm
10 Rhythm
::
16 Organ
(Tot maximaal 16 tracks.)
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
SON G
PAUSE REW FF
REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
OPMERKING
OPMERKING
111
CVP-201
Songs Opnemen
Voordat u kunt opnemen op de meegeleverde lege diskette, moet u
deze eerst formatteren. In de winkel verkrijgbare lege diskettes moeten
ook voor gebruik geformatteerd worden. U kunt de Format functie in
het FUNCTION [DISK 5] scherm (blz. 146) gebruiken om diskettes,
die al voor opnames gebruikt zijn, opnieuw te formatteren.
Z Doe een diskette in de disk drive. ...............................................
Doe voorzichtig de lege diskette, waarop u wilt gaan opnemen, in
de disk drive met het label naar boven en met het schuifkapje naar de
drive gericht, totdat hij op zijn plaats klikt.
Een paar seconden later verschijnt de mededeling “Start disk
format?” in het scherm. Druk op de OK knop om met het for-
matteren te beginnen of op CANCEL om te annuleren.
Opname Setup: Diskette Formatteren
Dezelfde mededeling verschijnt als u lege
ongeformatteerde diskettes er in doet, of
diskettes van andere formats.
Format Types
2DD diskettes zijn geformatteerd voor 720
KB, terwijl 2HD diskettes zijn geformatteerd
voor 1,44 MB.
X Voer het formatteren uit. ........................................................................
De vraag “Are you sure?” verschijnt in het LCD scherm; druk
op YES om de handeling uit te voeren of op NO om te annuleren.
Tijdens het formatteren verschijnt er een grafische balk in het LCD
scherm om het verloop van de handeling aan te geven. Als het format-
teren klaar is, keert het scherm automatisch terug naar het vorige
scherm.
DISK IN USE
Schuif-
kapje
Labelkant v.d.
diskette
109
OPMERKING
OPMERKING
112
CVP-201
Z Doe een geformatteerde diskette in de drive. ....................
Zorg ervoor dat het write protect schuifje op de “write” (schrijf) posi-
tie staat, duw dan de diskette, met het label naar boven en het schuifkap-
je naar de disk drive gericht, erin, totdat hij op zijn plaats klikt.
Quick Recording (Snelle Opname)
Het DISK IN USE lampje blijft branden zolang de Clavinova de
diskette leest en identificeert.
Als de Song Play mode niet automatisch wordt opgeroepen, kunt
u op de [SONG] knop drukken.
Het lampje brandt en het SONG PLAY [MAIN] scherm verschijnt.
Als het SONG PLAY [MAIN] scherm niet zichtbaar is, kunt u met
de PAGE [<] en [>] knoppen schermpagina 1 selecteren.
De Song Play mode wordt niet automa-
tisch ingeschakeld als de diskette erin
wordt gedaan als een van de aanver-
wante diskette FUNCTION schermen
(blz. 139) of het CUSTOM STYLE
scherm (blz. 74) wordt getoond.
Style File Diskettes Gebruiken
Als u Style File diskettes gebruikt, moet u
eerst de gewenste data van de Style File
diskette (blz. 86) laden en vervolgens de
opnamediskette in de disk drive doen.
X Selecteer het song nummer dat u wilt opnemen. ..........
Selecteer de SONG functie waarna u de SONG knop, de data dial of
de [–] en [+] knoppen gebruikt om het gewenste song nummer te selec-
teren.
Selecteer een song nummer tussen 1 en 60.
Write protect schuifje
gesloten (betekent: u kunt
schrijven)
DISK IN USE
Schuif-
kapje
Labelkant v.d.
diskette
Songs Opnemen
110
Als u een song nummer tussen 61 en 99
selecteert, kunt u de Song Record mode
in stap 3 niet selecteren. De Clavinova
kan tot 99 songs op één diskette afspe-
len, maar kan alleen songs opnemen tot
en met song nummer 60.
Het geselecteerde nummer is de lokatie waar de song zal worden op-
genomen. Als er naast het song nummer een naam verschijnt, bevat de
geselecteerde song reeds data. Verzeker u ervan dat het geen data bevat
die u wilt bewaren, voordat u doorgaat met de volgende stap! Als u op-
neemt in een song die data bevat, zal de bestaande data door nieuwe data
worden vervangen.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
113
CVP-201
C Selecteer de Song Record mode. .......................................................
Druk op de [REC] knop.
Het [REC] lampje brandt en het QUICK RECORD scherm (Re-
cord mode pagina 1) verschijnt.
Als het lampje brandt maar het QUICK RECORD scherm niet
zichtbaar is, kunt u met de PAGE [<] en [>] knoppen pagina 1 oproe-
pen.
Als u in de Record Mode bent, kunt u op elk moment (vóór stap 6), op
[REC] of [EXIT] drukken om het opnemen te annuleren zonder data te
bewaren.
Het song nummer (voor opname) kan veran-
derd worden in het QUICK RECORD
scherm.
Als de Automatische Begeleiding aanstaat
als u in de Record mode komt, zal de
ACMP&RHY track automatisch op REC
gezet worden.
VSelecteer de part die u wilt opnemen. .....................................
Met Quick Recording (Snelle Opname) kunnen drie parts worden
opgenomen: de rechterhand (1/RIGHT), de linkerhand (2/LEFT) en de
Automatische Begeleiding plus ritme part (ACMP&RHY). Druk op de
betreffende knop — 1/RIGHT, 2/LEFT of ACMP&RHY — om de
corresponderende part op REC (klaar voor opname) of OFF (niet op-
nemen/afspelen). De PLAY (afspelen) instelling kan alleen geselec-
teerd worden voor parts die al data bevatten.
De ACMP&RHY part wordt automatisch op REC gezet door op de
[ACMP ON] knop op het paneel te drukken. Om alleen het ritme op te
nemen moet u de ACMP&RHY op REC laten staan en vervolgens op
de [ACMP ON] knop drukken waardoor het lampje uitgaat.
1/RIGHT en 2/LEFT kunnen niet tegelijk op
REC gezet worden.
De Harmony Parts Opnemen
De Clavinova zal harmony noten opnemen
als u opneemt terwijl de Harmony functie
(blz. 69) aanstaat. Als het harmony type op
Duet, Trio, Block, 4 Part, Country, Octave, of
1+5 staat, zullen de harmony noten opgeno-
men worden in de geselecteerde track. Als
er een ander harmony type is geselecteerd,
worden de harmony noten opgenomen in
track 6 - 8.
Opnemen in Dual/Split Mode
Als u de 1/RIGHT part opneemt in de Dual
mode, wordt de data opgenomen op track 1
en 3.
Als u de 1/RIGHT part opneemt in de Split
mode - data opgenomen op track 1 en 5.
Als u de 2/LEFT part opneemt in de Dual
mode - data opgenomen op track 2 en 4.
Als u de 2/LEFT part opneemt in de Split
mode - data opgenomen op track 2 en 5.
Als de opname part wordt veranderd, wor-
den [HARMONY] en [SPLIT] automatisch
uitgezet.
De Automatische Begeleiding Opnemen
Als u de Automatische Begeleiding op-
neemt, wordt het ritme opgenomen op track
9 en 10, de bas op track 11, en akkoordbe-
geleiding op track 12 -16.
De Chord Sequence functie (blz. 121) maakt
het mogelijk om de Automatische Begelei-
ding op te nemen, zonder dat u de akkoor-
den in tempo hoeft te spelen.
Als een part op REC is gezet, verschijnt de
resterende capaciteit van de diskette (in
kilobytes) rechts v.d. tempo aanduiding in
het scherm. Lege 2DD en 2HD diskettes
hebben een geheugencapaciteit van respec-
tievelijk ongeveer 690 KB (
±
69,000 noten)
en 1400 KB (
±
140,000 noten).
Als de ACMP&RHY part op REC is gezet,
klinkt de metronoom reeds, zodat u een
indruk krijgt van het tempo, voordat u begint
op te nemen.
Songs Opnemen
Als een part op REC (klaar voor opname) is gezet, staat de Synchro
Start functie stand-by en begint het opnemen automatisch zodra u be-
gint te spelen op het toetsenbord.
111
SONG REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
Songs Opgenomen op Andere Instrumenten
Als u probeert om data op te nemen op een
song, gecreëerd op een ander instrument,
kan de mededeling verschijnen: Convert to
CVP song? (blz. 166). Druk op YES om de
song te converteren voordat u gaat opnemen.
Als een song geconverteerd is op boven-
staande manier, kan het zijn dat er geen
data op andere tracks dan track 1 of 2 opge-
nomen kan worden.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
114
CVP-201
B Selecteer de gewenste voices en stijl, etc. ..........................
Selecteer de voices, de begeleidingsstijl, stel het tempo in op de ge-
bruikelijke manier en wijzig zonodig ook andere instellingen. (Als u de
geselecteerde voices, stijl, tempo, of andere instellingen eerst wilt uitpro-
beren, moet u dit doen voordat u in de Song Record mode bij stap 3 bent,
want het opnemen start zodra u begint te spelen op het toetsenbord of op
de [START/STOP] knop drukt.)
Als u Style File Diskettes Gebruikt
Als u Style File diskettes gebruikt moet u eerst
de data van de Style File diskette (blz. 86)
laden, voordat u de opnamediskette erin doet.
De Automatische Begeleidingssecties
INTRO, AUTO FILL, ENDING, en FADE IN/
OUT kunnen ook opgenomen worden.
Druk op de INTRO knop alvorens op te
nemen, op de AUTO FILL knoppen tijdens
opname, op de ENDING knop aan het einde
van de opname en op de FADE IN/OUT
knop aan het begin of het einde van de
opname. Als de ENDING knop of de FADE
IN/OUT knop wordt ingedrukt aan het einde,
stopt de opname automatisch na de ending
of de fade out.
Opnemen met de Metronoom
1. Na het opnemen van de voice kunt u op
de [METRONOME] knop drukken, en de
Beat parameter instellen in het METRO-
NOME scherm.
De metronoom klinkt.
2. De opname start zodra u begint te spelen
op het toetsenbord. Het geluid van de
metronoom wordt niet opgenomen.
Als er geen diskette inzit …
Een song kan opgenomen worden in het
interne geheugen als hij niet te lang is.
Maximaal
±
2500 noten (26 KB) kunnen
worden opgenomen; dit kan echter min-
der zijn als er ook allerlei functies worden
gebruikt. De intern opgenomen song
wordt gewist zodra u het instrument uitzet,
of wanneer er een andere song wordt
geladen. Zie Opnemen zonder Diskette
(blz. 133) voor meer informatie.
N Begin met opnemen. .....................................................................................
Begin te spelen op het toetsenbord, of druk op de [PLAY/STOP]
knop. Om de Automatische Begeleidings parts op te nemen moet u de
Automatische Begeleiding op de gebruikelijke manier starten (blz. 58)
en akkoordvingerzettingen gebruiken die passen bij de begeleidings
mode (blz. 60 en 61).
Het Volume Instellen Tijdens Opname
Tijdens opname kunt u het volume van
de Automatische Begeleidingspart instel-
len met het [ACMP/SONG VOLUME]
schuifje en het MIXER scherm. Stel het
toetsenbordvolume in met de KBD VOL
functie in hetzelfde scherm.
Als U de Harmony Functie of Split
Mode Aanzet Onder het Opnemen…
U kunt hetzij harmony noten, óf het
linkerdeel van het toetsenbord opne-
men terwijl u de 1/RIGHT part op-
neemt.
Tijdens het opnemen van de 2/LEFT
part kan de Clavinova dus geen
harmony noten opnemen van harmony
types die worden opgenomen in de
tracks 6 tot en met 8 (zie de rechter-
kolom op blz. 113).
.
De gidslampjes op het toetsenbord
branden niet tijden het opnemen.
Songs Opnemen
112
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
115
CVP-201
M Stop de opname. ............................................................................................
Druk op de [PLAY/STOP] knop.
De opname stopt. Als de opgenomen data naar een diskette is
geschreven gaat het [REC] lampje uit en verschijnt het SONG
PLAY scherm.
Als u op de [START/STOP] knop drukt, stopt alleen de opname
van de Automatische Begeleiding of het ritme. U kunt doorgaan met
het opnemen van uw spel zonder de Automatische Begeleiding en het
ritme. Druk op de [PLAY/STOP] knop om de opname daadwerkelijk
te stoppen.
Als u de stijl stopt, door op de [ENDING] knop of de [FADE IN/
OUT] knop te drukken, stopt de Clavinova ook de opname van het
toetsenbord.
PAS OP
De Clavinova kan, nadat u de opname
gestopt heeft, nog even doorgaan met
het schrijven van data naar de diskette.
Haal de diskette er NIET uit zolang het
DISK IN USE lampje van de disk drive
brandt.
Als een song is opgenomen, wordt er
automatisch een tijdelijke naam
SONG *** (*** is het nummer) aan gege-
ven. U kunt de naam naar wens verande-
ren. (Zie blz. 127.)
De [ACMP ON] en/of [HARMONY]
lamp(jes) gaan automatisch uit als de
opname van deze parts beëindigd is.
Zodra de opname beëindigd is, wordt het
song volume automatisch teruggezet op
zijn maximale waarde, ongeacht de hui-
dige positie van het [ACMP/SONG VO-
LUME] schuifje.
< Speel de opname af. ...................................................................................
Druk op de [PLAY/STOP] knop.
De opgenomen data wordt afgespeeld.
Tijdens het afspelen kunt u gebruik maken van de [REW], [FF] en
[PAUSE] knoppen om het afspelen te besturen en van de TEMPO [–]
en [+] knoppen om het tempo te veranderen. U kunt ook meespelen op
het toetsenbord.
Het afspelen stopt automatisch zodra het einde van de opname is
bereikt, of u kunt nogmaals op de [PLAY/STOP] knop drukken om te
stoppen wanneer u maar wilt.
Track Opname (Multi-track Opname)
Songs Opnemen
113
Als er veranderingen van stijl zijn opge-
nomen in een song, kan het afspelen een
beetje trager zijn op punten waar de stijl
omschakelt, afhankelijk van de stijlen die
zijn gebruikt.
Songs die opgenomen zijn met zowel de
Dual mode (blz. 33) als de Full Keyboard
mode (blz. 57) kunnen ook iets trager
klinken, tijdens het afspelen.
Z Maak het instrument klaar voor opname. ...........................
De eerste drie stappen in de Track Opname procedure zijn precies
hetzelfde als die voor de Quick Recording. (Zie blz. 112.)
X Selecteer de TRACK RECORD pagina ...................................
Gebruik de PAGE [<] en [>] knoppen om de TRACK RECORD
pagina te selecteren (Record mode scherm pagina 2).
De 16 tracks verschijnen boven de TRACK < en > knoppen. De
nummers, van de tracks die afgespeeld kunnen worden, zijn omgeven
door een vierkant, en de nummers van tracks die klaarstaan om opge-
nomen te worden, zijn geaccentueerd. De nummers van tracks die geen
data bevatten, worden niet weergegeven.
OPMERKING
OPMERKING
116
CVP-201
C Selecteer de gewenste track voor opname. .........................
Druk op de TRACK < en > knoppen, of gebruik de data dial, of de
[–] en [+] knoppen om de track te selecteren.
Track 10 (en 9, in sommige gevallen)
kan alleen gebruikt worden om het
ritmegeluid van de begeleidingsstijl op
te nemen en niet om een toetsenbord
part op te nemen. Ook moet een toet-
senbord part opgenomen worden op
een ander track dan die voor Harmony
of Automatische Begeleiding.
Als de RHYTHM tracks (9 en 10) of de
Automatische Begeleidings tracks (9 -
16) op REC gezet zijn, zal de metro-
noom vanzelf aangaan als hulpmiddel
bij de timing.
Als de Automatische Begeleiding en/of
Harmony al aan staan als de track Re-
cording pagina is geselecteerd, wor-
den de corresponderende tracks auto-
matisch klaargezet voor opname.
De geselecteerde track is onderstreept.
Gebruik de meest rechtse LCD knop om de geselecteerde tracks op REC
(klaar voor opname) of op OFF (niet opnemen/afspelen) te zetten. Als een track
op REC staat, staat de Synchro Start mode ook aan. De Clavinova start met opne-
men zodra u begint te spelen op het toetsenbord.
PLAY kan alleen geselecteerd worden voor tracks die data bevatten. Als een
track is uitgezet, wordt het track nummer zonder vierkant eromheen weergege-
ven.
Er kunnen drie verschillende tracks tegelijk op opname gezet worden bij het
opnemen van de toetsenbord parts.
Als u van plan bent op te nemen met gebruik van de Dual of Split functies,
moeten twee tracks op REC staan.
Als u van plan bent de Dual en Split functies tegelijk te gebruiken, moeten
drie tracks geselecteerd worden.
Als de Automatische Begeleiding en/of Harmony aanstaan, worden de op-
name track nummers automatisch vastgesteld, zoals hieronder wordt beschreven.
* Als de Automatische Begeleiding aanstaat, worden track 9 - 16 automatisch
op opname gezet om de Automatische Begeleidingsdata op te nemen. Als de
Harmony functie aanstaat en een ander harmony type (blz. 70) dan Duet,
Trio, Block, 4 Part, Country, Octave, of 1+5 is geselecteerd, wor-
den de tracks 6 - 8 automatisch op opname gezet om de Harmony data op te
nemen.
Wanneer de RHYTHM knop wordt ingedrukt, worden automatisch track 9 en
10 geselecteerd voor de ritme data. Zet track 9 en 10 op REC, PLAY, of op OFF
met de uiterst rechtse LCD knop.
Songs Opnemen
114
OPMERKING
117
CVP-201
V Stel alle speelfuncties naar wens in.........................................
Na het instellen van de tracks die opgenomen moeten worden, kunt
u alle noodzakelijke speelfuncties naar wens instellen: voice, begelei-
dingsstijl, tempo, reverb, etc.
B Begin met opnemen. ..................................................................................
Begin te spelen op het toetsenbord of druk op de [PLAY/STOP] knop. Om
de Automatische Begeleidings parts op te nemen, moet u de Automatische
Begeleiding starten op de gebruikelijke manier (blz. 58) en akkoordvingerzet-
tingen gebruiken die passen bij de begeleidingsmode (blz. 60 en 61).
Het huidige maatnummer wordt tijdens het opnemen in het scherm weergege-
ven. De parameters die hieronder vermeld staan, worden, samen met de noten die
u speelt, ook opgenomen. (Parameters die opgenomen worden kunnen verschillen,
afhankelijk van de speelstijlen en instellingen.)
Parameters Opgenomen in Iedere Track
Noten
Voice
Toetsenbordvolume
Pan
Rechter (sustain) pedaal
Linkerpedaal (blz. 138)
Midden (sostenuto) pedaal
Reverb depth
Chorus depth
Effect depth
Toetsenbord part volume (main, second, left)
Fade-in/out (geconverteerd in volume data)
Scale tuning data (blz. 155)
Parameters Opgenomen in de Hele Song
Tempo
Reverb type
Overall reverb depth
Chorus type
Effect type*
Begeleidingsstijl
Sectie (Intro, Main A tot en met D, Fill-In, Ending)
* Het laatst opgenomen track effect heeft prioriteit.
Andere Opgenomen Parameters
Begeleidingsstijl data die wordt opgenomen maar hierboven
niet staan vermeld:
Begeleidingspart volume (volume instellingen van stijl data en
mixer niveaus, veranderd tijdens opnames)
Songs Opnemen
115
Als u een part van een song opnieuw wilt
opnemen (b.v., als u tijdens het opnemen
een fout heeft gemaakt), kunt u dit doen met
de Punch-in/out Recording functie (blz. 118)
Uw Data Backuppen
Elke keer dat u een hoeveelheid data heeft
opgenomen, zou u de data naar een ander
songnummer moeten kopiëren voor backup
doeleinden (zie blz. 142 voor informatie over de
Copy functie). Hierdoor voorkomt u het verlie-
zen van belangrijke data als u b.v. per ongeluk
data wist tijdens het opnemen.
OPMERKING
OPMERKING
118
CVP-201
N Stop de opname. ............................................................................................
Druk op de [PLAY/STOP] knop.
De opname stopt. Als de opgenomen data naar de diskette is ge-
schreven, gaat het [REC] lampje uit en verschijnt het SONG PLAY
scherm.
Als u op de [START/STOP] knop drukt, stopt alleen de opname van
de Automatische Begeleiding of het ritme. U kunt doorgaan met het op-
nemen van uw spel zonder begeleiding of ritme. Druk op de [PLAY/
STOP] knop om de opname daadwerkelijk te stoppen.
Als u de stijl stopt, door op de [ENDING] of de [FADE IN/OUT]
knop te drukken, stopt de Clavinova ook de opname van het toetsenbord.
Zodra de opname klaar is, wordt het
[ACMP/SONG VOLUME] niveau automa-
tisch op zijn maximale waarde gezet,
ongeacht de huidige positie van het
schuifje.
U kunt een nieuwe track aan uw song toevoegen door nieuwe opname
track(s) en voice(s) voor opname te selecteren, zoals hierboven beschre-
ven. U kunt nieuwe tracks opnemen tijdens het afspelen van de reeds
opgenomen tracks. Door dit proces telkens te herhalen, kunt u een com-
plete song samenstellen.
Nieuwe Tracks Toevoegen
Als u een track opneemt die reeds opge-
nomen was, wordt het vorige materiaal
gewist en vervangen door het nieuwe
materiaal.
Met de Punch-in/out Recording functie kunt u een bepaald gedeelte
van de song opnieuw nemen. Punch-in/out opname maakt het mogelijk
om de opname te starten vanaf een bepaald “punch-in” punt in een eerder
opgenomen track en de opname te stoppen op een bepaald “punch-out”
punt, waardoor u al het eerder opgenomen materiaal, vóór het punch-in
punt en ná het punch-out punt, intact laat.
