802141
11
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/14
Pagina verder
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
Dakairconditioner Gebruiksaanwijzing
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
I
Inhoudsopgave
1 Onderhouds- en veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
2 Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
3.1 Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
3.2 Inschakelen / Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3.3 Ventilatorsterkte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3.4 Temperatuurselectie met temperatuurregelaar, zonder verwarming (optie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3.5 Temperatuurselectie met temperatuurregelaar, met verwarming (optie Compact Cooler 8) . . . . . . . . . . . . . 6
3.6 Verseluchtklep (optie Compact Cooler 8) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3.7 Verwarming (optie Compact Cooler 8) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4 Maatregelen bij storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.1 Storingen in het airconditioning-/verwarmingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.2 Storingen in het koelmiddelcircuit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4.3 Storingen in het verwarmingscircuit (optie Compact Cooler 8) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4.4 Storingen van de compressoraandrijving (Compact Cooler 4E) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5 Vergunningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
6 Verwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
7 Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
1
1 Onderhouds- en veiligheidsaanwijzingen
Neem deze handleiding a.u.b. voor inbedrijfstelling aandachtig door en bewaar hem goed.
Let op de volgende aanwijzingen en voer de onderhoudswerkzaamheden regelmatig uit.
Installatieonderdeel Onderhoudswerkzaamheden Frequentie
maandelijks halfjaarlijks jaarlijks
Koelmiddelcircuit
Slangen Aansluitingen op goed vastzitten controleren, toe-
stand op beschadigingen onderzoeken
X
Aansluitingen Dichtheidscontrole met lekdetector uitvoeren X
Koelmiddelvulling Koelmiddelhoeveelheid bij het kijkglas controleren X
Condenswaterafvoer Opening op doorgang controleren en evt. reinigen X
Elektrisch Elektrische aansluitingen en connectors op onberis-
pelijke toestand en goed vastzitten controleren
X
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
2
ATTENTIE
Bij de optie verwarming (Compact
Cooler 8): de controle van het niveau van
de koelvloeistof alleen bij uitgeschakelde
Webasto-verwarming/airconditioning Com-
pact Cooler 8 uitvoeren. D. w.z., de 2/3-
standenschakelaar moet in de neutrale
stand staan.
1. De installaties moeten volgens de
inbouwaanwijzing worden ingebouwd.
2. Door de inbouw van de airconditioning
wordt de hoogte van het voertuig ver-
hoogd. Let a.u.b. op de in de voertuigpapie-
ren aangegeven hoogtematen en zorg
indien nodig voor de vergunning.
3. Treden fouten in het koelmiddelcircuit
op, dan moet de installatie door een geau-
toriseerd vakbedrijf worden gecontroleerd
en regulier worden onderhouden. In geen
geval mag het koelmiddel in de vrije atmos-
feer worden afgelaten (zie § 8, FCKW-
Halon-verbodsverordening van 06-05-
1991).
4. Montage-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden evenals de werkzaamhe-
den aan het koelmiddelcircuit moeten door
deskundig personeel uit geautoriseerde
werkplaatsen worden uitgevoerd. Zij
mogen uitsluitend bij stilstaande motor en
uitgeschakelde stroomvoorziening worden
uitgevoerd. Bij werkzaamheden aan de
elektrische bedrading dient de accu te
worden afgeklemd.
5. Bij het omgaan met koelmiddel dient vei-
ligheidskleding en een veiligheidsbril te
worden gedragen.
6. Onafhankelijk van de bedrijfsduur van de
installatie is ook een verlies aan koelmiddel
ondanks dichte leidingaansluitingen moge-
lijk. Bij relatief grote koelmiddelverliezen in
korte intervallen kan worden aangenomen
dat er een lekkage in de installatie aanwezig
is.
7. Voor onderhoudswerkzaamheden aan
het airconditioningcircuit dienen uitsluitend
de in de inbouwaanwijzing vermelde
bedrijfsmiddelen, speciaal gereedschap als
ook accessoire-onderdelen te worden
gebruikt.
8. Zoals alle onderdelen van een voertuig is
ook de airconditioning aan een constante
belasting blootgesteld. Om een onberispe-
lijke werking van de installatie te garande-
ren en om beschadigingen van de onderde-
len te voorkomen, moeten regelmatig de
voorgeschreven onderhoudswerkzaamhe-
den worden uitgevoerd.
9. In geval van garantieaanspraken aan
onderdelen, die aan onderhoud onderhevig
zijn, dient te worden aangetoond dat alle
voorgeschreven onderhoudswerkzaamhe-
den zijn uitgevoerd.
