Installatie en instellingen
Xerox
®
WorkCentre
®
6027-multifunctionele printer 47
Handleiding voor de gebruiker
Het IP-adres van de printer toewijzen
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
• Het IP-adres automatisch toewijzen ........................................................................................................................... 47
• Het IP-adres handmatig toewijzen .............................................................................................................................. 48
• Het IP-adres wijzigen met CentreWare Internet Services .................................................................................. 49
• IP-adres wijzigen via het installatieprogramma met USB ................................................................................. 50
De printer is standaard ingesteld op het verkrijgen van een IP-adres van de netwerkserver met behulp
van DHCP. Met DHCP kunnen echter alleen tijdelijke netwerkadressen worden verkregen. Na een
bepaalde tijd kan het netwerk een nieuw IP-adres aan de printer toewijzen. Als de printerdriver is
ingesteld op het regelmatig wijzigen van het IP-adres, kunnen er problemen met de connectiviteit
optreden. Als u problemen wilt voorkomen of als uw netwerkbeheerder een statisch IP-adres voor de
printer wil, kunt u het IP-adres handmatig aan de printer toewijzen.
Opmerking: U kunt het IP-adres van de printer bekijken op het bedieningspaneel of op het
configuratie-overzicht. Raadpleeg Het configuratie-overzicht afdrukken op pagina 46 voor meer
informatie.
Zie ook:
Het IP-adres handmatig toewijzen op pagina 48
Het IP-adres van uw printer zoeken op pagina 27
Het IP-adres automatisch toewijzen
1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer.
2. Druk op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Druk op Beheerinstell. > Netwerk.
4. Druk op Ethernet > TCP/IP > IP-adres verkrijgen.
5. Als u wilt dat de printer automatisch een IP-adres van de server verkrijgt of een eigen IP-adres
instelt, selecteert u een optie:
− DHCP/AutoIP: U kunt een willekeurig bereik voor het IP-adres instellen tussen 169.254.1.0 en
169.254.254.255 voor een adres dat op dat moment niet in het netwerk in gebruik is. Het
netmasker is ingesteld als 255.255.0.0.
− BOOTP: U kunt een IP-adres verkrijgen van een BOOTP-server die niet op DHCP-verzoeken
reageert.
− RARP: U kunt een IPv4-adres van een administratieve hostserver verkrijgen.
− Paneel: U kunt het IP-adres ook handmatig instellen op het bedieningspaneel van de printer.
Opmerking: Voor de beste resultaten in de meeste netwerken selecteert u DHCP/AutoIP.
6. Selecteer OK.
7. Bij de vraag Start systeem opnieuw drukt u op Sluiten.