Punch-in/out Recording (In-/Uitprik Opname)
Punch-in/out opname is niet mogelijk bij
tracks die gebruikt zijn om de Automati-
sche Begeleiding of ritme parts op te
nemen, of bij track 6 - 8, als deze ge-
bruikt zijn om harmony parts op te nemen
(zie de rechterkolom op blz. 113).
Z Speel de song af. ...............................................................................................
Speel de song af om het punt te vinden waar u wilt inprikken (d.w.z.,
vanwaar u opnieuw wilt opnemen).
Songs Opnemen
116
SONG REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
119
CVP-201
X Pauze voor het punch-in punt. ........................................................
Druk op de [PAUSE] knop om een klein stukje vóór het punt van-
waar u wilt beginnen met opnemen, het afspelen op pauze te zetten.
Laat één maat of meer over vóór het punch-in punt zodat u de timing
aan kunt voelen voordat u inprikt.
C Zet de Punch-in/out functie aan. ...................................................
Druk op de [REC] knop.
Het PUNCH IN/OUT scherm verschijnt.
V Selecteer een track......................................................................................
Druk op de TRACK < of > knoppen of gebruik de data dial of de
[–] en [+] knoppen om een track te selecteren.
De geselecteerde track is onderstreept.
Gebruik de meest rechtse LCD knop om de geselecteerde track op
REC (klaar voor opname) of op OFF (niet opnemen/afspelen) te zetten.
PLAY kan alleen geselecteerd worden voor tracks die data bevatten.
Als een track is uitgezet, wordt het track nummer weergegeven zonder
vierkant eromheen.
Auto Instelling Punch-in/out
Als er geen andere track is geselecteerd,
wordt de laatst opgenomen track automa-
tisch geselecteerd voor Punch-in/out.
Songs Opnemen
117
Als u een track selecteert die gebruikt was
om de Automatische Begeleiding of ritme
part op te nemen, of een track (6, 7, of 8)
die een harmony part bevat (zie de rechter-
kolom op blz. 113), kunt u deze track niet
op REC zetten.
PAUSE REW FF
SONG REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
OPMERKING
OPMERKING
120
CVP-201
B Selecteer de punch-in mode. ................................................................
Selecteer de gewenste punch-in mode met de vierde LCD knop. Er
zijn twee modes beschikbaar, zoals hieronder beschreven staan.
1ST KEY
Opname begint zodra de eerste toets gespeeld wordt, nadat
Punch-in afspelen is gestart in stap 7 (hieronder).
PEDAL
Opname begint zodra het linkerpedaal wordt ingedrukt, nadat
Punch-in is gestart in stap 7 (hieronder).
Als de PEDAL punch-in mode is geselec-
teerd, wordt het linkerpedaal alleen aan
deze functie toegewezen (de normale
pedaalfunctie wordt dan geannuleerd).
N Selecteer de punch-out mode. ............................................................
Selecteer de gewenste punch-out mode met de middelste LCD knop.
Twee modes zijn beschikbaar, zoals hieronder beschreven staan.
REPLACE
Als de opname is gestopt, wordt alle data na het uitprikpunt,
gewist.
PCH.OUT
Als de opname is gestopt, blijft alle data na het uitprikpunt
intact.
M Begin met afspelen en opnemen. ....................................................
Druk op de [PLAY/STOP] of [PAUSE] knop om het afspelen te be-
ginnen vanaf het pauze punt.
Begin, om in te prikken (d.w.z. opname te starten) als de 1ST KEY
mode is geselecteerd, gewoon te spelen op het punt vanwaar u wilt opne-
men.
Of druk, om in te prikken (d.w.z. opname te starten) als de PEDAL
mode is geselecteerd, op het linkerpedaal op het punt vanwaar u wilt
opnemen.
Als de PEDAL Punch-in mode is geselec-
teerd kan de opname ook direct gestart
worden door het linkerpedaal in te druk-
ken, zonder eerst op de [PLAY/STOP] of
[PAUSE] knop te drukken om het afspe-
len te beginnen.
< Stop de opname. ............................................................................................
Druk op de [PLAY/STOP] knop.
De opname stopt. Als de data naar een diskette is geschreven,
gaat het [REC] lampje uit en verschijnt het SONG PLAY scherm
weer.
Als de PEDAL mode is geselecteerd, kan
de opname ook gestopt worden door op
het linkerpedaal te drukken.
Songs Opnemen
118
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
121
CVP-201
Met de Chord Sequence functie kunt u stap-voor-stap Automatische
Begeleidingsdata ingeven aan de hand van akkoordnamen. U kunt
deze functie gebruiken om de begeleidings part op te nemen zonder
dat u in de maat, of in een vast tempo hoeft te spelen.
Ga naar het RECORD EDIT scherm (pagina 3 van het Record
mode scherm) met de PAGE [<] en [>] knoppen.
119
Akkoorden Opnemen (Chord Sequence)
Z Maak het instrument klaar voor opname. ...........................
Net als in stap 1 - 3 van Quick Recording (Snelle Opname), moet u
een geformatteerde diskette in de disk drive doen, een songnummer
selecteren en op de [REC] knop drukken om naar de Record mode te
gaan.
U kunt, terwijl u met de Chord Sequence
functie data opneemt, de Muziek Database
(blz. 67) of de Registration functie (blz. 89)
niet gebruiken.
X Zet de Chord Sequence functie aan. ......................................
Druk op de CHORD SEQ. knop in het RECORD EDIT scherm.
Als Chord Sequence niet aangezet kan
worden…
De chord sequence functie kan niet ge-
bruikt worden als er geen diskette in de disk
drive zit.
SONG REC
PL AY/
STOP
SONG CONTROL
OPMERKING
OPMERKING
122
CVP-201
De Automatische Begeleidings Mode
Veranderen
Automatische Begeleiding kan niet uitge-
zet worden als de Chord Sequence
functie actief is. U kunt echter wel een
begeleidings mode (behalve Full Key-
board) selecteren in het ACCOMPANI-
MENT MODE scherm door op [DIRECT
ACCESS] te drukken, gevolgd door de
[ACMP ON] knop. Ook het splitpunt kan
in dit scherm veranderd worden.
De Chord Sequence data vervangt
automatisch de vorige data in de Auto-
matische Begeleidings en ritme tracks
die waren opgenomen met de Quick
Record of Track Record modes.
Met de Chord Sequence functie kunnen
maximaal 999 noten opgenomen worden.
De ingeefresolutie van de akkoorden
wordt automatisch gekozen aan de hand
van de huidige stijl. Voor stijlen van 2/4,
3/4, 4/4, en 5/4 maat, kan er één akkoord
worden ingegeven per 8ste-noot of 8ste
triool. Bij alle andere maatsoorten kan er
één akkoord worden ingegeven per maat.
Begeleidingsstijl- en Sectiewijzigingen
Ingeven
Er kan één stijl- of sectiewijziging (blz.
123) aangebracht worden aan het begin
van elke maat (De Intro kan alleen aan
het begin van de song worden ingege-
ven.). Auto Fill data kan echter worden
ingegeven waar u maar wilt.
C Verplaats de cursor naar het ingeefpunt.................................
Het scherm toont maten als een horizontale lijn met 8ste-noot verde-
lingen.
Om de driehoekige cursor langs de maatindicatie te verplaatsen naar
het punt waar u een akkoord- of stijlverandering wilt ingeven, drukt u op
een van de CURSOR < of > knoppen om de functie te accentueren, en
gebruikt u vervolgens de data dial of de [–] en [+] knoppen.
U kunt de driehoekige cursor ook verplaatsen door op de CURSOR
< en > knoppen te drukken.
Het Volume van de Automatische
Begeleiding Instellen
U kunt ook volumewijzigingen voor de
Automatische Begeleiding ingeven. Als u
dit op een oordeelkundige manier doet,
kan dit u helpen om professioneel klin-
kende, dynamische variaties aan te
brengen in de Automatische Begeleiding
van uw song. Om dit te doen, moet u
eerst de part volume data van de Auto-
matische Begeleiding ingeven in het
MIXER scherm; het volume event sym-
bool
( )
verschijnt in het vierkant rechts
in het scherm. Om de volume data daad-
werkelijk op de huidige positie op te
nemen, drukt u op de SET knop in het
CHORD SEQUENCE scherm. (Een
eerste volume instelling wordt al automa-
tisch ingegeven aan het begin van een
song.)
Akkoorden Opnemen
120
Het CHORD SEQUENCE scherm verschijnt, de Automatische Be-
geleiding wordt vanzelf aangezet en de Fingered 1 begeleidings
mode wordt automatisch geselecteerd.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
123
CVP-201
V Geef de akkoord en/of stijlwijzigingen in............................
Om een akkoord in te geven, moet u ofwel het akkoord met de
juiste vingerzetting spelen in het linkerdeel van het toetsenbord (lager
dan het splitpunt), of ROOT of TYPE in het LCD scherm accentueren
en de data dial of de [–] en [+] knoppen gebruiken.
U kunt het akkoord ook selecteren door op de ROOT en/of TYPE
knoppen te drukken.
De namen van akkoorden ingegeven via
het toetsenbord, worden ook getoond door
de ROOT en TYPE functies.
De naam van het akkoord wordt getoond naast het toetsenbord
icoon in het vierkant, aan de rechterkant van het scherm.
Een stijlwijziging (stijl, sectie en tempo) geeft u in op de normale
manier.
Als het akkoord en/of de stijl geselecteerd zijn moet u op de SET
knop drukken.
Er verschijnt een verdikt lijnsegment bij de huidige positie van de
maatindicator, wat aangeeft dat er data is opgenomen op die
positie. De cursor springt vanzelf naar de volgende positie.
De opgenomen data wordt getoond in het scherm: de maatsoort,
stijlnaam en sectie verschijnen linksboven en de akkoordnaam en het
tempo in het vierkant rechts in het scherm.
Ga door met het verplaatsen van de cursor naar andere posities en geef
op deze manier akkoorden en stijlwijzigingen in. U kunt de ingegeven
data ondertussen controleren, wanneer u maar wilt, door de sequence
af te spelen met gebruik van de [PLAY/STOP] knop.
De data die wordt opgenomen door de Chord Sequence functie,
wordt hieronder opgenoemd.
Data Opgenomen door de Chord Sequence Functie
Begeleidingsstijl
Sectie (MAIN A/B/C/D, Intro, Ending, Auto-fill, Fade-in/out, Break)
Akkoordnaam
Tempo
Part volume van de Automatische Begeleiding (MIXER instellingen)
Rhythm aan/uit
ACMP/SONG volume (alleen als eerste instelling aan het begin van de song)
Een fade-out kan niet worden ingegeven
tijdens een fade-in.
Rhythm-only Secties Ingeven
U kunt ook alleen het ritme (zonder begelei-
ding) opnemen in uw song. Om dit te doen,
moet u een leeg akkoord in de gewenste
maat opnemen door de TYPE functie op
--- te laten staan.
Een Break Ingeven
Een complete break kan gecreëerd wor-
den door het akkoordtype op --- te
zetten en het ritmegeluid op OFF (zie
RHYTHM ON/OFF verderop in dit
hoofdstuk).
De break fill pattern, teweeggebracht
door het linkerpedaal (blz. 138) kan niet
worden ingegeven via de Chord Se-
quence functie.
De Clavinova speelt gewoonlijk een fill-in
bij de omschakeling tussen twee variaties
(MAIN A - MAIN D). Als u niet wilt dat er
een fill-in pattern wordt gespeeld tussen
de variaties, drukt u de knop voor die
variatie tweemaal in voordat u op SET
drukt.
Het maatnummer wordt links van de
maatindicator aangegeven.
Zie, voor informatie over andere nuttige
bewerkingsmogelijkheden, Andere
Chord Sequence Functies, verderop in
dit hoofdstuk.
Hetzelfde akkoord kan niet tweemaal
achter elkaar ingegeven worden. Als het
akkoord, weergegeven door de ROOT en
TYPE functies, dezelfde is als het laatste
akkoord dat was opgenomen, wordt dit
niet opgenomen als een wijziging, wan-
neer u op de set knop drukt, maar zal het
vorige akkoord gewoon doorspelen.
Akkoorden Opnemen
121
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
124
CVP-201
B Stop met opnemen. .........................................................................................
Als alle opnames gemaakt zijn, moet u pagina 2 van het CHORD
SEQUENCE scherm selecteren en daarna op de END MARK en SET
knoppen drukken om zo het eindpunt van de song te bepalen. De eind-
puntmarkering wordt getoond in het vierkant, rechts in het scherm.
De chord sequence data bevindt zich
nu in track 9 - 16 en kan afgespeeld
worden op de normale manier. Voeg
andere tracks toe met de gebruikelijke
track selectie en opnameprocedure. U
kunt ook over de Automatische
Begeleidings parts heen opnemen en
deze vervangen door nieuw materiaal
als u dit wilt, met behulp van de gebrui-
kelijke track selectie en opname-
procedure.
De song, opgenomen via de Chord
Sequence functie, kan later worden
gewijzigd door opnieuw naar de Chord
Sequence mode te gaan en de ge-
wenste wijzigingen aan te brengen.
Onthoud echter, dat data die reeds is
opgenomen met de parts ,die door de
Automatische Begeleiding gebruikt
worden (d.m.v. normale track
opname(s)), door de geprogram-
meerde begeleidingsstijl data vervan-
gen wordt. (Als u bijvoorbeeld uw
eigen bas part had opgenomen, wordt
deze gewist en vervangen door de bas
pattern van de stijl, behorend bij de in
het Chord Sequence scherm ingege-
ven akkoorden.)
Pagina 2 van het CHORD SEQUENCE scherm bevat een aantal veel-
zijdige functies die u helpen bij het efficiënter ingeven van chord se-
quence data.
Uiteindelijk kunt u op de [REC] knop drukken; dan verschijnt de vraag:
Save recorded data?”. Druk op YES om de opgenomen data op te
slaan en de Chord Sequence functie automatisch te verlaten; het scherm
keert terug naar het SONG PLAY scherm. Wilt u de data niet opslaan, druk
dan op NO. Om door te gaan met het bewerken van de sequence zonder de
data al op te slaan, drukt u op CANCEL.
Andere Chord Sequence Functies
ALL DELETE (Alles Wissen) ........................................
Om alle sequence data te wissen, drukt u op de ALL DELETE knop.
De vraag “Are you sure?” verschijnt. Druk op YES om de handeling
uit te voeren of op NO om deze te annuleren.
DELETE (Wissen) .........................................................
Om de data op de huidige cursorpositie te wissen, moet u op de
DELETE knop drukken. De vraag “Are you sure?” verschijnt. Druk
op YES om de handeling uit te voeren of op NO om deze te annuleren.
122
Akkoorden Opnemen
OPMERKING
125
CVP-201
END MARK (Eindpuntmarkering) ................................
Om een “eindpuntmarkering” in te geven op de huidige cursorpositie,
moet u op de END MARK knop drukken, gevolgd door de SET knop. Een
eindpuntmarkering geeft het eindpunt van de song aan en moet altijd wor-
den ingegeven om elke song op een behoorlijke manier te laten eindigen.
(Een eindpuntmarkering is onnodig als u eindigt met een Ending of Fade-
out.) De cursor kan niet voorbij een eindpuntmarkering geplaatst worden.
U kunt een eindpuntmarkering wissen met de DELETE knop, net als bij
andere data.
End Mark
Ongeacht of een eindpuntmarkering is
ingegeven, de song eindigt één maat na de
laatst ingegeven data. Als een Ending
pattern of Fade-out is ingegeven, eindigt de
song aan het einde van de laatste maat van
de Ending of Fade-out.
RHYTHM ON/OFF..........................................................
Om het ritmegeluid aan of uit te zetten, moet u op de RHYTHM ON/
OFF knop drukken gevolgd door de SET knop. Er worden geen ritmege-
luiden voortgebracht na de positie waar de “rhythm off” event is ingege-
ven; het ritme begint weer te klinken vanaf de plek waar “rhythm on” is
ingegeven.
123
De rhythm on/off status wordt getoond in
het vierkant rechts in het scherm.
Akkoorden Opnemen
OPMERKING
OPMERKING
126
CVP-201
De Opname mode heeft een aantal makkelijke bewerkings-
functies waarmee u de song data nog beter kunt besturen. De
Record Edit functies bestaan uit: Setup Memory, waarmee u de
huidige paneelinstellingen als deel van de momenteel geselec-
teerde song kunt bewaren; Song Name, waarmee u een opge-
nomen song een naam kunt geven; Track Edit, die voorziet in
een aantal track bewerkingsmogelijkheden, zoals Track Mix en
Track Delete; en Initial Edit, waarmee u de data aan het begin
van een song, zoals voice, reverb, en effectinstellingen kunt
wijzigen.
U kunt de bewerkingsfuncties selecteren vanuit het RECORD
EDIT scherm (Record mode schermpagina 3), nadat u de song
heeft geselecteerd die u wilt bewerken.
124
Andere Opname Edit Functies
Met de Setup Memory functie is het mogelijk om de huidige paneelin-
stellingen te bewaren op een diskette, zodat deze automatisch teruggezet
worden wanneer u de song, die u nu aan het bewerken bent, weer afspeelt.
Z Maak de Clavinova klaar om de song af te spelen. ......
Setup Memory (Geheugen voor Paneelinstellingen)
Raadpleeg het Parameter Overzicht op
blz. 11 van de Referentie Handleiding
voor details met betrekking tot instellin-
gen die opgeslagen worden met de
Setup Memory functie.
De instellingen opgeslagen door de
Setup Memory functie worden gewist
als u de song data opnieuw opneemt
of als u de Initial Edit functie (blz. 130)
gebruikt om de aanvangsinstellingen te
bewerken.
Stel nu de Clavinova helemaal in zoals u de song die u nu aan het
bewerken bent, wilt afspelen.
X Selecteer de Setup Memory functie..............................................
Gebruik de PAGE [>] knop om het RECORD EDIT scherm (pagina
3 van het Song Record mode scherm) indien noodzakelijk te selecteren,
waarna u op de SETUP MEMORY knop moet drukken.
De “Save panel settings to disk?” mededeling verschijnt.
OPMERKING
127
CVP-201
Z Geef de gewenste naam in. ................................................................
Gebruik de > knop om de cursor onder het gewenste letterteken te
zetten in het NAME scherm. (De namen mogen maximaal 12 tekens
bevatten).
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het letterteken
of symbool dat u wilt ingeven, te selecteren en te accentueren.
Druk op de CH.SET knop om het geselecteerde teken in te geven op
de huidige cursorpositie en verplaats de cursor naar de volgende posi-
tie. Ga op deze manier door met het ingeven van andere lettertekens of
symbolen.
Om het letterteken op de vorige positie te wissen moet u op de
BACK knop drukken. Het letterteken vóór de cursor wordt gewist,
terwijl de cursor terugspringt naar de vorige positie.
Druk op de CANCEL knop om de Song Naamprocedure af te bre-
ken en terug te keren naar het RECORD EDIT scherm.
X Sla de naam op. ...............................................................................................
Als de song file naam compleet is, drukt u op de OK knop. De
nieuwe naam is nu opgeslagen als de naam van de huidige song. Druk
op de CANCEL knop om de handeling te annuleren.
Deze functie wordt gebruikt om song files, opgenomen met de Cla-
vinova, een naam te geven of om bestaande namen te wijzigen. Om de
Song Naamfunctie op te roepen, moet u op de SONG NAME knop
drukken in het RECORD EDIT scherm.
Song Naam
De Song Naamfunctie kan niet gebruikt
worden als er geen diskette in de disk drive
zit.
125
Andere Opname Edit Functies
Druk op YES om de huidige paneelinstellingen te bewaren of op
CANCEL om terug te keren naar het RECORD EDIT scherm.
De Clavinova toont de “Don’t remove the disk!” mededeling
alsook een grafische balk, terwijl de data op de diskette opgesla-
gen wordt. Daarna verschijnt de mededeling: “Complete”,
waarna de RECORD EDIT pagina weer verschijnt.
OPMERKING
128
CVP-201
Z Specificeer de twee tracks die samengevoegd moe-
ten worden................................................................................................................
Druk op de TRK A en TRK B knoppen om de corresponderende func-
ties te accentueren en gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de
nummers te selecteren van de twee tracks die samengevoegd moeten wor-
den. De voices die gebruikt worden voor de geselecteerde tracks, worden
boven deze functies weergegeven in het LCD scherm.
X Specificeer de bestemmings track. ...............................................
Gebruik de TRK C functie om de track te specificeren waarop u de
samengevoegde data wilt opnemen. U kunt deze track ook specificeren
door op de TRK C knop te drukken, om de corresponderende functie te
accentueren, waarna u de data dial of de [–] en [+] knoppen gebruikt.
Alle voorgaande data in de bestemmings track zal gewist worden.
C Voer de Track Mix handeling uit. ......................................................
Druk op de MIX knop om de Track Mix handeling uit te voeren. De
vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op YES om de handeling uit te
voeren, of op NO om deze te annuleren.
Als de handeling uitgevoerd is, wordt de MIX functie vervangen
door de UNDO functie, waarmee u de Track Mix handeling ongedaan
kunt maken en de voorgaande data kunt terugzetten.
Druk op de [REC] knop (het lampje gaat uit) om de Track Mix func-
tie te verlaten.
U kunt de Track Mix functie ook verlaten door op de [EXIT] knop te
drukken.
De originele data blijft in track A en B
behouden nadat de Track Mix functie
is uitgevoerd. Als de oude data niet
meer nodig is, kunt u deze wissen. (Zie
“Track Delete,” blz. 129.)
Terwijl de data bewerkt wordt, ver-
schijnt er een grafische balk, die het
verloop van het proces weergeeft.
