802132
20
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/25
Pagina verder
Cool Top Trail 20-24
Dakeenheid airconditioning
Inhoudsopgave
2 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
Inhoudsopgave
1 Inleiding.............................................. 3
1.1 Gebruik van symbolen en accentueringen.................. 3
1.2 Garantie en aansprakelijkheid .................................... 3
2 Veiligheid............................................ 3
2.1 Beoogd gebruik.........................................................3
2.2 Veiligheidsinformatie ................................................. 3
2.3 Kwalificaties personeel ..............................................4
3 Leveromvang ...................................... 4
4 Benodigde connectors voor de CI-BUS
........................................................... 5
5 Montagehandleiding........................... 5
5.1 Algemeen .................................................................. 5
5.2 Montagevereisten...................................................... 5
5.3 Verschillende grootten van uitsnede .......................... 5
5.4 Inbouwpositie............................................................ 6
5.5 Dakversterking........................................................... 6
5.6 Externe voeding......................................................... 7
5.7 CI-BUS-kabel(s) .......................................................... 7
5.8 Montage van het adapterframe ................................. 8
5.9 De buiteneenheid monteren ...................................... 8
5.10 De externe voeding verbinden ................................... 8
5.11 De bevestigingsbeugel van de luchtverdeler monteren
................................................................................. 9
5.12 Het luchtinlaatkanaal verbinden................................. 9
5.13 De kabels van de binnen- en buiteneenheid verbinden
................................................................................. 9
5.14 De CI-BUS-kabels verbinden....................................... 9
5.15 De luchtverdeler monteren ......................................10
5.16 De houder voor de afstandsbediening monteren ..... 11
5.17 Het systeem testen .................................................. 11
6 Bedieningshandleiding...................... 11
6.1 Voor gebruik ........................................................... 11
6.2 Effectief opwarmen en koelen ................................. 11
6.3 Omgaan met condensatie........................................ 11
6.4 Een generator kiezen en gebruiken.......................... 12
6.5 De afstandsbediening gebruiken.............................. 12
6.6 De eenheid AAN en UIT zetten ................................12
6.7 De temperatuur instellen ......................................... 13
6.8 De ventilatorsnelheid instellen ................................. 13
6.9 De bedrijfsmodus instellen.......................................13
6.10 De systeemklok instellen.......................................... 14
6.11 De timer instellen..................................................... 14
6.12 De timer activeren ...................................................15
6.13 De slaapfunctie instellen ..........................................15
6.14 De temperatuureenheid wijzigen ............................. 15
6.15 De afstandsbediening resetten................................. 15
6.16 De luchtverdeler gebruiken zonder de afstandsbedie-
ning......................................................................... 15
6.17 De luchtuitlaten verstellen .......................................16
7 Onderhoud ....................................... 16
7.1 Luchtfilter .................................................................16
7.2 Batterijen van de afstandsbediening .........................16
7.3 Controle van bouten.................................................16
7.4 Regelmatig gebruik...................................................16
7.5 Reinigen ...................................................................16
7.6 Warmtewisselaars.....................................................17
8 Problemen oplossen ..........................18
9 Verwijdering......................................18
10 Technische specificaties.....................19
11 Bedradingsschema.............................20
CE-conformiteitsverklaringen.............21
Inleiding | 1
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 3 / 25
1 Inleiding
Deze bedienings- en montagehandleiding is onderdeel van het
product en omvat alle informatie die nodig is voor correcte en
veilige montage en bediening.
uLees deze handleiding voordat u de eenheid monteert en
gebruikt.
uHoud deze handleiding bij de hand.
uGeef de handleiding aan de volgende eigenaar of gebruiker
van de eenheid.
1.1 Gebruik van symbolen en
accentueringen
GEVAAR
Dit signaalwoord geeft gevaar aan met, indien niet ver-
meden, een groot risico op de dood of ernstig letsel.
WAARSCHUWING
Het signaalwoord duidt een gevaar met een middelho-
ge risicograad aan dat, als het niet wordt vermeden,
gering of matig letsel tot gevolg kan hebben.
VOORZICHTIG
Dit signaalwoord geeft gevaar aan met, indien niet ver-
meden, een laag risico op licht of gemiddeld letsel.
AANWIJZING
Dit symbool duidt een technische bijzonderheid aan of
(bij veronachtzaming) mogelijke schade aan het pro-
duct.
Dit symbool verwijst naar afzonderlijke documenten die
evt. bijgevoegd zijn of bij Webasto kunnen worden op-
gevraagd.
üVoorwaarde voor de volgende handelingsaanwijzing
1.2 Garantie en aansprakelijkheid
De wettelijke garantieperiode is van toepassing. Neem contact
op met een Webasto-servicepartner in uw land als het product
defect is. U kunt de dichtstbijzijnde dealer vinden op:
https://dealerlocator.webasto.com/en-int.
Onze experts staan klaar om u te helpen en zullen het garantie-
proces met u bespreken.
Webasto is niet aansprakelijk voor gebreken en schade die te
wijten zijn aan niet-inachtneming van de montage-instructies en
bedieningshandleidingen. Deze disclaimer geldt in het bijzonder
voor:
lMontage door ongeschoold personeel.
lOndeskundig gebruik.
lReparaties die niet uitgevoerd zijn door een Webasto Servi-
cewerkplaats.
lGebruik van niet-originele onderdelen.
lOmbouw of aanpassing van het apparaat zonder toestem-
ming van Webasto.
lBeschadigingen aan het apparaat door mechanische invloe-
den.
lNiet-inachtneming van de montage- en bedieningsinstruc-
ties.
lNiet voldoen aan inspectie- en onderhoudsinstructies.
lBediening bij een spanningsniveau dat afwijkt van de tech-
nische gegevens.
lSchade aan de afstandsbediening door lekkende batterijen.
lSchade door contact met ongeschikte substanties, zoals
chemische producten en ongeschikte reinigingsmiddelen.
lSchade veroorzaakt door ongewone omgevings- en bedie-
ningsomstandigheden.
lSchade door onjuist transport.
2 Veiligheid
2.1 Beoogd gebruik
De Cool Top Trail 20 - 24 is ontworpen voor montage in cara-
vans of campers en voertuigen met leefruimten.
De Cool Top Trail 20 - 24:
lis niet geschikt voor montage in bouwapparatuur, land-
bouwmachines of aanverwante apparatuur.
lis niet bedoeld voor gebruik in boten of om blootgesteld te
worden aan sterke trillingen.
lis niet geschikt voor huizen of appartementen.
lmag niet bediend worden in voertuigen tijdens het rijden.
2.2 Veiligheidsinformatie
GEVAAR
Gevaar op elektrocutie
uSchakel altijd de netvoeding uit en ontkoppel het
apparaat voordat u aan het systeem gaat werken.
uZorg ervoor dat het externe stopcontact van het
voertuig goed is geaard overeenkomstig de plaatse-
lijke regelgeving.
- Niet juist aarden van de eenheid kan leiden tot
elektrische schokken of brand.
uTest de airconditioning na montage op lekstroom.
uSchakel de airconditioning meteen uit en isoleer de
externe voeding als u vreemde geuren, rook of
brand opmerkt.
uDe T 5A 250 V zekering van de airconditioning be-
vindt zich op de elektronische regeleenheid. Vervang
deze alleen door een gelijksoortige zekering.
GEVAAR
Gevaar voor letsel of de dood
uGebruik de airconditioning niet in de buurt van ont-
vlambare vloeistoffen of in besloten ruimten.
uZorg ervoor dat er geen brandbare objecten worden
bewaard of geïnstalleerd in de buurt van de luchtuit-
laat. Houd een afstand van minstens 50 cm aan.
uReik niet in de luchtopeningen en steek geen vreem-
de objecten in de airconditioning. Gebruik de air-
conditioning niet zonder afdekking.
uVerwijder of open de bovenste afdekking van de air-
conditioning niet in het geval van brand. Gebruik
geschikte brandblusmiddelen om het vuur te doven.
