12
WIELEN EN BANDEN
Banden
550
Maataanduiding voor banden
552
Maataanduiding voor wielen
553
De draairichting van de banden.
553
Slijtage-indicator van banden
554
Bandenspanning controleren
554
Bandenspanning aanpassen
555
Aanbevolen bandenspanning
556
Bandenspanningscontrolesysteem*
557
De nieuwe bandenspanning
opslaan in het controlesysteem*
559
Bandenspanningsstatus op het
middendisplay* bekijken
560
Maatregel bij een waarschuwing
voor een lage bandenspanning
560
Meldingen voor bandenspannings-
controle*
561
Wiel vervangen
562
Gereedschapsset
564
Krik*
564
Wielbouten
565
Reservewiel*
566
Reservewiel gebruiken*
567
Winterbanden
567
Sneeuwkettingen
568
Noodreparatieset voor banden
569
Noodreparatieset voor banden
gebruiken
570
Band oppompen met compressor
uit reparatieset voor banden
574
LAADMOGELIJKHEDEN,
OPBERGMOGELIJKHEDEN EN
INTERIEUR
Auto-interieur
576
Tunnelconsole
577
Aansteker* gebruiken
578
Asbak* legen
578
Stroomaansluitingen
579
Elektrische aansluitingen gebruiken
579
Dashboardkastje gebruiken
581
Zonnekleppen
582
Bagageruimte
582
Adviezen voor het vervoer van bagage
583
Lading vervoeren op het dak en op
lastdragers
584
Draagtashouders
584
Verankeringsogen
585
Doorsteekluik in achterbank*
585
Laadvloer omhoogklappen
586
Opvouwbare laadvloer* losnemen
587
Bagagenet monteren en demonteren*
588
Hoedenplank demonteren en
opbergen
590
EHBO-set*
591
Gevarendriehoek
591