U kunt controleren of de resultaten aan
uw verwachtingen voldoen door het
afspelen te starten en te stoppen met
de [PLAY/STOP] knop. (Maar doe dit
wel voordat u ook maar íets anders
doet, want daardoor zou u de UNDO
functie niet meer kunnen selecteren.)
De Undo functie kan niet gebruikt wor-
den nadat u een andere track geselec-
teerd heeft, of deze mode heeft verla-
ten.
De Undo functie kan niet gebruikt
worden voor data opgenomen in het
interne geheugen (zie blz. 133).
Andere Opname Edit Functies
126
Druk op de TRACK EDIT knop in het RECORD EDIT scherm om
het TRACK EDIT scherm op te roepen. Het TRACK EDIT scherm be-
staat uit drie pagina’s: TRACK EDIT [MIX], TRACK EDIT [DELETE],
en TRACK EDIT [QUANTIZE].
Track Mix (TRACK EDIT pagina 1)
De Track Mix functie combineert de data van twee gespecificeerde
tracks en kopiëert het resultaat naar een derde gespecificeerde track.
Track Edit
Track Kopie
Alleen tracks die data bevatten kunnen
geselecteerd worden door de TRK A en
TRK B functies. Voor TRK B kan ook “---”
(geen track) geselecteerd worden. In dit
geval wordt de data in track A gewoon
gekopiëerd naar track C.
Met de Track Mix functie worden na de
samenvoeging, de geselecteerde track
voice, volume data, etc. (d.w.z., alle data
behalve noot data) van track A effectief
voor de bestemmings track.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
129
CVP-201
X Voer de Delete handeling uit.............................................................
Druk op de DELETE knop. Als de vraag: “Are You Sure?” ver-
schijnt, kunt u op YES drukken om de handeling uit te voeren, of op
NO om te annuleren.
De DELETE functie wordt vervangen door de UNDO functie nadat
de Delete handeling is uitgevoerd. Als het resultaat niet aan uw ver-
wachtingen voldoet, kunt u op de UNDO knop drukken om de data van
de gewiste track terug te zetten.
Druk op de [REC] knop om de Track Delete functie te verlaten (het
lampje gaat uit).
U kunt ook op de [EXIT] knop drukken om de Track Delete functie
te verlaten.
Track Delete (Wissen) (TRACK EDIT pag. 2)
De Track Delete functie kan gebruikt worden om de data van een
gespecificeerde track te wissen.
Z Specificeer de track die gewist moet worden. ........
Druk op de TRACK of knop om de functie te accentueren en
vervolgens kunt u met de data dial of de [–] en [+] knoppen de track
selecteren die gewist moet worden.
Alleen tracks die data bevatten kunnen
geselecteerd worden.
Terwijl de data bewerkt wordt, verschijnt
er een grafische balk, die het verloop van
het Track Delete proces weergeeft.
U kunt controleren of de resultaten aan
uw verwachtingen voldoen, door het af-
spelen te starten en te stoppen met de
[PLAY/STOP] knop. (Maar doe dit wel
voordat u ook maar íets anders doet,
want daardoor zou u de UNDO functie
niet meer kunnnen selecteren.)
De Undo functie kan niet meer gebruikt
worden nadat u een andere track gese-
lecteerd heeft, of deze mode verlaten
heeft.
De Undo functie kan niet gebruikt worden
voor data opgenomen in het interne
geheugen (zie blz. 133).
Track Quantize (TRACK EDIT pagina 3)
U kunt de timing van een opgenomen part “strakker” laten klinken,
door alle noten aan te passen aan de specifieke maatsoorten, met de
Track Quantize functie. U kunt bijvoorbeeld de opgenomen noten
nauwkeurig aanpassen aan 8ste of 16de noot resoluties.
Andere Opname Edit Functies
127
OPMERKING
OPMERKING
130
CVP-201
C Voer de Quantize handeling uit. ........................................................
Druk op de QUANTIZE knop. Als de vraag: “Are you sure?
verschijnt, moet u op de YES knop drukken om de handeling uit te voe-
ren, of op de NO knop om te annuleren.
De QUANTIZE functie wordt vervangen door de UNDO functie na-
dat de Quantize handeling is uitgevoerd. Als de resultaten niet aan uw
verwachtingen voldoen, drukt u op de UNDO knop om de data van de
gequantizeerde track terug te zetten naar de oorspronkelijke situatie.
Druk op de [REC] knop om de Track Quantize functie te verlaten
(het lampje gaat uit).
U kunt ook op de [EXIT] knop drukken om de Track Quantize func-
tie te verlaten.
Alleen de noot data en de voice data
kunnen gequantizeerd worden.
Terwijl de data bewerkt wordt, ver-
schijnt er een grafische balk die het
verloop van het Quantize proces weer-
geeft.
U kunt controleren of de resultaten aan
uw verwachting voldoen door het af-
spelen te starten en te stoppen met de
[PLAY/STOP] knop. (Maar doe dit wel
voordat u ook maar íets anders doet,
want daardoor zou u de UNDO functie
niet meer kunnnen selecteren.)
De Undo functie kan niet meer gebruikt
worden nadat u een andere track of
quantize grootte geselecteerd heeft, of
als u deze mode verlaten heeft.
De Undo functie kan niet gebruikt
worden voor data opgenomen in het
interne geheugen (zie blz. 133).
Met de Initial Edit functie kunt u het volumeniveau van elke track, of
de aanvangsinstellingen van de gehele song, wijzigen, nadat u hem opge-
nomen heeft. Het INITIAL EDIT scherm verschijnt als u op de
INITIAL EDIT knop in het RECORD EDIT scherm drukt. Alle zestien
tracks worden tegelijk in het scherm getoond en instellingen zoals vo-
lume, voices en reverb depth kunnen veranderd worden.
Initial Edit (De Aanvangsinstellingen Veranderen)
Voice wijzigingen die zijn ingegeven in
het midden van de oorspronkelijke
song, worden gewist als de voice
parameter gewijzigd wordt in de Initial
Edit mode.
Afhankelijk van het data type, kunnen
sommige parameters (aangegeven
met “Fixed”) niet gewijzigd worden, of
kunnen voices voor andere tracks dan
track 1 en 2 niet gewijzigd worden.
128
Andere Opname Edit Functies
Alleen tracks die data bevatten kunnen
geselecteerd worden.
X Specificeer de quantize “grootte”...............................................
Druk op de LCD knop onder het nootsymbool om de gewenste
quantize “grootte” te selecteren, die hieronder staan afgebeeld.
32ste noten
16de noot triolen
16de noten
8ste noot triolen
8ste noten
kwart-noot triolen
kwart noten
3
3
3
Z Specificeer de track die gequantizeerd moet worden. ....
Gebruik de TRACK of knop om de functie te accentueren en
gebruik dan de data dial of de [–] en [+] knoppen om de track te selecte-
ren die gequantizeerd moet worden.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
131
CVP-201
Z Selecteer de track die u wilt bewerken..................................
Selecteer de track, waarvan u de parameters wilt wijzigen, door op
de TRACK < of > knop te drukken. Wanneer TOTAL is geselecteerd,
zullen de aangebrachte wijzigingen voor de gehele song gelden en niet
slechts voor afzonderlijke tracks.
X Selecteer de parameters die u wilt wijzigen. ...................
Selecteer de parameters die gewijzigd moeten worden door op de
SELECT of knop te drukken.
De volgende parameters kunnen veranderd worden in het INITIAL
EDIT scherm. Raadpleeg de aangegeven bladzijden voor details over
elke parameter.
Parameters die veranderd kunnen worden met Initial Edit:
Als track 1 — 16 is geselecteerd:
VOLUME (Zie blz. 32.)
VOICE (Zie blz. 29.)
PAN (Zie blz. 32.)
REVERB DEPTH (Zie blz. 43.)
CHORUS DEPTH (Zie blz. 45.)
EFFECT DEPTH (Zie blz. 48.)
Als TOTAL is geselecteerd:
TEMPO (Zie blz. 25.)
Overall REVERB DEPTH (Zie blz. 42.)
REVERB TYPE (Zie blz. 42.)
CHORUS TYPE (Zie blz. 44.)
EFFECT TYPE (Zie blz. 47.)
De Program Change Number (PRG#),
Bank LSB (BKL), en Bank MSB (BKM)
parameters, die gebruikt worden om
voices via MIDI te selecteren, worden
weergegeven als VOICE is geselecteerd.
Instellingen Maken in het INITIAL EDIT Scherm
129
Andere Opname Edit Functies
De huidige parameterwaarde voor de
geselecteerde track.
De parameter die
u wilt wijzigen.
De geselecteerde
track is geac-
centureerd.
C Verander de instellingen. ......................................................................
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om de instellingen te
veranderen. U kunt de uitwerking van de wijzigingen onmiddellijk
controleren aangezien de instellingen gewijzigd kunnen worden tijdens
het afspelen.
Als TOTAL is geselecteerd en de
waarde van de reverb depth wordt
veranderd, zal de nieuwe instelling ook
effect hebben op het geluid van het
toetsenbord.
De voices van de tracks waarop de
Automatische Begeleiding, ritme en/of
Harmony data zijn opgenomen, kun-
nen ook worden veranderd.
De data wordt misschien niet correct
afgespeeld als u gebruik maakt van de
[REW] knop tijdens het wijzigen van de
data.
OPMERKING
OPMERKING
132
CVP-201
B Verlaat de Initial Edit functie.................................................................
Druk op de [REC] knop om de functie te verlaten.
Het [REC] lampje gaat uit en de Initial Edit handeling is voltooid.
U kunt ook de Initial Edit functie verlaten door op de [EXIT] knop te
drukken.
Als u dit doet na het maken van wijzigingen die u nog niet naar een
diskette heeft geschreven, verschijnt de vraag: “Write edited data?”.
Druk op YES om de gewijzigde data weg te schrijven en de Initial Edit
mode te verlaten, of op NO om de mode te verlaten zonder de data weg
te schrijven, of op CANCEL om terug te keren naar de Initial Edit mode
en door te gaan met wijzigen.
130
Andere Opname Edit Functies
V Sla de wijzigingen op................................................................................
Als u alle Initial Data wijzigingen naar wens heeft aangebracht, moet
u op de WRITE knop drukken. Als de vraag: “Are you sure?” ver-
schijnt, moet u op de YES knop drukken om de wijzigingen daadwerke-
lijk door te voeren, of op NO om te annuleren.
Als dit gebeurd is, wijzigt de WRITE knop in UNDO, waarmee u de
Write handeling ongedaan kunt maken en de oude data terug kunt roe-
pen.
Alle gewijzigde data, ongeacht het
aantal tracks binnen een enkele song,
kunnen weggeschreven worden met
één Write handeling door op de
WRITE knop te drukken.
U kunt controleren of de resultaten van
de Initial Edit handeling aan uw ver-
wachtingen voldoen, door het afspelen
te starten en te stoppen met de [PLAY/
STOP] knop. (Maar doe dit wel voordat
u ook maar íets anders doet, want
daardoor zou u de UNDO functie niet
meer kunnnen selecteren.)
De Undo functie kan niet meer gebruikt
worden als u de instelling opnieuw
veranderd heeft, een andere instelling
gemaakt heeft of de Initial Edit mode
verlaten heeft.
De Undo functie kan niet gebruikt
worden voor data opgenomen in het
interne geheugen (zie blz. 133).
OPMERKING
133
CVP-201
131
De Clavinova heeft ongeveer 26 KB intern geheugen waarin u
een beperkte hoeveelheid song data kunt opnemen ongeveer
2.500 noten, mits er niet reeds andere data is opgenomen
zonder gebruik van een diskette.
Over de CVP MEMORY Song
Er kan geen Chord Sequence data
(blz.121) worden opgenomen in het
interne geheugen.
De functies Song Naam (blz. 127) en
Setup Memory (blz. 126) kunnen niet
gebruikt worden als een song bewerkt
wordt die opgenomen is in het interne
geheugen.
U kunt de Track Edit (blz. 128) en Initial
Edit (blz. 130) functies wel gebruiken om
een song in het interne geheugen te
bewerken.
SONG PLAY [MAIN] scherm tijdens het afspelen van de
CVP MEMORY song.
Als u in de Song Play mode komt, nadat u een song in het interne
geheugen heeft opgenomen, worden de letters CVP in het SONG
functiescherm getoond in plaats van het songnummer. U kunt deze
song afspelen op dezelfde manier als songs die op een diskette opge-
nomen zijn. (zie blz. 93).
Als u een song diskette in de disk drive doet en een songnummer
selecteert, terwijl het interne geheugen song data bevat, verschijnt de
vraag: “Delete CVP MEMORY?”. Druk op YES om de song data
uit het interne geheugen te wissen. De song data wordt ook uit het
interne geheugen gewist als het instrument wordt uitgezet. Als u de
opgenomen data wilt behouden, moet u met de Song Copy functie
(blz. 142) de opgenomen data naar een diskette kopiëren.
Song data, opgenomen in het interne ge-
heugen, wordt gewist wanneer u een style
file laadt. Hier gaat geen schermmede-
deling aan vooraf.
Opnemen Zonder Diskette
Als u in de Song Record mode komt, zonder dat er een diskette in
de disk drive zit, zullen de woorden CVP MEMORY verschijnen in
het SONG scherm zoals hieronder afgebeeld, en de Quick Recording,
Track Recording en Punch-in/out Recording functies zijn beschikbaar.
OPMERKING
OPMERKING
134
CVP-201
De Functie mode voorziet in veelzijdige geavanceerde functies
waarmee u, bijvoorbeeld veelzijdige MIDI instellingen kunt ma-
ken, of waarmee u diskettefuncties gemakkelijker kunt besturen.
Met deze verfijnde functies kunt u de Clavinova tevens aanpas-
sen aan uw eigen muzikale behoeften en voorkeuren.
HOOFDSTUK 8: De Utility Functies
Groep Scherm Functie Blz.
KEYBOARD
1
Tune 136
Transpose 136
2
Key Touch & Fixed Velocity 137
Voice Setting 137
PEDAAL 3 Left Pedal & Glide Range 138
DISKETTE
4 Registration & Setup Files 139
5 Song Copy & Disk Copy 142
6 Song Delete 144
7 Song Data Transform 145
8 Disk Format 146
MIDI
9
Send Channel (Keyboard) 147
Local Control 147
Synchronization 148
10 MIDI Filter 148
11 Receive Filter 149
12
MIDI Transpose 150
Send Channel (Accompaniment/Harmony) 150
Song Transmission 151
Remote Keyboard 151
BACKUP
13 Backup 152
14 Recall 153
UTILITY
15 Micro Tuning 154
16 Scale Tuning 155
De volgende functies zijn beschikbaar:
132
Verschillende bevestigings-, waarschuwings- en foutmeldingen
kunnen tijdens een bedieningsprocedure in het scherm verschijnen.
Raadpleeg het gedeelte “Mededelingen” (blz. 165) voor informatie
over alle mededelingen.
VOLUME
MASTER
VOLUME
ACMP
/
SONG
VOLUME
MAX
MIN
MAX
MIN
DEMO
HELP
8BEAT
SWING/
JAZZ
BALL-
ROOM
TRAD/
WALZ
LATIN
COUNTRY
16BEAT DANCE
ROCK/
R&B
PIANIST
BALLAD
MUSIC
DATABASE
HARMONYDISK
CUSTOM
STYLE
START
/
STOP
TAP SYNCHRO START
/
STOP
CONTRAST
BEAT
EXIT
DIRECT ACCESS
PAGE
MIXER
FUNCTION
SONG
PAUSE REW FF
REC
PLAY/
STOP
SONG CONTROL
GUIDE CONTROL
EASY PLAY
NEXT NOTE
SOUND
REPEAT
PIANO E. PIANO GUITAR
ORGAN
SYNTHE-
SIZER
STRINGS/
CHOIR
VOICE
XG
ENSEMBLE
BASS
BRASS
SAX
/
FLUTE
PER-
CUSSION
DUAL
SPLIT
REVERB
EFFECT
1
234
BANK
BANK
REGISTRATION/ONE TOUCH SETTING
AUTO ACCOMPANIMENT
MAIN A
MAIN B
MAIN C
MAIN D
ENDING
FADE
IN
/
OUT
AUTO FILL
INTRO
METRONOME RESET
TEMPO
ACMP ON
ONE TOUCH
SETTING
REGIST-
RATION
ANCEL
FUNCTION
135
CVP-201
De Utility Functies Gebruiken ...............................................................
Zoals de tabel op de vorige pagina liet zien, zijn de utility functies
verdeeld over 16 schermpagina’s. Gebruik de volgende procedure om de
pagina met de gewenste functie op te roepen.
Z Druk op de [FUNCTION] knop.
U kunt de Function mode ook verlaten
door op de [EXIT] knop te drukken.
Het [FUNCTION] lampje gaat uit.
Het lampje brandt en de meest recent gebruikte pagina van het
Function mode scherm verschijnt.
133
C Voer de gewenste handeling uit.
Raadpleeg Hoofdstuk 2 “Algemene Bediening” voor instructies
betreffende het selecteren en gebruiken van de verschillende soorten
functies.
V Druk op de [FUNCTION] knop als u klaar bent.
X Roep de gewenste pagina op.
Gebruik de PAGE [<] en [>] knoppen om de pagina op te roepen die
de functie bevat die u wilt instellen.
MIXER
FUNCTION
PAG E
OPMERKING
136
CVP-201
Tune ...................................................................................................................................
Toetsenbord
FUNCTION [KEYBOARD 1] Scherm — pagina 1
TUNE
Bereik: 414.8 Hz — 466.6 Hz
(–102.1 — +101.62 procent)
Standaardinstelling: 440 Hz
Met de Tune functie kunt u fijne toonhoogte afstellingen maken, waar-
mee u de stemming nauwkeurig kunt aanpassen aan die van andere instru-
menten. De frequentie (in Hz) van toets A3 wordt getoond door de TUNE
functie. De stemming kan maximaal ongeveer 26 Hz (een beetje meer dan
100 cent) in 0.2-Hz stappen omhoog of omlaag gestemd worden.
Hz en Procenten
Toonhoogte wordt gemeten in eenhe-
den Hertz (abbreviated Hz), die de
frequentie aangeeft van de trillingen
van de geluidsgolven in één seconde.
Een cent is een eenheid van toonhoog-
te,overeenkomend met 1/100 van een
halve toon (100 cent = 1 halve toon).
Tune heeft geen effect op de Drum Kit
voices.
De XG Master Tune instelling is effec-
tief als u songs afspeelt die XG Master
Tune data bevatten.
Transpose ....................................................................................................................
TRANSPOSE functies
Bereik: –24 — +24 halve tonen
(–2 — +2 octaven)
Standaardinstelling: 0
Met de Transpose functies kunt u de toonhoogte van het toetsenbord
of van de songs transponeren in stappen van een halve toon, waardoor u
de toonhoogte van de Clavinova kunt aanpassen aan het bereik van an-
dere instrumenten of aan zangers.
De Clavinova heeft twee transpose functies: ALL en SONG. De eerste
transponeert alle noten gespeeld door de Clavinova, terwijl de laatste
alleen song data transponeert. Als u de instellingen van de ALL functie
verandert, wordt de SONG instelling ook zodanig afgesteld.
De Transpose functie heeft geen in-
vloed op de Drum Kit voices.
Als songs die XG Transpose data
bevatten worden afgespeeld, is de XG
Transpose data alleen effectief voor de
afgespeelde data. De actuele instelling
op het paneel heeft invloed op het
toetsenbordgeluid.
De waarden die hier worden ingesteld
gelden ook voor afspeeldata uitge-
stuurd via MIDI.
Als een Transpose functie op een zeer
hoge waarde staat ingesteld, kan het
zijn dat noten, gespeeld in het meest
rechtse gebied van het toetsenbord
(bijv., C5 - C7 met een waarde van
+24), niet klinken zoals u zou verwach-
ten. Hetzelfde geldt voor noten in het
meest linkse gebied van het toetsen-
bord, als er een zeer lage Transpose
waarde is ingesteld.
134
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
137
CVP-201
KEY TOUCH
Instellingen: Zie tabel links.
Standaardinstelling: NORMAL
FIXED VELOCITY
Bereik: 1 — 127
Standaardinstelling: 76
Key Touch & Fixed Velocity ......................................................................
FUNCTION [KEYBOARD 2] Scherm — pagina 2
Velocity
De aanslagsterkte van een toets, wordt
in deze handleiding vaak met velocity
aangeduid. Dit omdat de Clavinova de
aanslagsterkte van een toets bepaalt
door de snelheid te meten waarmee de
toets wordt ingedrukt.
Deze functie heeft geen invloed op het
werkelijke speelgewicht (weerstand)
van de toetsen.
De Key Touch (Aanslaggevoeligheid) functie bepaalt hoe de velocity (aan-
slagsterkte) invloed heeft op het volume van de voices die gespeeld worden op
het toetsenbord van de Clavinova. Selecteer uw Key Touch instelling om de
aanslaggevoeligheid af te stemmen op de geselecteerde voice, muziekstijl, of uw
persoonlijke speelstijl. Druk op de KEY TOUCH knop om de instelling te veran-
deren. U kunt geen gebruik maken van de data dial en de [–] en [+] knoppen.
Key Touch Instellingen
NORMAL
Dit is de standaard aanslaggevoeligheid en is tevens de standaard-
instelling.
SOFT
Met deze instelling produceert u een relatief hard geluid, zelfs als u de
toetsen zacht aanslaat.
FIXED
Deze instelling produceert een gelijkmatig volume ongeacht hoe hard of
zacht u de toetsen aanslaat. Gebruik de FIXED VELOCITY functie om
het volume v.d. noten, geproduceerd door het toetsenbord, in te stellen.