Gebruik geen water om vuur te doven.
uDe airconditioning moet stevig geplaatst worden zo-
dat deze bevestigd blijft aan het dak.
uDraag altijd beschermende kleding tijdens montage,
zoals een veiligheidsbril en handschoenen.
uControleer of het dak van het voertuig het gewicht
van de installateur en de airconditioning kan dragen
voordat op het dak wordt geklommen.
3 | Leveromvang
4 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
VOORZICHTIG
uEr kunnen kabels aanwezig zijn boven het plafond.
Zorg er bij zagen in het dak voor dat de stroom geï-
soleerd is om elektrische schokken te voorkomen.
uSpuit geen verf of insecticide op het oppervlak van
de airconditioning.
uAls de eenheid is uitgerust met lichten mogen de
ledlichten alleen verbonden worden aan de meege-
leverde DC-stroomdraad van de airconditioning.
Verbinding met een andere externe voeding kan de
ledlichten beschadigen.
uElektrische apparaten zijn geen speelgoed. Houd
elektrische apparaten buiten het bereik van kinderen
of personen met een verstandelijke beperking. Per-
sonen van wie de fysieke, sensorische of verstande-
lijke capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
ervoor zorgen dat ze niet in staat zijn het apparaat
veilig te gebruiken, mogen het apparaat niet gebrui-
ken zonder toezicht of instructies door een verant-
woordelijk persoon.
uRijd nooit door automatische autowasstraten met
een dakairconditioning gemonteerd.
uAls er zich storingen voordoen in het koelmiddelcir-
cuit van de airconditioning, moet het apparaat ge-
controleerd worden door een specialistisch bedrijf
en gerepareerd worden. Het koudemiddel mag
nooit vrijkomen in de lucht.
AANWIJZING
uHoud de luchtinlaat en de uitlaat van de binnen- en
buiteneenheden van de airconditioning vrij.
uIsoleer de externe voeding als u de airconditioning
langere tijd niet gebruikt.
uMonteer de airconditioning overeenkomstig de in-
structies van deze handleiding. Onjuiste montage-
methoden of aanpassing van het product kunnen
leiden tot schade aan het product of letsel van de
gebruiker.
uReinig het filter van de airconditioning regelmatig.
uEen vuil filter verkleint de luchtstroom en leidt tot
slechte verwarmings- en koelprestaties.
uVraag de fabrikant van het voertuig of een techni-
sche inspectie nodig is na het plaatsen van de air-
conditioning en of de hoogte van het voertuig in de
voertuigdocumenten aangepast moet worden.
uSchakel de airconditioning alleen in geval van nood
uit via het hoofdnetwerk.
uNeem in het geval van storingen van de eenheid
contact op met personeel voor service na de ver-
koop.
2.3 Kwalificaties personeel
Montage- en onderhoudspersoneel moet:
lOvereenkomende kwalificaties hebben voor werken met
technische/elektrische systemen.
lGecertificeerd zijn om te werken met koelsystemen.
lLicenties hebben voor het werk beschreven in dit docu-
ment.
3 Leveromvang
Het systeem wordt geleverd in twee pakketten.
Controleer of de levering compleet en schadevrij is.
Afb.1 Buiteneenheid
Pos. Beschrijving Hoeveel-
heid
1 Buiteneenheid 1
2 Luchtinlaatkanaal 1
3 Bedienings- en montagehandleiding 1
4 Sjabloon voor de buiteneenheid 1
Afb.2 Binneneenheid
Pos. Beschrijving Hoeveel-
heid
1 Adapterframe 1
2 Bevestigingsbeugel luchtverdeler 1
3 Luchtverdeler 1
4 Retourluchtfilter 2
5 M8x120mm zeskantbout 4
6 Metalen spanstang 4
7 Grote M8-ring 4
8 Cilinderschroef luchtverdeler
ST4.2*19
4
9 Zelftappende verzonken schroef
ST4.2*16-C
6
Benodigde connectors voor de CI-BUS | 4
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 5 / 25
Pos. Beschrijving Hoeveel-
heid
10 Afstandsbediening met houder en batterijen
(2x AAA)
1
11 Sjabloon voor de binneneenheid 1
4 Benodigde connectors voor
de CI-BUS
AANWIJZING
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing als de Cool Top
Trail 20 - 24 binneneenheid is voorzien van een CI-BUS
eenheid en deze CI-BUS eenheid moet worden verbon-
den aan een extern CI-BUS-systeem.
De CI-BUS eenheid moet worden verbonden met het CI-BUS-
systeem in de caravan, camper of voertuig met leefruimten.
Hiervoor is een CI-BUS-kabel tussen het CI-BUS-systeem en CI-
BUS eenheid in de Cool Top Trail 20 - 24 nodig. Deze kabel
wordt niet meegeleverd.
Bij twee Cool Top Trail-airconditioners is er een interconnectie-
CI-BUS-kabel tussen de CI-BUS eenheden in de airconditioners
nodig. Deze kabel wordt niet meegeleverd.
De CI-BUS-kabels moeten worden aangebracht met Molex-con-
nectors. Deze connectors worden samengesteld uit de hieron-
der genoemde en weergegeven onderdelen. Deze onderdelen
worden niet meegeleverd.
Afb.3 Behuizing
Molex Mini-Fit Jr. busbehuizing, dubbele rij, 2 circuits, UL 94V-2, na-
tuurlijk
Molex onderdeelnummer:
39012020 (Engineering / oud ON 5557-02R)
Afb.4 Krimpcontact
Molex Mini-Fit vrouwelijk krimpcontact, messing met laag tin (Sn) over
koper (Cu)
Molex onderdeelnummer (kies een type):
39000038 / (Engineering / oud ON: 5556T)
39000046 / (Engineering / oud ON: 5556T2)
39000059 / oud ON: 5556PBT
5 Montagehandleiding
5.1 Algemeen
lLees en begrijp deze handleiding voordat u begint met de
montage.
lVoeg geen andere onderdelen toe en pas het product niet
aan tijdens montage.
lRaadpleeg Webasto of de plaatselijke distributeur in het ge-
val van ongewone toepassingen of montageomstandighe-
den die niet worden behandeld in deze handleiding.
WAARSCHUWING
Als de uitlaatpijp van een verwarmingsapparaat door
het dak is gemonteerd in de buurt van de airconditio-
ning, moet deze pijp worden verlengd tot 10cm boven
de airconditioning.
5.2 Montagevereisten
lHet dak van het voertuig kan het gewicht van de airconditi-
oning dragen.
lDe minimale dikte van het dak is 25mm, de maximale dikte
van het dak is 70mm.
lHet dak moet vlak en glad zijn.
5.3 Verschillende grootten van
uitsnede
De montage is mogelijk met verschillende grootten van uitsne-
den:
Een dakluik van 400 x 400 mm monteren:
1. Verwijder het dakluik en gebruik de uitsnede ervan.
2. Verwijder overtollig afdichtingsmiddel en ongelijkmatighe-
den.
3. Vul de schroefgaten met flexibel butyl-afdichtingsmiddel
dat niet hard wordt.
4. Het adapterframe voor uitsneden van 400x400mm is on-
derdeel van de levering.
Een dakluik van 360 x 360 mm monteren:
1. Verwijder het dakluik en gebruik de uitsnede ervan. U hebt
een eenheid aangeschaft met een 360 x 360 adaper of
moet het optionele adapterframe voor dergelijke uitsneden
aanschaffen. Dit kan gebruikt worden in plaats van het
adapterframe van 400x400mm.
2. Verwijder overtollig afdichtingsmiddel en ongelijkmatighe-
den.
3. Vul de schroefgaten met flexibel butyl-afdichtingsmiddel
dat niet hard wordt.
Een nieuwe uitsnede maken:
Afhankelijk van de grootte van het adapterframe moet u de
overeenkomende uitsnede in het dak maken.
Raadpleeg de fabrikant van het voertuig voor de meest geschik-
te manier en positie voor het maken van een nieuwe uitsnede.
