2.5.2 Verkleuring van wanden en plafonds voorkomen
◼ Wacht bij een nieuwe schouw of na een verbouwing minimaal zes maanden met
stoken. Het bouwvocht moet geheel uit wanden, vloer en plafond zijn verdwenen.
◼ Brand zo weinig mogelijk kaarsen en olielampen en houd de verbrandingslont zo
kort mogelijk. Kaarsen en olielampen zorgen voor aanzienlijke hoeveelheden
roetdeeltjes.
◼ Rook niet in huis. Rook van sigaretten en sigaren bevat onder andere teerstoffen,
die bij verhitting ook op vochtige muren neerslaan.
Bij een slecht binnenklimaat kan verkleuring zich in mindere ook boven radiatoren en
verlichtingsarmaturen en bij ventilatieroosters voordoen.
3 Veiligheid
3.1 Algemeen
Onze toestellen zijn uitgerust met een ingebouwde thermostaat en een ingebouwd
veiligheidssysteem. Een ionisatiedetectie belet de verdere gastoevoer wanneer de
waakvlam zou uitdoven.
3.2 Wat moet u doen als u gas ruikt
◼ Ontsteek het toestel niet.
◼ Raak geen elektrische schakelaars aan.
◼ Gebruik geen telefoon in het gebouw.
◼ Ga naar buiten en bel van daaruit direct het gasbedrijf. Volg de instructies van het
gasbedrijf nauwkeurig op.
◼ Bel de brandweer als het gasbedrijf niet bereikbaar is.
3.3 Thermische Terugslag Beveiliging – TTB
Alle toestellen met open verbranding zijn voorzien van een thermische terugslagbeveiliging
(TTB) die het toestel volledig, inclusief de waakvlam, uitschakelt van zodra er zich één van de
volgende situaties voordoet:
◼ Een te geringe schoorsteentrek.
◼ Onderdruk in de woning door een mechanisch afzuigsysteem.
◼ Onvoldoende luchttoevoer.
◼ Windterugslag in de schouw.
◼ Schouw verstopt.
Van zodra de oorzaak van het in werking treden van de TTB is verholpen, kan het toestel
opnieuw worden ontstoken en zal het verder normaal functioneren.