38
Voordat u contact opneemt met de klantenservice…
De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en
verhelpen, zonder dat hiervoor enig type gereedschap nodig is.
De geluiden die het apparaat produceert zijn normaal, omdat de ventilatoren en de compressoren voor de
regeling van de werking automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Sommige geluiden kunnen worden beperkt: door het apparaat waterpas te zetten en het op een
vlakke ondergrond te plaatsen, door ervoor te zorgen dat het apparaat niet in contact komt met andere
meubels, door te controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst, door te controleren of de
flessen en de pakken elkaar niet raken.
Enkele mogelijke geluiden:
• een gefluit bij de eerste inschakeling van het apparaat of na een lange periode waarin het apparaat niet
gebruikt is.
• een geborrel als de koelvloeistof naar de leidingen gaat.
• een gezoem als de waterklep of de ventilator in werking treden.
• een geknetter als de compressor wordt gestart of als het ijs in de bak druppelt.
• een plotselinge klik als de compressor wordt in- en uitgeschakeld.
Het apparaat werkt niet
• Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste spanning, en staat
hier spanning op?
• Heeft u de beveiligingen en de zekeringen van de elektrische installatie in uw woning gecontroleerd?
De motor lijkt te lang in werking te blijven:
• Zit er misschien te veel stof of pluis op de condensator?
• Zijn de deuren goed gesloten?
• Sluiten de deurafdichtingen perfect af?
• Op warme dagen, of als het warm is in het vertrek, zal de motor langer draaien.
• Wanneer de deur lang open heeft gestaan, of indien er grote hoeveelheden levensmiddelen in het
apparaat zijn geplaatst, blijft de motor langer werken om de binnenkant van het apparaat goed te
koelen.
Er is te veel vochtophoping:
• Controleer of de luchtopeningen in het vak niet verstopt zitten waardoor de circulatie van lucht
verhinderd wordt.
• Als de kamer erg vochtig is, is het normaal dat in de koelkast de vochtigheidsgraad toeneemt.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Het is van belang dat de voedingsmiddelen zo worden ingepakt dat er geen water, vocht of condens in kan
komen; op die manier wordt voorkomen dat er geuren of aroma’s van het ene gebied naar het andere in
de koelkast worden overgebracht, en blijven de ingevroren voedingsmiddelen beter geconserveerd.
OPMERKING: Zet nooit warme voedingsmiddelen in de vriezer. Door de voedingsmiddelen eerst te
laten afkoelen voor ze in te vriezen is het mogelijk om energie te besparen en de levensduur van het
apparaat te verlengen.
HOE U DE VOEDINGSMIDDELEN MOET
BEWAREN, INVRIEZEN EN LATEN ONTDOOIEN
“MULTIFLOW” is een verspreidingssysteem van geventileerde lucht waardoor de temperatuur in het
koelgedeelte praktisch gelijk is. De voedingsmiddelen kunnen op elke schap van het apparaat gelegd
worden waarbij er goed op gelet moet worden dat de luchtopeningen niet afgedekt worden zodat de
lucht vrij kan circuleren.
LUCHTVERSPREIDINGSSYSTEEM
“MULTIFLOW”
(indien mogelijk)