HARD
Met deze instelling moet u de toetsen vrij hard aanslaan om maximaal
volume te produceren.
Voice Setting .............................................................................................................
VOICE SETTING
Instellingen: AUTO, MANUAL
Standaardinstelling: AUTO
Deze functie bepaalt of de standaard reverb, chorus, effect en andere
instellingen voor elke voice automatisch worden geselecteerd bij het
selecteren van een voice. Druk op de VOICE SETTING knop om de
instelling te veranderen. Als de instelling op AUTO staat, worden de
standaardinstellingen voor elke voice automatisch geselecteerd wanneer
er een voice wordt geselecteerd; als het op MANUAL staat, veranderen
de instellingen niet als er voices worden geselecteerd.
De volgende instellingen worden automa-
tisch geselecteerd als VOICE SETTING
op AUTO staat ingesteld:
Functie Blz.
Reverb ON/OFF 41
Reverb depth instellingen 42
Chorus depth instellingen 45
Effect ON/OFF 46
EFFECT TYPE 47
Effect DEPTH 48
Effect VARIATION 47
HARMONY TYPE 70
Harmony SPEED 71
Harmony VOLUME 71
OCTAVE instellingen 32, 34, 38
Toetsenbord
135
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
138
CVP-201
Left Pedal & Glide Range...........................................................................
Pedaal
FUNCTION [PEDAL] Scherm — pagina 3
LINKERPEDAAL
Instellingen: Zie tabel links.
Standaardinstelling: SOFT
LINKERPEDAAL Instellingen
Instelling Omschrijving
SOFT
Het linkerpedaal functioneert als soft pedaal (standaard-
instelling). (Zie blz. 40.)
START/STOP
Het linkerpedaal functioneert als [START/STOP] knop. (Zie blz.
52.)
HARMONY
Als de Harmony functie aanstaat, wordt Harmony alleen toege-
voegd als u het linkerpedaal ingedrukt houdt. (Zie blz. 69.)
REGISTRATION
De paneelinstellingen, opgeslagen in het volgende Registration num-
mer, worden opgeroepen als u het linkerpedaal indrukt. (Zie blz. 91.)
REG. FREEZE
Het linkerpedaal schakelt de Registration Freeze functie aan en
uit; d.w.z. het heeft dezelfde werking als de FREEZE knop in
het REGISTRATION [FREEZE] scherm. (Zie blz. 91.)
ENDING/RIT
Het linkerpedaal functioneert als [ENDING] knop. U kunt de
song ritardando laten eindigen door het linkerpedaal twee keer
na elkaar in te drukken. (Zie blz. 56.)
BREAK
Als u het linkerpedaal indrukt, tijdens het afspelen van een stijl,
dan wordt er een “pauze” ingelast in de begeleiding en het ritme
zolang u het pedaal ingedrukt houdt. Als u het pedaal loslaat,
gaat het afspelen verder bij de eerstvolgende maat. Als u het
linkerpedaal een tweede maal binnen een maat indrukt, gaat
het afspelen meteen verder.
BREAK FIL
Als u het linkerpedaal indrukt tijdens het afspelen van een stijl,
dan speelt de Clavinova een speciale “break fill-in” pattern. Dit
pattern verschilt van de fill-in patterns geproduceerd door de
Auto Fill functie. (Zie blz. 51.)
BASS HOLD
Als het linkerpedaal wordt ingedrukt, wordt de bas, die gespeeld
wordt door de Automatische Begeleiding, aangehouden, zelfs als het
akkoord wordt veranderd. Deze functie werkt niet als FULL KEY-
BOARD als de begeleidingsmode is geselecteerd (blz. 61).
FADE IN/OUT
Het linkerpedaal voert dezelfde functie uit als de [FADE IN/
OUT] knop. (Zie blz. 55 en 56.)
EFFECT VARI
Deze functie schakelt de effectvariatie aan of uit; d.w.z., het
linkerpedaal heeft dezelfde werking als de VARIATION knop in
het EFFECT scherm (blz. 47).
GLIDE UP S
GLIDE UP M
GLIDE UP F
GLIDE DOWN S
GLIDE DOWN M
GLIDE DOWN F
Het linkerpedaal indrukken veroorzaakt een verhoging van de
toonhoogte, gespecificeerd door de GLIDE RANGE functie.
Als het pedaal losgelaten wordt, glijdt de toonhoogte lang-
zaam terug naar normaal op een van de drie snelheden (slow,
medium of fast, afhankelijk van de geselecteerde instelling).
Het linkerpedaal indrukken veroorzaakt een verlaging van de
toonhoogte, gespecificeerd door de GLIDE RANGE functie.
Als het pedaal losgelaten wordt, glijdt de toonhoogte lang-
zaam terug naar normaal op een van de drie snelheden (slow,
medium of fast, afhankelijk van de geselecteerde instelling).
Zolang het linkerpedaal op REGISTRA-
TION staat, worden de instellingen van
de linkerpedaalfuncties, die zich in de
registratiegeheugens bevinden, niet
geactiveerd.
136
GLIDE RANGE
Instellingen: 1 — 12 (halve tonen)
Standaardinstelling: 1
Met deze functie kunt u het linkerpedaal gemakkelijk instellen om
een van de beschikbare functies mee te besturen.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
139
CVP-201
137
Registration & Setup Files ........................................................................
U kunt de functies in deze pagina gebruiken om te laden, op te slaan,
te wissen en om files die registraties (blz. 89) of panel setup data bevat-
ten, een andere naam te geven.
Voordat u een van deze functies uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de
diskette, die u voor deze handeling wilt gebruiken, in de disk drive zit.
Diskette
FUNCTION [DISK 1] Scherm — pagina 4
Z Selecteer het file type.
Druk één van de twee meest linkse LCD knoppen in om het file type
te selecteren dat geladen, bewaard, gewist of benoemd moet worden.
REGISTRATION
Een Registration file kan data bevatten voor maar één
registratie, of voor een complete set van twintig. Zie blz. 11
in de Referentie Handleiding voor een lijst van instellingen
die geregistreerd worden door de Registration functie.
ALL SETUP
Een All Setup file bevat alle actuele paneelinstellingen. Zie
de lijst op blz. 11 van de Referentie Handleiding.
Als u REGISTRATION selecteert als file type, kunt u de REGIST
functie gebruiken om aan te geven of de handeling invloed heeft
op één geheugenlokatie, of op een complete set van twintig.
Bij het opslaan van registratie data, geeft de REGIST instelling aan
welke geheugenlokatie(s) bewaard worden op diskette. Bij het laden van
data, geeft de REGIST instelling aan hoe de registratie data wordt gela-
den, zoals hieronder wordt beschreven:
U kunt elke registratie file op de diskette
wissen of een andere naam geven, onge-
acht de REGIST instelling.
REGIST instelling:
File bevat: ALL A1 — E4
Alle
registraties
Alle registraties worden
Eén registratie, die apart was
opgeslagen, wordt geladen (op
oorspronkelijke lokatie).
Eén
registratie
Geselecteerde registratie file
wordt geladen op oorspron-
kelijke lokatie.
Eén geselecteerde registratie
wordt geladen op gespecificeer-
de lokatie.
geladen.
OPMERKING
140
CVP-201
X Selecteer de file handeling.
File handelingen kunnen niet uitge-
voerd worden als het [SONG] lampje
brandt.Verlaat de Song mode voor-
dat u een file functie probeert uit te
voeren.
Gebruik de tweede LCD knop van rechts om de gewenste file handeling
te selecteren: LOAD, SAVE, DELETE of NAME.
C Druk op de START knop.
De file handeling begint.
De volgende stappen voor elke file handeling hangen af van de handeling
die u heeft geselecteerd. Raadpleeg de corresponderende instructies voor
elke handeling, die hieronder worden beschreven.
LOAD (Laden)..................................................................................................................
Als u LOAD selecteert, verschijnt het Load scherm. De huidige interne
data wordt vervangen als u de Load handeling uitvoert. Zorg ervoor dat u
alle belangrijke data op diskette opslaat (zie hieronder) voordat u de Load
handeling uitvoert.
138
Diskette
Selecteer eerst de gewenste file die geladen moet worden. Druk op één van de
twee meest linkse LCD knoppen om de file te selecteren en druk dan op de OK knop.
De vraag “Are you sure?” verschijnt. Druk op de YES knop om de gese-
lecteerd file te laden of op de NO knop om de Load handeling af te breken.
SAVE (Opslaan) .............................................................................................................
Als u SAVE selecteert, verschijnt het scherm om een naam in te geven
voor de file die moet worden opgeslagen.
Druk op de > knop om de cursor te verplaatsen en selecteer de positie
van een letterteken van de file naam. (File namen kunnen maximaal twaalf
tekens bevatten.)
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om lettertekens die inge-
voerd moeten worden te accentueren.
OPMERKING
141
CVP-201
Diskette
139
Druk op de CH.SET knop om het geselecteerde letterteken op de huidige
onderstreepte positie van de file naam te plaatsen. Verplaats de cursor vervol-
gens naar andere lettertekens of symbolen en plaats ze op dezelfde manier.
Om het letterteken op de voorgaande positie te wissen moet u op de BACK
knop drukken. Het letterteken vóór de cursor wordt gewist terwijl de cursor naar
de vorige positie terugspringt.
Druk op de CANCEL knop om de handeling af te breken en terug te keren
naar het FUNCTION [DISK 1] scherm.
Als de file naam helemaal is ingevoerd moet u op de SAVE knop drukken
om de Save handeling uit te voeren.
Als u een naam invoert die reeds bestaat op de diskette verschijnt de mede-
deling: “Same name! Overwrite?”. Druk op de OK knop om de be-
staande file door de nieuwe file te vervangen of druk op CANCEL om de Save
handeling te annuleren.
DELETE (Wissen) ..........................................................................................................
Als u DELETE selecteert, verschijnt het Delete scherm.
Selecteer eerst de gewenste file die u wilt wissen. Druk op één van de twee meest
linkse LCD knoppen om de file te selecteren en druk dan op de OK knop.
De vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op de YES knop om de gese-
lecteerde file te wissen, of op NO om te annuleren.
Selecteer eerst de gewenste file die u een naam wilt geven. Druk op één van de
twee meest linkse LCD knoppen om de file te selecteren en druk dan op de OK knop.
Het scherm waarop u de naam kunt ingeven, verschijnt. Geef een nieuwe
file naam in op dezelfde manier als bij de Save functie hierboven.
Als u op OK drukt verandert de huidige naam in de nieuw ingegeven naam.
Druk op CANCEL om af te breken. Als u een naam invoert die reeds bestaat
op de diskette, verschijnt de mededeling: “Same name! Overwrite?”. In
dit geval moet u op de OK knop drukken om de bestaande file te vervangen
door de file met de nieuwe naam, of op CANCEL om de handeling af te
breken.
NAME (Naam) ....................................................................................................................
Als u NAME selecteert, verschijnt het Name scherm.
142
CVP-201
Songs en Diskettes Kopiëren ................................................................
FUNCTION [DISK 2] Scherm — pagina 5
De kopieerfuncties kunnen niet uitge-
voerd worden als het [RECORD] lampje
brandt. Verlaat de Song Record mode
voordat u de song op een diskette pro-
beert te kopiëren.
Met de functies in deze pagina kunt u song data, opgenomen met de
Clavinova, kopiëren naar een ander songnummer op dezelfde diskette of
naar een andere diskette. U kunt de Disk Copy functie ook gebruiken om
een hele diskette te kopiëren.
U zult de DISK1 – 1 niet kunnen selec-
teren als kopieerfunctie als de diskette
in de disk drive “write protected” is (blz.
9).
Als het geheugen van de Clavinova
song data bevat, die opgenomen is
zonder diskette (blz. 133), zal automa-
tisch CVP – DISK geselecteerd wor-
den als kopieerfunctie. Als u de CVP
MEMORY song data wilt bewaren,
kunt u deze functie gebruiken om deze
naar een diskette te kopiëren. (Doe de
diskette erin, specificeer het nummer
van de bestemmings song, zoals
beschreven in stap 3 en voer dan de
kopieerfunctie uit op de gebruikelijke
manier.) Daarna kunt u de Song
Delete functie (blz. 144) gebruiken om
de CVP MEMORY song te wissen. Als
dit gebeurd is, kunt u de andere
kopieerfuncties gebruiken.
Doe eerst de diskette met de originele song, of de te kopiëren diskette
in de disk drive.
Druk op één van de twee meest linkse LCD knoppen om het kopi-
eertype te selecteren. Er zijn drie kopieertypes beschikbaar.
Z Selecteer een kopieerfunctie.
X Selecteer de song.
Als u DISK1 — 1 of DISK1 — 2 in stap 1 heeft geselecteerd, drukt
u nu op de SONG knop waarna u met de data dial of de [–] en [+]
knoppen een songnummer selecteert van 1 tot 99.
DISK1 – 1
Met deze functie kunt u een song kopiëren naar een
ander songnummer op dezelfde diskette.
DISK1 – 2
Met deze functie kunt u een song kopiëren naar een
andere diskette.
DISK COPY
Deze functie kopieert alle data van een diskette naar
een andere diskette. (Alle data op de bestemmings-
diskette wordt hierdoor gewist.)
Het nummer en de naam van de geselecteerde song worden bo-
ven de derde en vierde LCD knoppen weergegeven.
Diskette
140
OPMERKING
OPMERKING
143
CVP-201
C Selecteer het song bestemmingsnummer.
Als u DISK1 — 1 geselecteerd heeft, zoals in stap 1, moet u op de
SONG knop drukken om vervolgens met de data dial of de [–] en [+]
knoppen een song bestemmingsnummer te selecteren tussen 1 en 60.
(Song nummers boven 60 kunnen niet geselecteerd worden.)
Als het song bestemmingsnummer reeds data bevat, verschijnt de
naam van de song file in het midden van het scherm. In dit geval
wordt de bestaande data van het song bestemmingsnummer ver-
vangen door de te kopiëren song data, als u de kopieerhandeling
uitvoert.
V Voer de kopieerhandeling uit.
De kopieerhandeling kan niet worden
uitgevoerd als hetzelfde songnummer
wordt geselecteerd voor zowel de bron-
song als de bestemmingssong voor de
DISK1 – 1 functie. In dit geval verschijnt
de mededeling: “Select a different
number!”.
Druk op de COPY knop.
De kopieerhandeling begint. Als u kopiëert naar dezelfde diskette,
verschijnt de vraag: “Are you sure?”. Druk op de YES knop om
door te gaan, of op de NO knop om te annuleren.
Als u de data naar een andere diskette kopiëert (of een hele diskette
kopiëert), verschijnt de mededeling “Number of disk
exchanges (
****
****
**)” om het aantal keren aan te geven dat de diskette
verwisseld moet worden. Druk op de OK knop om door te gaan, of op
de CANCEL knop om de handeling af te breken.
Als u data naar een andere diskette kopiëert, moet u de instructies in
het scherm opvolgen en de bron- en bestemmingsdiskettes verwisse-
len als dit gevraagd wordt.
Als u de DISK1 – 2 functie gebruikt om een song naar een andere
diskette te kopiëren, verschijnt, de eerste keer dat u de bestemmings-
diskette erin doet, de mededeling: “Select destination song
number”. Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om een
song bestemmingsnummer te selecteren tussen 1 en 60. (Song num-
mers boven 60 kunnen niet worden geselecteerd.)
Als het song bestemmingsnummer reeds data bevat, verschijnt de
song naam in het scherm. In dit geval zal de bestaande data van
het song bestemmingsnummer vervangen worden door de te ko-
piëren song data. Druk op de OK knop om door te gaan, of op
CANCEL om af te breken.
Commerciële Software Kopiëren
Het kopiëren van commercieel verkrijg-
bare software is ten strengste verbo-
den, behalve voor uw persoonlijk
gebruik.
Sommige commercieel verkrijgbare
software is opzettelijk copy-protected
(beschermd tegen kopiëren) en kan
niet gekopieerd worden met gebruik
van deze functies.
Data files (behalve die gemaakt zijn met
de CVP-109/107/105/700/103/201) die
eenmaal gekopieerd zijn, kunnen niet
nog een tweede maal gekopieerd worden
naar een andere diskette. Daarbij kan
aanvullende data alleen worden opgeno-
men in de rechterhand/linkerhand parts
van de DOC files die zijn gekopieerd.
Diskette
141
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
144
CVP-201
Song Delete (Wissen) .....................................................................................
FUNCTION [DISK 3] Scherm — pagina 6
De Song Delete functie kan niet uitge-
voerd worden als het [RECORD] lampje
brandt. Verlaat de Song Record mode
voordat u een song probeert te wissen.
U kunt, vanuit dit scherm, onnodige song data van de diskette wissen.
Let op dat u geen belangrijke data van de diskette wist; als de handeling
eenmaal is uitgevoerd, kan deze niet meer ongedaan gemaakt worden.
Z Doe de diskette in de disk drive.
Doe de diskette die de song data bevat, die gewist moet worden, in de
disk drive.
X Selecteer de song die gewist moet worden.
Gebruik de SONG en knoppen, de data dial, of de [–] en [+]
knoppen om de song te selecteren die gewist moet worden. De song
data die zich in het geheugen van de Clavinova bevindt, kan ook met
deze handeling gewist worden. Selecteer, om dit te doen, CVP
MEMORY in plaats van het song nummer (CVP MEMORY ver-
schijnt alleen als het geheugen song data bevat).
C Voer de delete handeling uit.
Druk op de DELETE knop.
De vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op de YES knop om
de geselecteerde song te wissen, of druk op de NO knop om de
handeling te annuleren.
Diskette
142
OPMERKING
145
CVP-201
Song Data Transform.......................................................................................
FUNCTION [DISK 4] Scherm — pagina 7
De Song Data Transform functie kan niet
gebruikt worden zolang het [SONG]
lampje brandt. Verlaat de Song mode
voordat u de song data gaat transforme-
ren.
Met deze functie kunt u song data, opgenomen op de CVP-201, con-
verteren, zodat deze afgespeeld kan worden op andere Clavinova model-
len of een Disklavier.
Z Doe een diskette in de disk drive.
Alleen 2DD Diskettes!
Alleen data die is opgeslagen op 2DD
diskettes kan geconverteerd worden. Om
song data, bewaard op 2HD diskettes of
opgenomen in het interne geheugen, te
transformeren, moet u de Song Copy
functie (blz. 142) gebruiken om de song
naar een 2DD diskette te kopiëren,
voordat u gaat converteren.
Doe een 2DD diskette die de data bevat, die geconverteerd moet wor-
den, in de disk drive.
X Selecteer een data format.
Compatibiliteit van Data Format
Andere CVP-series van de Clavinova,
behalve de modellen die hier links staan
opgesomd, kunnen songdata die is opge-
nomen op de CVP-201, gewoon afspelen
zonder conversie.
Indien u van plan bent om uw song data
ook op andere instrumenten te gebruiken
en u wilt de verzekering dat alles zo goed
mogelijk overeenkomt met hoe het op de
CVP-201 klinkt, dan adviseren wij om XG
voices (zie blz. 30) te gebruiken voor alle
tracks, behalve voor tracks die piano
voices gebruiken.
Gebruik een van twee meest linkse LCD knoppen om het nieuwe format van
de file te selecteren (het type instrument waarin de geconverteerde data ge-
bruikt gaat worden). De volgende drie types zijn beschikbaar:
CVP PERFORMANCE
Deze functie converteert data voor het afspelen
op de CVP-50/70/55/65/75/83S/85A/87A/89, de
DOM-30, en de DOU-10.
PIANO FORMAT 1
Deze functie converteert data voor het afspelen
op alle Disklavier modellen behalve de MX100A
en de MX100B.
PIANO FORMAT 2
Dit type converteert de data voor het afspelen op
de Disklavier MX100A of MX100B.
C Selecteer de song die geconverteerd moet worden.
Gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om het songnummer te
selecteren van de song die geconverteerd moet worden.
Het nummer en de naam van de geselecteerde song staan boven
de SONG functie.
V Druk op de TRANSFORM knop.
De geconverteerde data wordt be-
waard op een songnummer tussen 1
en 60. (Songnummers boven 60 wor-
den niet gebruikt.)
De originele data blijft intact op het
oorspronkelijke songnummer, zelfs
nadat de conversie is uitgevoerd.
Opnemen of bewerken is niet mogelijk
met de geconverteerde songs.
De vraag: “Are you sure?verschijnt. Druk op de YES knop om
de geselecteerde song te converteren, of op NO om de handeling
te annuleren. Als het conversieproces voltooid is, geeft de mede-
deling: “Completed! SONG No.**” het songnummer aan waarop
de data is bewaard.
Als u CVP PERFORMANCE had geselecteerd in Stap 2, wordt de
aanduiding “C)” toegevoegd aan het begin van de oorspronkelijke naam.
Als u een van de andere formaten had geselecteerd, wordt de aanduiding
P)” toegevoegd.
Diskette
143
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
146
CVP-201
Diskette Format ....................................................................................................
Diskettes moeten correct geformatteerd worden voordat de Clavinova
ze kan gebruiken voor het opslaan van data. Als u een nieuwe, niet-
geformatteerde diskette (of een diskette die al eerder in een ander format
geïnitialiseerd is) in de disk drive doet, vraagt de Clavinova automatisch
of de diskette geformatteerd moet worden. (Zie blz. 111 voor details.)
De Clavinova heeft ook een Disk Format functie die gebruikt kan
worden om diskettes die al geformatteerd zijn voor gebruik op de Cla-
vinova, opnieuw te formatteren. Deze handeling wist alle data die op de
diskette opgeslagen was.
Z Doe de diskette die geformatteerd moet worden in de disk drive.
Zorg dat het write protect schuifje op de “write (schrijf)” positie staat en
doe de diskette in de disk drive met het label naar boven en het schuifkapje
in de richting van de disk drive, totdat deze op zijn plaats klikt.
