4 Eerste ingebruikname
Het toestel is voorzien van een hittebestendige laklaag. Tijdens de eerste stookuren is het volkomen
normaal dat er een geur ontstaat door het inbranden van de lak, dit is echter ongevaarlijk. Om dit zo
snel mogelijk te verhelpen dient men het toestel enkele uren volop te laten branden en de ruimte
goed te ventileren.
Na een periode van lange stilstand (zomerperiode) is het aangeraden het toestel stofvrij te
maken anders kan er tijdens de eerste stookuren een vervelende geur ontstaan door opgehoopt stof.
5 Verkleuring van wanden en plafonds
5.1 Oorzaak
In elke woonruimte bevinden zich altijd stofdeeltjes in de lucht, ook als er regelmatig gestofzuigd
wordt! Deze deeltjes zijn goed zichtbaar in binnenvallende zonnestralen.
Zolang de hoeveelheden stofdeeltjes in de lucht beperkt blijven, zult u hiervan geen last
ondervinden. Alleen als deze deeltjes door welke oorzaak dan ook in grotere hoeveelheden door de
kamer zweven en vooral als de lucht extra verontreinigd is door roet- en teerdeeltjes, veroorzaakt
door bijvoorbeeld het branden van kaarsen of olielampen en/of het roken van sigaretten of sigaren,
kan men spreken van een slecht binnenklimaat.
Koude lucht in een verwarmde woonruimte stroomt langzaam over de vloer naar het
verbrandingstoestel. In het convectiesysteem van de haard of kachel wordt deze lucht verwarmd,
waardoor een snel opstijgende warmeluchtkolom ontstaat, die zich via het plafond weer door de
ruimte verspreidt. In deze lucht bevinden zich dus altijd stof- en andere vervuilende deeltjes die zich
zullen afzetten op koude en vaak vochtige oppervlakken. Vooral in een nog niet droge nieuwbouw
zal zich dit probleem kunnen voordoen. Dit fenomeen kan een verkleuring van muren en/of plafonds
veroorzaken.
5.2 Hoe kunt u deze problemen voorkomen
Bij een nieuw gemetselde schouw of na een verbouwing minimaal 6 maanden wachten voordat men
gaat stoken. Het bouwvocht moet namelijk geheel verdwenen zijn uit wanden, vloer en plafond.
Maak zo weinig mogelijk gebruik van kaarsen en olielampjes en houd de verbrandingslont zo kort
mogelijk. Deze beide sfeerbrengers zorgen voor aanzienlijke hoeveelheden vervuilende en
ongezonde roetdeeltjes in uw woning. Rook van sigaretten en sigaren bevat onder andere teerstoffen,
die bij verhitting eveneens op koudere en vochtige muren zullen neerslaan.
Bij een slecht binnenklimaat zal het verschijnsel zich, weliswaar in mindere mate, eveneens
boven radiatoren en verlichtingsarmaturen en bij ventilatieroosters kunnen voordoen.