Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Droog
Nat
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.
2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.
Controleer de elektrolyt en de
aansluitingen van de accukabels en
laad da accu indien nodig bij.
Bedien de elektrische startknop of de
kickstarter.
Bedien de elektrische
startknop of de kickstarter.