FUNCTION [DISK 5] Scherm — pagina 8
PAS OP
Een diskette formatteren wist alle data
van de diskette. Let erop dat de dis-
kette geen data bevat die u wilt bewa-
ren, voordat u de diskette gaat
formatteren.
X Voer de format handeling uit.
Druk op de START knop.
De vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op YES om de hande-
ling uit te voeren, of op NO om deze te annuleren.
Een grafische balk geeft het verloop van het formatteringsproces aan.
Als de diskette eenmaal is geformatteerd, kan de Clavinova deze ge-
bruiken om song en andere data op te slaan.
Diskette
144
Format Types
2DD diskettes zijn geformatteerd om 720
KB data te bevatten; 2HD diskettes zijn
geformatteerd om 1,44 MB data te bevat-
ten.
OPMERKING
De Disk Format functie kan niet worden
gebruikt terwijl het [SONG] lampje
brandt. Verlaat eerst de Song mode
voordat u een diskette probeert te
formatteren.
OPMERKING
147
CVP-201
Send Channel (Toetsenbord).................................................................
MIDI
FUNCTION [MIDI 1] Scherm — pagina 9
SEND CH
Instellingen: OFF, 1 — 16
Standaardinstelling: Zie tabel links.
In elke MIDI opstelling, moeten de MIDI kanalen (1 - 16) van de
zendende en ontvangende apparatuur op elkaar afgestemd worden voor
een goede data overdracht. Met de SEND CH functie kunt u de MIDI
zendkanalen instellen voor de toetsenbord parts.
Part Uitleg Standaardinstel.
LEFT Linker voice in de Split mode (zie blz. 36) 3
RIGHT1 Hoofd (Main) voice 1
RIGHT2 Tweede voice in de Dual mode (zie blz. 33) 2
U kunt elke toetsenbord part instellen om op een apart kanaal te ver-
zenden. Als u een part op OFF zet, wordt de MIDI data voor die part niet
verzonden.
MIDI Ontvangst
De Clavinova ontvangt MIDI data altijd in de “Multi Timbre” mode. Dit is een mode waarin de voices
van de Clavinova onafhankelijk bestuurd kunnen worden door een extern MIDI apparaat, op verschillende
MIDI kanaalnummers (1 - 16). Dit betekent dat u de sound van een volledige band of ensemble op de Cla-
vinova kunt realiseren met behulp van een computer of MIDI sequencer.
Local Control ..........................................................................................................
LOCAL
Instellingen: ON, OFF
Standaardinstelling: ON
De term “local control” slaat op de besturing van de interne toongene-
rator door het toetsenbord. Normaalgesproken speelt u op de Clavinova
met de Local Control functie op ON.
Als u de local control uitzet, wordt het toetsenbord van de toongene-
rator gescheiden, zodat de Clavinova geen enkel geluid produceert als u
op het toetsenbord speelt. Maar omdat de toetsenbord data wel via de
MIDI jacks wordt verzonden, kunt u deze instelling gebruiken als u een
externe MIDI toongenerator wilt bespelen vanaf het toetsenbord van de
Clavinova, zonder de interne voices te laten horen.
Druk op de LOCAL knop om de local control aan of uit te zetten. De
data dial en de [–] en [+] knoppen kunnen niet gebruikt worden.
145
OPMERKING
OPMERKING
148
CVP-201
Synchronization (Synchronisatie) ....................................................
MIDI
SYNC.
Instellingen: INT. (internal clock),
EXT. (external clock)
Standaardinstelling: INT.
Het afspeeltempo van een song of stijl wordt normaal gesproken be-
stuurd door de internal clock van de Clavinova. Als u het afspeeltempo
wilt laten besturen door een externe sequencer of ritme machine, moet u
de synchronisatie functie instellen op het gebruik van een external clock.
U kunt deze functie bijvoorbeeld ook gebruiken als u de Automatische
Begeleiding van de Clavinova in perfecte synchronisatie met een externe
sequencer wilt gebruiken.
Druk op de SYNC. knop om de synchronisatie van internal clock in
external clock (of omgekeerd) te veranderen. De data dial en de [–] en
[+] knoppen kunnen niet gebruikt worden.
MIDI Filter.................................................................................................................
Het FUNCTION [MIDI 2] scherm bevat MIDI filterinstellingen die
gebruikt kunnen worden om het versturen en ontvangen van bepaalde
soorten MIDI data actief te maken of te blokkeren.
FUNCTION [MIDI 2] Scherm — pagina 10
Program Change Gegevens
PROGRAM
Instellingen: Tx&Rx
(verstuurd/ontvangen),
OFF
Standaardinstelling: Tx&Rx
Normaalgesproken reageert de Clavinova op MIDI program change
nummers, ontvangen van een extern toetsenbord of ander MIDI apparaat.
De Clavinova kan bijvoorbeeld voices veranderen als reactie op MIDI
program change gegevens die worden ontvangen van een aangesloten
MIDI sequencer. (Deze gegevens hebben geen invloed op de voices ge-
speeld op het toetsenbord.) De voices van aangesloten externe MIDI
apparatuur kunnen ook veranderd worden door program change gege-
vens die worden verstuurd door de Clavinova. (Program change gege-
vens worden verstuurd wanneer u de voices op het paneel van de Cla-
vinova verandert.)
Afhankelijk van uw MIDI opstelling is dit in sommige gevallen han-
dig en in andere gevallen weer niet. Zet de PROGRAM functie op OFF
om de verzending en ontvangst van program change gegevens onmoge-
lijk te maken.
Bank MSB en LSB gegevens kunnen
verstuurd en ontvangen worden, zelfs als
PROGRAM op OFF staat.
146
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
149
CVP-201
Control Change Gegevens
CONTROL
Instellingen: Tx&Rx
(verstuurd/ontvangen),
OFF
Standaardinstelling: Tx&Rx
Control change gegevens worden gebruikt voor non-toetsenbord parameters,
zoals het damper (sustain) pedaal of voor expressieve besturing van het geluid
van een aangesloten MIDI apparaat, zoals effecten en volume. De Clavinova kan
bijvoorbeeld reageren op control change gegevens die via een externe MIDI
sequencer worden verstuurd. (Deze gegevens hebben geen invloed op voices,
gespeeld op het toetsenbord.) Op gelijke wijze kan een extern MIDI apparaat
bestuurd worden door control change gegevens van de Clavinova naar dat appa-
raat te versturen. (Control change gegevens worden verstuurd als u het damper
pedaal, etc., gebruikt op de Clavinova.)
Zet CONTROL op OFF om de verzending en ontvangst van control change
gegevens onmogelijk te maken.
De control change data die wordt herkend door de Clavinova wordt in detail
opgesomd op blz. 14 van de Referentie Handleiding.
System Exclusive Gegevens
SYS EX.
Instellingen: Tx&Rx
(verstuurd/ontvangen),
OFF
Standaardinstelling: Tx&Rx
System exclusive gegevens worden gebruikt voor de meer geavanceerde of
gedetailleerde MIDI besturingen, of voor besturingen die te maken hebben met
specifieke apparatuur van een bepaalde fabrikant.
Zet SYS EX. op OFF om de versturing en verzending van system exclusive
gegevens onmogelijk te maken.
De system exclusive data die wordt herkend door de Clavinova wordt in de-
tail opgesomd op blz. 16 van de Referentie Handleiding.
Start/Stop Commando’s
START/STOP
Instellingen: Tx&Rx
(verstuurd/ontvangen),
OFF
Standaardinstelling: OFF
Een apparaat dat het Start/Stop commando verstuurt kan de ritme of se-
quence data van een ontvangend apparaat, via MIDI starten en stoppen. U kunt
bijvoorbeeld het Start/Stop commando van een externe MIDI sequencer uitsturen
om de Automatische Begeleiding of het afspelen van een song op de Clavinova te
starten en te stoppen. Ook kan een externe MIDI sequencer of ritme apparaat
gestart en gestopt worden door de Automatische Begeleiding op de Clavinova te
starten en te stoppen.
Zet START/STOP op ON om de verzending en ontvangst van Start/Stop
commando’s mogelijk te maken.
FUNCTION [MIDI 3] Scherm — pagina 11
Receive Filter ...............................................................................................................
RECEIVE FILTER
Instellingen: ON, OFF (x 16)
Standaardinstelling: ON (x 16)
Met de Receive Filter functie kunt u verhinderen dat de Clavinova kanaal-
specifieke MIDI gegevens ontvangt — zoals noot data en control changes — op
bepaalde MIDI kanalen.
Deze functie is bijvoorbeeld nuttig wanneer u sommige voices van de Cla-
vinova uitsluitend door een externe sequencer wilt laten besturen en andere voices
alleen door middel van het toetsenbord van de Clavinova of zijn ingebouwde Auto-
matische Begeleiding en Song mode functies. (U kunt de Clavinova ook kanalen
laten negeren die gegevens dragen die bedoeld zijn voor een ander instrument aan-
gesloten op de MIDI [THRU] aansluiting van de Clavinova.)
Standaard ontvangt de Clavinova gegevens op alle 16 kanalen. Gebruik de vol-
gende procedure om de ontvangst van een kanaal actief te maken of te blokkeren:
MIDI
147
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
150
CVP-201
Send Channel (Begeleiding/Harmony) ........................................
SEND CH (ACMP&RHY)
Instellingen: OFF (niet verstuurd),
9–16ch (verstuurd)
Standaardinstelling: OFF
SEND CH (HARMONY)
Instellingen: OFF (niet verstuurd),
6–8ch (verstuurd)
Standaardinstelling: OFF
Als de ACMP&RHY functie op 9—16ch is ingesteld, wordt de data
van de ritme en begeleidings parts verstuurd via de MIDI [OUT] aanslui-
ting over de MIDI kanalen 9 - 16.
Als de HARMONY functie op 6–8ch staat, worden de noten die zijn
toegevoegd door de harmony types, die op de volgende blz. worden ge-
noemd, verstuurd via de MIDI [OUT] aansluiting over de MIDI kanalen
6 - 8.
Z Selecteer het kanaal.
Gebruik de CHANNEL < en > LCD knoppen om het kanaalnummer
te selecteren dat u wilt activeren of juist niet wilt activeren.
Er verschijnt een cursor onder het geselecteerde kanaalnummer.
X Druk op de meest rechtse LCD knop.
Als het geselecteerde kanaal actief is gemaakt, is ON geac-
centueerd en het kanaalnummer omgeven door een vierkant. Als
het niet actief is, is OFF geaccentueerd en het kanaalnummer
wordt getoond zonder vierkant eromheen.
MIDI TRANSPOSE
Instellingen: ON (actief),
OFF (geblokkeerd)
Standaardinstelling: ON
De MIDI Transpose functie bepaalt of de Transpose instelling in het
FUNCTION [KEYBOARD 1] scherm (blz. 136) invloed heeft op de
MIDI data ontvangen door de Clavinova.
De Clavinova transponeert normaalgesproken de data die hij ont-
vangt. Druk op de MIDI TRANSPOSE knop om deze functie aan of uit
te zetten.
MIDI Transpose ......................................................................................................
FUNCTION [MIDI 4] Scherm — pagina 12
MIDI
148
OPMERKING
OPMERKING
151
CVP-201
Tijdens het versturen van ritme,
begeleidings- of harmony part data via
MIDI, kunnen de MIDI kanalen die
door deze parts gebruikt worden als
zendkanalen (blz. 147) niet geselec-
teerd worden om de data van uw
toetsenbordspel te versturen. Doet u
dit toch, dan wordt de toetsenbord data
vermengt met de Automatische Bege-
leiding of Harmony data.
Als ACMP&RHY of HARMONY aan-
staat, wordt de data voor de corres-
ponderende part(s) verstuurd via MIDI,
zelfs als het RIGHT1 zendkanaal (blz.
147) uitstaat.
Song Transmission ............................................................................................
SONG
Instellingen: OFF (niet verstuurd),
ON (verstuurd)
Standaardinstelling: OFF
Als de SONG functie op ON staat, zal de Clavinova song data via de
MIDI [OUT] aansluiting versturen. Selecteer deze instelling als u een
externe toongenerator wilt laten horen in opdracht van song data afge-
speeld op de Clavinova.
Het versturen van song data staat standaard uit.
Remote Keyboard ...............................................................................................
REMOTE KBD
Instellingen: OFF (geen ontvangst),
1 — 16 (ontvangstkanaal)
Standaardinstelling: OFF
MIDI data ontvangen door middel van de kanaalinstelling van de
REMOTE KBD functie heeft invloed op uw spel op het toetsenbord. De
ontvangen data kan ook opgenomen worden. Selecteer OFF om te voor-
komen dat externe MIDI data uw spel beïnvloedt. De volgende data
types kunnen worden ontvangen:
• Key ON/OFF
• Control Change (alleen de hieronder vermelde)
#1 Modulation
#7 Volume
#11 Expression
#64 Sustain Pedal
#66 Sostenuto Pedal
#67 Soft Pedal
#123 All notes off
MIDI data die wordt ontvangen door de
remote keyboard functie kan niet worden
uitgestuurd via de MIDI [OUT] terminal.
#0 BANK Select MSB*
#32 BANK Select LSB*
#6 Data Entry MSB (voor
RPN Pitch Bend Bereik)
#96 Data Increment (voor
RPN Pitch Bend Bereik)
#97 Data Decrement (voor
RPN Pitch Bend Bereik)
#100 RPN LSB
(alleen Pitch Bend Bereik)
#101 RPN MSB
(alleen Pitch Bend Bereik)
• Program Change (voice veranderings data)*
• Pitch Bend
Opmerking: Items gemarkeerd met een sterretje worden gebruikt om de
hoofd voice te veranderen.
MIDI
149
Harmony types verzonden op kanaal 6 - 8:
• Echo • Tremolo • Trill • Strumming
• Add Jazz Gtr • Add Brass • Add Strings • In The Forest
* Zie blz. 69 voor details over de Harmony functie.
Noten toegevoegd door andere harmony types worden altijd verzon-
den op het RIGHT1 kanaal (blz. 147), onafhankelijk van deze instelling.
De ritme, begeleidings en harmony parts kunnen dus worden opgeno-
men door een computer of externe sequencer, als deze functies aan staan.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
152
CVP-201
Backup ............................................................................................................................
Backup
FUNCTION [BACKUP 1] Scherm — pagina 13
Backup functies
Instellingen: ON, OFF
Standaardinstelling:
ON (REGISTRATION)
OFF (alle andere groepen)
Met deze functie kunt u de backup van verschillende parametergroepen aan-
of uitzetten. Als de backup functie aanstaat worden de corresponderende instellin-
gen niet teruggezet op hun standaardinstellingen, als de stroom wordt uitgescha-
keld.
Druk op de of knop of gebruik de data dial of de [–] en [+] knoppen om
de gewenste groep te selecteren en gebruik dan de meest rechtse LCD knop om
de geselecteerde groep op backup on/off te zetten. Een (“*”) markering aan het
begin van de groepsnaam geeft aan dat de backup instelling van die groep aan-
staat. De instellingen van de groepen waarvan de backup instellingen op “off”
staan, keren terug tot de standaardinstellingen als de stroom wordt uitgeschakeld.
Backup is beschikbaar voor de volgende groepen op de Clavinova:
Groep Omschrijving
VOICE SETTING Voice-gerelateerde instellingen
REVERB/EFFECT Reverb, chorus, en effect instellingen
TUNE Master tuning, micro tuning, scale tuning
PEDAL Instellingen van de pedaalfunctie
ACMP SETTING Instellingen van de Automatische Begeleiding
SONG SETTING Instellingen van de Song mode
REGISTRATION Registratie data, instellingen v.d. Freeze functie
MIDI SETTING MIDI instellingen
Permanente Instellingen
De volgende instellingen worden altijd
gebackupt:
Help taal
Song volume
Backup ON/OFF
Raadpleeg blz. 11 in de Referentie Handleiding voor een lijst met
specifieke parameters van elke groep.
Parameters die gebackupt zijn, blijven ongeveer één week in het ge-
heugen, als de Clavinova niet wordt aangezet tijdens die periode. Alle
parameters worden teruggezet op hun standaardinstellingen als de stroom
langer dan ongeveer één week uitgeschakeld blijft. Om ervoor te zorgen
dat uw gebackupte instellingen behouden blijven, moet u het instrument
minstens één keer per week een paar minuten aanzetten.
150
OPMERKING
OPMERKING
153
CVP-201
Recall (Terugzetten) .........................................................................................
Deze functie kan gebruikt worden om de oorspronkelijke fabrieks-
instellingen (standaardinstellingen) terug te zetten voor een groep para-
meters, of voor alle parameters tegelijk.
Druk op de of knoppen of gebruik de data dial of de [–] en [+]
knoppen om de groep, die u wilt terugzetten te selecteren en druk vervol-
gens op de START knop.
FUNCTION [BACKUP 2] Scherm — pagina 14
De vraag: “Are you sure?” verschijnt. Druk op de YES knop om
dit te bevestigen, of op NO om te annuleren.
De volgende parametergroepen v.d. Clavinova kunnen worden teruggezet.
Groep Omschrijving
VOICE SETTING Voice-gerelateerde instellingen
REVERB/EFFECT Reverb, chorus, en effect instellingen
TUNE Master tuning, micro tuning, scale tuning
PEDAL Instellingen van de pedaalfunctie
ACMP SETTING Instellingen van de Automatische Begeleiding
SONG SETTING Instellingen van de Song mode
REGISTRATION Registratie data, instellingen v.d. Freeze functie
MIDI SETTING MIDI instellingen
ALL Alle bovenstaande instellingen
Permanente Instellingen
De fabrieksinstellingen van de volgende
parameters worden niet teruggezet:
Help taal
Song volume
Backup ON/OFF
Deze en andere instellingen kunnen wel
worden teruggezet op de oorspronkelijke
fabriekswaarden door het instrument aan
te zetten terwijl u de meest rechtse toets
van het toetsenbord (C7) ingedrukt
houdt. Als dit gebeurd is, verschijnt de
mededeling: “Back up data erased and
replaced by factory data”, om aan te
geven dat alle gebackupte data gewist is
en de fabrieksinstellingen zijn teruggezet.
Na een paar seconden verschijnt het
hoofdscherm.
Raadpleeg blz. 11 in de Referentie Handleiding voor een lijst met
specifieke parameters van elke groep.
Backup
151
OPMERKING
154
CVP-201
Met de Micro Tuning functie kunt u elke toets van het toetsenbord indi-
vidueel stemmen. De gecreëerde stemming kan bewaard worden op een
diskette en geladen worden wanneer dit nodig is. De huidige (geladen)
stemming kan altijd aan- of uitgezet worden door middel van de meest
linkse LCD knop in dit scherm.
Utility
FUNCTION [MICRO TUNING] Scherm — pagina 15
Micro Tuning Instelling ..................................................................................
Z Selecteer een toets.
Druk op de toets die gestemd moet worden.
De naam van de noot en de huidige waarde van de stemming van
de ingedrukte toets verschijnt in het scherm.
X Stel de stemming in.
TUNE
Bereik: –100 cent — +100 cent
–1 — +1 halve toon
Standaardinstelling: 0 cent (alle toet-
sen)
Druk op de TUNE of knoppen of gebruik de data dial of de [–]
en [+] knoppen om de toonhoogte van de geselecteerde toets te ver-
stemmen. Als u de parameter boven de meest linkse LCD knop op
ON instelt, kunt u de toets die gestemd wordt spelen, om het geluid te
controleren tijdens het stemmen. De normale stemming (0 cent) van
de geselecteerde toets, kan ineens teruggeroepen worden door beide
TUNE en knoppen tegelijk in te drukken.
C Herhaal stap 1 en 2.
Herhaal stap 1 en 2 totdat alle toetsen naar wens gestemd zijn.
Micro Tuning Files..............................................................................................
U kunt een naam geven aan de eigen stemming en deze bewaren op
een diskette als een tuning file. Tuning files kunnen indien nodig geladen
worden, of gewist wanneer ze overbodig geworden zijn.
Z Doe een diskette in de disk drive.
Zorg ervoor dat er een correct geformatteerde diskette in de disk drive
zit, voordat u de file handeling uitvoert. Als u wilt laden, wissen of
een andere naam aan de tuning file wilt geven, moet die diskette de
file waar het om gaat, bevatten.
152
OPMERKING
155
CVP-201
X Selecteer de gewenste file handeling.
Gebruik de tweede LCD knop van rechts om de gewenste file hande-
ling te selecteren: LOAD, SAVE, DELETE of NAME.
C Druk op de START knop.
Nadat de START knop is ingedrukt, verschijnt het scherm van de cor-
responderende file handeling.
De daaropvolgende stappen zijn dezelfde als die op blz. 140 en 141
worden uitgelegd. Raadpleeg de onderstaande bladzijden, afhankelijk
van de geselecteerde file handeling.
Met deze functie kunt u kiezen uit verschillende kant en klare
stemmingsconfiguraties (temperaturen), door in dit scherm PRESET te
selecteren. Door USER te selecteren, kunt u uw eigen toonladder creë-
ren, waarin de stemming die u maakt van één octaaf, zijn invloed heeft
op het hele toetsenbord. De gecreëerde stemming kan op diskette worden
opgeslagen voor later gebruik.
Preset Scale (kant en klare stemmingen) .................................
Met deze functie kunt u verschillende voorgeprogrammeerde stem-
mingen of temperaturen kiezen. Voordat de gelijkzwevende (equal) stem-
ming — de meest gebruikte stemming op dit moment — werd geaccep-
teerd, waren er door de jaren heen verschillende stemmingen gecreëerd
voor bepaalde muziek en instrumenten in die periode. Met deze functie
kunt u in historische authentieke stemmingen spelen en een beter gevoel
ontwikkelen voor de muziek van de betreffende periodes.