5 | Montagehandleiding
6 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
5.4 Inbouwpositie
Afb.5 Montagerichting van de buiteneenheid
Bepaal voorafgaand aan montage de inbouwpositie:
lDe beoogde locatie mag bestaande structuren en kabels
niet hinderen.
lDe airconditioning moet zo dicht mogelijk bij het midden
van het dak gemonteerd worden.
lDe inbouwpositie van de buiteneenheid moet overeenko-
men met de rijrichting (F) van het voertuig.
lZorg ervoor dat er genoeg ruimte is aan de binnenzijde van
het voertuig om de luchtverdeler te monteren.
lBepaal de montagepositie van de luchtverdeler en zorg er-
voor dat de uitlaten van de luchtverdeler zich ten minste
400mm van kasten, muren en scheidingswanden bevin-
den, die gekoelde lucht terug naar de retourluchtinlaat kun-
nen voeren. Als een uitlaat zich op minder dan 400mm van
een obstakel bevindt, moet deze afgedicht worden. Als dit
niet wordt gedaan, kan dit leiden tot een eenheid die regel-
matig in- en uitschakelt.
lBij het maken van de uitsneden moeten verbindingen in het
dak zoveel mogelijk ontweken worden.
lKies een inbouwpositie tussen twee steunen in de lengte of
twee secties (indien aanwezig).
lEr moet minimaal 100mm ruimte zijn rond de dakeenheid
om goede luchtstroom en toegang voor onderhoud te ver-
zekeren.
WAARSCHUWING
Als een luik met veiligheidsventilatiefunctie wordt ver-
vangen door de airconditioning, moet u verzekeren dat
de veiligheidsventilatie wordt verplaatst naar een ande-
re locatie.
AANWIJZING
De hellingshoek van de airconditioning mag niet groter
zijn dan 5° (=8,8%) en de achterzijde van de airconditi-
oning mag niet hoger zijn dan de voorzijde.
De volgende afbeeldingen (Afb. 6, Afb. 7 en Afb. 8) tonen de
vereiste montageruimte voor de buiteneenheid en de luchtver-
deler aan de binnenzijde voor de twee verschillende uitsneden.
Centreer de luchtverdeler met behulp van de uitsnede.
AANWIJZING
Alle afmetingen zijn in mm, tenzij anders vermeld.
Afb.6 Montage-afmetingen (boven-/onderaanzicht)
1 Plaats de buiteneenheid
2 Plaats de luchtverdeler
3 Vierkante uitsnede
F Rijrichting
Afb.7 Montage-afmetingen (zij-aanzicht)
Afb.8 Montage-afmetingen (vooraanzicht)
5.5 Dakversterking
De uitsnede moet versterkt worden met een houten frame met
balken die ten minste 20mm breed zijn. U moet echter eerst
het isolatiemateriaal verwijderen.
Het versterkingsframe is bedoeld om te verzekeren dat het dak
niet breekt door de bouten en dat gekoelde lucht niet in de pla-
fondruimte komt.
Afb.9 Dakversterking
1 Dak
2 Houten balken
Montagehandleiding | 5
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 7 / 25
Afb.10 Uitsnede met houten versterking
1 Uitsnede
2 Isolatie in dak
3 Houten balken
5.6 Externe voeding
WAARSCHUWING
Gevaar op elektrocutie
Zorg ervoor dat er geen spanning staat op de elektrisch
bediende componenten voordat u eraan werkt. Zorg er-
voor dat de stroomtoevoer of de stroom geleverd door
inverters geïsoleerd is.
AANWIJZING
Alleen gekwalificeerde elektriciens (in Duitsland bijvoor-
beeld overeenkomstig VDE 0100, deel 721 of IEC
60364-7-721), mogen de elektrische verbinding van
230V maken.
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om te
verzekeren dat wordt voldaan aan de plaatselijke regel-
geving wanneer verbinding wordt gemaakt met het
hoofdnetwerk.
Afb.11 Kabel elektrische externe voeding
1. Zorg ervoor dat de externe voeding van 230V is verbonden
met een aardlekschakelaar.
2. Monteer een stroomonderbreker met een contactspeling
van ten minste 3,5mm en een volledige poolisolatie om de
kabel van de externe voeding naar de airconditioning te be-
schermen en onderhoud en reparaties aan de eenheid mo-
gelijk te maken.
3. Breng een kabel voor de externe voeding van 230V aan in
de uitsnede.
4. U kunt de voedingskabel ook door de dakisolatie leiden, zo-
als hierboven getoond.
5. Boor een gat in de houten balk waar de voedingskabel
doorheen wordt geleid.
6. Leid de kabel van de externe voeding door het gat in de
houten balk voor u de balk monteert.
7. Bevestig de kabels en plaats ze zo dat er niet over gestrui-
keld kan worden en dat ze niet beschadigd kunnen raken.
8. Gebruik kabelgoten om kabels door wanden met scherpe
randen te leiden.
9. Zorg dat de minimale dwarsdoorsnede van de kabel over-
eenkomt met de stroomstoot van de eenheid.
10. Plaats de kabels voor 230V en 12/24V niet in dezelfde ka-
belgoot.
11. Plaats geen losse of gebogen kabels naast elektrisch gelei-
dend materiaal (metaal).
5.7 CI-BUS-kabel(s)
AANWIJZING
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing als de Cool Top
Trail 20 - 24 binneneenheid is voorzien van een CI-BUS
eenheid en deze CI-BUS eenheid moet worden verbon-
den aan een extern CI-BUS-systeem.
Volg de instructies in hoofdstuk5.7.1, "Assemblage CI-BUS-ka-
bel" op pagina 8 om de CI-BUS-kabels te monteren.
Gebruik de geschikte CI-BUS-kabel om de CI-BUS eenheid aan
te sluiten op het CI-BUS-systeem.
Bij installatie van twee Cool Top Trail-airconditioners moet er
een interconnectie-CI-BUS-kabel worden gebruikt om de CI-BUS
eenheden aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Gevaar op elektrocutie
Zorg ervoor dat er geen spanning staat op de elektrisch
bediende componenten voordat u eraan werkt. Zorg er-
voor dat de stroomtoevoer of de stroom geleverd door
inverters geïsoleerd is.
Afb.12 CI-BUS-kabel
AANWIJZING
Defecte CI-BUS
Plaats geen netkabels, CI-BUS-kabels en 12/24 V kabels
in dezelfde kabelgoot.
1. U kunt de CI-BUS-kabel ook door de dakisolatie leiden, zo-
als hierboven getoond.
2. Boor een gat in de houten balk waar de CI-BUS-kabel door-
heen wordt geleid.
3. Leid de CI-BUS-kabel door het gat in de houten balk voor-
dat u de balk monteert.
4. Bevestig de kabels en plaats ze zo dat er niet over gestrui-
keld kan worden en dat ze niet beschadigd kunnen raken.
5. Gebruik kabelgoten om kabels door wanden met scherpe
randen te leiden.
6. Plaats geen losse of gebogen kabels naast elektrisch gelei-
dend materiaal (metaal).
7. Leid de CI-BUS-kabel naar de binnenkant van de caravan,
het voertuig of de camper.
8. Leid de CI-BUS-kabel naar de Cool Top Trail-airconditioner.
5 | Montagehandleiding
8 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
9. Bij twee Cool Top Trail-airconditioners moet er een inter-
connectie-CI-BUS-kabel tussen de twee CI-BUS eenheden
worden geleid.
5.7.1 Assemblage CI-BUS-kabel
De CI-BUS-kabels moeten worden samengesteld met geschikte
krimpcontacten en een overeenkomende behuizing. Zie hoofd-
stuk4, "Benodigde connectors voor de CI-BUS" op pagina 5
voor specificaties. Houd altijd de richtlijnen van de fabrikant
aan.
1 2 3
Afb.13 Assemblage CI-BUS-kabel
1 Kabel
2 Krimpcontacten
3 Behuizing
1 2 3 4 5
Afb.14 Assemblage CI-BUS-interconnectiekabel tussen twee CI-BUS
eenheden
1 Behuizing CI-BUS (CI-BUS eenheid 1)
2 Krimpcontacten CI-BUS (CI-BUS eenheid 1)
3 Kabel
4 Krimpcontacten CI-BUS (CI-BUS eenheid 2)
5 Behuizing CI-BUS (CI-BUS eenheid 2)
5.8 Montage van het adapterframe
1. Verzeker dat het dak schoon, droog en vrij van olie of vet
is.
