2
Spelverloop
Het spel wordt gespeeld over 9 rondes. Elke ronde bestaat uit 3 fasen.
A. Bonustegel omdraaien B. Spelersbeurten C. Punten verdelen
Bonustegel omdraaien
Elke ronde begint met het omdraaien van de bovenste
bonustegel van de stapel. Leg deze tegel boven de
kolom met dezelfde waarde als op de dobbelsteen op
deze tegel is aangegeven.
Voorbeeld: Deze bonustegel is zojuist omgedraaid.
Leg deze tegel boven de derde kolom.
Bonustegels die zijn blijven liggen na de
fase “punten verdelen” in een vorige ronde
blijven boven de betreffende kolom liggen.
Het is hierdoor mogelijk, dat er
meerdere bonustegels boven
dezelfde kolom liggen.
Spelersbeurten
De startspeler begint en om de beurt voert iedere speler
zijn hele beurt uit. Een beurt bestaat uit 3 stappen:
Kaart spelen
De speler, die aan de beurt is, kiest een kaart uit zijn hand en
legt deze open voor zich neer. Op deze kaart staan de punten
die een speler deze ronde kan scoren.
Zodra de speler de laatste kaart uit zijn hand heeft gespeeld,
pakt hij de volgende stapel kaarten (mits nog beschikbaar).
Speciale kaarten: Het uitspelen van één van deze
kaarten geeft de speler een speciale actie aan het
einde van zijn beurt.
Extra dobbelen:
Je mag deze ronde
vier keer dobbelen
(in plaats van 3).
Aladdin’s lamp:
Nadat je drie keer hebt
gedobbeld, mag je
kiezen om het resultaat
te laten vervallen en
helemaal opnieuw te
dobbelen. In dat geval
mag je wederom drie
keer dobbelen, echter
dat eindresultaat geldt.