3
STAP 3: CONTROLE EN TEST
Om een juiste werking van de versterker te controleren is het aan te raden het te testen.
1. Schuif dipschakelaar nummer 2 op "ON". Het rode indicatielampje gaat knipperen.
2. Test accessoire:
o Druk op de aanmeldknop van de accessoire. De versterker laat een pieptoon horen
en het gele indicatielampje knippert eenmaal. Het rode indicatielampje dimt.
o Herhaal deze stap voor alle aangemelde accessoires.
3. Als je klaar bent met het testen van de versterker zet dipschakelaar nummer 2 op "OFF". Het
rode indicatielampje gaat uit. De versterker is nu weer terug in de normale modus. Plaats het
afdekplaatje terug aan de achterkant van de versterker.
STAP 4: MONTAGE VERSTERKER
Je kunt de versterker overal plaatsen. Bijvoorbeeld op de kast maar ook gemonteerd op een muur.
Belangrijke richtlijnen
• Houd een afstand van minstens 20 meter aan tussen de versterker en de huiscentrale.
• De optimale plek voor de versterker is op ooghoogte zodat de indicatielampjes goed zichtbaar
zijn.
Instructies
1. Gebruik de 2 voorgeboorde gaten in de ophangbeugel om de te boren gaten op de muur te
markeren.
2. Boor de gaten en gebruik de pluggen voor een gipsen of stenen muur.
3. Bevestig de ophangbeugel met de schroeven aan de muur.
4. Haak de versterker in de ophangbeugel.
Gefeliciteerd! De installatie is voltooid.
ONDERHOUD
Noodbatterij
De versterker bevat een interne 7,2V 600mAH Ni-Mh batterij voor de noodstroomvoorziening. De
versterker geeft zelf aan wanneer de interne batterij bijna leeg is. De interne batterij wordt
opgeladen als de versterker is aangesloten op het stroomnet. Wanneer de interne batterij volledig is
opgeladen kan de versterker ongeveer 24 uur functioneren zonder aansluiting op het stroomnet.
Wanneer de interne batterij bijna leeg is gaat het gele indicatielampje branden. Dit gele
indicatielampje gaat uit wanneer de interne batterij weer voldoende is opgeladen.