2. Steek het adapterframe in de uitsnede om ervoor te zorgen
dat de voedingskabel het frame niet hindert. Als de kabels
een obstakel vormen, moet er een opening in de onderzijde
van het frame gesneden of geboord worden om de kabel
doorheen te leiden.
3. Bevestig de juiste richting van het frame met het label 'This
side up'.
Afb.15 Richting van het adapterframe
4. Draai het onderdeel om en breng sillicoon afdichtingsmid-
del aan op de achterzijde van 'This side up', zoals afge-
beeld.
Afb.16 Paden van afdichting
5. Draai het onderdeel opnieuw om en verzeker dat 'This side
up' omhoog wijst. Druk het onderdeel stevig in het monta-
gegat en verwijder overtollig afdichtingsmiddel.
Afb.17 Een effectieve afdichting maken
5.9 De buiteneenheid monteren
Plaats de buiteneenheid op het gemonteerde adapterframe en
pas de positie aan om te verzekeren dat de vier boutgaten in de
hoeken overeenkomen.
AANWIJZING
De buiteneenheid is zwaar. Zorg altijd dat er een twee-
de persoon is om de eenheid te helpen dragen.
Til de buiteneenheid niet op aan de bovenste witte af-
dekking. Til de eenheid op aan de basis.
Controleer met de M8-bouten of de gaten op de buiteneenheid
zijn uitgelijnd met de gaten van de adapter. Als dit niet zo is,
verplaats de buiteneenheid dan om de gaten uit te lijnen.
Breng geen extra afdichtingsmiddel aan tussen de buiteneen-
heid en het adapterframe.
Afb.18 De buiteneenheid plaatsen
5.10 De externe voeding verbinden
1. Kijk omhoog terwijl u zich in het voertuig bevindt en zoek
het aansluitblok (1).
2. Verbind de kabel van de externe voeding met het driepoli-
ge aansluitblok.
Montagehandleiding | 5
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 9 / 25
3. Koppel de actieve, neutrale en aardedraad.
4. Draai de schroeven stevig aan om te verzekeren dat de
stroomdraad goed en stevig bevestigd is. Als dit niet wordt
gedaan, kan dit leiden tot kortsluiting of brand.
1
Afb.19 Locatie van het aansluitblok
AANWIJZING
Als de verbindingen niet goed worden bevestigd, kan
dat leiden tot kortsluiting of brand.
5.11 De bevestigingsbeugel van de
luchtverdeler monteren
1. Bereid de M8-bouten (4), ringen (3) en metalen spanstan-
gen (2) voor zoals getoond.
2. Breng de bevestigingsbeugel voor de luchtverdeler (1) rich-
ting de airconditioning.
3. Plaats de M8-bouten, ringen en metalen spanstangen in de
vier hoekgaten van de bevestigingsbeugel van de luchtver-
deler.
4. Schroef de bouten met de hand in het schroefdraad om te
verzekeren dat ze zijn bevestigd.
5. Zorg ervoor dat alle bouten op de juiste manier zijn beves-
tigd. Draai ze ten minste twee rotaties aan om verkeerd in-
draaien te voorkomen.
6. Verzeker dat de metalen spanstangen zijn uitgelijnd met de
overeenkomende uitsparing in de bevestigingsbeugel van
de luchtverdeler terwijl de bouten worden aangedraaid.
7. Draai ten slotte alle bouten gelijkmatig vast met 11 Nm.
Afb.20 De bouten monteren
5.12 Het luchtinlaatkanaal verbinden
1. Pak het vrije uiteinde van het luchtinlaatkanaal (2) en trek
het omlaag tot het de bevestigingsbeugel van de luchtver-
deler (1) raakt.
2. Blijf de rand van het kanaal omlaag trekken tot deze con-
tact maakt met de vier luiken (3) op de bevestigingsbeugel
van de luchtverdeler.
3. Het kanaal is juist verbonden wanneer u duidelijke klikgelui-
den hoort van de vier luiken en wanneer de rand van het
kanaal (5) parallel is aan het oppervlak van de beugel (4).
Afb.21 Het luchtinlaatkanaal verbinden
5.13 De kabels van de binnen- en
buiteneenheid verbinden
Afb.22 Het luchtfilter verwijderen
1. Verwijder het luchtfilter van de luchtverdeler door beide lip-
jes (1) naar binnen (2) en vervolgens naar beneden (3) te
duwen.
2
1
Afb.23 De connector van de buiteneenheid aansluiten op de CI-BUS
eenheid
2. Steek de connector van de buiteneenheid (1) in de overeen-
komstige connector (2) van de CI-BUS eenheid.
5.14 De CI-BUS-kabels verbinden
AANWIJZING
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing als de Cool Top
Trail 20 - 24 binneneenheid is voorzien van een CI-BUS
eenheid en deze CI-BUS eenheid moet worden verbon-
den aan een extern CI-BUS-systeem.
5 | Montagehandleiding
10 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
2
1
Afb.24 Het CI-BUS-systeem aansluiten op de CI-BUS eenheid
1. Steek de CI-BUS-connector (1) in de overeenkomstige CI-
BUS-connector (2) van de CI-BUS eenheid.
AANWIJZING
Schakelaarinstellingen
Bij twee Cool Top Trail-airconditioners met een gemon-
teerde CI-BUS eenheid moet de ID-schakelaar van elke
CI-BUS eenheid anders ingesteld worden.
1
Afb.25 Bovenaanzicht van de CI-BUS eenheid
2. Zet de ID-schakelaar (1) in de linkerpositie voor de ene CI-
BUS eenheid en in de rechterpositie voor de andere CI-BUS
eenheid.
2
3
45
1
Afb.26 Twee CI-BUS eenheden verbinden
3. Bij installatie van twee Cool Top Trail-airconditioners moet
de interconnectiekabel worden gebruikt (1).
4. Steek de connector (2) van de kabel in de CI-BUS-connector
(3) van de eerste CI-BUS eenheid.
5. Steek de andere connector (4) van de kabel in de extra CI-
BUS-connector (5) van de tweede CI-BUS eenheid.
5.15 De luchtverdeler monteren
1. Bevestig de luchtverdeler (1) aan de bevestigingsbeugel
voor de luchtverdeler (3) door de twee onderdelen te ver-
binden.
U hoort vier klikgeluiden van de luiken (2) als de lucht-
verdeler (1) en de bevestigingsbeugel (3) aan elkaar wor-
den bevestigd.
Afb.27 De luchtverdeler bevestigen aan de bevestigingsbeugel
2. Maak de luchtverdeler (1) vast aan de bevestigingsbeugel
van de luchtverdeler met vier ST4,2*19 cilinderschroeven
(2).
Afb.28 De luchtverdeler vastmaken aan de bevestigingsbeugel
De volgende stap is optioneel. Het doel van deze stap is
een eventueel gat tussen de luchtverdeler en het dak
van het voertuig te dichten met 4 verzonken schroeven.
Om deze schroeven te monteren:
3. Maak de luchtverdeler (1) vast aan het plafond met 4 ver-
zonken schroeven (2).
Afb.29 De luchtverdeler vastmaken aan het dak
4. Monteer de luchtfilters (2) zoals hieronder afgebeeld:
Bedieningshandleiding | 6
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 11 / 25
Afb.30 De luchtfilters monteren
5.16 De houder voor de
afstandsbediening monteren
1. Zoek een goede locatie om de houder voor de afstandsbe-
diening (1) te monteren.
2. Gebruik twee verzonken schroeven (2) om de houder te be-
vestigen.
Afb.31 Houder afstandsbediening
5.17 Het systeem testen
lTest alle functies van de airconditioning zoals beschreven in
hoofdstuk6, "Bedieningshandleiding" op pagina 11.
lControleer na montage van de buiteneenheid of de con-
densaatuitlaten vrij zijn.
lPas indien nodig de hoogte en het gewicht van het voer-
tuig aan in de voertuigdocumenten.
lGeef dit document aan de nieuwe eigenaar van het voer-
tuig.
6 Bedieningshandleiding
6.1 Voor gebruik
AANWIJZING
Controleer, voor u de eenheid inschakelt, of de span-
ning en frequentie overeenkomen met de waarden van
de airconditioning.