10. Onafhankelijk van het tijdschema in de
inbouwaanwijzing moeten binnen de eerste
4 weken na de eerste inbedrijfstelling van
de dakairconditioner alle apparaatbevesti-
gingen en de aansluitingen van de koelmid-
delleidingen op goed vastzitten worden
gecontroleerd.
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
3
11. Ook als de airconditioning niet wordt
bediend, kan een slijtage van afzonderlijke
componenten door normale veroudering of
belasting door het rijden optreden. Daarom
dienen de in het onderhouds- en service-
schema van de inbouwaanwijzing vermelde
controles onafhankelijk van de bedrijfsduur
van de installatie te worden uitgevoerd.
12. De filter-droger moet minstens eenmaal
per jaar worden vervangen. Bij werkzaam-
heden aan het koelmiddelcircuit moet de
filter-droger principieel worden vervangen
(bij Compact Cooler 5 Lite niet vereist).
13. Om het uitdrogen van asafdichtingen
van de koelmiddelcompressor of het gaan
vastzitten van bewegende onderdelen ten-
gevolge van olieverharsing te vermijden,
moet bij bedrijfspauzes minstens eenmaal
in de maand de airconditioning voor een
periode van ca. 15 minuten te worden inge-
schakeld. Voorwaarde: minimale buiten-
temperatuur > 5 °C bijv. verwarmde hal.
14. Er moet altijd op worden gelet, dat de in
de airconditioning opgenomen oliehoeveel-
heid met de aanduidingen in de inbouw-
aanwijzing overeenkomt.
15. Het reinigen van de condensor-, ver-
damper- of verwarmingwarmtewisselaarla-
mellen gebeurt bij geringe vervuiling met
perslucht tegen de normale luchtstroom-
richting. Bij sterke vervuiling of vettig beslag
moet eerst met een zeeploog of geschikte
reinigingsoplossing (niet agressief tegen
koper of aluminium) te reinigen en met
perslucht of waterstraal worden nabehan-
deld.
Attentie: gevaar op beschadiging bij sterke
water- of luchtstraal.
16. Bij voertuigreiniging met directe water-
straal op de airconditioning of bij reiniging
in de wasstraat moet de verseluchtklep
worden gesloten, verder moet de voertuig-
hoogte inclusief dakairconditioner in acht te
worden genomen.
17. De niet-naleving van de inbouwaanwij-
zing en de daarin opgenomen aanwijzingen
leiden tot uitsluiting van de aansprakelijk-
heid van de zijde van Webasto. Hetzelfde
geldt ook voor het niet vakkundig of niet
gebruiken van originele reserveonderdelen
bij het uitvoeren van reparaties.
18. De verse luchtklep (optie bij Compact
Cooler 8) dient in de winter gesloten te blij-
ven.
19. Bij het vullen van het verwarmingscir-
cuit met koelvloeistof (water/glycol) moet
erop worden gelet, dat deze langs de ont-
luchtingsklep van de installatie is ontlucht.
Het verdere vullen van het verwarmingscir-
cuit mag alleen bij draaiende motor worden
uitgevoerd.
20. Laat de airconditioning alleen werken,
als de behuizing en de leidingen onbescha-
digd zijn.
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
4
2 Algemeen
De airconditioning moet alleen bij draai-
ende voertuigmotor in bedrijf worden
genomen, omdat bij stilstaande voertuig-
motor de voertuigaccu wordt ontladen.
Is de airconditioning elektrisch zo aangeslo-
ten, dat bij uitgeschakelde voertuigmotor
het inschakelen van de ventilator mogelijk
is, vindt er geen koeling plaats. Het
werking zijn bij uitgeschakelde voertuigmo-
tor leidt tot een circulatie van de in het voer-
tuiginterieur aanwezige lucht.
Attentie, accuontlading!
De airconditioning kan alleen werken, als
deze met de in de inbouwaanwijzing voor-
geschreven vulhoeveelheid koelmiddel en
compressorolie gevuld is.
De temperatuurregeling van de airconditio-
ning zonder temperatuurregelaar gebeurt
langs de in de installatie aanwezige interne
vriesbeveiliging. Deze schakelt bij bereiken
van de verdampervriestemperatuur de com-
pressor uit. Daarbij draaien verdamper-
(radiaal) en compressorventilatoren (axiaal)
verder. Bij de Compact Cooler 5 Lite draait
alleen de verdamperventilator verder. Na
overschrijden van de schakeltemperatuur
van de interne vriesbeveiliging wordt de
compressor weer ingeschakeld.
