150
a. Tekst (string): als de nieuwe variabele uit tekst bestaat
b. Geheel getal (integer): als de nieuwe variabele uit gehele getallen bestaat (optelling
gehele getallen)
c. Decimaal cijfer - lage precisie (double): als de nieuwe variabele 2 getallen na de
komma nodig heeft
d. Decimaal cijfer - hoge precisie (decimal): als de nieuwe variabele 2 getallen na de
komma nodig heeft (optelling decimale getallen)
4. Omschrijving: een omschrijving van de variabele
5. Operator: + (variabele gelijkstellen aan de waarde) of += (variabele samenvoegen met een
nieuwe waarde)
6. Variabele: een variabele gedefinieerd door een KLEOS variabele (@...@) of een andere
gebruikersvariabele (§...§)
7. Formaat: de manier waarop de waarde moet worden weergegeven
a. Hoofdletters: u kan de variabele volledig in hoofdletters of kleine letters weergeven
b. Datumnotatie: indien de variabele een datum betreft kan je het formaat bepalen (zie
ook waarde opvraging>datum>6. output datumformaat)
c. Tijdnotatie: indien de variabele een tijd betreft kan je het formaat bepalen
8. Aangepaste waarde: tekst of een cijfer, door de gebruiker op voorhand te bepalen
9. Huidige cyclus teller: (enkel voor ITERATIONS) gaat tellen hoe vaak de ITERATION moet
lopen
A. Variabelen hergebruiken
Wanneer we eenvoudige variabelen uit een lijst willen hergebruiken dan moeten we altijd eerst
een ITERATION starten. Door een waardetoekenning te gebruiken kunnen we dit omzeilen.
Hierdoor kunnen we de variabelen ook buiten de ITERATION gebruiken. Het enige "nadeel" is
dat je dit maar voor 1 identiteit per ITERATION kan doen. De nadruk op nadeel is er omdat
variabelen uit de KLEOS editor op dezelfde manier werken (enkel de eerste identiteit van de
gekozen partij).
Als voorbeeld gebruiken we een selectie uit een lijst op de lijstvariabele @AllParties@. We laten de
gebruiker 1 identiteit kiezen. De keuze slagen we op in de variabele §Identiteit§, deze variabele
gebruiken we ook in de ITERATION (als gefilterde lijst ids). Binnen de ITERATION hebben we een
waardetoekenning, hier stellen we de gebruikersvariabele §Gemeente§ gelijk aan de eenvoudige
variabele uit een lijst @PartyAddressCity@. De gebruikersvariabele §Gemeente§ kunnen we gebruiken
buiten de ITERATION en zal de gemeente bevatten van onze gekozen gebruiker.
«#INPUTTREE# \L @AllParties@ \R §Identiteit§ \H Selecteer een identiteit \O Y
\S @PartyTitle@ + @PartyLegalForm@ + " " + @PartyLastName@ + " " +
@PartyFirstName@»
«#ITERATIONSTART#\S @AllParties@\C §Identiteit§»
«#SETVAR#\A §Gemeente§=@PartyAddressCity@»
«#ITERATIONEND#»
«§Gemeente§»
Een ander interessant voorbeeld hier van zijn de tekstblokken data_(partijcode). Deze bevatten
waardetoekenningen voor alle eenvoudige variabelen uit een lijst voor 1 identiteit. Indien u zo'n data
tekstblok gebruikt en u heeft meer dan 1 identiteit van deze partij, dan zal u kunnen kiezen welke u wilt
gebruiken. Om de data tekstblokken te gebruiken roept u bovenaan uw model het gewenste data
tekstblok op. In uw model kan u dan de gebruikersvariabelen uit het tekstblok oproepen (zie invoegen