INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
* Optie/accessoire.
88
Voorstoelen
Voor het best mogelijke zitcomfort hebben de
voorstoelen verschillende instelmogelijkheden.
Stoel hoger/lager zetten, omhoog-/omlaag-
pompen.
Vooruit/achteruit, de hendel omhoogtillen
om de juiste afstand tot het stuurwiel en de
pedalen in te stellen. Controleer of de stoel
na het afstellen in de nieuwe stand geblok-
keerd staat.
Voorkant zitting hoger/lager* zetten,
omhoog-/omlaagpompen.
Hellingshoek rugleuning wijzigen, aan de
knop draaien.
Lendensteun* aanpassen, druk op de knop.
Bedieningspaneel voor elektrisch bediende
stoel*, zie Voorstoelen - elektrisch bediend*
(p. 89).
WAARSCHUWING
Stel de stand van de bestuurdersstoel in voor-
dat u gaat rijden en nooit tijdens het rijden.
Controleer of de stoel vergrendeld staat om
letsel te voorkomen bij hard afremmen of een
aanrijding.
Ruggedeelte passagiersstoel
omklappen*18
De rugleuning van de passagiersstoel kan wor-
den omgeklapt om ruimte te maken voor lange
lading.
Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren en
omlaag.
Zet de rugleuning rechtop.
Trek de pallen aan de achterzijde van de rug-
leuning omhoog tijdens het omklappen.
4. Duw de stoel zo ver naar voren dat de hoofd-
steun onder het dashboardkastje "vast" komt
te zitten.
Houd voor het rechtop zetten de omgekeerde
volgorde aan.
WAARSCHUWING
Pak het ruggedeelte nadat u het rechtop
gezet hebt beet en controleer of het stevig
vergrendeld staat om letsel te voorkomen bij
hard afremmen of een aanrijding.
Gerelateerde informatie
•Voorstoelen - elektrisch bediend* (p. 89)
•Achterbank (p. 90)
18 Geldt alleen voor stoelen type comfort.