5.2 Leidingen en gasaansluiting
◼ Volg steeds de landelijke normen voor toestellen op gas.
◼ Enkel metalen leidingen (staal of koper) zijn toegelaten.
◼ Op het uiteinde van de leiding in de nabijheid van het toestel is een gekeurde
afsluitkraan noodzakelijk om het gas af te sluiten bij een eventuele ontkoppeling.
◼ Ga na of er zich geen stof of vuil in de leiding bevindt alvorens deze aan te sluiten
op het toestel, zodat de gastoevoer niet kan blokkeren.
◼ Ontlucht de toevoerleiding alvorens het toestel aan te sluiten.
◼ Verbind de gaskraan en het toestel met een losse overwerpmoer.
◼ De gasaansluiting is voorzien van 3/8” G binnendraad en bevindt zich rechts aan de
achterzijde van de haard.
◼ Voor de schroefdraaddichtingen wordt uitsluitend gekeurd materiaal gebruikt.
◼ Gebruik voor koperleidingen hardsoldeer met een smelttemperatuur hoger dan
450°C.
◼ Het drukverlies op de leidingen mag maximum 1 millibar bedragen.
◼ Gebruik uitsluitend bicône aansluitingen met dikwandige moeren, minstens 0,7 x
Ø. Minderwaardige aansluitingen zijn zeer gevaarlijk omdat de messingmoer na
verloop van tijd kan barsten en aldus gasontsnapping kan veroorzaken.
◼ Vermijd mechanische spanningen op het gasregelblok en de leidingen.
◼ Het stroomsnoer aansluiten op 230 V mono fase met aarding. Het stroomsnoer
bevindt zich links onderaan de inzethaard.
5.3 Inbouwen
De inzethaard moet worden ingebouwd in een
daarvoor voorziene inbouwopening. Deze
opening moet bestaan uit vuurvast materiaal.
Indien de inbouwopening zou bestaan uit een
ander materiaal dan steen, bijvoorbeeld
brandwerende platen, is het aangeraden een
glasvezel behang te gebruiken en geen
stucwerk. Bij stucwerk bestaat er een reële kans
op scheuren door de hitte van de kachel. Bij het
gebruik van de inbouwkader dient men een
spatie van 2mm te laten om thermische
uitzetting op te vangen. Indien men het toestel voorziet van een isolerende bekleding moet
er op gelet worden dat deze vuurvast is. Deze isolatie is louter facultatief.
De inzethaard wordt het best gemonteerd op onze sokkel, welke hiervoor speciaal ontwikkeld
werd en een stevige en langdurige verankering van de inzethaard garandeert.
De sokkel beschikt over 4 regelbare poten om eventuele oneffenheden in de ondergrond op
te vangen en is in hoogte verstelbaar.