Met de temperatuurregelaar (optie) kan een
gewenste interieurtemperatuur (10 tot
30 °C) worden ingesteld. Bij bereiken van
deze temperatuur wordt de compressor uit-
geschakeld. Daarbij draaien verdamper-
(radiaal) en compressorventilatoren (axiaal)
verder. Bij de Compact Cooler 5 Lite draait
alleen de verdamperventilator verder. De
interieurtemperatuur stijgt weer en schakelt
de compressor bij bereiken van de schakel-
temperatuur weer bij.
Voor het snelle afkoelen en ontvochtigen
van het voertuiginterieur bij hoge buiten-
temperatuur en zoninstraling is het zinvol,
de ventilator eerst in het circulatiebedrijf in
stand 3 te laten werken. Na bereiken van
een aangename interieurtemperatuur kan
de ventilator telkens afhankelijk van de bui-
tentemperatuur naar stand 2 of 1 worden
teruggezet.
Werd het voertuig sterk door zoninstraling
opgewarmd, wordt aangeraden, voor het
inschakelen van de airconditioning deuren
en vensters voor het ventileren te openen.
De elektrisch aangedreven airconditioning
Compact Cooler 4E kan zowel bij draai-
ende voertuigmotor of bij ingeschakeld
contact werken. Voor de werking bij inge-
schakeld contact beschikt de installatie over
een accuontlaadbeveiliging. Daalt de
boordspanning langer dan 10 seconden
naar onder de 20 volt, resp. bij overbelas-
ting van de E-motor (> 80 A/sec), wordt de
installatie automatisch uitgeschakeld. Een
vernieuwde inbedrijfstelling gebeurt door
opnieuw inschakelen.
Voor vragen met betrekking tot de inbouw
geeft uw serviceplaats u graag informatie.
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
5
3 Bediening
De bediening gebeurt met de AAN / UIT-
schakelaar in combinatie met de 3-standen-
schakelaar voor de overeenkomstige venti-
latorsterkte. Beide schakelaars hebben
geen inschakel- resp. positiecontrole. Opti-
oneel kan de gewenste temperatuur met de
temperatuurregelaar gekozen worden.
Optioneel wordt de ingebouwde verse
luchtklep met de 2-standenschakelaar
OPEN / DICHT bediend. In de geopende toe-
stand brandt het controlelampje in de scha-
kelaar (Compact Cooler 8).
Is de dakairconditioner Compact Cooler 8
met de verwarmingsoptie uitgerust, wordt
de verwarming met een gecombineerde
verwarmings-/airconditioningschakelaar
ingeschakeld. Een gecombineerde verwar-
mings-/aircoschakelaar (rechts onder) ver-
vangt de 2-standenschakelaar airconditio-
ning AAN/UIT (rechtsboven).
3.1 Bedieningselementen
!
Instellingsveranderingen aan de
temperatuurregelaar worden met
een tijdelijke vertraging uitge-
voerd.
Temperatuurrege-
laar (Optie)
Draaiknop voor
het instellen van
de kamertempe-
ratuur
3-standenschakelaar
ventilatorsterkte
2-standenschakelaar (Optie,
alleen Compact Cooler 8)
verseluchtklep OPEN / DICHT
met functieverlichting
3-standenschakelaar
(Optie, alleen Compact
Cooler 8)
Gecombineerde verwarmings-/
aircoschakelaar AAN / UIT / AAN
Temperatuurregelaar
wordt vervangen bij
optie met verwarming
(Compact Cooler 8)
Rood = VERWARMEN
Blauw= KOELEN
Bij 0-positie vindt geen tempe-
ratuurregeling plaats
AAN / UIT-schakelaar aircondi-
tioning
(wordt bij optie met verwar-
ming door verwarmings-/air-
coschakelaar vervangen (zie
hieronder))
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
6
3.2 Inschakelen /
Uitschakelen
3.3 Ventilatorsterkte
3.4 Temperatuurselectie met
temperatuurregelaar,
zonder verwarming
(optie)
3.5 Temperatuurselectie met
temperatuurregelaar,
met verwarming
(optie Compact Cooler 8)
3.6 Verseluchtklep
(optie Compact Cooler 8)
3.7 Verwarming
(optie Compact Cooler 8)
0
I
I - II - III
0
I
II
III
III III
0
I
0I
0 I - II - III
0
I
wordt vervangen door
combischakelaar
Verwarmen/Koelen
0
ca. 30 °C ca. 30 °C ... ca. 10 °C ca. 10 °C
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
7
4 Maatregelen bij storing
Bij optreden van een storing dient de zeke-
ring op werking en dienen de connectors
op onberispelijke toestand en goed vastzit-
ten te worden gecontroleerd.
