6
2.1. De zender
De zender werkt op 2 AAA 1,5V-batterijen. Om een
degelijke werking te garanderen is het aanbevolen
gebruik te maken van ALKALINE batterijen.
Van zodra er 2 AAA 1,5V-batterijen in de voorziene
houder aan de achterkant van de zender geplaatst
worden (let op de polariteit) zal de huidige
kamertemperatuur af te lezen zijn op het LCD-
scherm. Is dit niet het geval dan dient u te
controleren of de batterijen goed geplaatst zijn.
2.2. Het LCD scherm
1. PROGRAM FOR: verschijnt tijdens programmatie van dag
(zo/ma/di/wo/do/vr/za) en periode van dag (voormiddag/
dag/ avond/nacht).
2. DAY: huidige dag van de week
3. PERIOD: periode van de dag
(voormiddag/dag/avond/nacht)
4. MODE: duidt aan in welke modus het systeem zich bevindt:
ON (toestel staat aan ongeacht de omgevings-
temperatuur)
OFF (systeem is uitgeschakeld)
THERMO (systeem werkt temperatuurgebonden)
PROGRAM (systeem werkt volgens ingesteld
weekprogramma)
5. START AT: verschijnt tijdens de programmatie van het
tijdstip van inschakeling van het toestel.
6. SET: geeft de gewenste ingestelde temperatuur weer.
7. F°/C°: temperatuur in graden Fahrenheit of Celsius.
8. TIME/TEMP: geeft de huidige kamertemperatuur weer. In ditzelfde venster komt ook de huidige tijd wanneer
TIME/TIMER toets ingedrukt werd.
9. LOW: verschijnt wanneer de batterijen moeten vervangen worden. Vanaf de verschijning van LOW moeten de
batterijen binnen de twee weken vervangen worden.
10. TIMER: verschijnt wanneer de countdown timer in gebruik is.
11. OVERRIDE: verschijnt wanneer de vooraf ingestelde SET temperatuur overschreden wordt.
12. FLAME: geeft weer dat het toestel brandt, 1 vlam = kleinstand, 2 vlammen (HI) = grootstand.
13. HOLD: verschijnt wanneer de SET temperatuur is overschreden en u wenst deze temperatuur te behouden totdat u
deze functie opnieuw annuleert.
14. CP: verschijnt wanneer het ‘kinderslot’ actief is. Het ‘kinderslot’ wordt geactiveerd door de toetsen UP en TIMER
tegelijkertijd in te drukken.
15. SWING: geeft in het SET venster het temperatuurverschil weer waartussen geschakeld wordt.
16. FAN: geeft weer of de ventilator in grootstand (FAN) of kleinstand (OFF) staat.