04 Klimaat
04
132
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Algemene informatie over de
klimaatregeling
De auto is voorzien van elektronische klimaat-
regeling (p. 138). De klimaatregeling zorgt
ervoor dat de lucht in het interieur gekoeld,
verwarmd of van vocht ontdaan wordt.
N.B.
Airconditioning (AC) (p. 142) uitschakelen,
maar voor optimaal klimaatcomfort in de
passagiersruimte en om te voorkomen dat
de ruiten beslaan dient u de airconditio-
ning altijd te laten aanstaan.
Waar u op moet letten
•
Voor optimale werking van de airconditio-
ning moet u de zijruiten en een schuifdak*
gesloten houden.
•
Bij warm weer kunt u de doorluchtfunctie
(p. 187) gebruiken om alle zijruiten tege-
lijk korte tijd te openen en weer te sluiten
en op die manier snel voor frisse lucht in
de auto te zorgen.
•
Veeg sneeuw en ijs van de luchtinlaat
voor de klimaatregeling (de opening tus-
sen de motorkap en de voorruit).
•
In warme weersomstandigheden kan er
ter hoogte van de airconditioning een
plasje water onder de auto ontstaan. Dit
is volkomen normaal.
•
Wanneer de motor het maximale vermo-
gen nodigt heeft (bijvoorbeeld als u
volgas optrekt), is het mogelijk dat de air-
conditioning tijdelijk wordt uitgeschakeld.
Er kan dan een tijdelijke temperatuurstij-
ging optreden.
•
Maak in eerste instantie gebruik van de
ontwasemingsfunctie (p. 143) om con-
dens van de binnenkant van de ruiten te
verwijderen. Houd de binnenzijde van de
ruiten schoon om het risico te beperken
dat ze beslaan.
Auto’s met Start/Stop*
Bij automatische motorstop (p. 286) gelden
er mogelijk beperkingen voor de werking van
bepaalde apparatuur (zoals het ventilatortoe-
rental (p. 141) van de klimaatregeling).
Auto’s met ECO*
Als de functie ECO (p. 295) wordt geacti-
veerd, kan de functie van bepaalde uitrusting
tijdelijk worden gereduceerd of uitgescha-
keld, bijvoorbeeld de airconditioning (p. 142).
N.B.
Bij activering van de ECO-functie worden
enkele parameters in de instellingen van
de klimaatregeling gewijzigd en gelden
functiebeperkingen voor bepaalde elektri-
sche verbruikers. Bepaalde instellingen zijn
handmatig te herstellen, maar de volledige
functionaliteit is alleen te verkrijgen door
de ECO-functie te deactiveren.
Gerelateerde informatie
•
Werkelijke temperatuur (p. 133)
•
Menu-instellingen - klimaat (p. 136)
•
Elektronische klimaatregeling, ECC
(p. 138)
•
Luchtverdeling passagiersruimte (p. 136)
•
Luchtkwaliteit (p. 133)