5
Elektrische stoelventilatie* activeren/
deactiveren
199
Elektrische stuurverwarming* active-
ren/deactiveren
200
Parkeerklimaat*
201
Preconditioning* inschakelen/
uitschakelen
202
Timer voor preconditioning*
203
Timer voor preconditioning* instellen
203
Timer voor preconditioning* active-
ren/deactiveren
205
Handhaving klimaatcomfort inscha-
kelen/uitschakelen*
206
Symbolen en meldingen voor par-
keerklimaat*
207
Verwarming*
208
Standverwarming*
209
Extra verwarming*
210
LAAD- EN
OPBERGMOGELIJKHEDEN
Auto-interieur
212
Tunnelconsole
213
elektrische aansluiting
214
Aansteker gebruiken*
218
Asbakken* legen
218
Dashboardkastje gebruiken
219
Zonnekleppen
219
Bagageruimte
220
Bagage vervoeren
220
Verankeringsogen
222
Draagtashouders
222
Bagagerolhoes
223
Bagagenet
225
Veiligheidsrek*
227
SLOTEN EN ALARM
Transpondersleutel
232
Bereik transpondersleutel
234
Red Key - Transpondersleutel met
beperkte functionaliteit*
235
Locatie antennes voor start- en ver-
grendelingssysteem
236
Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de
buitenzijde
237
Aanduiding bij vergrendeling/
ontgrendeling van de auto
239
Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de
binnenzijde
241
Safelock-functie
242
Achterklep vergrendelen/ontgrendelen
243
Privacy locking activeren/deactiveren
245
Afneembaar sleutelblad
246
Vergrendelen/ontgrendelen met
afneembaar sleutelblad
247
Elektrische achterklepbediening*
249
Achterklep openen/sluiten met
schopbeweging*
252
Batterij in transpondersleutel vervangen
254
Elektronische startblokkering
257
Kinderslot
258
Alarm
259
Automatische activering/heractive-
ring van het alarm
261