||
10 Onderhoud en service
10
380
1. Steek de transpondersleutel in het con-
tactslot
13
en druk kort op de START/
STOP ENGINE-knop om het elektrische
systeem van de auto in de sleutelstand I
te zetten. Voor gedetailleerde informatie
over sleutelstanden, zie Sleutelstanden -
functies in verschillende standen (p. 81).
2. Druk opnieuw kort op de START/STOP
ENGINE-knop om het elektrische sys-
teem van de auto in de sleutelstand 0 te
zetten.
3. Beweeg binnen 3 seconden de rechter
stuurhendel omhoog en houd deze
ca. 1 seconde in deze stand.
> De ruitenwisserarmen gaan dan verti-
caal staan.
De wisserbladen keren terug naar de begin-
stand met een korte druk op de START/
STOP ENGINE-knop om het elektrische sys-
teem van de auto in de sleutelstand I te zet-
ten (of bij het starten van de auto).
BELANGRIJK
Als de wisserarmen in de servicestand van
de voorruit af zijn gehaald, moeten ze
tegen de voorruit worden teruggeklapt
voordat de wissers weer naar de oor-
spronkelijke stand terug mogen keren. Dit
gebeurt om te voorkomen dat de lak op de
motorkap beschadigd raakt.
Wisserbladen vervangen
Klap de wisserarm omhoog als deze in de
servicestand staat. Druk op de knop die
op de wisserbladhouder zit en trek het
wisserblad evenwijdig aan de wisserarm
los.
Duw het nieuwe wisserblad zo ver naar
binnen dat u een klik hoort.
Controleer of het blad goed vastzit.
4. Klap de wisserarm terug op de voorruit.
De wisserbladen keren terug vanuit de servi-
cestand naar de beginstand met een korte
druk op de START/STOP ENGINE-knop om
het elektrische systeem van de auto in de
sleutelstand I te zetten (of bij het starten van
de auto).