AANWIJZING
Verzeker dat de externe voeding genoeg spanning le-
vert.
AANWIJZING
Om te voorkomen dat de verlengkabel van de externe
voeding naar het voertuig oververhit raakt en spanning
verliest, moet de kabelhaspel volledig afgerold wordt.
AANWIJZING
De verlengkabel moet een minimale dwarsdoorsnede
van 3 x 2,5 mm² hebben.
AANWIJZING
Controleer of de luchtuitlaat en inlaatroosters niet wor-
den afgedekt door doeken, papier of andere objecten.
AANWIJZING
Verwijder het klepje van de afstandsbediening, plaats
twee (2) AAA LR3 lekvrije batterijen in de afstandsbe-
diening. Plaats het klepje terug.
AANWIJZING
Richt de afstandsbediening op de luchtverdeler om goe-
de signaaloverdracht te verzekeren. De luchtverdeler
piept als deze een signaal ontvangt.
AANWIJZING
De pictogrammen die worden getoon op het display
van de afstandsbediening zijn afhankelijk van de instel-
lingen die u opent.
AANWIJZING
Nadat de modus COOL of HEAT is geselecteerd kan
het tot drie minuten duren voordat de compressor start.
Deze functie beschermt de compressor.
AANWIJZING
Zie hoofdstuk 6.10, "De systeemklok instellen" op
pagina 14 om de klok in te stellen.
6.2 Effectief opwarmen en koelen
De volgende algemene maatregelen zijn handig om de hittebe-
lasting in een voertuig te verlagen en de prestaties van de air-
conditioning te verbeteren.
lParkeer uw voertuig zover mogelijk in de schaduw.
lPlaats het voertuig met het zonnescherm aan de zonzijde.
Dit vermindert blootstelling aan direct zonlicht.
lSluit alle deuren, dakramen en ramen, sluit de gordijnen en
open het zonnescherm of schaduwdoek.
lShakel alle ongebruikte elektrische apparaten in het voer-
tuig uit. Hierdoor wordt de hittebelasting verder verlaagd.
lKook indien mogelijk buiten het voertuig.
lSchakel de airconditioning bij uitzonderlijk hoge temperatu-
ren al 's ochtends in.
lAls de binnenzijde van het voertuig al is opgewarmd, kunt
u het voertuig ventileren door ramen en deuren te openen
voordat u de airconditioning start.
lVuile daken warmen sneller op. Reinig het dak dus regel-
matig.
Er zijn veel factoren die invloed hebben op de totale hittebelas-
ting binnen het voertuig en veel van deze factoren kunnen ook
invloed hebben op de efficiëntie van de airconditioning. Het is
aan te raden de fabrikant van uw voertuig te raadplegen om de
totale hittebelasting van uw voertuig te weten.
6.3 Omgaan met condensatie
Wanneer warme, vochtige lucht in een voertuig in contact komt
met een koud oppervlak, kan er condenswater worden ge-
vormd. Dit wordt ook wel 'zweten' genoemd. Om hiermee om
te gaan:
lSluit alle deuren, dakramen en ramen en dicht ze af. Dit
vermindert de aanvoer van warme, vochtige lucht.
lGebruik de binnenventilator op hoge snelheid, voorkom la-
ge en automatische ventilatorsnelheden.
Tijdens gebruik van de airconditioning wordt er condenswater
geproduceerd en afgelaten op het dak. Dit is normaal. De hoe-
veelheid condenswater is afhankelijk van de luchtvochtigheid.
Hoge luchtvochtigheid in het voertuig leidt ertoe dat er meer
condenswater wordt gegenereerd.
6 | Bedieningshandleiding
12 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
AANWIJZING
Verliezen of schade door condenswater vallen niet on-
der de garantie.
6.4 Een generator kiezen en gebruiken
De CTT 20 - 24 vereist een AC-voeding met een spanningskwali-
teit van het hoofdnetwerk voor juiste werking. Als u ervoor kiest
een generator te gebruiken, moet u de leverancier van de gene-
rator raadplegen om te controleren of de generator geschikt is
voor uw toepassing en welke maat gebruikt moet worden.
AANWIJZING
Verlies of schade door het gebruik van een generator
valt niet onder de garantie.
6.5 De afstandsbediening gebruiken
Afb.32 Overzicht afstandsbediening
Pictogrammen op
de display
Informatie
1 Weergave modus COOL/FAN/DRY/HEAT/AUTO (koelen/ventilator/
ontvochtiging/verwarming/automatisch)
2 Weergave ventila-
torsnelheid
Low/Medium/High/Auto (laag/gemiddeld/hoog/
automatisch)
3 Weergave ver-
grendelfunctie
4 Weergave slaap-
functie
5 Statusindicator ti-
mer ON/OFF
6 Weergave klok/ti-
mer
Realtime klok, tijd van timer tijdens instellen.
7 Temperatuurdis-
play
Toont het instelpunt van de temperatuur of de
binnentemperatuur. Eenheden in °C of °F.
Pictogrammen op
de display
Informatie
8 Gegevensover-
dracht
Pictogrammen worden kort getoond als de af-
standsbediening gegevens verzendt naar de air-
conditioning.
Bedieningsknop-
pen
Functie
9 DIM* Selecteert de helderheid van de ledlichten:
25%, 50%, 75%, 100%
10 LOCK Schakelt de touchbediening van de luchtverde-
ler uit wanneer de eenheid is ingeschakeld.
Druk nogmaals op de knop om te ontgrende-
len.
11 MODE Selecteert de bedrijfsmodus COOL/DRY/FAN/
HEAT/AUTO (koelen/ontvochtiging/ventilator/
verwarming/automatisch).
12 FAN Selecteert de ventilatorsnelheid laag/gemid-
deld/hoog of automatisch. Automatische venti-
latorsnelheid is alleen mogelijk in de modus
COOL/HEAT. Met automatische ventilatorsnel-
heid schakelt de ventilator automatisch tussen
laag, gemiddeld en hoog.
13 SLEEP Selecteert de modus SLEEP. Alleen beschikbaar
in de modus COOL of HEAT.
14 SET TIME Voert de instellingsmodus voor klok/timer in.
15 HOUR/MIN Schakelt tussen instelling in uren en minuten.
16 TIMER Activeert verschillende timerinstellingen.
17 DISPLAY Schakelt de display van de luchtverdeler aan/
uit.
18 LIGHT* Schakelt de ledlichten van de luchtverdeler aan/
uit.
19 Pijlen omhoog/
omlaag
Passen het instelpunt voor de temperatuur, de
klok of de timer aan.
20 AAN/UIT Schakelt het systeem aan/uit.
21 °C/°F Selecteert de temperatuureenheden van de
temperatuurdisplay in Celsius of Fahrenheit.
* Alleen van toepassing op eenheden met ledlichten.
6.6 De eenheid AAN en UIT zetten
Druk op de -knop op de afstandsbediening om de eenheid in
te schakelen.
Afb.33 De eenheid aanzetten
lDe eenheid schakelt in en de display van de luchtverdeler
toont de ingestelde temperatuur en bedrijfsmodus.
lDe display van de afstandsbediening toont de ingestelde
temperatuur, bedrijfsmodus en ventilatorsnelheid.
lDe laatste instellingen worden opgehaald.
lDe binnenventilator kan direct starten als de eenheid op
ventilatie- of koelmodus staat. In de verwarmingsmodus
ontstaat een vertraging, omdat de binnenste spoel eerst
opwarmt en vervolgens de binnenventilator aan gaat - een
koude tocht wordt hierdoor voorkomen.
lHet kan tot drie minuten duren voordat de compressor
start. Dit is een functie om de compressor te beschermen.
Om de eenheid uit te zetten, drukt u opnieuw op de -knop.
Bedieningshandleiding | 6
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 13 / 25
Afb.34 De eenheid uitschakelen
lDe eenheid schakelt uit en de display van de luchtverdeler
wordt leeg.
lDe display van de afstandsbediening toont alleen de klok.
U kunt de eenheid ook in- en uitschakelen door op de knop
op de luchtverdeler te drukken, zie hoofdstuk6.16, "De lucht-
verdeler gebruiken zonder de afstandsbediening" op pagina 15
voor details.
