42
1. Het apparaat werkt niet en het display is uit.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld?
• Is de zekering doorgebrand?
• Is de voedingskabel beschadigd?
2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
• Sluiten de laden wel goed?
• Staat het apparaat dicht bij een warmtebron?
• Is de temperatuur correct ingesteld?
• Wordt de luchtcirculatie door de ventilatieroosters aan de onderkant van het apparaat gehinderd?
3. Er staat water op de bodem van het koelgedeelte.
• Is de afvoer van het dooiwater misschien verstopt? (zie “Periodiek onderhoud en reiniging”).
4. Het rode lampje op het bedieningspaneel blijft branden en/of het geluidsalarm is actief.
• Het lampje en het alarm worden om de volgende redenen geactiveerd:
1. Temperatuuralarm (rode lampje brandt en geluidssignaal actief))
- Er zijn pas grote hoeveelheden vers voedsel in het apparaat gelegd.
- De laden sluiten niet goed (zie het hoofdstuk “Hoe u het apparaat moet laten functioneren”).
2. Alarm “defecte sensoren koelkast” (rode lampje brandt, geluidssignaal actief en op het display wordt
de letter C of de letter E weergegeven)
- Een temperatuursensor van het koelgedeelte is defect, het apparaat blijft wel werken met een
noodprocedure. Bel de klantenservice.
5. Op het display knippert de aanduiding “AF”.
• Alarm “bacteriewerend filter”: geeft aan dat het bacteriewerende filter niet doeltreffend meer is (zie
“Periodiek onderhoud en reiniging”).
Opmerkingen:
• Als de voorste rand van het apparaat bij de aanslag van de ladepakking warm is, is er geen sprake van
een defect; dit is een normaal verschijnsel, het voorkomt condensvorming.
• Als het niet lukt om de temperatuur te regelen en er geen keuze gemaakt kan worden dan moet
gecontroleerd worden of de functie “Toetsenblokkering” uitgeschakeld is.
OPSPOREN VAN STORINGEN
(vervolg)