8
STARTEN EN RIJDEN
Alcoholslot*
400
Alcoholslot* omzeilen
400
Alvorens een motor met alcoholslot
te starten
400
Contactslotstanden
401
Motor starten
402
Auto afzetten
404
Stuurslotfout
404
Starthulp met andere accu
404
Versnellingsbak
406
Schakelstanden van automatische
versnellingsbak
406
Schakelindicator*
408
Keuzehendelblokkering
409
Schakelen met stuurpaddles*
410
Start/Stop
411
Start/Stop-systeem gebruiken
411
Voorwaarden voor Start/Stop-systeem
413
Rijmodi*
415
Rijmodus ECO
417
Niveauregeling* en schokdemping
419
Vierwielaandrijving*
421
Remsystemen
421
Rempedaal
421
Noodremlichten
423
Remversterker
423
Automatisch remmen na een aanrijding
424
Parkeerrem
424
Parkeerrem gebruiken
425
Bij een storing in de parkeerrem
427
Hellingrem
427
Automatische rem bij stilstand
428
Lagesnelheidsregeling*
429
Afdalingsremregeling*
430
Doorwaaddiepte
431
Oververhitting van motor en aandrijving
432
Overbelasting van de startaccu
433
Voorbereidingen voor een lange rit
433
Rijden tijdens de winter
434
Tankvulklep openen/sluiten en tanken
435
Hanteren van brandstof
436
Benzine
437
Dieselolie
438
Wanneer u de tank leegrijdt van een
dieselmodel
439
Roetfilter
440
Zuinig rijden
441
Trekhaak*
441
In- en uitklapbare trekhaak*
442
Specificaties van de trekhaak*
444
Rijden met aanhanger
445
Rijden met een aanhanger in speci-
ale omstandigheden
447
Aanhangerstabilisering*
448
Sleepoog
449
Slepen
450
Auto bergen
451