12
Het gebruik van de koolstoffilters is noodzakelijk als men de kap gebruikt als recirculatiekap.
Houdt u aan de bepalingen in de documentatie bij de koolstoffilter wat betreft de montage, het gebruik
en de wijze om te regenereren/vervanging.
Niet-regenereerbare koolstoffilters:
Het is aanbevolen om de koolstoffilters na ongeveer 300-400 gebruiksuren van de kookplaat te
vervangen. De niet-regenereerbare koolstoffilters kunnen niet gereinigd of geregenereerd
worden, maar moeten worden vervangen als ze opgebruikt zijn.
DE LAMPEN VERVANGEN (indien aanwezig)
Vervang de lampen altijd door andere lampen met dezelfde elektrische kenmerken.
Vooraleer de lampen te vervangen, moet men controleren of ze KOUD zijn en volledig van
de elektrische voeding zijn losgekoppeld.
Volg de fasen aangegeven in de afbeeldingen serie L.
Herstel de elektrische voeding.
Als de verlichting niet zou werken, moet men controleren of de lampen correct zijn
ingebracht.
REINIGEN
Om de afzuigkap in goede staat te houden, kunt u de volgende instructies volgen.
Wees er zeker van dat de stroomtoevoer is afgesloten.
Gebruik voor het schoonmaken van de buitenkant van de wasemkap een oplossing van water en neutrale,
vloeibare zeep. Het reinigingsmiddel mag absoluut geen schuurmiddel bevatten omdat dat het oppervlak kan
beschadigen. Breng de oplossing op een zachte doek aan en wrijf de doek met lichte druk in de richting van
de gepolijste structuur.
Giet nooit vloeistoffen rechtstreeks op de wasemkap.
De gebruikte doek dient uiteraard vrij te zijn van scherpe delen, zoals knopen, om krassen te voorkomen.
Gebruik van grove schuurmiddelen of spiritus dient te worden vermeden omdat daarmee krassen kunnen
worden veroorzaakt.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ondeskundige reiniging of het gebruik van niet
geschikte reinigingsmiddelen en/of –methoden.
Wees extra alert tijdens het schoonmaken van de afzuigkap, als u in de buurt bent van het
bedieningspaneel om per ongeluk aanzetten te voorkomen.
STORINGEN
Indien de afzuigkap niet correct op de bediening reageert, moet men de spanning naar de kap
gedurende ongeveer 1 minuut wegnemen door de voedingsstekker uit te trekken of de
veiligheidsschakelaar uit te schakelen en vervolgens de aansluiting herstellen.
Indien de kap abnormaal lijkt te reageren, moet men de procedure voor nulstelling van de filters
raadplegen met betrekking tot de bediening het product aanstuurt (zie hoofdstuk WERKING EN
GEBRUIK).
Indien de aanzuigkwaliteit is verminderd, gelieve te controleren of de schoonmaak interventies van de
vetfilters zijn gerespecteerd.
Controleer of er geen externe objecten per ongeluk zijn opgezogen (zoals schoonmaakdoekjes).