6.7 De temperatuur instellen
Gebruik de knoppen en om de ingestelde temperatuur aan
te passen.
Afb.35 De temperatuur instellen
lDe display van de afstandsbediening en de display van de
luchtverdeler tonen de ingestelde temperatuur.
lDe airconditioning bevestigt elke waardewijziging met een
pieptoon.
lU kunt de temperatuur instellen tussen 16 en 30 °C terwijl
de eenheid draait.
lU kunt de temperatuur niet instellen in de modus FAN .
6.8 De ventilatorsnelheid instellen
Gebruik de knop FAN om de ventilatorsnelheid in te stellen.
lDe ventilatorsnelheid heeft invloed op het volume van de
luchtstroom.
lElke keer dat er op de FAN-knop wordt gedrukt, wordt het
ventilatieniveau gewijzigd in de volgorde zoals hieronder
getoond.
AUTO geeft aan dat de automatische ventilatormodus is gese-
lecteerd. In deze modus kan de ventilatorsnelheid automatisch
aangepast worden. Automatische ventilatormodus is alleen be-
schikbaar in bedrijfsmodus COOL of HEAT.
Afb.36 De ventilatorsnelheid instellen
6.9 De bedrijfsmodus instellen
Druk op de MODE-knop op de afstandsbediening om de be-
drijfsmodus te wijzigen. De afstandsbediening toont de geselec-
teerde symbolen
lElke keer dat er op de MODE-knop wordt gedrukt, wordt
de modus gewijzigd in de volgorde zoals hieronder ge-
toond.
Afb.37 De bedrijfsmodus instellen
Modus COOL
lIn de modus COOL toont de luchtverdeler het pictogram
en wordt het voertuig gekoeld.
lDe ingestelde temperatuur en ventilatorsnelheid kunnen
handmatig geselecteerd worden.
lDe compressor schakelt uit wanneer de ingestelde tempe-
ratuur is bereikt. De compressor start automatisch wanneer
de ingestelde temperatuur van de ruimte wordt overschre-
den.
Afb.38 Modus COOL
Modus DRY
lIn de modus DRY vermindert de eenheid de luchtvochtig-
heid in het voertuig.
lStel de temperatuur 1 °C lager in dan de huidige tempera-
tuur van de ruimte.
lDe luchtverdeler toont het pictogram .
C
Afb.39 Modus DRY
FAN mode
lIn de FAN-modus wordt de lucht in het voertuig door het
voertuig gecirculeerd zonder dat er verwarmd of gekoeld
wordt.
lU kunt de ventilatorsnelheid handmatig instellen.
lDe luchtverdeler toont het pictogram en de huidige tem-
peratuur van de ruimte.
Afb.40 FAN mode
Modus HEAT
6 | Bedieningshandleiding
14 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
lIn de modus HEAT toont de luchtverdeler het pictogram
en wordt het voertuig verwarmd.
lU kunt de temperatuur en ventilatorsnelheid handmatig in-
stellen.
lDe compressor schakelt uit wanneer de ingestelde tempe-
ratuur is bereikt. De compressor start automatisch wanneer
de ingestelde temperatuur van de ruimte daalt tot onder
het instelpunt.
Afb.41 Modus HEAT
AANWIJZING
Bij gebruik in de verwarmingsmodus bij lage omge-
vingstemperaturen, ontdooit de eenheid de warmtewis-
selaar buiten regelmatig. De luchtverdeler toont 'df' tij-
dens het ontdooien en gaat weer verder met verwar-
men als ontdooien is voltooid.
Modus AUTO
lIn de modus AUTO selecteert de eenheid de verwarmings-
of koelmodus afhankelijk van het verschil tussen de huidige
temperatuur van de ruimte en het instelpunt van de tempe-
ratuur.
lU kunt de temperatuur en ventilatorsnelheid handmatig se-
lecteren.
lDe luchtverdeler toont het pictogram in de verwarmings-
modus en het pictogram en de ingestelde temperatuur in
de koelmodus.
C
C
Afb.42 Modus AUTO
6.10 De systeemklok instellen
1. Druk op de knop SET TIME. De getallen voor het uur knip-
peren.
2. Druk op de knop / om het uur in te stellen.
3. Druk op de knop HOUR/MIN. De getallen voor minuut
knipperen.
4. Druk op de knop / om de minuten in te stellen.
5. Druk drie keer op de knop SET TIME om de instellingsmo-
dus af te sluiten. Of wacht 10 seconden tot de getallen
stoppen met knipperen.
Afb.43 De systeemklok instellen
6.11 De timer instellen
De timer kan ingesteld worden om de eenheid in- en uit te
schakelen op een voorgeprogrammeerd tijdstip. Eerst moeten
deze tijdstippen ingesteld worden.
1. Druk twee keer op de knop SET TIME tot ON rechtsbovenin
de klok wordt getoond en de getallen voor het uur knippe-
ren.
2. Druk op de knop / om het uur in te stellen waarop de
eenheid ingeschakeld moet worden.
3. Druk op de knop HOUR/MIN en druk op de knop / om
de minuten in te stellen.
4. Druk nogmaals op de knop SET TIME tot OFF linksbovenin
de klok wordt getoond en de getallen voor het uur knippe-
ren.
5. Druk op de knop / om het uur in te stellen waarop de
eenheid uitgeschakeld moet worden.
6. Druk op de knop HOUR/MIN en druk op de knop / om
de minuten in te stellen.
7. Druk opnieuw op de knop SET TIME om de instellingsmo-
dus af te sluiten. De kloktijd wordt getoond. Of wacht 10
seconden tot de getallen stoppen met knipperen.
AANWIJZING
De aan- en uittijden van de timer zijn nu ingesteld maar
deze moeten afzonderlijk geactiveerd worden. Zie
hoofdstuk6.12, "De timer activeren" op pagina 15.
Afb.44 De timer instellen
Bedieningshandleiding | 6
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 15 / 25
6.12 De timer activeren
Selecteer de bedrijfsmodus, de ingestelde temperatuur en de
gewenste ventilatorsnelheid voordat u de timer activeert.
Als de start- en stoptijden zijn ingesteld (hoofdstuk6.11, "De ti-
mer instellen" op pagina 14) kan een van de drie verschillende
timer-modi geactiveerd worden:
lModus TIMER ON
In deze modus wordt de eenheid ingeschakeld op de ge-
wenste aan-tijd en blijft actief.
lMOdus TIMER OFF
In deze modus stopt de eenheid op de gewenste uit-tijd en
blijft uit.
lModus TIMER ON/OFF
In deze modus wordt de eenheid ingeschakeld op de aan-
tijd en uitgeschakeld op de uit-tijd. Dit patroon wordt elke
dag herhaald.
Afb.45 Modi TIMER
1. Druk op de knop TIMER tot ON, OFF of beide pictogram-
men knipperen, afhankelijk van welke timermodus u wilt
gebruiken.
2. Om de selectie te bevestigen wacht u 10 seconden tot het
pictogram stopt met knipperen en blijft branden. De klok-
tijd wordt opnieuw getoond.
Afb.46 De timer activeren
AANWIJZING
Als de klok wordt getoond zonder pictogram ON/OFF,
hebt u de timer nog niet geactiveerd.
6.13 De slaapfunctie instellen
De slaapfunctie past de waarde van de doeltemperatuur auto-
matisch aan voor een aangename slaaptemperatuur. De modus
verlaagt ook de bedrijfstijd van de compressor en het energie-
verbruik en geluidsniveau.
1. Druk op de knop SLEEP om de slaapfunctie te activeren.
Het pictogram op de display van de afstandsbediening
gaat branden om aan te geven dat de slaapfunctie geac-
tiveerd is.
In de modus COOL wordt de ingestelde temperatuur au-
tomatisch verhoogd in twee stappen en is na twee uur
verhoogd met 2 °C.
In de modus HEAT wordt de ingestelde temperatuur au-
tomatisch verlaagd in drie stappen en is na twee uur ver-
laagd met 3 °C.
De slaapfunctie is alleen beschikbaar in de modus COOL
of HEAT.
2. Druk nogmaals op de knop SLEEP om de slaapfunctie te de-
activeren.