De Clavinova bevat de volgende zeven temperaturen:
LOAD Zie blz. 140.
SAVE Zie blz. 140.
DELETE Zie blz. 141.
NAME Zie blz. 141.
FUNCTION [SCALE TUNING] Scherm — pagina 16
• EQUAL
• PURE(MAJEUR)
• PURE(MINEUR)
• MEANTONE
• PYTHAGOREAN
• WERCKMEISTER
• KIRNBERGER
Utility
153
De Scale functie heeft geen invloed op
de toonhoogte van song data die wordt
afgespeeld door de Clavinova.
OPMERKING
156
CVP-201
C Stel de stemming in.
TUNE
Bereik: -64 cent — +63 cent
Standaardinstelling: 0 (alle toetsen)
Z Selecteer PRESET met de meest linkse LCD knop.
Het volgende scherm verschijnt.
X Selecteer een toonladder.
Druk op SCALE of om de parameter te selecteren en gebruik dan de data
dial of de [–] en [+] knoppen om de gewenste temperatuur te selecteren.
Als u andere temperaturen selecteert dan de (EQUAL) temperatuur, moet de
KEY (de stemreferentie voor die temperatuur) worden ingesteld. Hierdoor zal
de Clavinova de juiste temperatuur in de gewenste toonsoort creëren.
C Selecteer de stemreferentie.
KEY
Instellingen: C, C
#
, D, E
b
, E, F, F
#
, G,
A
b
, A, B
b
, B
Standaardinstelling: C
Druk op de KEY knop om de parameter te accentueren en gebruik dan de
data dial of de [–] en [+] knoppen om de stemreferentie te selecteren.
User Scale (Eigen toonladder) maken..........................................
Met deze functie kunt u elke toets binnen een octaaf afzonderlijk af-
stemmen. De instelling die wordt gemaakt voor één toets geldt automa-
tisch ook voor dezelfde toets in alle andere octaven.
Z Selecteer USER met de meest linkse LCD knop.
Het volgende scherm verschijnt:
X Druk op de toets die gestemd moet worden.
De naam van de noot en de huidige waarde van de stemming van
de ingedrukte toets verschijnt.
Utility
154
Stel de toonhoogte in door op de TUNE of knoppen te drukken
of door de data dial of de [–] en [+] knoppen te gebruiken. U kunt de
toets die gestemd wordt, aanslaan om het geluid te controleren tijdens
het stemmen. De standaard stemming van 0 cent kan meteen terugge-
roepen worden door de TUNE en knoppen tegelijk in te druk-
ken.
V Herhaal stap 2 en 3 totdat alle gewenste toetsen gestemd zijn.
OPMERKING
OPMERKING
157
CVP-201
LOAD Zie blz. 140.
SAVE Zie blz. 140.
DELETE Zie blz. 141.
NAME Zie blz. 141.
User Scale Files ...................................................................................................
U kunt een naam geven aan uw zelfgemaakte toonladder en deze op een dis-
kette opslaan als een user scale file. User scale files kunnen indien nodig geladen
worden, of gewist wanneer ze overbodig geworden zijn.
Z Doe een diskette in de disk drive.
Zorg ervoor dat er een correct geformatteerde diskette in de disk drive
zit, voordat u de file handeling uitvoert. Als u wilt laden, wissen of
een andere naam aan de user scale file wilt geven, moet de diskette de
file waar het om gaat bevatten.
X Selecteer de gewenste file handeling.
Gebruik de tweede LCD knop van rechts om de gewenste file hande-
ling te selecteren: LOAD, SAVE, DELETE of NAME.
C Druk op de START knop.
Nadat de START knop is ingedrukt, verschijnt het scherm van de ge-
selecteerde file handeling. De daaropvolgende stappen zijn dezelfde
als die op blz. 140 en 141 worden uitgelegd. Raadpleeg de onder-
staande bladzijden, afhankelijk van de geselecteerde file handeling.
Utility
155
158
CVP-201
De Clavinova is uitgerust met jacks waarmee u verschillende audio apparaten kunt
aansluiten. U kunt hoofdtelefoons, een stereo installatie, of PA apparatuur aansluiten op
de uitgangen, alsook een toongenerator of ander instrument aansluiten op de ingangen.
Verzeker u ervan dat de stroom is uitgeschakeld als u audio apparatuur aan-
sluit of loskoppelt. Als dit niet het geval is, kan dat schade aan de speakers en
andere problemen tot gevolg hebben.
HOOFDSTUK 9: Aansluitingen
Audio Aansluitingen
Aanbevolen Hoofdtelefoon:
Yamaha HPE-160 hoofdtelefoon
Hoofdtelefoons
Om gebruik te kunnen maken van
hoofdtelefoons, moet u deze aansluiten
op een van de [PHONES] jacks (stan-
daard 1/4" hoofdtelefoon jacks) die zich
linksonder het toetsenbord bevinden. Het
ingebouwde luidsprekersysteem van de
Clavinova wordt automatisch uitgescha-
keld als er een hoofdtelefoon wordt aan-
gesloten. Er kunnen twee personen tege-
lijk naar de Clavinova luisteren door
twee hoofdtelefoons aan te sluiten op elk
van de (twee) jacks.
U kunt de Clavinova aansluiten op een grote verscheidenheid van
audio apparatuur via de AUX IN en AUX OUT jacks, die zich links op
het achterpaneel van het hoofdonderdeel bevinden.
AUX IN Jacks...........................................................................................................
Audio Input en Output
PAS OP
Sluit nooit de AUX OUT jacks van de
Clavinova aan op zijn AUX IN jacks,
hetzij direct of via externe audio appa-
ratuur. Dit zou feedback kunnen ver-
oorzaken, hetgeen normaal spelen
onmogelijk maakt en zelfs kan resulte-
ren in schade aan het instrument.
Het volume, van het audio signaal dat
binnenkomt via de AUX IN jacks, wordt
beïnvloed door de [MASTER VOLUME]
schuif.
Het geluid van andere instrumenten
of toongeneratormodules kan worden
voortgebracht door het luidsprekersys-
teem van de Clavinova, door audioka-
bels aan te sluiten op de AUX IN jacks
zoals hiernaast wordt getoond.
Gebruik de AUX IN [L/L+R] jack
voor mono input. Voor stereo input moet
u de linkerkanaal output op de AUX IN
[L/L+R] jack aansluiten en de rechter-
kanaal output op de AUX IN [R] jack.
156
PAS OP
OPMERKING
OPMERKING
PHONES
Tone Generator
AUX IN
R
L/L
+
R
159
CVP-201
AUX OUT Jacks ....................................................................................................
Bij het aansluiten van audiokabels op
de AUX OUT jacks, zoals hiernaast staat
afgebeeld, kan het geluid van de Clavi-
nova uitgestuurd worden naar een stereo
installatie, versterker, mixer of opname
apparatuur. U moet de bedieningsknop-
pen van de aangesloten apparatuur ge-
bruiken om het algehele volume van het
geluid van de Clavinova in te stellen,
omdat de AUX OUT jacks het signaal op
een vast niveau uitsturen.
Gebruik de AUX OUT [L/L+R] jack
voor mono output. Voor stereo output
moet u de AUX OUT [L/L+R] jack aan-
sluiten op de linkerkanaal input en de
AUX OUT [R] jack op de rechterkanaal
input.
Audio Aansluitingen
157
AUX OUT
R
L/L
+
R
Stereo System
160
CVP-201
Gebruik MIDI kabels om de MIDI aansluitingen van de Clavinova, op die
van andere MIDI apparatuur aan te sluiten. De MIDI aansluitingen van de Cla-
vinova bevinden zich links op het achterpaneel van het hoofdonderdeel.
Toongenerators of andere apparatuur die door de Clavinova bestuurd moeten
worden, moeten op de MIDI [OUT] aansluiting aangesloten worden. Apparatuur
die de Clavinova bestuurt, moet op de MIDI [IN] aansluiting aangesloten worden.
Als u een personal computer of sequencer heeft die de Clavinova kan besturen,
wilt u die misschien aansluiten op beide, [IN] en [OUT], aansluitingen om twee-
richtingscommunicatie mogelijk te maken. In dit geval, kunnen andere instrumen-
ten die bestuurd moeten worden door hetzelfde apparaat, aangesloten worden op
de MIDI [THRU] aansluiting van de Clavinova.
U kunt de MIDI aansluitingen gebruiken om uw Clavinova op een grote verscheidenheid van MIDI
apparatuur aan te sluiten, inclusief personal computers, sequencers, toongenerators, etc. Bovendien heeft
de Clavinova een [TO HOST] aansluiting, waarmee u hem direct op een Apple Macintosh, IBM-PC/AT,
of andere compatible personal computer kunt aansluiten, zonder gebruik van een speciale MIDI interface.
Verzeker u ervan dat de stroom is uitgeschakeld als u computers of MIDI apparatuur aansluit of loskoppelt.
Als dit niet het geval is, kan dit schade aan de apparatuur tot gevolg hebben.
MIDI Apparatuur Aansluiten
[TO HOST] of MIDI?
Als u uw Clavinova gewoon op een
personal computer wilt aansluiten, kan
het gemakkelijker zijn om de [TO
HOST] aansluiting te gebruiken omdat
uw computer dan geen speciale MIDI
interface nodig heeft om de verbinding
te maken.
De MIDI aansluitingen zijn heel nuttig
als u wilt dat de Clavinova fungeert als
een deel van een uitgebreide MIDI
setup.
U kunt de Clavinova aansluiten op een Apple Macintosh, IBM-PC/
AT, of compatible personal computer met behulp van de [TO HOST]
aansluiting die zich links op het achterpaneel van het hoofdonderdeel
bevindt. Als u dit doet, zorg er dan voor dat de aangrenzende [HOST
SELECT] schakelaar op de geschikte instelling staat voor uw computer
model.
Aansluiten op een Host Computer
Zet zowel de Clavinova als de compu-
ter uit voordat u de kabel aansluit.
Als de Clavinova aangesloten is op
een host computer moet u eerst de
computer aanzetten en daarna de
Clavinova.
Koppel de kabel los als u de [TO
HOST] aansluiting niet gebruikt. Als u
het aangesloten laat, kan het zijn dat
de Clavinova niet goed functioneert.
Data Aansluitingen
158
PAS OP
OPMERKING
OPMERKING
MIDI Sequencer Tone Generator
THRU
OUT
IN
MIDI
HOST SELECT
MIDI
Mac
PC
-
1
PC
-
2
The Clavinova-Computer Connection is een supplement voor beginners dat beschrijft wat u met uw Clavinova en een personal
computer kunt doen en hoe u een Clavinova-Computer systeem kunt installeren (deze handleiding is niet geschreven voor speci-
fieke modellen). Het document is beschikbaar als PDF file (Engelstalig) op de volgende Internet adressen:
Clavinova Home Page:
http://www.yamaha.co.jp/english/product/cl/
Yamaha Manual Library (Electronic Musical Instruments)
http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/
Als u de MIDI aansluitingen ge-
bruikt, moet u de [HOST SE-
LECT] schakelaar op de MIDI
stand zetten. De MIDI aansluitin-
gen kunnen geen data ontvangen
of doorgeven als de schakelaar op
een andere stand staat.
U kunt de MIDI parameters
instellen met behulp van pagina 9 -
12 van het FUNCTION scherm
(zie blz. 147 - 150).
161
CVP-201
Data Aansluitingen
Aansluiten op een Apple Macintosh of Compatible Com-
puter
................................................................................................................................................
Sluit de [TO HOST] aansluiting van de Clavinova aan op de modem- of printerpoort
op uw Macintosh (afhankelijk van de poort die uw MIDI software gebruikt voor MIDI
data communicatie), met gebruik van een standaard Macintosh 8-pin systeem peripheral
kabel. Zet de [HOST SELECT] schakelaar op de “Mac” stand.
Het kan zijn dat u andere MIDI interface instellingen moet maken aan de kant van uw
computer, afhankelijk van het type software dat u gebruikt (raadpleeg de gebruikers-
handleiding van uw software). Zet in elk geval de kloksnelheid op 1MHz.
2 (HSK i)1
1 (HSK 0)2
5 (RxD-)3
MINI DIN
8-PIN
4 GND4
3 (TxD-)5
8 (RxD+)6
7 (GP i)7
6 (TxD+)8
MINI DIN
8-PIN
“Mac” Kabelaansluitingen
8-pin systeem peripheral kabel
Data overdrachtssnelheid: 31.250 bps
Aansluiten op een IBM-PC/AT Computer .................................................
Als uw systeem niet goed werkt
met de aansluitingen en instel-
lingen die hierboven staan
vermeld, kan het zijn dat uw
software andere instellingen
nodig heeft. Controleer de
gebruiksaanwijzing van uw
software: als deze een data
overdrachtssnelheid eist van
31.250 bps dient u de [HOST
SELECT] schakelaar op PC-1
te zetten.
Sluit de [TO HOST] aansluiting van de Clavinova aan op de RS-232C poort
op uw IBM computer, met gebruik van een standaard 8-pin MINI DIN 9-pin
D-SUB “cross” kabel. Zet de [HOST SELECT] schakelaar op de “PC-2” stand.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw software voor informatie over
instellingen die u moet maken aan de kant van uw computer.
8 (CTS)1
7 (RST)2
2 (RxD)3
4 5 (GND)
8
3 (TxD) 5
MINI DIN
8-PIN
D-SUB
9-PIN
“PC-2”Kabelaansluitingen
8-pin mini DIN 9-pin D-SUB kabel
Data overdrachtssnelheid: 38.400 bps
Opmerking voor Windows gebruikers (betreffende MIDI driver)
Om data transmissie tussen de seriële poort van de computer en de
TO HOST aansluiting van de Clavinova mogelijk te maken, moet er
een gespecificeerde MIDI driver (Yamaha CBX driver for Windows)
worden geïnstalleerd. U kunt deze downloaden van de onderstaande
XG Library op de Yamaha Web site:
http://www.yamaha-xg.com
Connector Pin Nummers
1
34
678
5
2
D-SUB 9-PIN
MINI DIN 8-PIN
5
9
4
8
3
7
2
6
1
159
OPMERKING
Apple Macintosh
compatible computer
Zet op de Mac
stand.
HOST SELECT
MIDI
Mac
PC
-
1
PC
-
2
TO HOST
IBM-PC/AT compatible
computer
Zet op de PC-2
stand.
HOST SELECT
MIDI
Mac
PC
-
1
PC
-
2
TO HOST
162
CVP-201
BIJLAGE
Effect Type Lijsten
160
De tabellen in deze bijlage bevatten beschrijvingen van de ver-
schillende reverb, chorus en effect types die beschikbaar zijn op
de CVP-201.
Reverb Type Lijst
Type Beschrijving
HALL1
HALL2
“Concertzaal reverb” effecten
HALL3
HALL4
ROOM1
ROOM2
“Kleine zaal reverb” effecten
ROOM3
ROOM4
STAGE1
Reverb voor solo instrumenten
STAGE2
PLATE1
Gesimuleerde steel plate reverb effecten
PLATE2
Chorus Type Lijst
Type Beschrijving
CHORUS1
CHORUS2
CHORUS3
CHORUS4
CHORUS5
FLANGER1
FLANGER2
FLANGER3
FLANGER4
Standaard chorus effecten die een natuurlijke
ruimtelijkheid aan het geluid toevoegen
Modulatie effecten die doen denken aan de start of
landing van een straalvliegtuig
163
CVP-201
Effect Type Lijsten
161
Effect Type Lijst
Type Beschrijving
HALL1
HALL2
HALL3
HALL4
ROOM1
ROOM2
ROOM3
ROOM4
STAGE1
STAGE2
PLATE1
PLATE2
EARLY REF1
EARLY REF2
GATE REVERB Simulatie van een gated (“afgestopte”) reverb
REVERSE GATE Simulatie van een omgekeerde gated reverb
CHORUS1
CHORUS2
CHORUS3
CHORUS4
CHORUS5
FLANGER1
FLANGER2
FLANGER3
FLANGER4
PHASER
SYMPHONIC Combinatie van meerdere celeste-type effecten
ROTARY SP1
ROTARY SP2
ROTARY SP3
ROTARY SP4
ROTARY SP5
TREMOLO1
TREMOLO2
GTR TREMOLO Tremolo effect geschikt voor gitaarklanken
AUTO PAN
“Concertzaal reverb” effecten
Standaard chorus effecten die een natuurlijke
ruimtelijkheid aan het geluid toevoegen
Early reflection van het reverb effect
Gesimuleerde stalen platen nagalm effecten
Reverb voor solo instrumenten
“Kleine zaal reverb” effecten
Modulatie effecten die doen denken aan de start of
landing van een straalvliegtuig
Modulatie effect gecreërd door voortdurende
faseverschuiving
Modulatie effecten die roterende luidsprekers simuleren
Effect bestaande uit voortdurende volumemodulatie
Effect dat voortdurend het geluid van rechts naar links
en van voor naar achter laat gaan
164
CVP-201
162
Effect Type Lijst
AUTO WAH
DELAY LCR Drie delay klanken: L (links), R (rechts), en C (midden)
DELAY LR L en R delays met twee feedback delays
ECHO L en R delays met onafhankelijke feedback voor L en R
CROSS DELAY Twee delays (L en R) met crossed feedback
DIST HARD
DIST SOFT
EQ DISCO Disco achtig equalizer effect
EQ TEL Equalizer effect dat het geluid via een telefoon simuleert
Voortdurende wah effecten; geschikt voor electrische
gitaarklanken, etc.
Effect Type Lijsten
Effecten die vervorming aan het geluid toevoegen;
geschikt voor electrische gitaarklanken, etc.
165
CVP-201
Deze mededeling verschijnt als u een handeling probeert uit te voeren (zoals het selecte-
ren van een stijl of Music Database instelling) die niet uitgevoerd kan worden tijdens het
afspelen.
Stop het afspelen van de song, of verlaat de Song Play mode en begin opnieuw.
Deze mededeling verschijnt als u een handeling probeert uit te voeren (zoals kopiëren of
wissen van song data) die niet uitgevoerd kan worden in de Song Record mode.
Stop het opnemen, of verlaat de Song Record mode en begin opnieuw.
U heeft een knop, die geen functie heeft in de huidige mode, ingedrukt.
Deze herinnering verschijnt als u de [DIRECT ACCESS] knop indrukt (blz. 21).
Druk op de paneelknop die correspondeert met de instelling die u wilt oproepen.
(Druk deze tweede knop in terwijl de mededeling nog op het scherm staat.)
Deze mededeling verschijnt als u op [DIRECT ACCESS] drukt, gevolgd door een paneel-
knop die niet correspondeert met het Direct Access scherm. (Zie blz. 21.)
Druk nogmaals op [DIRECT ACCESS] en druk dan op een paneelknop die corres-
pondeert met een Direct Access scherm.
Deze mededeling verschijnt als u een handeling probeert uit te voeren (zoals song data
conversie) die niet uitgevoerd kan worden tijdens opnemen of afspelen.
Stop het opnemen of afspelen van de song, of verlaat de Song Record of Song
Play mode en voer de handeling dan opnieuw uit.
Deze herinnering verschijnt als er geen diskette in de disk drive zit.
Doe de geschikte diskette in de disk drive en probeer de handeling opnieuw.
Deze herinnering verschijnt als u een song wilt hernoemen of converteren die geen data
bevat.
Selecteer een song die data bevat, of doe een diskette met song data in de disk
drive.
Deze mededeling verschijnt als u een file wilt laden, hernoemen of wissen en er geen file
van het gespecificeerde type gevonden kan worden op de diskette in de disk drive.
Creëer een file, of doe een diskette erin met een geschikte file.
Deze mededeling verschijnt als u een custom style op diskette (blz. 82) wilt laden, maar
een geheugennummer heeft geselecteerd dat geen stijl data bevat.
Creëer een custom style, of selecteer een geheugennummer met custom style data.
Deze mededeling verschijnt als u een nieuwe of onjuist geformatteerde diskette in de disk
drive gedaan heeft. (Zie blz. 111.)
Druk op OK als u de diskette wilt formatteren. Druk op CANCEL als u het
formatteringsproces wilt afbreken.
Deze mededeling verschijnt als u wilt opnemen, of andere file handelingen wilt uitvoeren,
terwijl u een diskette gebruikt waarvan het write-protect schuifje in de “protect” positie is.
Zet het write-protect schuifje op de “write-enable” positie (blz. 112), en probeer de
handeling opnieuw uit te voeren. Als dit nog niet lukt, heeft de diskette een interne
schrijfprotectie die het onmogelijk maakt om de diskette hiervoor te gebruiken.
163
Mededelingen
Algemeen (Paneelbediening)
Algemeen (Direct Access)
Algemeen (In verband met Diskettes)
166
CVP-201
Een fout deed zich voor onder het schrijven naar, of lezen van, de diskette.
Probeer het opnieuw nadat u op de OK knop gedrukt heeft. Als de fout zich weer
voordoet, is de diskette of de disk drive misschien vuil. Als u denkt dat de disk drive
vuil is, leg het probleem dan voor aan uw Yamaha dealer.
Deze mededeling verschijnt als u wilt opnemen over parts, of andere handelingen wilt
uitvoeren met song files, die niet compatible zijn of zulke handelingen niet toestaan. Af-
hankelijk van het song file type kunnen handelingen zoals aanvullende opname, kopiëren,
wissen, etc. onmogelijk zijn op de CVP-201.
,
Dit verschijnt een paar seconden nadat een langdurige handeling, zoals Format, Song
Copy, etc., voltooid is.
Deze mededeling wordt getoond tijdens de data overdracht tussen de Clavinova en de
diskette.
De mededeling verdwijnt automatisch als de handeling voltooid is.
