VEILIGHEID
}}
67
N.B.
Laat een kinderzitje nooit los in de auto lig-
gen. Bevestig het altijd volgens de instruc-
ties voor het kinderzitje, ook als u het niet
gebruikt.
N.B.
Het voor langere tijd monteren en gebrui-
ken van het kinderzitje kan leiden tot slij-
tage aan het interieur van de auto. Volvo
adviseert om gebruik te maken van het
accessoire trappelbescherming om het
interieur van de auto te beschermen.
Op voorstoel monteren
•
Controleer bij montage van tegen de rij-
richting in geplaatste kinderzitjes of de
passagiersairbag gedeactiveerd is.
•
Controleer bij montage van in de rijrichting
geplaatste kinderzitjes of de passagiers-
airbag geactiveerd is.
•
Gebruik alleen door Volvo geadviseerde
kinderzitjes met een universele of semi-
universele goedkeuring waarbij uw auto
op de lijst van compatibele auto's staat.
•
ISOFIX-kinderzitjes zijn alleen te monte-
ren, wanneer de auto is uitgerust met een
ISOFIX-console
3
(accessoire).
•
Als het kinderzitje voorzien is van onderste
bevestigingsbanden, adviseert Volvo u om
deze aan de onderste bevestigingspunten
vast te zetten
3
.
•
Als het kinderzitje met steunbenen is uit-
gerust, moet het steunbeen/moeten de
steunbenen altijd rechtstreeks op de vloer
worden geplaatst. Plaats steunbenen
nooit op een voetensteun of een ander
voorwerp.
•
Om de montage van kinderzitjes te ver-
eenvoudigen kunt u gebruikmaken van
een ISOFIX-geleider.
Op achterbank monteren
•
Gebruik alleen door Volvo geadviseerde
kinderzitjes met een universele of semi-
universele goedkeuring waarbij uw auto
op de lijst van compatibele auto's staat.
•
Het is niet toegestaan om kinderzitjes met
steunbenen op de middelste zitplaats te
monteren.
•
De buitenste zitplaatsen zijn uitgerust met
ISOFIX-systeem en goedgekeurd voor i-
Size
4
.
•
De buitenste zitplaatsen zijn uitgerust met
bevestigingspunten bovenaan. Volvo advi-
seert u om de bovenste bevestigingsban-
den door de hoofdsteunopening te halen
alvorens ze vast te zetten aan de bevesti-
gingspunten. Volg de adviezen van de pro-
ducent van het kinderzitje op, als dit niet
mogelijk is.
•
Verstel na het vastzetten van eventuele
onderste bevestigingsbanden van een kin-
derzitje in de onderste bevestigingspunten
de desbetreffende stoel niet meer. Vergeet
niet om bij het demonteren van een kin-
derzitje ook altijd eventuele onderste
bevestigingsbanden te verwijderen.
•
Als het kinderzitje met steunbenen is uit-
gerust, moet het steunbeen/moeten de
steunbenen altijd rechtstreeks op de vloer
worden geplaatst. Plaats steunbenen
nooit op een voetensteun of een ander
voorwerp.
3
Het aanbod aan accessoires verschilt per markt.
4
Verschilt per markt.