Afb.47 De slaapfunctie instellen
6.14 De temperatuureenheid wijzigen
Druk op de knop °C/°F om te selecteren welke temperatuureen-
heid u wilt weergeven: Celsius of Fahrenheit.
lU kunt dit doen in alle modi.
lDe display op de luchtverdeler volgt de selectie die is ge-
maakt op de afstandsbediening.
Afb.48 Selectie van Celsius of Fahrenheit
6.15 De afstandsbediening resetten
Om de afstandsbediening terug te zetten naar de fabrieksinstel-
lingen:
1. verwijder de batterijen en plaats ze weer terug. Zie ook
hoofdstuk7.2, "Batterijen van de afstandsbediening" op
pagina 16.
2. De klok opnieuw instellen. Zie hoofdstuk6.10, "De sys-
teemklok instellen" op pagina 14.
3. De timer opnieuw activeren, indien in gebruik. Zie hoofd-
stuk6.12, "De timer activeren" op pagina 15.
Afb.49 De afstandsbediening resetten
6.16 De luchtverdeler gebruiken zonder
de afstandsbediening
U kunt de basisfuncties van de airconditioning bedienen met de
knop op de display van de luchtverdeler. Dit is handig als u de
afstandsbediening niet kunt vinden of als de batterijen van de
afstandsbediening leeg zijn.
1. Druk op de knop op de display van de luchtverdeler. Elke
keer dat u de knop aanraakt, worden de modi OFF, COOL,
FAN en HEAT afgewisseld.
Afb.50 De bedrijfsmodus instellen
In de modi koelen en verwarmen wordt het instelpunt
van de temperatuur automatisch ingesteld op 24 °C en
de ventilatorsnelheid ingesteld op HOOG.
2. Gebruik de afstandbediening om een andere temperatuur
of ventilatorsnelheid te selecteren.
7 | Onderhoud
16 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
3. U kunt de modus AUTO niet selecteren op de luchtverdeler,
maar de display toont het pictogram 'auto mode' rechtsbo-
venin als deze modus wordt geselecteerd op de afstandsbe-
diening.
C
1 2 3 2
Afb.51 Display van de luchtverdeler
1 Knop
2 Pictogrammen bedrijfsmodus
3 Temperatuurdisplay
6.17 De luchtuitlaten verstellen
Pas de richting en hoek van de luchtuitlaat aan door één blad
rond de as te draaien. De drie bladen bewegen tegelijk.
Afb.52 De luchtuitlaten verstellen
7 Onderhoud
7.1 Luchtfilter
De retourluchtfilters moeten regelmatig onderhouden worden.
lControleer en reinig de filters elke week als deze gebruikt
worden, om te voorkomen dat de filters worden geblok-
keerd door vuil.
lDe filters moeten regelmatig gereinigd worden om effectie-
ve koeling en verwarming te verzekeren.
1. Verwijder de filters (1) uit de luchtverdeler (2).
2. Reinig de filters met warm water en reinigingsmiddel.
3. Eerst laten drogen voordat u ze weer gaat inbouwen.
1
Afb.53 Luchtfilter
11
2
Afb.54 De luchtfilters verwijderen
AANWIJZING
Vervangende filters kunnen afzonderlijk besteld wor-
den.
Bedien de airconditioning nooit zonder filter. Dit kan er-
voor zorgen dat de warmtewisselaar defect raakt en
kan leiden tot vermogensverlies.
7.2 Batterijen van de
afstandsbediening
lVervang de batterijen van de afstandsbediening (2x AAA)
als de display van de afstandsbediening onleesbaar en/of
wazig wordt.
lVerwijder de batterijen uit de afstandsbediening als deze
gedurende een lange tijd niet wordt gebruikt om schade
door lekkende batterijen te voorkomen.
Afb.49 Batterijen van de afstandsbediening
Zie ook hoofdstuk6.15, "De afstandsbediening resetten" op pa-
gina 15.
Alle batterijen en elektronische apparaten zijn onder-
hevig aan de Europese richtlijn 2006/66/EG of
2002/96/EG en mogen niet als huishoudelijk afval
worden verwijderd. Zie ook https://eur-lex.euro-
pa.eu/advanced-search-form.html.
Elke klant is wettelijk verplicht batterijen en elektroni-
sche apparatuur weg te gooien in de juiste recycle-
bakken bij een afvalverzamelpunt. Het inleveren van
batterijen en elektronische apparatuur is gratis.
Zie ook: hoofdstuk9, "Verwijdering" op pagina 18.
7.3 Controle van bouten
Controleer de vier bouten die de eenheid aan het dak bevesti-
gen drie maanden na de montage op goede bevestiging.
Controleer de bouten regelmatig, ten minste elke twaalf maan-
den. Draai indien nodig opnieuw aan tot 11Nm.
7.4 Regelmatig gebruik
Webasto raadt aan de airconditioning regelmatig te gebruiken
om goede prestaties te garanderen. Gebruik de airconditioning
ten minste elke zes maanden minstens 20-30minuten.
7.5 Reinigen
Verwijder blad en ander vuil regelmatig van de ventilatieroosters
van de buiteneenheid.
lReinig de eenheid regelmatig met een zachte, vochtige
doek en mild reinigingsmiddel.
Onderhoud | 7
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 17 / 25
lReinig het dak van het voertuig regelmatig. Een vuil dak
warmt sneller op dan een schoon dak.
VOORZICHTIG
Rijd nooit door automatische autowasstraten met een
dakairconditioning gemonteerd.
Spuit niet in de openingen van de eenheid met een ho-
gedrukreiniger.
Gebruik geen hete reinigers of stoomreinigers.
Gebruik geen scherpe of harde objecten voor reiniging.
Gebruik nooit benzine, diesel, oplosmiddelen of agres-
sieve reinigingsmiddelen.
7.6 Warmtewisselaars
Laat de warmtewisselaars ten minste eens per jaar reinigen door
een gespecialiseerd bedrijf.
8 | Problemen oplossen
18 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
8 Problemen oplossen
Probleem Actie
Geen luchtverde-
lerdisplay bij in-
schakelen van
eenheid.
Controleer of:
lhet vermogen naar het voertuig en de
stroomonderbrekers is ingeschakeld.
lDe batterijen van de afstandsbediening in orde
zijn.
lDe afstandsbediening is uitgeschakeld.
lDe spanning te laag is.
lDe spanning van de stroomonderbreker in de
externe voeding te laag is.
Koelen niet be-
schikbaar.
Controleer of de koelmodus is geselecteerd en of de
display van de luchtverdeler
toont. Gebruik de afstandsbediening om de vereiste
temperatuur in te stellen onder de huidige tempera-
tuur van de ruimte.
De compressor start opnieuw met een vertraging van
drie minuten.
Verwarmen niet
beschikbaar.
Controleer of de verwarmingsmodus is geselecteerd
en of de display van de luchtverdeler
toont. Gebruik de afstandsbediening om de vereiste
temperatuur in te stellen boven de huidige tempera-
tuur van de ruimte.
In extreem koude omstandigheden duurt het langer
voordat verwarmen wordt gestart.
Als de eenheid in verwarmingsmodus is en de bui-
tentemperatuur zeer laag is, gaat de eenheid auto-
matisch naar de ontdooimodus. Het verwarmen
stopt tijdelijk terwijl de eenheid de warmtewisselaar
buiten opwarmt om ijs te verwijderen. Verwarmen
wordt weer hervat als de warmtewisselaar buiten is
ontdooid. Tijdens ontdooien toont de eenheid 'dF'.
Slechte koelca-
paciteit.
Controleer of het filter schoon is.
Verhoog de ventilatorsnelheid tot hoog en behaal
de maximale capaciteit.
Controleer of alle ramen en deuren en het open dak
gesloten zijn.
Gebruik gordijnen en schaduwdoek om de hittebe-
lasting te verlagen.
Controleer of de luchtopeningen van de buiteneen-
heid niet vervuild of geblokkeerd zijn.
Er drupt water
uit de luchtver-
deler.
Verwijder blokkades in de condensuitlaat of de bui-
teneenheid.
Controleer de afdichting van het adapterframe.
Parkeer het voertuig in een meer horizontale positie
met een hoek van < 5° (8,8%).