Als handelingen zoals Song Delete of Format zijn geselecteerd kunt u hiermee bevestigen
of u verder wilt gaan of niet.
Druk op YES om de handeling uit te voeren. Druk op NO om terug te keren.
De huidig geladen diskette is vol en kan geen data meer bevatten.
Druk op de OK knop waarna u onnodige data van de diskette (blz. 144) kunt wis-
sen, of gebruik een diskette met meer beschikbare ruimte. Als de mededeling ver-
schijnt tijdens het opnemen van een song, zal de opname stoppen en alle data,
opgenomen tot op dat punt, automatisch bewaard worden.
Deze mededeling verschijnt als u meer files probeert te creëren dan de diskette kan opslaan.
U kunt tot 60 song files op een 2DD of 2HD diskette opnemen. 2DD diskettes kunnen onge-
veer 107 en 2HD diskettes ongeveer 219 verschillende soorten files bevatten.
Druk op de OK knop waarna u onnodige files van de diskette wist (blz. 144), of
gebruik een diskette met meer beschikbare ruimte.
Een file met dezelfde naam bestaat al.
Druk op de OK knop als u de oorspronkelijke file wilt overschrijven met nieuwe
data, of druk op CANCEL om de handeling af te breken.
Deze mededeling verschijnt als u andere handelingen uit wilt uitvoeren terwijl data van de
diskette gelezen wordt, of tijdens het opslaan van data.
Wacht totdat de lees/schrijf handeling voltooid is en voer de handeling daarna op-
nieuw uit.
Deze mededeling verschijnt als het geheugen van de Clavinova vol is geworden tijdens
het opnemen van een song in het interne geheugen (blz. 133). Als dit gebeurt, stopt de
opname en alle data, opgenomen tot op dat punt wordt automatisch bewaard.
Deze mededeling wordt ook getoond als het interne geheugen vol raakt tijdens het opne-
men van data in een custom style (zie blz. 84).
Mededelingen
164
Deze mededeling verschijnt als u probeert op te nemen over data, of data probeert te
bewerken, van commercieel verkrijgbare software, of data opgenomen op andere instru-
menten dan de CVP-109/107/105/700/103/201 of de CVP-94/92/98/96/600.
Druk op YES om de data voor opname of bewerking op de CVP-109/107/105/700/
103/201 te converteren. Druk op NO als u de data niet wilt converteren.
Het kan zijn dat het niet mogelijk is om op te nemen op andere tracks dan track 1
en 2 als de songs op deze manier geconverteerd zijn.
Deze mededeling verschijnt als de Clavinova data van een song, opgenomen in het in-
terne geheugen, nadat het is bewerkt d.m.v. de Track Edit of Initial Edit functies, opslaat.
Voltooi de data schrijfhandeling en voer dan de andere handeling uit.
Algemeen (Memory)
167
CVP-201
Custom Style Mode
Deze mededeling verschijnt als u een handeling, zoals afspelen van diskette software, wilt
uitvoeren die data, opgenomen in het interne geheugen, zal wissen.
Druk op YES om de data, opgenomen in het interne geheugen, te wissen en voer
dan de gewenste handeling uit. Druk op NO als u de data wilt behouden.
Deze mededeling verschijnt als u één van de volgende functies wilt selecteren terwijl u
song data bewerkt die opgenomen was in het interne geheugen: Chord Sequence (blz.
121), Setup Memory (blz. 126), of Song Name (blz. 127).
Gebruik de Song Copy functie (blz. 142) om de song naar een diskette te kopiëren,
wis de CVP MEMORY song (blz. 144) en voer dan de gewenste handeling uit met
gebruik van de data op de diskette.
Deze mededeling verschijnt gedurende een paar seconden als de Custom Style
mode actief is gemaakt. (Zie blz. 74.)
Dit verzoek om bevestiging verschijnt als u de maatsoort van de custom style wilt verande-
ren. (Zie blz. 75.)
Dit verzoek om bevestiging verschijnt als u de maatnummers in een sectie van de custom
style wilt veranderen. (Zie blz. 75.)
Dit verzoek om bevestiging verschijnt wanneer u een handeling wilt uitvoeren die alleen
uitgevoerd kan worden nadat de part gewist is. (Zie blz. 76.)
Dit verzoek om bevestiging verschijnt als u een custom style opslaat (blz. 79) en ook als u
stijlen probeert te veranderen voordat u de custom style (blz. 85) opgeslagen heeft.
Selecteer OK om de custom style op te slaan. Druk op CANCEL om terug te keren
naar het voorgaande scherm zonder de data op te slaan.
Dit verzoek om bevestiging verschijnt als u de Custom Style mode wilt verlaten voordat u
de custom style opgeslagen heeft. (Zie blz. 85.)
Selecteer YES om de custom style op te slaan of op NO om te verlaten zonder op
te slaan. Druk op CANCEL om terug te keren naar het voorgaande scherm.
Deze mededeling verschijnt als de vorige versie van de custom style niet teruggeroepen
kan worden, omdat de maatsoort is veranderd. (Zie blz. 80.)
Als u de custom style op diskette wilt opslaan, voordat u het in het geheugen heeft opgesla-
gen, herinnert deze mededeling u eraan om de stijl op te slaan voordat u verder gaat. (Zie
blz. 83.)
Deze mededeling verschijnt als er niet genoeg capaciteit beschikbaar is in het interne
geheugen om de custom style op te slaan. (Zie blz. 84.)
Deze mededeling verschijnt als de stijl die geselecteerd is om gewist te worden, in het bo-
venstaande scherm, de bronstijl is waarop de huidig bewerkte stijl, gebaseerd was.
Druk op OK en selecteer een andere stijl om te wissen
(in het voorgaande scherm).
Deze mededeling verschijnt als DELETE is geselecteerd in het bovenstaande scherm.
Selecteer de stijl die gewist moet worden en druk op de OK knop. Druk op CANCEL
als u de stijl niet wilt wissen.
Mededelingen
165
168
CVP-201
Song Copy & Disk Copy
Deze mededeling verschijnt voordat u een Song of Disk kopieerhandeling uitvoert, om u te
informeren hoeveel keer de diskettes verwisseld moeten worden. (Zie blz. 143.)
Deze mededeling herinnert u eraan om de bestemmingsdiskette erin te doen als u data
kopiëert van de ene diskette naar een andere. (Zie blz. 143.)
Deze mededeling verschijnt als u data probeert te kopiëren van een 2DD diskette naar
een 2HD diskette — of omgekeerd — d.m.v. de Disk Copy functie (blz. 142).
Druk op OK om de kopieerhandeling te annuleren, en voer de handeling vanaf het
begin opnieuw uit. Zorg ervoor dat de bestemmingsdiskette hetzelfde type (2DD of
2HD) is als de brondiskette die gekopieerd wordt.
Deze mededeling verschijnt als u de brondiskette erin doet terwijl u de herinnering kreeg
om de bestemmingsdiskette erin te doen, terwijl u de Disk Copy functie (blz. 143) gebruikt
om data te kopiëren van de ene diskette naar een andere.
Druk op OK om de kopieerhandeling te annuleren en voer de Disk Copy functie
opnieuw uit. Als u de diskettes verwisselt tijdens de kopieerhandeling moet u er-
voor zorgen de bron- en de bestemmingsdiskettes niet door elkaar te halen.
Style File Load
Deze mededeling verschijnt als u een Style file wilt laden als de geheugencapaciteit niet
voldoende is om de gespecificeerde stijl te bevatten. (Zie blz. 87.)
Sommige Style files zijn te groot voor de LISTEN functie. (Zie blz. 87.)
Laad de Style file en gebruik dan de normale afspeelmethodes om de betreffende
stijl te horen.
Chord Sequence
Dit verzoek om bevestiging verschijnt als u de Chord Sequence functie wilt verlaten tijdens
het opnemen.
Druk op YES om de opgenomen data op te slaan, of op NO om te verlaten zonder op
te slaan. Druk op CANCEL om zonder opslaan terug te keren naar vorig scherm.
Deze mededeling verschijnt tijdens Chord Sequence opname als u een verandering in be-
geleidingsstijl of sectie wilt ingeven op een andere positie dan aan het begin van een maat.
Neem de betreffende stijl of sectie verandering op aan het begin van de maat. (Zie
blz. 122.)
Meer over Record Edit
Dit verzoek om bevestiging verschijnt als u de Initial Edit functie wilt verlaten zonder de
data op een diskette weg te schrijven.
Druk op YES om de bewerkte data te bewaren. Druk op NO om te verlaten zonder op
te slaan. Druk op CANCEL om zonder opslaan terug te keren naar vorig scherm.
Dit verzoek om bevestiging verschijnt als u de Setup Memory functie (blz. 126) uitvoert om
de huidige paneelinstellingen bij de song te bewaren.
Selecteer YES om de paneelinstellingen te bewaren. Druk op CANCEL om terug te
keren naar het RECORD EDIT 2 scherm zonder te bewaren.
Mededelingen
166
169
CVP-201
Omtrent de Hardware
Song Data Conversie
Als u de bestemmingsdiskette de eerste keer erin doet als u een song van de ene diskette
naar een andere kopiëert, herinnert deze mededeling u eraan om het songnummer te
specificeren waarop de song gekopieerd moet worden. (Zie blz. 143.)
Deze mededeling herinnert u eraan om de brondiskette erin te doen als u data van de ene
diskette naar een andere kopiëert. (Zie blz. 143.)
Deze mededeling verschijnt als u een andere dan de gevraagde diskette (bron- of
bestemmings-) erin doet, als u herinnerd wordt om de diskettes te verwisselen tijdens de
Disk Copy handeling (blz. 143) om data te kopiëren van de ene diskette naar een andere.
Druk op OK om de handeling te annuleren en voer de Disk Copy functie helemaal
opnieuw uit. Als u diskettes verwisselt tijdens de kopieerhandeling, moet u ervoor
zorgen dat u de gevraagde diskette erin doet.
Deze mededeling geeft aan dat u hetzelfde songnummer als bron en bestemming heeft
gekozen bij het kopiëren van een song op dezelfde diskette. (Zie rechterkolom, blz. 143.)
Verander het song bestemmingsnummer.
Deze mededeling verschijnt als u song data wilt converteren die bewaard is op een 2HD
diskette. (Zie blz. 145.)
Druk op OK en kopiëer de song data die geconverteerd moet worden naar een 2DD
diskette en voer dan de data conversie uit met gebruik van de 2DD diskette.
Nadat de conversie van de song voltooid is, toont dit scherm het songnummer waarop de
data bewaard is.
Deze mededeling verschijnt als de host computer niet aanstaat, de aansluitkabel niet goed
is aangesloten, de HOST SELECT schakelaar niet in de juiste stand staat, of de MIDI
driver of MIDI applicatie niet actief is.
Zet zowel de Clavinova als de host computer uit. Controleer de kabelaansluiting en
de stand van de HOST SELECT schakelaar (blz. 160), zet dan eerst de computer
en daarna de Clavinova weer aan.
De Clavinova bewaart data via de Backup functie (blz. 152) mits hij regelmatig gebruikt
wordt. Als het instrument langer dan een week niet is aangezet, kan de data evenwel
verloren gaan. Deze mededeling verschijnt als de Clavinova aangezet wordt nadat de
data verloren is gegaan en ook als u alle fabrieksdata terugroept (blz. 153.)
Mededelingen
167
170
CVP-201
Probleem
De Clavinova gaat niet aan.
U hoort een klik of plof als de
stroom aan- of uitgezet wordt.
U hoort vreemde geluiden uit de
luidsprekers van de Clavinova.
Het scherm is te helder of te donker
om te kunnen lezen.
Het toetsenbordvolume is laag in
vergelijking met het afspeelvolume
van de song of van de Automatische
Begeleiding.
Het afspeelvolume van de Automa-
tische Begeleiding of van de song is
erg laag in vergelijking met het vo-
lume van het toetsenbord.
Het algehele volume is laag, of u
hoort helemaal geen geluid.
Het damperpedaal heeft geen effect
of het geluid houdt aan zelfs wan-
neer het damperpedaal niet wordt
ingedrukt.
Het afspelen van een stijl of song
start niet.
Als er op het toetsenbord gespeeld
wordt, klinken niet alle noten.
Oplossing
Steek de vrouwtjesstekker stevig in
de aansluiting v.d. Clavinova en de
mannetjesstekker in het stopcontact.
Dit is normaal en is geen reden voor
bezorgdheid.
Zet de mobiele telefoon uit of ge-
bruik deze verder weg van de Cla-
vinova.
Stel het contrast van het scherm af
d.m.v. de [CONTRAST] knop. (Zie
blz. 11.)
Verhoog het algehele toetsenbord-
volume in het hoofdscherm (blz. 23),
of gebruik de VOLUME functie in het
betreffende KEYBOARD scherm
(blz. 32, 34, of 37) om het volume
van de toetsenbord part te verhogen.
Verhoog het [ACMP/SONG VO-
LUME] niveau.
Verhoog de part of track volumes in
het betreffende MIXER scherm
(blz. 65 of 100).
Verhoog het [MASTER VOLUME].
Koppel de hoofdtelefoon(s) los.
Zet de Local Control functie aan.
(Zie blz. 147.)
Steek de pedaalkabelstekker stevig
in de juiste jack. (Zie blz. 34 in de
Referentie Handleiding.)
Zet de MIDI Sync functie op INT.
(Zie blz. 148.)
Omdat het systeem van de toon-
generator zo ontworpen is dat later
gespeelde noten prioriteit hebben,
kan het zijn dat voorgaande noten
soms afgekapt worden. (Zie “Speci-
ficaties” in de Referentie Handlei-
ding voor details over de maximale
polyfonie.)
Oorzaak
De Clavinova is niet goed ingesto-
ken.
Er wordt elektrische stroom naar het
instrument toegevoerd.
De vreemde geluiden kunnen veroor-
zaakt worden door een mobiele tele-
foon in de nabijheid.
De helderheid kan beïnvloed worden
door de omgevingstemperatuur.
Ofwel het algehele toetsenbord-
volume of het onafhankelijke volume
niveau van de toetsenbord part staat
te laag ingesteld.
Het [ACMP/SONG VOLUME]
staat te laag ingesteld.
Het volume van één of meer begelei-
dingsparts of song tracks staat te laag
ingesteld.
Het [MASTER VOLUME] staat te laag.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
De Local Control functie staat uit.
De pedaalkabelstekker is niet aange-
sloten.
De MIDI Sync functie staat op EXT.
De maximale polyfonie (maximaal
aantal noten) van de Clavinova is
overschreden.
Problemen Oplossen
168
171
CVP-201
De Automatische Begeleiding
speelt niet af.
Het gewenste akkoord wordt niet
herkend of uitgevoerd door de Au-
tomatische Begeleiding.
Het maximum van 60 songs kan
niet worden opgenomen.
Sommige tracks spelen niet af wan-
neer er data wordt afgespeeld.
De Automatische Begeleiding staat
niet aan.
De toetsen worden niet correct ge-
speeld.
De toetsen worden niet gespeeld
overeenkomstig de geselecteerde
begeleidingsmode.
De geheugencapaciteit is vol omdat
de speeltijd van één of meer songs
lang is of omdat er veel functies ge-
bruikt zijn.
De betreffende track(s) staat(n) uit.
Druk op de [ACMP ON] knop om de
Automatische Begeleiding aan te zetten.
Raadpleeg de tabel met Vingerzettingen
(blz. 12 van de Referentie Handleiding)
Controleer de begeleidings mode en
speel de toetsen overeenkomstig de
geselecteerde mode. (Zie blz. 59.)
Wis onnodige songs (blz. 144) of
neem op, op een nieuwe diskette.
Zet het afspelen van de track(s) die
u wilt horen, aan. (Zie blz. 97 en
100.)
Probleem OplossingOorzaak
Problemen Oplossen
169
172
CVP-201
MIDI en Data Compatibiliteit
MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een wereldwijde
standaard communicatie interface die het mogelijk maakt dat mu-
ziekinstrumenten/apparaten, met deze MIDI-aansluiting, informatie
en besturingen met elkaar kunnen uitwisselen.
Afhankelijk van het MIDI instrument, kunnen de soorten data
die ontvangen/verzonden kunnen worden, verschillen. Daarom
kan alleen data die gemeenschappelijk wordt herkend, worden
verzonden of ontvangen. U kunt in de MIDI Implementatie
Tabel in de handleiding voor elk instrument nakijken of een
instrument bepaalde types data ondersteunt. De MIDI
Implementatie Tabel voor de CVP-201 bevindt zich op blz. 30
van de Referentie Handleiding.
MIDI AANSLUITINGEN
Sequence Format
Het systeem dat song data opneemt wordt “sequence format”
genoemd.
Afspelen is alleen mogelijk als het sequence format van de
diskette overeenkomt met dat van het MIDI apparaat.
[Veel Gebruikte Sequence Formats]
SMF (Standard MIDI File)
Dit is het meest bekende sequence format.
Standard MIDI Files zijn over het algemeen verkrijgbaar in
twee types: Format 0 of Format 1.
Veel MIDI apparaten zijn compatible met Format 0 en ook
de meeste commercieel verkrijgbare software is opgenomen
in Format 0.
De CVP-201 is compatible met zowel Format 0 als Format 1
(voor Format 1, tot maximaal 17 chunks).
Song data opgenomen op de CVP-201 wordt automatisch
opgenomen als SMF Format 0.
ESEQ
Dit sequence format is compatible met vele Yamaha MIDI appa-
raten, waaronder de Clavinova CVP series.
Dit is een veel voorkomend format, dat gebruikt wordt door veel
Yamaha software.
De CVP-201 is compatible met ESEQ.
Voice Allocation Format
Voices worden, met MIDI, aan specifieke nummers toegewezen
die “program numbers” worden genoemd. De standaardnum-
mering (volgorde van de voice toewijzing) wordt het “ voice
allocation format” genoemd.
Het is mogelijk dat voices niet naar verwachting afspelen,
behalve als het voice allocation format van de song data
overeenkomt met het MIDI apparaat dat gebruikt wordt voor
het afspelen.
[Belangrijkste Voice Allocation Formats]
GM System Level 1
Dit is één van de meest gebruikte voice allocation formats.
Veel MIDI apparaten zijn compatible met GM System
Level 1, evenals de meeste commercieel verkrijgbare soft-
ware.
De CVP-201 is compatible met GM System Level 1.
XG
XG is een grote verbetering van het GM System Level 1 format
en is speciaal ontwikkeld door Yamaha om in meer voices en
variaties te voorzien, alsook in een meer expressieve controle
over de voices en effecten en om compatibiliteit te waarborgen
voor de verre toekomst.
De CVP-201 is compatible met XG.
Song data opgenomen op de CVP-201, met gebruik van
voices uit de [XG] categorie, is XG-compatible.
DOC
Dit voice allocation format is compatible met vele Yamaha
MIDI apparaten, waaronder de Clavinova CVP series.
Ook dit is een veel voorkomend format dat gebruikt wordt door
veel Yamaha software.
De CVP-201 is compatible met DOC.
Zelfs als de apparaten en de data voldoen aan alle bovenstaande
condities, kan het zijn dat de data toch niet volledig compatible
is, afhankelijk van de specificaties van de apparaten en de speci-
fieke opnamemethoden.
MIDI Kabel
Sluit MIDI instrumenten aan met speciale MIDI kabels.
MIDI instellingen kunnen worden gemaakt in de MIDI
pagina’s van het Function mode scherm. (Zie blz. 147- 150.)
Meer informatie over MIDI en de toepassingsmogelijkheden
ervan, is te vinden in vele boeken en tijdschriften hierover.
Data Compatibiliteit
Dit gedeelte bevat algemene informatie over data compatibili-
teit: d.w.z., of andere MIDI apparaten data, opgenomen met de
CVP-201, kunnen afspelen of niet en of de CVP-201 commercieel
verkrijgbare song data, gemaakt voor andere instrumenten of voor
een computer, kan afspelen of niet.
Afhankelijk van het MIDI apparaat of data eigenschappen, is het
mogelijk om de data probleemloos af te spelen, of kan het nodig zijn
om eerst enkele speciale handelingen te verrichten, voordat u de
data kunt afspelen. Mocht bepaalde data niet gewoon afspelen,
raadpleeg dan de onderstaande informatie.
Standaard Check Punten
De data en het MIDI apparaat moeten bij elkaar passen op de
onderstaande punten.
• Diskette Format
• Sequence Format
• Voice Allocation Format
Diskette Format
Diskettes zijn het belangrijkste opslagmedium voor data van
verscheidene apparaten, waaronder computers. Veel apparaten
hebben een eigen systeem om data op te slaan, daarom is het
nodig om de diskette eerst gereed te maken voor het systeem
van het apparaat dat u gebruikt. Dit wordt “formatteren” ge-
noemd.
Er zijn twee types diskettes: MF2DD (dubbelzijdig, dubbele
dichtheid) en MF2HD (dubbelzijdig, hoge dichtheid), en elk
type heeft een ander systeem van formatteren.
De CVP-201 kan opnemen en afspelen met beide types
diskettes.
Wanneer geformatteerd door de CVP-201, is de opslagcapa-
citeit van een 2DD diskette 720 KB (kilobytes) en van een
2HD diskette 1,44 MB (megabytes). (De aanduidingen “720
KB” en “1,44 MB” geven de geheugencapaciteit aan, maar
worden tevens gebruikt om het format type van de diskette
aan te geven.)
Afspelen is alleen mogelijk als het MIDI apparaat compati-
ble is met het format van de diskette.
Deze aansluiting verzendt de MIDI data.
Deze aansluiting
ontvangt de MIDI
data.
IN
OUT
THRU
MIDI
Data ontvangen via de
MIDI IN aansluiting
wordt ongewijzigd
doorgezonden via deze
aansluiting.
