rende of passerende medeweggebruikers in de
gaten houdt.
Parkeerhulp
De parkeerhulpcamera is alleen bedoeld als hulp-
middel, zodat u altijd eindverantwoordelijk blijft bij
het achteruitrijden. Wanneer er obstakels in de
dode hoeken van de camera zitten, zal het systeem
ze niet kunnen ontdekken. Houd mensen en dieren
in de buurt van de auto daarom in de gaten.
BELANGRIJK
Overzicht interieur
Gebruik de rijmodus OFF ROAD niet bij ritten met
een aanhanger zonder trekhaakaansluiting. Anders
bestaat het risico dat de veerbalgen beschadigd
raken.
Overzicht interieur
De head-updisplaymodule* die de informatie pro-
jecteert zit boven in het dashboard. Leg geen voor-
werpen op het dekglas van de head-updisplaymo-
dule om schade aan het dekglas tegen te gaan en
zorg dat er evenmin voorwerpen op het dekglas
kunnen vallen.
Middendisplay
Zorg dat de microvezeldoek die u gebruikt voor het
reinigen van het middendisplay geen zand en der-
gelijke bevat. Krassen op het display zijn anders
niet uitgesloten. Breng alleen lichte druk aan op het
scherm bij het reinigen van het display. Bij te hard
drukken kan het display beschadigd raken.
Spuit geen vloeistoffen of bijtende chemicaliën
rechtstreeks op het middendisplay. Gebruik geen
ruitenreiniger, reinigingsmiddelen, sprays, oplosmid-
delen, alcoholen, ammonia-oplossingen of schu-
rende reinigingsmiddelen. Gebruik nooit schurende
poetsdoeken, papieren handdoeken of zijdepapier,
omdat dit aanleiding kan geven tot krassen op het
middendisplay.
Opladen
Sluit de laadkabel nooit aan wanneer er gevaar voor
blikseminslag dreigt. Plaats om lakschade te voor-
komen bij hevige storm bijvoorbeeld de afdekking
van de laadaansluiting dusdanig dat deze niet
tegen het lakwerk aankomt. Koppel de laadkabel
nooit tijdens het opladen los van het 230V-contact
– het gevaar bestaat dan dat het 230V-contact
beschadigd raakt. Beëindig altijd eerst de oplading
en koppel daarna de laadkabel los – eerst van de
laadaansluiting van de auto en daarna van het
230V-contact. Niet alleen om schade aan het sys-
teem tegen te gaan maar ook om te voorkomen dat
de oplading onbedoeld wordt beëindigd.
Opladen
Het is niet toegestaan om stekkerdozen, overspan-
ningsbeveiligingen en dergelijke te gebruiken in
combinatie met de laadkabel, omdat dit aanleiding
kan geven tot brand, elektrische schokken enzo-
voort. U mag uitsluitend een adapter tussen het
230 V-contact en de laadkabel gebruiken, als op de
adapter staat aangegeven dat deze voldoet aan
IEC 61851 en IEC 62196. Voor de Chinese markt
geldt dat u geen adapter tussen het 230V-contact
en de laadkabel mag gebruiken.
Opladen
De regeleenheid niet met water overspoelen of in
water onderdompelen. Stel de regeleenheid en de
bijbehorende stekker niet bloot aan direct zonlicht.
De beveiliging tegen oververhitting van de stekker
kan anders de oplading van de hybride-accu
begrenzen of beëindigen. Controleer of het 230V-
contact voldoende stroom kan leveren om een elek-
trische auto op te laden – laat bij twijfel het contact
controleren door een vakman. Is de stroomsterkte
van het contact niet bekend – stel dan de laagste
stroomsterkte in op de regeleenheid.
Rugleuning achterbank omlaagklappen
Zorg dat zich geen mensen of voorwerpen op de
achterbank bevinden. De veiligheidsgordels mogen
evenmin zijn ingestoken. Het geïntegreerde kinder-
zitje*/de middenarmsteun* op de middelste zit-
plaats moet respectievelijk zijn ingeklapt of opge-
klapt.
Rechter stuurhendel
Alvorens de wisserbladen in de servicestand te zet-
ten moet u controleren of ze niet vastgevroren zijn.
