10 Infotainment
Functies audiosysteem
10
}}
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
259
Treble en Equalizer) dienen uitsluitend om u
de mogelijkheid te bieden de geluidsweer-
gave naar wens af te stellen.
Geluidsregeling
1.
Druk op de toets SOUND
.
2. Druk net zolang op de toets SOUND tot-
dat de aanduiding van de functie ver-
schijnt die u wilt bijregelen. U hebt de
keuze uit
LAGE TONEN, HOGE TONEN,
FADER, BALANS, MIDDEN* of
SURROUND*.
3. Regel het niveau bij met de knop
SELECTOR
. Op het display verschijnt
een schaal van MIN tot MAX. De functie
is normaal gesproken op de middelste
stand afgesteld.
N.B.
U kunt het niveau van de middenluidspre-
ker alleen bijregelen, als u voor Dolby Pro
Logic II (
DPL II) of driekanaals stereoweer-
gave (3-CH) hebt gekozen in het menu.
Programmatype Displaytekst
Lage tonen
LAGE
TONEN
Hoge tonen
HOGE
TONEN
Balans tussen luidspre-
kers links en rechts
BALANS
Balans tussen luidspre-
kers voor en achter
FADER
Niveau voor de midden-
luidspreker
MIDDEN*
Niveau voor ‘Ambient
Surround Sound’
SURROUND*
Surround*
De Surround-instellingen zijn bepalend voor
het ruimtelijke effect van de geluidsweergave.
De instellingen voor de verschillende geluids-
bronnen alsmede de activering en deactive-
ring ervan worden elk apart vastgelegd.
Het symbool
op het display geeft aan dat
Dolby Pro Logic II actief is. De Surround-
functie kent drie verschillende standen:
•
Pro Logic II
•
3 kanalen
•
Uit Tweekanaals stereo
Surround-functie activeren/deactiveren
1.
Druk op MENU, ga naar
AUDIOMODUS
en druk op ENTER.
2.
Kies voor
SURROUND en druk op
ENTER.
3.
Kies voor
Pro Logic II, 3 kanalen of Uit
en druk op ENTER.
Dolby Surround Pro Logic II is het han-
delsmerk van Dolby Laboratories Licensing
Corporation. Dolby Pro Logic II Surround
System is vervaardigd onder licentie van
Dolby Laboratories Licensing Corporation.