170
173
CVP-201
Index
A
aansluitingen en jacks ........................... 12-13
afspelen, Automatische Begeleiding 58,60-61
afspelen, Custom Style .............................. 84
afspelen, demo songs ........................... 14-15
afspelen, Song ....................................93-104
afspelen, stijlen .....................................51-56
afspelen, stijl files ....................................... 88
Akkoorden, hulp bij (Chord Assistance) 62-64
Akkoorden opnemen (Chord Seq.) ...121-125
akkoord indicatie ...................................60-61
All Setup files ....................................139-141
audio aansluitingen ...........................158-159
Automatische Begeleiding ....................57-72
B
Backup ..................................................... 152
beat (maatsoort) .............................. 26, 74-75
Begeleidings mode .........................57, 59-61
Begeleidingsstijlen ........................zie stijlen
besturingen ...........................................12-13
C
chorus ...................................................44-45
chorus, Custom Stijl ..............................81-82
chorus, Song ..................................... 100-101
Chorus Type Lijst ..................................... 162
computer ...........................................160-161
contrast ...................................................... 11
converteren, song data ............................ 145
Custom Style (Eigengemaakte stijl) ......73-88
CVP MEMORY (song) ............................. 133
D
damper pedaal ................................... 40, 138
data dial ..................................................... 17
Demo Play (Afspelen) ...........................14-15
detune (verstemmen) ................................. 35
Direct Access ............................................. 22
Disk Copy (Diskette kopiëren) .......... 142-143
disk drive ...................................................... 9
Diskette Format ................................ 111, 146
Diskette functies ................................ 139-146
diskettes ....................................................... 9
Dual ....................................................... 33-35
E
Easy Play ......................................... 105, 107
effecten .................................................46-48
effecten, Song ................................... 100-101
Effect Type Lijst ................................163-164
eindpuntmarkering (end mark) ......... 124, 125
ending pattern .......................................55-56
F
Fade In ....................................................... 55
Fade Out .................................................... 56
fast forward (snel vooruitspoelen) ............ 103
file iconen ................................................... 94
fill-in patterns .........................................51-52
filter, MIDI Filter .................................148-150
Fixed Velocity ........................................... 137
formatteren, Diskette ........................ 111, 146
free tempo .................................................. 96
Functie .............................................. 134-135
functies in afgeronde rechthoeken ............. 16
functies in scherpe rechthoeken ...........20-21
functie, terugzetten ...............................19-20
G
geaccentueerde items ................................ 16
geheugen, opnemen in ............................ 133
Gids .............................................15, 105-109
Gids (Guide) Mode ................................... 108
gidslampjes .............................................. 109
Glide Range ............................................. 138
H
Harmony ...............................................69-71
Help .......................................................27-28
hoofdscherm .............................................. 16
hoofdtelefoons ................................... 11, 158
hoofd voice ................................ 29-32, 33, 36
host computer ...................................160-161
I
Initial Edit ..........................................130-132
intro pattern ................................................ 54
K
kanalen, MIDI ............................ 147, 150-151
keyboard percussion .................................. 31
Key Touch (Aanslaggevoeligheid) ........... 137
L
laden, data files ........................................ 140
laden, stijl files .......................................86-88
LCD, een functie selecteren ....................... 16
LCD, een waarde veranderen .................... 17
Linker Pedaal ........................................... 138
linker voice ............................................36-39
Local Control ............................................ 147
lyrics (song teksten) ........................... 15, 109
M
maatsoort ........................................26, 74-75
mededelingen ...................................165-169
mededelingen, Custom Style ................84-85
menu scherm ............................................. 18
metronoom ............................................ 25-26
Micro Tuning .....................................154-155
MIDI aansluitingen ................................... 160
MIDI apparatuur ....................................... 160
MIDI Filter .........................................148-149
MIDI functies .....................................147-151
MIDI Transpose ....................................... 150
Mixer, Automatische Begeleiding .......... 65-66
Mixer, Song ....................................... 100-101
multi-track opname ........................... 115-118
Muziek Database ..................................67-68
muzieklessenaar ........................................ 10
N
naam, Custom Style .............................. 78-79
naam, data files ........................................ 141
naam, Song .............................................. 127
Next Note ......................................... 105, 107
O
octaaf ............................................. 32, 34, 38
oefenen .............................................105-107
One Touch Setting ..................................... 72
Opname, Chord Sequence ...............121-125
Opname, Custom Style ......................... 73-80
Opname Edit functies ........................ 126-132
Opname, Song .................................. 110-120
Opname, zonder diskette ......................... 133
opslaan,(in geheugen) Custom Style .... 79-80
opslaan,(in geheugen) Registratie ........89-90
opslaan,(op diskette) Custom Style ......82-83
opslaan,(op diskette) data files .........140-141
opslaan,(op diskette) Initial Edit .............. 132
opstellen van de Clavinova ........................ 10
P
paginas, scherm ........................................ 19
pan ................................................. 32, 35, 38
pan, Custom Style ................................. 81-82
pan, Song .......................................... 100-101
paneelbediening .................................... 12-13
Part Cancel (Annuleren) .......................97-98
part niveaus .............................. 65-66, 81-82
part, opname ......................................... 76-78
part, track toewijzing .............................98-99
pauze ....................................................... 103
Pedaalfuncties ......................................... 138
pedalen ................................................ 38, 40
Pianist stijlen ........................................ 49, 58
Piano Roll ................................. 106, 107, 109
power ......................................................... 11
preset scale ....................................... 155-156
Problemen Oplossen ........................170-171
Punch-in/out (In-/Uitprik) Opname ......118-12
171
174
CVP-201
Q
quantize ......................................78, 129-130
Quick Recording (Snelle Opname) ...112-115
R
Recall Section ............................................ 80
Recall (Terugzetten) ................................ 153
Receive Filter ....................................149-150
Registratie .............................................89-92
Registratie file ...................................139-141
registratie, oproepen .............................90-91
Registration Freeze ...............................91-92
Remote Keyboard .................................... 151
Repeat (Herhaal) ..............................101-103
Reverb ..................................................41-43
reverb, Custom Style ............................81-82
reverb, Song .....................................100-101
Reverb Type Lijst ..................................... 162
rewind (terugspoelen) .............................. 103
Rhythm On/Off ......................................... 125
S
Scale Tuning (Toonladderstemming) 155-157
schermpaginas .......................................... 19
sectie ...............................................74-75, 80
Send Channel (Zendkanaal) .....147, 150-151
Setup files .........................................139-141
Setup Memory ................................... 126-127
soft pedaal ......................................... 40, 138
software ................................................... 104
song, Chord Sequence ..................... 121-125
Song Data Transform ............................... 145
Song Delete (Wissen) .............................. 144
Song Kopiëren ..................................142-143
Song Name (Naam) ................................. 127
Song Play (Afspelen) ..........................93-104
Song Record (Opnemen) ..................110-120
Song Transmission .................................. 151
sostenuto pedaal ........................................ 40
Sound Repeat .......................... 106, 107, 109
Split .......................................................36-39
Splitpunt ......................................... 36, 39, 64
standaardinstellingen ................................. 19
stereopositie .................................... zie pan
stijlen, afspelen .....................................51-56
stijlen, custom (eigengemaakte) ...........73-88
stijlen, selecteren ..................................49-50
stijl file ...................................................86-88
Style Clear (Stijl Wissen) ........................... 80
Synchronisatie (MIDI) .............................. 148
Synchro Start ............................................. 53
Synchro Stop ............................................. 62
T
Tap Start .................................................... 53
tempo ........................................... 25, 96, 100
Toetsendeksel ............................................ 10
Track Delete (Wissen) ............................. 129
Track Edit .......................................... 128-130
Track Mix ................................................. 128
Track Recording (Opname) .............. 115-118
Track Quantize .................................. 129-130
tracks, song structuur ............................... 110
tracks, toevoegen ..................................... 118
Transform ................................................. 145
Transpose ........................................ 136, 150
Tune ................................................. 136, 156
tweede voice .........................................33-35
U
user scale (eigen toonladder) ........... 156-157
V
velocity ..................................................... 137
vingerzetting (akkoorden) ......... 60-61, 62-64
Voice Instelling ......................................... 137
voices, selecteren .....................29-30, 76, 99
volume ..................................................23-24
volume, metronoom ................................... 26
volume, part .............................. 65-66, 81-82
volume, song .............................................. 99
volume, track ..................................... 100-101
volume, voices ............................... 32, 34, 37
W
wissen, Chord Sequence ......................... 124
wissen, data files ...................................... 141
wissen, Stijl Files ........................................ 83
wissen, tracks .......................................... 129
Index
172
WAARSCHUWING- Bij het gebruik van elk elektrisch
of elektronisch product, moeten altijd de algemene voorzorgs-
maatregelen in acht worden genomen. Deze voorzorgsmaatre-
gelen omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
1. Lees alle Veiligheidsinstructies, Installatie Instructies,
gedeelten met Speciale Mededelingen en alle Montage Instruc-
ties, te vinden in deze handleiding, VOORDAT u enige aan-
sluiting maakt, inclusief aansluiting op de stroomvoorziening.
2. Verificatie van de Stroomvoorziening: Yamaha
producten worden speciaal geproduceerd voor de stroom-
voorziening in het land waar ze worden afgeleverd. Als u zou
verhuizen, of er enige twijfel zou bestaan over het voltage in
uw land, neem dan alstublieft contact op met uw leverancier
om dit te verifiëren en (indien van toepassing) voor instructies.
De vereiste netspanning staat op het naamplaatje. Zie de af-
beelding in het gedeelte Speciale Mededelingen, vóór in deze
handleiding, voor de lokatie van dit naamplaatje.
3. Dit product kan voorzien zijn van een ongelijke stekker
(één kant breder dan de andere). Als u niet in staat bent om de
stekker in het stopcontact te steken, draai de stekker dan om en
probeer het nog eens. Als dit niet helpt, neem dan contact op
met een elektricien om het versleten stopcontact te vervangen.
Omzeil NOOIT de veiligheidswerking van de stekker.
4. Sommige elektronische producten gebruiken een ex-
terne netvoeding of een adaptor. Gebruik NOOIT een andere
netvoeding of adaptor dan voorgeschreven in de handleiding,
op het naamplaatje, of specifiek aanbevolen door Yamaha.
5. WAARSCHUWING: Plaats dit product of andere
voorwerpen niet op het stroomsnoer en plaats het niet daar
waar men er op gaat staan, of erover struikelt, of zware voor-
werpen over het stroomsnoer of elk ander snoer kan rollen. Het
gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden! Als het toch
nodig is, gebruik dan bij een lengte van 6 meter (of minder)
minimaal een 18 AWG snoer. OPMERKING: Hoe kleiner het
AWG getal, hoe groter de stroomcapaciteit. Raadpleeg voor
grotere lengtes een plaatselijke elektricien.
6. Ventilatie: Elektronische producten, behalve die spe-
ciaal ontworpen zijn voor installatie in gesloten ruimten, moe-
ten zo geplaatst worden dat een goede ventilatie niet belem-
merd wordt. Als er geen instructies zijn over de installatie in
gesloten ruimten, moet worden aangenomen dat een onbelem-
merde ventilatie een vereiste is.
7. Temperatuur: Elektronische producten dienen niet op
een plaats gezet te worden die bijdraagt tot hun oververhitting.
Daarom dient plaatsing dichtbij warmtebronnen zoals radiato-
ren, warmtewisselaars en andere apparaten die warmte produ-
ceren, vermeden te worden.
8. Dit product is NIET ontworpen voor gebruik in natte/
vochtige lokaties en dient niet dicht bij water te worden gebruikt,
of aan regen te worden blootgesteld. Voorbeelden van natte, voch-
tige lokaties zijn: bij een zwembad, bron, vat, gootsteen, of een
vochtige kelder.
9. Dit product dient alleen gebruikt te worden met de mee-
geleverde onderdelen, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen
door de fabrikant. Als er een karretje, rek of standaard wordt ge-
bruikt, volg dan goed alle veiligheidsaanwijzingen en instructies
op van die accessoires.
10. Het stroomsnoer (stekker) moet uit het stopcontact worden
getrokken wanneer elektronische producten langere tijd niet ge-
bruikt worden. Dit geldt ook als er kans op onweer is.
11. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in enige opening val-
len en ook dat er geen vloeistoffen worden gemorst daarin.
12. Elektrische/elektronische producten dienen te worden
nagekeken door gekwalificeerd service personeel als:
a. Het stroomsnoer beschadigd is; of
b. Als er voorwerpen of vloeistoffen door de openingen in
de behuizing van het apparaat zijn gevallen; of
c. Het product aan regen blootgesteld is geweest; of
d. Het product niet werkt, of opvallend anders functio-
neert; of
e. Het product gevallen is, of de behuizing van het product
beschadigd is.
13. Voer zelf geen onderhoudswerkzaamheden uit, behalve die
beschreven staan in de onderhoudsvoorschriften. Alle andere
werkzaamheden dienen verricht te worden door gekwalificeerd
service personeel.
14. Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een verster-
ker en hoofdtelefoon of luidspreker(s) kunnen geluidsniveaus
produceren die permanente gehoorbeschadiging zouden kunnen
veroorzaken. Werk NIET gedurende langere tijd op een hoog
volume niveau of op een niveau dat niet prettig aanvoelt. Als u
gehoorverlies constateert, of als u last heeft van oorsuizingen,
raadpleeg dan een K.N.O.-arts.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller gehoorbescha-
diging optreedt.
15. Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank en/of
uitbreidingen worden meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele
hiervan moeten door de leverancier gemonteerd of geïnstalleerd
worden. Controleer alstublieft of de bank(en) stabiel zijn en alle
gemonteerde onderdelen (indien van toepassing) stevig bevestigd
zijn VÓÓR ingebruikname. Door Yamaha geleverde banken zijn
alleen ontworpen om op te zitten. Andere toepassingen worden
afgeraden.
DEZE LIJST BEVAT TEVENS INFORMATIE IN VERBAND MET HET GEVAAR
VAN PERSOONLIJK LETSEL, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN BRAND.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
92-469-2
174
CVP-201
176
Assemblage
PAS OP!
Let er op geen onderdelen te verwisselen en ook dat alle
onderdelen in de juiste richting worden geplaatst. Verricht de
assemblage alstublieft in de hieronder gegeven volgorde.
De assemblage moet minstens door twee personen worden
uitgevoerd.
Let er op de juiste maat schroeven te gebruiken, zoals hierboven
aangegeven. Gebruik van de verkeerde schroeven kan
beschadiging tot gevolg hebben.
Let erop dat alle schroeven goed worden vastgedraaid na de
assemblage van elk gedeelte.
Voor demontage houdt u de omgekeerde volgorde aan.
1
• Gebundelde pedaalkabel
• Netsnoer • Kabelhouder x 2
A
B
C
D
ZOpen de doos en haal alle onderdelen eruit.
Haal alle onderdelen uit de doos. Controleer of alle
hierboven aangegeven onderdelen geleverd zijn.
CVP-201
177
2
• 6 x 20 mm bolkopschroeven 1
• 6 x 20 mm bolkopschroeven x 4 1
• 4 x 12 mm bolkopschroeven x 2 2
• 4 x 20 mm zelftappende schroeven x 4 3
• 6 x 16 mm platkopschroeven x 4 4
C
XBevestig de zijpanelen (D) aan de
pedalenconsole (C).
Haal voor het assembleren van de pedalenconsole de
gebundelde kabel die zich aan de onderkant van de
pedalenconsole bevind los en leg deze uit. Bewaar de
vinylen binder, aangezien u die later in stap 5 nog nodig
heeft.
Plaats de pedalenconsole op de haken die zich aan de
zijpanelen (D) bevinden en bevestig deze met de vier 6 x
20 millimeter bolkopschroeven 1 — twee schroeven per
kant. Let erop dat de pedalen aan dezelfde kant uitsteken
als de voeten aan de zijpanelen.
CVP-201
178
CPlaats het achterpaneel (B).
Zet de achterwand schuin (onder een kleine hoek), zoals
in de illustratie is aangegeven, achter de pedaalconsole op
de richels van de voeten van de zijpanelen. Schroef dan de
bovenzijde van de achterwand met 4 x 12 mm
bolkopschroeven 2 zodanig vast dat er geen
tussenruimten meer overblijven.Tenslotte schroeft u de
onderkant vast aan de achterkant van de pedaalconsole
met vier 4 x 20 mm zelftappende schroeven 3.
• 4 x 20 mm zelftappende schroeven 3
43
• 4 x 12 mm bolkopschroeven 2
B
• Let erop dat u uw handen
minstens 15 centimeter van de
uiteinden van het hoofdonderdeel
houdt als u deze plaatst.
15 cm
15 cm
D
D
A
VInstalleer het hoofdonderdeel (A).
Plaats het hoofdonderdeel (A) op de zijpanelen (D) met
de schroeven in de onderkant gedraaid (in de richting van
de achterkant van het hoofdonderdeel) net achter de
groeven in de beugels die zich bovenaan de zijpanelen
bevinden. Schuif vervolgens het hoofdonderdeel naar
voren totdat deze stopt. PAS OP UW VINGERS
TERWIJL U DIT DOET!!
Plaats de schroefgaatjes aan de onderzijde van het
hoofdonderdeel zo dat ze gelijk liggen met de
schroefopeningen in de beugels aan de voorkant van het
zijpaneel. (Let er ook op dat het hoofdonderdeel precies in
het midden komt te staan, zoals in de illustratie aan-
gegeven). Schroef vervolgens het hoofdonderdeel goed
vast met de vier 6 x 16 millimeter platkop schroeven 4.
PAS OP!
Houd het toetsenbord niet in enig andere positie dan hierboven in
de illustratie is aangegeven.
Zorg ervoor dat uw vingers niet tussen het hoofdonderdeel en de
achterkant of de zijpanelen komen - hierdoor zou het
hoofdonderdeel kunnen vallen.
CVP-201
179
• Gebuik de vinylen binder die u in stap 1 heeft losgehaald van
de gebundelde pedaalkabel, om het overtollige gedeelte van
de pedaalkabel vast te zetten.
5
• 6 x 16 mm platkopschroeven 4
D
A
• Kabelhouder
BSluit de pedaalkabel aan.
Sluit de pedaalkabel van de pedalenconsole aan op de
PEDAL aansluiting achterop het hoofdonderdeel.
Eenmaal aangesloten, bevestigt u de kabelhouders aan de
achterwand zoals aangegeven in de illustratie en klemt u
de kabel in de houders.
CVP-201
180
NVoltageschakelaar
Controleer voordat u het netsnoer aansluit de instelling
van de voltageschakelaar die in sommige landen op de
Clavinova aanwezig is. om de schakelaar in te stellen op
110V, 127V, 220V of 240V, gebruikt u een “platte”
schroevendraaier om de schakelaar zo te draaien dat de
juiste spanning voor uw regio bij de pijlpunt staat. De
voltageschakelaar staat op 240V op het moment dat de
Clavinova de fabriek verlaat.
Nadat het juiste voltage is ingesteld, schuift u het netsnoer
over de achterwand en sluit het snoer aan op de AC
INLET. Vervolgens sluit u het andere eind van het snoer
aan op een stopcontact. Indien nodig kan het zijn dat er
een stekkeradapter is meegeleverd om de stekker aan te
passen aan uw stopcontact.
PAS OP!
Een verkeerde voltage instelling kan ernstige schade toebrengen
aan de CVP-201 of leiden tot onjuist functioneren.
• In sommige landen wordt de Clavinova geleverd met een
voltageschakelaar.
6 7
240
127
110
220
C
MStel de stabilisator in.
Om de pedalenconsole te stabiliseren bevindt zich daar
middenonder een stabilisator (C). Draai eraan totdat deze
een stevig contact maakt met het vloeroppervlak. De
stabilisator garandeert een stabiel en nauwkeurig
pedaalgebruik. Als de stabilisator geen stevig contact
maakt met het vloeroppervlak, kan dit in storende
geluiden resulteren.
CVP-201
181
PAS OP!
Als u het instrument na montage wilt verplaatsen, houd het dan
altijd aan de onderkant van het hoofdonderdeel vast, NOOIT
aan het bovenste gedeelte of aan de toetsendeksel.
Onzorgvuldig handelen kan persoonlijk letsel veroorzaken of
schade aan het instrument .
Controleer na de assemblage de volgende
punten.
Zijn er onderdelen overgebleven?
Kijk de assemblage-instructies nog eens na en herstel
eventuele fouten.
Staat de Clavinova ver genoeg van deuren en andere bewegende
zaken?
Verplaats de Clavinova naar een geschiktere plaats.
Maakt de Clavinova een rammelend geluid als u hem beweegt?
Draai alle schroeven vast.
Rammelt de pedalenconsole of beweegt deze als u de pedalen
intrapt?
Draai aan de stabilisator totdat deze een stevig contact maakt
met de vloer.
Zijn de pedaalkabel en het netsnoer goed stevig aangesloten?
Controleer de aansluitingen.
Als het hoofdonderdeel kraakt of anderszins onstabiel is tijdens het
spelen, raadpleeg dan de montage-instructies en draai alle
schroeven nogmaals vast.
M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation
© 2001 Yamaha Corporation
Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (www.terracts.nl) i.o.v. Yamaha
Clavinova Website (alleen Engels)
http://www.yamaha.co.jp/english/product/cl
Yamaha Handleidingen Bibliotheek (alleen Engelstalige versies)
http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/
165

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Yamaha CVP-201 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Yamaha CVP-201 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,57 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Yamaha CVP-201

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 39 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 178 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - English - 20 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - English - 39 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - English - 178 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Français - 39 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Français - 178 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Italiano - 182 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Espanõl - 178 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Espanõl - 39 pagina's

Yamaha CVP-201 Gebruiksaanwijzing - Svenska - 180 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info