Als de wisserarmen in de servicestand van de voor-
ruit af zijn gehaald, moeten u ze tegen de voorruit
terugklappen alvorens de wissers te activeren. Dit
om lakschade aan de motorkap tegen te gaan.
Klimaatregeling
Bij een te lage interieurtemperatuur is inschakeling
van de stoelventilatie niet mogelijk. Dit om te voor-
komen dat de passagier op de bewuste stoel
onderkoeld raakt.
Aansluitingen
U kunt maximaal 10 A (120 W) via de 12V-aanslui-
tingen afnemen bij gebruik van één aansluiting in
de tunnelconsole tegelijk. Bij gelijktijdig gebruik van
beide aansluitingen in de tunnelconsole geldt een
waarde van 7,5 A (90 W) per aansluiting. U kunt
maximaal 10 A (120 W) afnemen via de 12V-aan-
sluiting in de bagageruimte. U kunt maximaal
150 W afnemen via de 230V-aansluiting.
N.B.
Overzicht exterieur
De transpondersleutelfuncties kunnen hinder
ondervinden van elektromagnetische velden en
afschermingen. Bewaar de transpondersleutel niet
te dicht in de buurt van metalen voorwerpen of
elektronische apparaten zoals mobiele telefoons,
tablets, laptops of laders – op een afstand kleiner
dan 10-15 cm.
Overzicht exterieur
Elektrische achterklepbediening: Om oververhitting
tegen te gaan wordt het systeem na langdurig en
continu gebruik automatisch even uitgeschakeld.
Zo'n 2 minuten later is het opnieuw klaar voor
gebruik. Wanneer er een dikke laag sneeuw, ijs en
vuil en dergelijke op de achterbumper zit, gelden er
mogelijk systeembeperkingen of werkt het systeem
helemaal niet. Zorg daarom dat u het gebied
schoonhoudt.
Overzicht interieur
De rijmodus Off road is niet geschikt voor gebruik
op de openbare weg.
Overzicht interieur
Na een koude start is het stationaire toerental ver-
hoogd ongeacht buitentemperatuur. Het is onder-
deel van Volvo's effectieve uitlaatgasreiniging.
Overzicht interieur
Bij activering van het Forward Collision Warning*
wordt de informatie op het head-updisplay vervan-
gen door een grafische voorstelling voor Forward
Collision Warning*. Deze grafische voorstelling ver-
schijnt ook als het head-updisplay is uitgeschakeld
Bij het gebruik van een polaroidbril, een zithouding
waarbij u niet goed in het midden van de stoel zit,
voorwerpen op het dekglas van de displaymodule,
ongunstige lichtomstandigheden is de informatie
op het head-updisplay mogelijk minder goed zicht-
baar.
Bepaalde gezichtsafwijkingen kunnen bij gebruik
van het head-updisplay aanleiding geven tot hoofd-
pijn en vermoeide ogen.
Opladen
Gebruik een door Volvo aanbevolen laadkabel die
voldoet aan de normen GB/T 20234.1-2011 en
GB/T 20234.2- 2011 (China) respectievelijk
IEC 62196 en IEC 61851 (overige markten), omdat
een dergelijke kabel voorzien is van temperatuur-
controle.
Opladen
Ontgrendel altijd de auto om het laden te onderbre-
ken voordat u de stekker uit het 230V-contact
haalt.
Opladen
De laadkabel onthoudt de laatst ingestelde laad-
stroom. Het is daarom belangrijk dat u de instelling
aanpast, als u de volgende keer dat er wordt opge-
laden een ander 230V-contact gebruikt.
Stuurwiel
Als u net van rijstijl bent veranderd, zijn bepaalde
afwijkingen bij het berekenen van afstand mogelijk.
Klimaatregeling
Het is niet mogelijk om de verwarming/koeling te
versnellen door een hogere/lagere temperatuur te
kiezen dan de gewenste.
Klimaatregeling
Preconditioning is alleen mogelijk, wanneer de auto
is aangesloten op een stopcontact (geldt voor een
verwarming op stroom). Bij gebruik van een laad-
paal die bijvoorbeeld vanwege een timerfunctie niet
continu actief is, werkt de preconditioning mogelijk
niet. Als de auto niet is aangesloten op een stop-
contact, is het bij warm weer toch mogelijk om het
interieur kortstondig te koelen door de preconditio-
ning direct te starten. Houd de portieren en ruiten