4.1 Storingen in het aircondi-
tioning-/verwarmingssy-
steem
Mogelijke oorzaken:
defecte verdamper- of condensorventi-
lator (bij de Compact Cooler 5 Lite
alleen verdamperventilator)
vervuilde of verstopte luchtfilter,
condensor-, verdamper- of verwar-
mingswarmtwisselaarlamellen
(Compact Cooler 5 Lite zonder
condensor)
Koelmiddelverlies resp. te geringe
koelmiddelhoeveelheid in de installatie
Koelmiddelverlies resp. te geringe
vulling
Lucht in het koelwatercircuit (circuit via
ontluchtingsklep van de Compact
Cooler 8-installatie ontluchten)
Wordt er continue uitgeschakeld, dan dient
de installatie door een geautoriseerd vakbe-
drijf te worden gecontroleerd.
4.2 Storingen in het koelmid-
delcircuit
Treden fouten op in het koelmiddelcircuit,
dan moet de installatie door een geautori-
seerd vakbedrijf gecontroleerd en regulier
worden onderhouden. In geen geval mag
het koelmiddel in de vrije atmosfeer worden
afgelaten (§ 8, FCKW-Halon-verbods-veror-
dening van 06-05-91).
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
8
4.3 Storingen in het verwarmingscircuit (optie Compact Cooler 8)
Symptoom Mogelijke oorzaak Maatregel
Geen verwar-
mingsvermogen
Pomp draait niet Motor starten resp. aansluiting van de pomp controleren
Koelwater is nog koud Wachten, tot de motor de bedrijfstemperatuur bereikt heeft
Waterventiel gesloten Ventiel openen resp. als magneetklep gebruikt, elektrische
opname controleren
Waterleidingen gebogen of geklemd Foutoorzaak verwijderen, opheffen evt. lekkages
Waterpompdruk te gering Warmtewisselaar wordt niet met koelwater doorstroomd. Aan-
vullende pomp of pomp met hogere capaciteit inbouwen.
Verminderd ver-
warmingsvermo-
gen
Luchtvolumestroom van de ventilator te
gering
Hogere ventilatorstand kiezen
Waterdoorstroomhoeveelheid door de warm-
tewisselaar te gering
Geknikt of geplet aangelegde waterleiding
Slangen opnieuw aanleggen. Te geringe waterpompdruk (maat-
regel zie boven). Afhankelijk van de systeemopname evt. water-
ventiel aan voertuigzijde openen.
Lucht in de warmtewisselaar Ontluchten via ventiel op de verwarmingswarmtewisselaar
Koelmiddel treedt
naar buiten
(water/glycol) bij
de dakairconditio-
ner
Slangaansluiting te los Bevestiging van de slangleidingen controleren en slangklemmen
vasttrekken
Waterslang beschadigd Nieuwe slang aanleggen en aansluiten
Warmtewisselaar beschadigd Origineel reserveonderdeel inbouwen en aansluiten
(Attentie: veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!)
Compact Cooler 4E / 5 / 5 Lite / 8
9
4.4 Storingen van de compressoraandrijving (Compact Cooler 4E)
Symptoom Mogelijke oorzaak Maatregel
Compressor draait
niet
Boordspanning onder de 20 V Voertuigmotor inschakelen en accu opladen
Overbelastingsbeveiliging heeft gereageerd Airconditioning uit- en opnieuw inschakelen.
Treedt de fout herhaaldelijk op, dient te serviceplaats te
worden bezocht
Elektromotorbeveiliging 75 A heeft gereageerd
Elektromotorbeveiliging controleren, evt. vervangen
Compressor draait
niet bij uitgeschakelde
voertuigmotor
Installatie is alleen voor bedrijf bij draaiende
voertuigmotor geschakeld
Voertuigmotor inschakelen
Elektromotortemperatuur boven de 96 °C Installatie uitschakelen, laten afkoelen en opnieuw
inschakelen
11

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Webasto Compact Cooler 5 Lite bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Webasto Compact Cooler 5 Lite in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0.15 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Webasto Compact Cooler 5 Lite

Webasto Compact Cooler 5 Lite Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 18 pagina's

Webasto Compact Cooler 5 Lite Gebruiksaanwijzing - English - 13 pagina's

Webasto Compact Cooler 5 Lite Gebruiksaanwijzing - Français - 13 pagina's

Webasto Compact Cooler 5 Lite Gebruiksaanwijzing - Italiano - 13 pagina's

Webasto Compact Cooler 5 Lite Gebruiksaanwijzing - Espanõl - 14 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info