Verhoog de ventilatorsnelheid tot hoog als er con-
dens vormt aan de buitenzijde van de luchtverdeler.
Foutcodes op het paneel:
- '0' of onduidelijk display bij voeding van generator,
kan duiden op onstabiele spanning en stroom.
E0 Communicatiefout.
E1 Storing binnentemperatuursensor.
E2 Storing binnentemperatuursensor warmtewisselaar.
E3 Storing buitentemperatuursensor warmtewisselaar.
E4 Geen koeleffect. Mogelijke oorzaken zijn:
lOnvoldoende koudemiddel door scheur in de
pijp.
lCompressorstoring.
lSensorstoring.
Probleem Actie
E5 Buitentemperatuur warmtewisselaar te hoog/tempe-
ratuurafwijking.
Temperatuurafwijking: temperatuur warmtewisselaar
buiten te hoog bij koelen of te laag bij verwarmen.
(Bij koelen geeft E5 aan dat de buitentemperatuur
hoger is dan 68 °C. Dit komt waarschijnlijk door ver-
mindering van de luchtstroom van de condensor,
slechte werking van de condensorventilator of een
sensorstoring. Als de buitentemperatuur bij verwar-
men hoger is dan 18 °C, kan de externe luchtventila-
tor herhaaldelijk aan en uit gaan. Dit is geen fout,
maar zelfbescherming van het systeem om overver-
hitting van de eenheid te voorkomen.)
dF Geen storing: bij gebruik in de verwarmingsmodus
bij lage omgevingstemperaturen, ontdooit de een-
heid de warmtewisselaar buiten regelmatig. De dis-
play van de luchtverdeler toont 'df' tijdens ontdooien
en gaat verder met verwarmen als ontdooien is vol-
tooid.
AANWIJZING
Verzamel de volgende informatie voordat u contact op-
neemt met Webasto voor technische ondersteuning:
uWorden er foutcodes weergegeven?
uIs de display van de luchtverdeler in normaal bedrijf
of niet?
uWordt er een temperatuur van 16 tot 30 °C weerge-
geven?
uKunt u het instelpunt van de temperatuur aanpassen
in de koel- of verwarmingsmodus?
uWordt '0' getoond op de display?
uIs de display onduidelijk?
uIs er luchtstroom van de uitlaten van de luchtverde-
ler in de ventilatormodus?
uKunt u horen dat de generator start en stopt in de
verwarmings- of koelmodus?
ðUw hulp bij het verzamelen van deze informatie
helpt ons serviceteam bij het oplossen van proble-
men.
Bedankt.
9 Verwijdering
Gooi verpakkingsmateriaal weg volgens de plaatselij-
ke regelgeving.
U mag uw systeem als deze het einde van de levens-
duur heeft bereikt niet weggooien bij het huishoude-
lijk afval. Verwijder het systeem overeenkomstig alle
lokale en nationale regelgeving. U kunt informatie
over verwijdering verkrijgen bij de gemeente, het af-
valverwerkingsbedrijf en/of uw plaatselijke Webasto-
verkooppartner.
Elke klant is wettelijk verplicht batterijen en elektroni-
sche apparatuur weg te gooien in de juiste recycle-
bakken bij een afvalverzamelpunt. Het inleveren van
batterijen en elektronische apparatuur is gratis.
Zie ook: hoofdstuk7.2, "Batterijen van de afstandsbediening"
op pagina 16.
Technische specificaties | 10
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 19 / 25
10 Technische specificaties
Parameter Waarde Parameter Waarde
CTT 20 CTT 24 CTT 20 CTT 24
Productnaam Cool Top Trail 20/24 Koelen mogelijk bij omgevingstempe-
raturen
16°C tot 50°C
Modelnaam fabrikant Belaire H2000/H2400 Maximale druk 2900kPa
Externe voeding 220-240V/50Hz Minimale druk 1840kPa
Nominale koelcapaciteit 2000W 2400W Maximale luchtstroom 310 m³/u
Nominale verwarmingscapaci-
teit
2000W 2400W Gewicht buiteneenheid netto 28kg netto 29kg
Ingangsvermogen voor koelen 700W 950W Gewicht binneneenheid netto 2,8kg
Ingangsvermogen voor ver-
warmen
600W 850W Gevuld koudemiddel R407C/470g R407C/450g
Nominale stroom voor koelen 3,0A 4,2A Aardopwarmingsvermogen (GWP) 1774
Nominale stroom voor verwar-
men
2,6A 3,8A CO2-equivalent 834 kg 798 kg
Maximaal ingangsvermogen 800W 1040W Maximale voertuighelling tijdens be-
diening
5° (=8,8%)
Maximale stroom 3,5A 4,5A Afmetingen Zie Afb. 7/Afb. 8
Gebruik bij omgevingstempe-
raturen
-5°C tot +50°C
AANWIJZING
Alle vermelde parameters zijn zonder voorafgaande kennisgeving onderhevig aan wijzigingen en de opgegeven specifica-
ties op de typeplaatjes van de eenheid hebben voorrang. Alle waarden zijn schattingen en onderhevig aan wijzigingen.
11 | Bedradingsschema
20 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
11 Bedradingsschema
Afb.56 Bedradingsschema
Item Beschrijving
1 Bedieningspaneel
2 Ruimtesensor
3 Sensor warmtewisselaar buiten
4 Sensor warmtewisselaar binnen
5 Compressor
6 Zekering 5x20 mm, 250 V, T5AL of T5AH
Item Beschrijving
4WV 4-weg omkeerklep
ID Binnen (sensor)
IF Ventilator binnen
OD Buiten (sensor)
OF Ventilator buiten
HF Hoog
MF Gemiddeld
Laag Laag
Code bedrading Kleur bedrading
BN Bruin
BU Blauw
GNYE Groen-geel
RD Rood
YE Zwart
CE-conformiteitsverklaringen | 11
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 21 / 25
CE-conformiteitsverklaringen
Fig.57 CE-markering Cool Top Trail 20
11 | CE-conformiteitsverklaringen
22 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
Fig.58 CE-markering Cool Top Trail 24
CE-conformiteitsverklaringen | 11
9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL 23 / 25
Fig.59 UKCA-markering Cool Top Trail 20
11 | CE-conformiteitsverklaringen
24 / 25 9039408D_OI-II_Cool Top Trail 20-24_NL
Fig.60 UKCA-markering Cool Top Trail 24
Ident No. 9039408D • 12/2022 • Errors and omissions excepted • © Webasto Thermo & Comfort SE
Als u deze documentatie in een andere taal nodig hebt, neemt u contact op met uw plaatselijke Webasto-dealer. De di-
chtstbijzijnde dealer vindt u via:https://dealerlocator.webasto.com/nl-nl.
Om feedback (in het Engels of Duits) over dit document te geven, stuurt u een e-mail naar het Tech Doc / Translation
team: feedback2tdt@webasto.com
www.webasto.com
9039408D
Europe, Asia Pacific:
Webasto Thermo & Comfort SE
Postfach 1410
82199 Gilching
Germany
Company address:
Friedrichshafener Str. 9
82205 Gilching
Germany
UK only:
Webasto Thermo & Comfort UK Ltd
Webasto House
White Rose Way
Doncaster Carr
South Yorkshire
DN4 5JH
United Kingdom
Manufacturer:
HOUGHTON
Houghton leisure Products Pty Ltd.
Adelaide, S.A. Australia
Technical website: https://dealers.webasto.com
Only within Germany
Tel: 0395 5592 444
Mail: technikcenter@webasto.com
20

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Webasto Cool Top Trail 20-24 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Webasto Cool Top Trail 20-24 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 28.6 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Webasto Cool Top Trail 20-24

Webasto Cool Top Trail 20-24 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 26 pagina's

Webasto Cool Top Trail 20-24 Gebruiksaanwijzing - English - 24 pagina's

Webasto Cool Top Trail 20-24 Gebruiksaanwijzing - Français - 26 pagina's

Webasto Cool Top Trail 20-24 Gebruiksaanwijzing - Italiano - 26 pagina's

Webasto Cool Top Trail 20-24 Gebruiksaanwijzing - Espanõl - 27 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info