NL 6
REINIGEN VAN HET FILTER/AFVOEREN VAN RESTWATER
De wasmachine is uitgerust met een zelfreinigende
pomp. Het filter houdt voorwerpen als knopen,
munten, veiligheids-spelden etc. die in het wasgoed
zijn achtergebleven vast.
Controleer en reinig het filter regelmatig, ten minste
twee of drie keer per jaar.
Met name:
• Als het apparaat niet goed afpompt of als het niet
centrifugeert.
• Als het indicatielampje “Reinig pomp” brandt.
BELANGRIJK: laat het water afkoelen voordat u
het afvoert uit het apparaat.
Het restwater moet ook afgevoerd worden voordat u
de machine transporteert.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Open het deurtje van het filter met een muntstuk
(afbeelding 18).
3. Zet een bak onder het filter.
4. De filter langzaam draaien tegen de klok in totdat
het water start te vloeien, neem hem nog niet
volledig weg.
5. Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6. Schroef het filter nu helemaal los en haal het weg
(afbeelding 19).
7. Reinig het filter en de filterkamer.
8. Verzeker u ervan dat de pomprotor (in de
behuizing achter het filter) niet verstopt is.
9. Plaats de filter terug en draai hem vast door het
draaien met de klok mee. Zorg ervoor, dat hij juist
en volledig vastgeschroefd wordt.
10. Giet ongeveer één liter water in de wasmachine
via de trommel en controleer of het water niet uit
het filter lekt.
11. Sluit het deurtje van het filter.
12. Sluit de wasmachine opnieuw aan op het
elektriciteitsnet.
ONDERHOUD EN REINIGING
Altijd de stekker van de wasmachine voordat enig onderhoud.
Doseerbakje wasmiddel
Reinig het doseerbakje voor wasmiddel
regelmatig, ten minste drie tot vier keer per jaar,
om te voorkomen dat er wasmiddel aankoekt:
1. Druk de knoop om de vultrechter en neem hem
weg (afbeelding 20). In de vultrechter kan een
kleine hoeveelheid water blijven, daarom werk
ermee alleen wanneer het rechtop staat.
2. Was het doseerbakje onder stromend water. U
kunt ook hevel van het achterdeel van vultrechter
wegnemen en reinigen (afbeelding 21).
3. Hevel van de vultrechter dient terug te worden
gemonteerd (indien u hem weg hebt genomen).
4. Monteer de vultrechter terug op die wijze, dat
u het onderste stopstuk van de vultrechter in
de betreffende openingen in het deksel van de
wasmachine plaatst en daarna druk de vultrechter
bij het deksel totdat het op de plaats klikt.
Opmerking: zorg ervoor dat het doseerbakje op
de juiste manier wordt teruggeplaatst.
Filter van de watertoevoerslang
Controleer en reinig het filter regelmatig (ten
minste twee of drie keer per jaar).
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de kraan dicht.
3. Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
4. Reinig het filter aan het eind van de slang
zorgvuldig, zonder het uit elkaar te halen,
bijvoorbeeld met behulp van een tandenborstel.
Opmerkingen: dompel de slang niet onder in water.
5. Schroef de flexibele slang met de hand terug op
de kraan. Gebruik geen combinatietang (risico van
pletten van het verbindingsstuk).
6. Open de waterkraan en controleer of de
verbindingen niet lekken.
7. Steek de stekker weer in het stopcontact.
Toevoerslang (slangen) (afbeelding 22, 23
of 24, afhankelijk van het model)
Controleer de slang regelmatig op kreuken en
scheuren. Indien de toevoerslang zichtbaar
beschadigd is, vervang deze door een nieuwe slang
van hetzelfde type. Dit kunt u bij de servicedienst of in
een gespecialiseerde winkel kopen.
Als de watertoevoerslang van uw wasmachine
overeenkomt met het model op afb. 22, controleer dan
regelmatig het inspectievenster van de veiligheidsklep:
(A) als dit rood is, dan is de waterstopfunctie van de slang
ingeschakeld en moet de slang vervangen worden door
een nieuw exemplaar. Een nieuwe slang is verkrijgbaar
bij onze Klantenservice of bij uw speciaalzaak. Voor
het losschroeven van de toevoerslang zoals afgebeeld
op afb. 22 dient de ontgrendelingshendel (B) (indien
beschikbaar) naar beneden ingedrukt worden.
Indien uw toevoerslang een doorzichtig oppervlak heeft
(afb. 23), controleer regelmatig de kleur ervan. Indien de
kleur van het doorzichtige oppervlak donker wordt, betekent
het dat in de slang een scheur is en dat deze zou moeten
worden vervangen. Neem contact op met een servicedienst
of een deskundige technicus om uw slang te vervangen.
Behuizing en bedieningspaneel
• Reinig deze met een zachte vochtige doek.
• Indien nodig, gebruik wat water en zeep of een
mild neutraal schoonmaakmiddel (gebruik geen
schoonmaakmiddelen die oplosmiddelen bevatten,
agressieve schoonmaakmiddelen, glas- of allesrei-
nigers. Deze kunnen het oppervlak beschadigen).
Binnenste van het apparaat
• Laat het deksel telkens na het wassen enige tijd open,
zodat het binnenste van het apparaat kan drogen.
• Als u zelden of nooit op 95°C wast, adviseren wij om
zo nu en dan een 95°C programma te laten draaien
zonder wasgoed, met een klein beetje wasmiddel,
om het apparaat van binnen schoon te houden.