36 37
Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn
omdat:
• de geluidsuitgang geblokkeerd is. Maak de directe om-
geving van de geluidsuitgang schoon met het kleine
borsteltje (zie pag. 25). Is de geluidsuitgang daarna
nog geblokkeerd door oorsmeer, vervang dan het
oorsmeerfilter. Kunt u de geluidsuitgang niet volle-
dig schoonmaken, neem dan contact op met uw au-
dicien. Steek nooit een scherp of puntig voorwerp in
de geluidsuitgang. Hierdoor kan het luidsprekertje
van het toestel worden beschadigd.
• uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg
uw huisarts of KNO-arts om de gehoorgang te laten
reinigen.
Fluit het hoortoestel voortdurend, dan kan het zijn dat:
• het hoortoestel niet correct in het oor is geplaatst. Ver-
wijder het hoortoestel en plaats het opnieuw in het
oor. Het is belangrijk dat het hoortoestel goed slui-
tend in het oor past.
• uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg
uw huisarts of KNO-arts.
• het oorschaaltje niet goed past. Neem contact op met
uw audicien.
Zit het hoortoestel niet lekker, dan kan het zijn dat:
• uw hoortoestel niet correct in het oor is geplaatst. Vraag
uw audicien om u te leren hoe u dit het beste kunt
doen.
• het hoortoestel niet goed past. Raadpleeg uw audi-
cien.
• de gehoorgang of de oorschelp pijn doet. De huid van
de gehoorgang is erg dun en kan enigszins zwellen
door de druk van het hoortoestel. Reken op 2-3 we-
ken om aan het hoortoestel te wennen. Als het pijn-
lijke gevoel niet verdwijnt, neem dan contact op met
uw audicien.
Hapert uw hoortoestel af en toe, dan kan dat komen
doordat:
• de batterijcontacten vies zijn. Vraag uw audicien de
batterijcontacten te reinigen.