WIELEN EN BANDEN
* Optie/accessoire.
348
Bandenspanningscontrole (TPMS)*
8
- adviezen
Adviezen voor bandenspanningscontrole TPMS
(Tyre Pressure Monitoring System).
•
Volvo adviseert TPMS-sensoren te laten
monteren op alle wielen (zomer- en winter-
banden) van de auto.
•
Volvo raadt het af sensoren van het ene wiel
over te zetten op een ander wiel.
•
Het reservewiel is niet voorzien van een
TPMS-sensor.
•
Bij gebruik van een reservewiel of ander wiel
zonder TPMS-sensor verschijnt de foutmel-
ding
Bandensp.systeem Service vereist
op het instrumentenpaneel.
•
Controleer het systeem altijd na het verwis-
selen van wielen om er zeker van te zijn dat
de vervangende wielen compatibel zijn met
het systeem.
•
Bij aanpassing van een van de wielen of ver-
huizing van de TPMS-sensor naar een ander
wiel moeten afdichting, moer en ventielinzet-
stuk worden vervangen.
•
Bij montage van een TPMS-sensor moet de
auto minstens 15 minuten hebben stilge-
staan, omdat anders een foutmelding op het
instrumentenpaneel verschijnt.
WAARSCHUWING
Houd bij het oppompen van een band met
TMPS het mondstuk recht tegen het ventiel
aan om het ventiel niet te beschadigen.
N.B.
•
Plaats na het oppompen van een band
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
•
Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen
ventieldopjes kunnen roesten en zijn
moeilijk los te draaien.
N.B.
Als u een andere bandenmaat wilt monteren,
moet het TPMS geherconfigureerd wordt.
Neem voor meer informatie contact op met
een Volvo-dealer.
Gerelateerde informatie
•
Bandenspanningscontrole* (p. 345)
Bandenspanningscontrole (TPMS)*
9
- bij een lage bandenspanning
Wanneer de bandenspanningscontrole TPMS
(Tyre Pressure Monitoring System) waarschuwt,
is de bandenspanning in een of meer banden
van de auto te laag.
Als een bandenspanningsmelding is verschenen
en het controlelampje voor TPMS brandt:
1. Controleer met een manometer de banden-
spanning in de aangegeven band(en).
2. Pomp de band(en) op tot de juiste spanning
zoals aangegeven op de bandenspannings-
sticker op de B-stijl aan bestuurderszijde
(tussen voor- en achterportier).
3. Om de melding te verwijderen moet u soms
enkele minuten in de auto rijden op een
snelheid hoger dan 30 km/h (20 mph). In
dat geval dooft het controlelampje voor
TPMS ook.
8
Standaard op bepaalde markten.
9
Standaard op bepaalde markten.