Scannen op een Macintosh
Xerox WorkCentre 3315DN/3325DN/3325DNI
Handleiding voor de gebruiker
58
Scannen op een Macintosh
Op Macintosh-systemen kunt u documenten scannen via Fotolader.
Scannen via USB-verbinding
Controleer of het apparaat via de USB-kabel op uw computer is aangesloten en is ingeschakeld.
Installeer de scandriver. Volg de installatie-instructies die bij uw driver zijn geleverd.
1. Plaats originelen met de beeldzijde omhoog in de AOD of plaats een enkel origineel met de
beeldzijde omlaag op de glasplaat.
2. Start Programma's en klik Fotolader.
Als het bericht Geen apparaat aangesloten niet verschijnt, moet u de USB-kabel ontkoppelen en
opnieuw aansluiten. Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de optie Fotolader Help om het
probleem op te lossen.
3. Selecteer het gewenste apparaat.
4. Stel de scanopties op dit programma in.
5. Scan de afbeelding en sla deze op.
Raadpleeg de help-optie van Fotolader voor meer informatie over het gebruik van Fotolader.
U kunt TWAIN-compatibele software gebruiken om meer scanopties toe te passen. U kunt ook
scannen via TWAIN-compatibele software, zoals Adobe Photoshop. Scanprocessen verschillen,
afhankelijk van de gebruikte TWAIN-compatibele software. Raadpleeg voor instructies de handleiding
voor de gebruiker die bij de software is geleverd.
Als scannen niet werkt in Fotolader, moet u Mac OS bijwerken tot de meest recente versie. Fotolader
werkt goed in Mac OS X 10.3.9 of hoger en in Mac OS X 10.4.7 of hoger.
Scannen vanaf een apparaat dat op het netwerk is aangesloten
Controleer of het apparaat en uw werkstation zijn ingeschakeld en op het netwerk zijn aangesloten.
Installeer de scandriver. Volg de installatie-instructies die bij uw driver zijn geleverd.
1. Plaats originelen met de beeldzijde omhoog in de AOD of plaats een enkel origineel met de
beeldzijde omlaag op de glasplaat.
2. Start Programma's en klik Fotolader.
3. Volg de onderstaande stappen, afhankelijk van de Mac OS-versie.
• Voor 10.4-10.5:
•Klik op Apparaten en vervolgens op Blader door apparaten in de menubalk.
• Selecteer uw apparaat in de optie Twain-apparaten. Controleer of het selectievakje
TWAIN-interface is ingeschakeld.
•Klik op Verbind.
Als er een waarschuwingsbericht verschijnt, klikt u op Wijzig poort... en selecteert u de poort, of als
TWAIN-interface verschijnt, klikt u op Wijzig poort... op het tabblad Voorkeur en selecteert u een
nieuwe poort.