VEILIGHEID
31
Gordelwaarschuwing
Wanneer iemand de veiligheidsgordel niet
draagt, gaan er waarschuwingssymbolen bran-
den en worden er geluidssignalen afgegeven om
de bewuste persoon eraan te herinneren de vei-
ligheidsgordel om te doen (p. 29).
Of er geluidssignalen klinken, hangt af van de
snelheid. De waarschuwingssymbolen zitten op
de plafondconsole en op het instrumentenpaneel
(p. 66).
Het gordelwaarschuwingssysteem geldt niet voor
kinderzitjes.
Achterbank
De functie van de gordelwaarschuwing voor de
achterbank is tweeledig:
•Aangeven welke veiligheidsgordel (p. 28) van
de achterbank er worden gebruikt. Bij
gebruik van de veiligheidsgordels of het ope-
nen van een van de achterportieren ver-
schijnt er een melding op het instrumenten-
paneel. De melding verdwijnt na ongeveer
30 seconden rijden vanzelf of eerder bij het
indrukken van de knop OK op de rich-
tingaanwijzerhendel (p. 113). Als een van de
inzittenden geen veiligheidsgordel draagt,
verdwijnt de melding echter alleen bij het
indrukken van de knop OK op de rich-
tingaanwijzerhendel.
•Waarschuwen dat iemand op de achterbank
de veiligheidsgordel heeft losgenomen. Er
wordt gewaarschuwd met een melding op
het instrumentenpaneel in combinatie met
een geluidssignaal en een waarschuwings-
symbool. De waarschuwing stopt wanneer de
gordel weer is omgedaan, maar kan ook
handmatig worden bevestigd door op de
knop OK te drukken.
Op het informatiedisplay van het instrumentenpa-
neel staat welke veiligheidsgordels er in gebruik
zijn. Deze informatie is altijd beschikbaar.
Gordelspanners
De Veiligheidsgordels (p. 28) aan de bestuur-
derszijde, de passagierszijde en op de buitenste
zitplaatsen achterin zijn voorzien van gordelspan-
ners. Dit is een mechanisme dat bij een vol-
doende krachtige aanrijding de veiligheidsgordel
rond het lichaam spant. De veiligheidsgordel kan
de passagier daarmee beter in de stoel gedrukt
houden.
WAARSCHUWING
De gesp van de veiligheidsgordel aan passa-
gierszijde nooit aanbrengen in de gordelslui-
ting aan bestuurderszijde. De gesp van de vei-
ligheidsgordel altijd aanbrengen in de gordel-
sluiting aan de juiste zijde. De veiligheidsgor-
dels nooit beschadigen en geen vreemde
voorwerpen aanbrengen in de gordelsluiting.
De veiligheidsgordels en de gordelsluiting
werken anders mogelijk niet naar behoren tij-
dens een aanrijding. Er bestaat gevaar voor
ernstige verwondingen.
Gerelateerde informatie
•Algemeen over veiligheidsgordels (p. 28)