VEILIGHEID
}}
* Optie/accessoire.
53
Verkeerde positie: de gordel mag niet naast de schou-
der lopen.
Zorg alvorens weg te rijden dat:
•
de geïntegreerde zittingverhoger met twee
standen correct ingesteld zie tabel (p. 53)
en vergrendeld is
•
de veiligheidsgordel goed strak langs het
lichaam van het kind loopt en nergens slap
hangt of verdraaid is;
•
de veiligheidsgordel niet tegen de nek van
het kind aankomt of onder de schouder
langs loopt (zie voorgaande afbeeldingen);
•
de heupgordel laag over het bekken loopt,
zodat deze maximale bescherming biedt.
U zet de zittingverhoger in een van de twee stan-
den door deze op te klappen (p. 53) of neer te
klappen (p. 55).
WAARSCHUWING
Volvo adviseert u reparatie- en vervangings-
werk over te laten aan een erkende Volvo-
werkplaats. Verricht geen wijzigingen in of
aanpassingen aan het geïntegreerde kinder-
zitje. Als een geïntegreerd kinderzitje aan
grote krachten heeft blootgestaan zoals tij-
dens een aanrijding, moet u het geïnte-
greerde kinderzitje in zijn geheel vervangen.
Ook als het geïntegreerde kinderzitje er intact
uitziet, kunnen er toch beschermende eigen-
schappen verloren zijn gegaan. Het geïnte-
greerde kinderzitje moet ook worden vervan-
gen als het erg versleten is.
WAARSCHUWING
Als u de gebruiksinstructies voor de zittingver-
hoger met twee standen niet opvolgt, is het bij
een aanrijding niet uitgesloten dat het kind
ernstig letsel oploopt.
Geïntegreerde zittingverhoger met
twee standen* - uitklappen
De geïntegreerde zittingverhoger (p. 52) op de
achterbank kan in twee standen worden uitge-
klapt. In welke stand u het kinderzitje moet uit-
klappen hangt af van het gewicht van het kind.
Stand 1 Stand 2
Gewicht 22–36 kg 15–25 kg
Stand 1
3
Trek de handgreep naar voren en omhoog
om het kinderzitje vrij te geven.
3
De onderste stand.