Bij storingen moeten eerst en vooral de volgende
fundamentele zaken voor een perfecte werking
gecontroleerd worden:
1. Is er spanning aanwezig?
2. Is er stookolie in de tank?
3. Zijn alle regelorganen zoals kamer- of ketelthermostaat,
watergebrekschakelaar, eindschakelaar enz. correct
ingesteld?
Wordt vastgesteld dat de oorzaak van de storing niet aan
bovenvermelde veronderstellingen ligt, dan moeten de met
de brander samenhangende functies individueel getest
worden.
12. Oorzaken en verhelpen van storingen
25
Vaststelling Oorzaak Oplossing
1. Ontsteking
geen ontsteking kortsluiting ontstekingselektroden afstellen
ontstekingselektroden te ver uit elkaar afstellen
elektroden vuil en vochtig reinigen
isolator gesprongen vervangen
ontstekingstransfo defect vervangen
ontstekingskabel verkoold vervangen, oorzaak zoeken en
herstellen
vreemde lichtinval (waakstroom > 5 µA) vreemde lichtbron opzoeken en
uitschakelen
vlamvoeler defect vervangen
branderautomaat defect vervangen
zekering in de console defect vervangen (reservezekering in de
houder in de console)
2. Motor
draait niet condensator defect vervangen
vrijgavethermostaat bij
verwarmde verstuiverlijn sluit niet:
vrijgavethermostaat defect vervangen
verwarming defect vervangen
eindschakelaar in de servomotor sluit niet servomotor vervangen
motorlager vastgelopen motor vervangen
motor defect vervangen
zekering in de console defect vervangen (reservezekering in de
houder in de console)
oliepomp blokkeert vervangen