min. 2,5m
4.6 Montage van de rookgastemperatuurvoeler
Naar keuze
4.4 Montage van de buitenvoeler (weersafhankelijke voeler)
De vertrektemperatuurvoeler is uitgevoerd als klemvoeler.
Met een spanband wordt deze achter de mengkraan op
een zuiver contactvlak op de verwarmingsbuis
gemonteerd. De tweepolige elektrische aansluiting aan de
voeler is verwisselbaar.
De buitentemperatuurvoeler moet aan de buitengevel
bevestigd worden, zodanig dat hij via een venster of een
balkon makkelijk kan bereikt worden. Bij voorkeur wordt hij
aan de noord of noordwestelijke gevel geïnstalleerd.
Hij mag niet aan de morgenzon blootgesteld zijn. Montage
onder een balkon of dakuitsprong, aan de schoorsteen of
boven een venster of een verluchtingsopening (vreemde
warmtebronnen) moet vermeden worden.
Het is aanbevolen de kabeldoorgang aan de muur met kitt
af te dichten. Om foutieve metingen te vermijden mag het
voelerhuis niet overschilderd worden.
Elektrobuizen die in het omhulsel van de
buitentemperatuurvoeler uitmonden, moeten afgedicht
worden.
Opmerking De buitenvoeler kan aan de WRS-CPU
of aan de WRS-EM aangesloten worden.
Deze waarde wordt via de Bus aan alle
deelnemers toegezonden. De tweepolige
elektrische aansluiting aan de voeler is
verwisselbaar.
In het rookgasaansluitstuk van de ketel is standaard voor
de inbouw van een rookgastemperatuurvoeler reeds een
aansluitpunt met M 10 x 1 schroefdraad voorzien. De in het
toebehorenprogramma aangegeven voeler is voorbereid
voor inbouw in het rookgasaansluitstuk en heeft een
stekker voor koppeling met de regelaar. Bij montage van
de rookgastemperatuurvoeler direct in de rookgasbuis, in
de nabijheid van de meetopening voor de
verbrandingscontrole, is een betere vergelijking met de
meetwaarden van de verbrandingscontrole mogelijk. De
tweepolige elektrische aansluiting aan de voeler is
verwisselbaar.
Opmerking : in functie van de beschikbare CPU moet
de overeenkomstige plaats gekozen
worden (zie hfst. 7.16).
4.5 Montage van de vertrektemperatuurvoeler