||
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
74
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Waarschuwing, portieren niet gesloten
Als een van de portieren niet goed dichtstaat,
gaat het informatie- of waarschuwingssym-
bool branden en verschijnt er een verklarende
afbeelding op het informatiedisplay. Breng de
auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit
het portier dat openstaat.
Als de auto met een snelheid van
maximaal 7 km/h rijdt, gaat het infor-
matiesymbool branden.
Als de auto met een snelheid van
maximaal 7 km/h rijdt, gaat het waar-
schuwingssymbool branden.
Als de motorkap
10
niet goed dichtstaat, gaat
het waarschuwingssymbool branden en ver-
schijnt er een verklarende afbeelding op het
informatiedisplay. Breng de auto zo spoedig
mogelijk tot stilstand en sluit de motorkap.
Als de achterklep niet goed dichtstaat, gaat
het informatiesymbool branden en verschijnt
er een verklarende afbeelding op het informa-
tiedisplay. Breng de auto zo spoedig mogelijk
tot stilstand en sluit de achterklep.
Gerelateerde informatie
•
Instrumentenpaneel (p. 67)
•
Instrumentenpaneel - betekenis waar-
schuwingssymbolen (p. 74)
•
Instrumentenpaneel, digitaal - overzicht
(p. 68)
Instrumentenpaneel - betekenis
waarschuwingssymbolen
De waarschuwingssymbolen attenderen u
erop dat de bijbehorende belangrijke functies/
systemen ingeschakeld zijn of dat er ernstige
storingen of gebreken zijn opgetreden.
Waarschuwingssymbolen
Symbool Betekenis
Lage oliedruk
A
Parkeerrem ingeschakeld,
digitaal instrument
Parkeerrem ingeschakeld,
analoog instrument
Airbags (SRS)
Gordelwaarschuwing
Dynamo laadt niet bij
Storing in remsysteem
Waarschuwing
A
Bepaalde motorvarianten hebben geen systeem dat waar-
schuwt bij het wegvallen van de oliedruk. Bij auto’s met
dergelijke motorvarianten is het symbool voor een geringe
oliedruk niet in gebruik. In plaats daarvan wordt via een
displaymelding gewaarschuwd voor een lage oliedruk.
Voor meer informatie, zie Motorolie - algemeen (p. 369).
Lage oliedruk
Als het symbool tijdens het rijden oplicht, is
de druk van de motorolie te laag. Zet de
motor onmiddellijk af en controleer het motor-
oliepeil. Vul zo nodig olie bij. Als het symbool
oplicht terwijl het oliepeil in orde is, moet u
contact opnemen met een werkplaats. Volvo
adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo-
werkplaats bezoekt.
Parkeerrem ingeschakeld
Het symbool brandt continu, wanneer u de
parkeerrem hebt aangezet. Het symbool knip-
pert tijdens het aanzetten en gaat daarna
continu branden.
Een knipperend symbool in een andere situ-
atie wijst op een storing. Lees de melding op
het informatiedisplay.
Voor meer informatie, zie Parkeerrem
(p. 300).
Airbags (SRS)
Als het symbool tijdens het rijden oplicht of
blijft branden, is er een storing geregistreerd
in de gordelsluiting of in het SRS-, SIPS- of
IC-systeem. Rijd de auto zo spoedig mogelijk
naar een werkplaats om het systeem te laten
controleren. Volvo adviseert dat u daarvoor
een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
10
Alleen auto’s met alarm*.