12
INSTALLATIE
• Het apparaat moet door twee of meerdere personen
worden verplaatst en geïnstalleerd.
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat
om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v.
parket).
• Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie de
voedingskabel niet beschadigt.
• Installeer het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron.
• Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven het
apparaat om een goede ventilatie te garanderen of
volg de installatie-instructies.
• Houd de ventilatie-openingen van het apparaat vrij
van obstakels.
• Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de
koelkast niet.
• Installeer het apparaat waterpas op een vloer die het
gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is
voor de afmetingen en het gebruik van het apparaat.
• Plaats het apparaat in een droge en goed
geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te
werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de
volgende waarden ligt, die op hun beurt weer
afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het
typeplaatje staat aangegeven: het is mogelijk dat het
apparaat niet goed functioneert als het voor een lange
tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of
lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
• Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
• Gebruik geen enkele of meervoudige adapters of
verlengsnoeren.
• Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding de bij
het nieuwe apparaat geleverde slang en niet die van
het vorige apparaat.
• De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd
personeel of door de Klantenservice worden
gewijzigd of vervangen.
• Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het
stopcontact te halen of via een tweepolige
netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact
is geplaatst.
VEILIGHEID
• Sprays of houders met drijfgassen of brandbare
stoffen mogen niet in het apparaat worden bewaard.
• Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en
licht ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat
of van andere elektrische huishoudelijke apparatuur.
De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of
explosies veroorzaken.
• Gebruik geen andere mechanische, elektrische of
chemische systemen die het ontdooiproces versnellen
dan door de fabrikant zijn aanbevolen.
• Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in de
vakken van het apparaat, als hiervoor geen
uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is
gegeven.
• Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden
door personen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vermogens,
of zonder ervaring of kennis van het apparaat, behalve
als zij tijdens het gebruik instructies ontvangen van of
begeleid worden door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Om het risico te vermijden dat kinderen in de
koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet
worden toegestaan in het apparaat te spelen of zich
erin te verstoppen.
• Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen
niet in (niet op alle modellen).
• Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze ijsbrand
kunnen veroorzaken.
GEBRUIK
• Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
• Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers
moeten op een waterleidingnet aangesloten worden
dat uitsluitend drinkwater levert (met een
waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81 MPa (1,7
en 8,1 bar)). De ijsmakers en/of waterdispensers die
niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn
aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater
worden gevuld.
• Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het
bewaren van verse levensmiddelen en het
vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
• Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak, omdat
glazen potten of flessen kunnen barsten.
• Leg onverpakte levensmiddelen niet tegen de interne
onderdelen van de koelkast of het vriesvak aan.
• "Het in het apparaat gebruikte lampje is specifiek
ontworpen voor huishoudelijke apparaten en is niet
geschikt voor het verlichten van huishoudelijke
ruimtes (Verordening (EG) 244/2009)".
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld,
indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Klimaatklasse
Omg. Temp.
(°C)
Omg. Temp.
(°F)
SN van 10 tot 32 van 50 tot 90
N van 16 tot 32 van 61 tot 90
ST van 16 tot 38 van 61 tot 100
T van 16 tot 43 van 61 tot 110